N°. 5817.
Zaterdag
A°. 1877.
16 Juni.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Het zal den UITGEVER aangenaam zijn
wanneer de voor het 's avonds verschijnende
nummer bestemde advertentiën steeds 's mid
dags uiterlijk vóór vier uren worden ingezon
den. De plaatsing van na dat uur ontvangen
advertentiën moet zoowel van de plaatsruimte
als andere omstandigheden afhankelijk ge-
gesteld worden en is dus niet altijd zeker.
STADS-BEKICHTEN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per postL40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.17^.
Grootere letters naar plaatsruimte.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der GEMEENTE
LEIDEN, ontvangen hebbende eene circulaire van den
Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland,
van den 23sten Januari jl. (Frovinciaalblad n°. 11), hou
dende uitnoodiging om, door het aansporen der ingezetenen
tot milddadigheid, zooveel mogelijk het welslagen te be
vorderen der jaarlijksche Collecte, welke ten gevolge van
Zijner Majesteits dispositie, van den 16den November 1820,
n°. 81, door de Dislricls-commissie tot aanmoediging en onder
steuning van den Oetoapenden Dieiut in de Nederlanden, zal
worden gehouden, doen te weten dat, ingevolge het
verlangen van gemelde Commissie, de genoemde Collecte
zal geschieden, door daartoe gemachtigde personen, met
gesloten bussen, op Maandag en Dinsdag 18 en 19 Juni
aanstaande, aanvangende 's morgens te negen uren, aan de
huizen der ingezetenen, die verzocht worden op de uit
reiking hunner liefdegiften orde te stellen. Burgemeester
en Wethouders, gaarne voldoende aan het verlangen in
gemelde circulaire vervat, noodigen de ingezetenen dezer
gemeente dringend uit, door onbekrompen bijdragen kracht
dadig mede te werken tot de ondersteuning der instel
ling, welke zij zoo zeer behoeft, maar gelooven tevens dat
de bestemming van de opbrengst dier Collecte reeds eene
goede uitkomst verzekert en voor ieder rechtgeaard Neder
lander, die in de geschiedenis van zijn eigen land geen
vreemdeling is, alle verdere aansporing overbodig maakt.
Het fonds, tot instandhouding waarvan die gelden wor
den ingezameld, strekt toch niet slechts in het belang der
verminkten en infirmen van den gedenkwaardigen enbe-
slissenden slag bij Waterloo (een dwaalbegrip dat bij velen
heerscht), neen, ongelukkigen van iederen strijd, waarin
ons vaderland gewikkeld was en nog is, ondervinden het
steeds, dat ten hunnen behoeve een blijvend liefdewerk
is gesticht: strijders van den Belgischen veldtocht, hand
havers onzer macht in Oost- en West-Indische bezittingen,
veteranen van 40-jarigen dienst, genieten nu reeds, of
hebben althans het vooruitzicht te genieten, van hetgeen
hunne landgenooten hebben weggelegd en thans nog af
zonderen tot leniging hunner smarten, tot ondersteuning
van hunnen gebrekkigen ouderdom.
De Nederlandsche soldaat wete het, dat, zoo hij wer
kelijk in en door den dienst infirm is geworden, er een
fonds bestaat, met het doel om door toelage, boven en
behalve zijn pensioen, zijn ongeluk te verzachten; maar
het Nederlandsche volk zij er dan ook, door dankbare
belangstelling gedrongen, gedachtig aan die ondersteuning
met meer mildheid te verleenen, opdat het fonds aan al
die billijke aanvragen voldoe en de lijst der sollicitanten
nog een aanzienlijk getal blijve aanwijzen, tot beschaming
van den tijdgenoot, die aan het werk, eenmaal zoo krach
tig aangevangen, slechts met slappe handen voortbouwt.
Moge de goede uitslag dezer inzameling, waarvan Bur
gemeester en Wethouders zich reeds vooraf overtuigd hou
den, het doen zien, dat deze roepstem niet tevergeefs ook
tot Leidens ingezetenen werd gebracht I
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris
Leiden, 14 Juni 1877.
LEIDEN, 15 Juni.
Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd
tot doctor in de rechten de heer L. A. Bybau,
geb. te Colijnsplaat, na verdediging van Stellingen.
In het rechtsgeding van de gemeente-commis'
eie der Ned. hervormde gemeente alhier tegen prof.
Prins aanhangig gemaakt, zullen, naar wij vernemen,
twee advocaten uit 's-Hage optredenMr. Van
der Linden voor de eischeresse en Mr. Vlielander
Hein voor den gedaagde. De behandeling der
zaak is intusschen acht dagen uitgesteld en be
paald op Zaterdag 23 Juni, te elf uren.
Ook het Leidsche Studentencorps heeft be
sloten den rouw aan te nemen wegens het over
lijden van H. M. de Koningin.
Bij kon. besluit van 14 dezer is, op hun
verzoek, ingetrokken de benoeming van dr. S. S.
Rosenstein, hoogleeraar te Leiden, en van P. J.
Haaxman, apotheker te Rotterdam, als leden der
commissie, gedurende een jaar, ingaande 1 Aug.
1877, belast met het afnemen van de genees
kundige examens en die van tandmeester, en zijn
benoemd tot leden dier commissie: dr. J. C. G.
Evers, oud-hoogleeraar te 's-Gravenhage, en J.
Polak, apotheker te Amsterdam, thans plaatsverv.
leden, en tot plaatsverv. leden dr. P. Q. Brond-
geest, lector aan de hoogeschool, en P. D. Fontein,
apotheker, beiden te Utrecht.
Ds. Baart de la Faille alhier is bij de Ned.
herv. gemeente te Veenendaal beroepen.
In de gisteravond gehouden zitting der
Eerste Kamer opende de voorzitter de vergadering
en deelde mede dat ontvangen was de volgende
koninklijke boodschap van 4 Juni, houdende mede-
deeling van het overlijden van H. M. de Koningin
„Mijne Heeren
Het heeft God behaagd Hare Majesteit de
Koningin, onze beminde Gemalin, den 3den dezer
tot zich te nemen.
Het is met diepe droefheid, M. H., dat ik U
van dat overlijden, waardoor het geheele Konink
lijke Huis in rouw gedompeld is, kennis geef.
In Onze smart zal voorzeker door geheel het
Nederlandsche Volk, dat Haar zoo lief was, wor
den gedeeld.
En hiermede, M. H., bevelen wij U in Godes
heilige bescherming."
De voorzitter zeide hierop: Mijne HeerenHet
is naar aanleiding van de Kon. Boodschap, waar
van gij zoo even de voorlezing hebt vernomen,
dat ik U ter vergadering heb opgeroepen. Wij
allen nemen voorzeker levendig deel in den rouw,
waarin het overlijden van onze hooggewaardeerde
en beminde Koningin Z. M. den Koning, het
Koninklijk Huis en geheel Nederland heeft gedom
peld. Ik houd mij overtuigd, dat gij met mij van
gevoelen zult zijn, dat het pas geeft en dat het
eene voldoening is aan de behoeften van ons hart,
van die deelneming aan Z. M. den Koning te
doen blijken, door deze Koninklijke Boodschap
met een adres van rouwbeklag aan Z. M. te be
antwoorden.
Daartoe werd bij acclamatie besloten, alsmede
om na afloop der vergadering zich in de sectiën
te begeven tot verkiezing der leden der commissie
van redactie van dit adres.
Woensdag werd in Den Haag de algemeene
vergadering gehouden van de vereeniging „Arbeid
adelt". Uit de gedane mededeelingen bleek dat
de vereeniging zich in voortdurenden bloei mag
verheugen. Met oprecht smartgevoel werd gewaagd
van den dood der koninklijke beschermvrouwe,
die zoo krachtigen steun aan deze instelling had
geschonken. Was door 't bestuur reeds namens
de leden een adres van rouwbeklag aan Z. M.
gezonden, tijdens de vergadering werd hierop
vanwege den Koning een dankbetuiging ont
vangen. Bovendien besloot de vergadering, als
bewijs van innige deelneming, een immortellenkrans
op het graf der geliefde Vorstin neder te leggen.
Te Delft zijn gisteren door eenige aanzien
lijke vrouwen circulaires verzonden aan de vrouwen
van Delft. Deze circulaires bevatten een uitnoo
diging om bijdragen in te zenden, ten einde als be
wijs van hulde aan de nagedachtenis van wijlen
H. M. de Koningin een zilveren lauwer-immor-
tellenkrans op de lijkkist te plaatsen. De koninklijke
goedkeuring daartoe is reeds verzocht en verkregen.
De Prins von Wied wordt aanstaanden Zondag
te 's-Hage verwacht tot bijwoning van de begra
fenisplechtigheid van H. M. de Koningin en zal
eenige dagen daarna met zijne gemalin en kinderen,
die sedert den afgeloopen winter op het Huis de
Pauw verblijf hielden, naar Neuwied terugkeeren.
Op den dag van de begrafenis der Konin
gin zullen de Beurs en de Korenbeurs te Amster
dam gesloten zijn.
De inspecteurs van het lager onderwijs zijn
opgeroepen om den 21 sten dezer, des namiddags
te 1 uur, op het ministerie van biDnenlandsche
zaken te zamen te komen tot het houden der gewone
jaarlijksche vergadering.
De dag der opening van de tentoonstelling
te Amsterdam van kunst, toegepast op nijverheid,
is voorloopig bepaald op 4 Juli.
Door de staatscommissie voor de genees
kundige examens te Amsterdam is bevorderd tot
arts de heer F. M. van Deventer, med. doctoran
dus, en het getuigschrift voor het eerste gedeelte
uitgereikt aan den heer G. Poolman, caud.-arts.
Het stoomschip „Friesland", van Batavia
naar Rotterdam, is 13 dezer van Port-Saïd naar
Ylissingen vertrokken; de „Prins Hendrik", 5
Mei van Batavia vertrokken, is gisteren te Nieuwe-
diep aangekomen.
Het comité van het Roode Kruis te Am
sterdam heeft, door tusschenkomst van het hoofd
comité, eene som van f 1000 afgedragen voorde
zieken en gekwetsten in den RussischTurkschen
oorlog en eene gelijke som toegezegd, zoodra de
behoefte aan ruimere ondersteuning blijkt
De „Tijd" deelt het volgende mede: „De
officier van justitie te Roermond, mr. Cornelis,
heeft den eerw. heer Mottu, kapelaan aldaar, en
den eerw. pater Sweens, rector der Kapel in
'tZand, gedagvaard om den 22sten Juni voor de
arrondissements-rechtbank te verschijnen, als heb
bende deelgenomen aan de processie, die den 22sten
Augustus 1876 van de Kapel in 't Zand op den
openbaren weg, over een afstand van ongeveer
200 passen, gehouden is. Met belangstelling wordt
de beslissing der rechtbank afgewachtof en wan
neer eene wettige processie van vóór 1848 haren
gewonen loop wijzigen mag."
Blijkens een van Zr. Ms. minister-resident
te Konstantinopel bij het departement van buiten -
landsche zaken nader ingekomen bericht is door
de Turksche regeering het verbod van uitvoer
van paarden, muildieren en runderen over het ge
heele Turksche rijk uitgestrekt.
Door Zr. Ms. minister-resident in Turkije
is aan het departement van buitenlandsche zaken
mededeeling gedaan van een door den Britschen
consul-generaal te Konstantinopel onder dagteeke-
ning van 1 dezer aan den „Levant Herald" ge
richt schrijven, blijkens hetwelk onderzeesche mij
nen en torpedo's onlangs in de straat der Dar-
danellen zijn geplaatst. De mijnen bevinden zich,
volgens dat schrijven, tusschen de forten Sultania
en Namasghish, ter plaatse waar de vergunning
tot verkeer met den wal gewoonlijk aan de schepen
wordt verleend; de torpedo's liggen in dubbele
linie ieder van acht stuks, met tusschenruimle van
170 yards, terwijl de stroom aldaar eene breedte
heeft van ongeveer 1500 yards. De mijnen zijn,
altijd volgens dat schrijven, nedergelaten op eene
diepte van 36 voet, en ontploffen door middel
van een electrischen draad, in verbinding met
den wal.
Tot lid van de Tweede Kamer voor het
hoofdkiesdistrict Alkmaar is gekozen: tot Sep
tember 1877 Mr. W. Van der Kaay (L) met
1639 van de 2070 stemmen, de vice-admiraal G.
Fabius (C) verkreeg 341 en prof. A. Brnmmel-
kamp (A) 69 stemmen; periadieke aftreding;