N°. 3300.
A°. 1877.
Maandag
28 Mei.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
STAD S-D E KICÏ1T ES.
f-
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1-40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels f 105.
Iedere regel meer0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden,
op Donderdag 31 Mei, des namiddags te 3 uren.
j De Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden,
doet te weten dat aan den ontvanger der directe belastingen
alhier zijn ter band gesteld de op den 23sten dezer maand in
vorderbaar verklaarde kohieren voor de personeele belasting,
over een voljaar, 1/2 jaar en 1/4 jaar, dienst 1876/77, terwijl
ieder verplicht is zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet
te voldoen.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afge
kondigd.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
0 Leiden, 26 Mei 1877.
LEIDEN, 26 Mei.
Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd
lot doctor in de rechten de heer J. Tjebbes, geb.
te Leeuwarden, na verdediging van Stellingen.
1 Na afloop der uitvoering van de Leidsche Zang-
rereeniging vereenigden zich gisteravond in een der
lokalen van „den Burg" de heerenleden van het
koor en eenigen van het orkest tot een gezelligen
kring, waarvan het inderdaad een genoegen was
getuige te mogen zijn. Van den baud, die hen
niet alleen als leden der Vereeniging, maar in het
algemeen als beoefenaars der muziek, verbond,
werd er menig sprekend bewijs gegeven. De
beteekenis dezer samenkomst werd te meer verhoogd,
toen nevens den heer Wetrens ook de heeren J. C.
Boers en Joh. J.H. Verhulst in 't midden der feestelijk
gestemde zangers verschenen. Hoezeer hunne ver
schijning door allen werd opprijsgesteld, bewezen
de daverende „hochs" waarmede zij werden ont
vangen. Onnoodig, maar ook ondoenlijk zou het
zijn de vele toosten die er van Verschillende
zijden werden uitgebracht weer te geven. Ze waren
legio.Natuurlijk dat daarbij de bloei der Vereeniging,
de gewaardeerde medewerking van elders wonenden
die steeds toonden met liefde voor de vereeniging
bezield te zijn, de baud van vriendschap tus-
schen hare zustervereenigingen, maar in de
eerste plaats de directeur, het vrouwenkoor en
de solisten een hoofdrol speelden. Zoo ooit dan
heeft de heer Wetrens hier kunnen ervaren, hoe
zeer hij bij allen die met zijne Vereeniging op
eenige wijze in betrekking staan, geacht en be
mind is. Dat de hem geschonken achting geens
zins misplaatst, maar in allen deele verdiend is,
daarvan ontving men een sprekend, maar ook te
vens een niet genoeg te waardeeren bewijs. Na
den schitterenden uitslag van het muziekfeest en
de gulle en hartelijke ontvangst die hem was ten
deel gevallen, gevoelde de heer Verhulst er be
hoefte aan, niet alleen de Vereeniging met dit feest
geluk te wenschen, maar voornamelijk ook dank
te zeggen voor de wijze waarop hij in de
gelegenheid was gesteld geworden zijn „bescheiden
werk", gelijk hij zijne heerlijke toonschepping
noemde, te doen uitvoeren. Hij was er trotsch
op, de leiding er van bij eene gelegenheid als deze
op zich te mogen en kunnen nemen. Èn on
der de leden van het orkest èn onder de zan
gers en zangeressen had zich zulk eene liefde,
zulk eene toewijding voor zijn Psalm geopenbaard,
dat zijn taak als dirigent er al heel licht door
werd. In de eerste plaats schreef hij dit toe aan
den heer Wetrens, aan wiens leiding de voorloopige
werkzaamheden van dit muziekfeest waren toever
trouwd, en zooals gebleken was met zulk een
uitstekend succes. Reeds in zijne jeugd had hij
't genoegen met hem kennis te mogen maken,
doch eerst nu was hij in de gelegenheid geweest
hem meer in 't bijzonder als directeur gade te
slaan. Een onuitsprekelijk genoegen deed hem dit.
Alles wat de heer Wetrens doet, doet hij zoo
eenvoudig, zoo bescheiden, zoo net, maar tevens
ook zoo juist, zoo zeker, zoo degelijk, dat hij niet
kon nalaten hem, niet bij wijze van ijdel of offi
cieel compliment, maar als een kunstbroeder de
hand te reiken, en Leiden in 't algemeen maar
de Vereeniging in 't bijzonder met het bezit van
zulk een directeur van harte geluk te wenschen
en zijne verwachting uit te drukken dat hij nog
lang voor haar zal gespaard blijven. Een „Er lebe
hochmocht na zulk een gewaardeerde toespraak
natuurlijk niet ontbreken.
Hoewel er na al het gesprokene als 't ware
geen stof meer was overgebleven, gevoelde de heer
J. C. Boers er behoefte aan, zich van een kleinen
plicht te kwijten. Ook hij is er dankbaar voor
dat zijne compositie op zulk een uitstekende wijze
ouder zijne leiding werd ten gehoore gebracht.
Den zangers betuigde hij voor hunne degelijke
medewerking daartoe zijn innigen dank, maar in
de eerste plaats wenschte hij nogmaals een dronk
te wijden aan de lieve Leidsche sopranen en alten,
die niet alleen in zijn werk, maar gedurende de
geheele uitvoering zich zoo dapper, onvermoeid
en tevens zoo bevallig van hare taak hebben
gekweten. Dat ook deze toost dapper werd toe
gejuicht, spreekt van zelf, en men had waarlijk
moeite zich een juist denkbeeld te kunnen vormen
hoe het mogelijk was dat die chaos van tonen
nog slechts weinige oogenblikken geleden zulk een
schoon en indrukwekkend geheel kon vormen.
Doch men bleef niet enkel bij de aanwezigen
of bij hen die aan de uitvoering persoonlijk hadden
medegewerkt, men herdacht ook hen, die een
vereeniging in de eerste plaats in staat stellen
den toehoorders een genot aan te bieden, zooals
dit nu kon genoten worden. De componisten in
't algemeen kwamen ook aan de beurt en nadat
daarbij ook onze landgenooten, en onder hen de
beide feestdirecteurs Verhulst en Boers, waren
herdacht, wijdde de heer Verhulst een woord van
hulde aan den Deenschen componist Niels Gade,
van wien een zijner meesterwerken op dit feest
en wel als een waardig slot werd ten
gehoore gebracht. De heer Mr. J. E. Banck,
van 's-Gravenhage, vond hierin aanleiding na
de menigte schitterende sterren, die er waren
bewonderd, in welsprekende taal weder op de aarde
eens een kijkje te nemen ten einde er aan te
herinneren wat de toehoorders aan componisten
te danken hebben. Zonder hen zou het genot van
de beide avonden onmogelijk zijn geweest. Van
de uitgevoerde vreemde werken is de componist
van „Die Kreuzfahrer" nog in leven, dien spr. op
zijne jongste reis het genoegen heeft gehad van
nabij te leeren kennen, niet alleen als uitstekend
muziekgeleerde, maar ook als vriendelijk, welwillend
en in den omgang voorkomend mensch. Veel heb
ben èn Vereeniging èn toehoorders aan hem dien
avond te danken en daarom stelde hij voor, dat
door de Leidsche Zangvereeniging voor zich zelve
en namens de toehoorders een telegram naar Kopen
hagen tot gelukwensching met de uitvoering en
van erkentelijkheid mocht worden gezonden, aan
welk initiatief onmiddellijk het zegel werd gehecht.
In één woord, het geheele samenzijn, waarin
ook een woord van hulde werd gebracht aan
de gemeente-commissie der Hervormde kerk voor
de welwillendheid waarmede zij de Hooglandsche
kerk voor de uitvoeringen had beschikbaar gesteld
en waarbij de wensch niet kon onthouden worden
dat ook haar steeds liefde tot en daarmede tevens
bevordering der toonkunst mocht eigen zijn, was
een besluit het gegeven muziekfeest volkomen
waardig.
Aangenaam was het eveneens te vernemen dat
dienzelfden dag in allen eenvoud een feit had
plaats gehad, dat inderdaad wel vermelding ver
dient. 's Middags namelijk was uit Weenen een
beeldje gearriveerd, dat wel niet heel groot maar
niettemin kostbaar mag genoemd worden. Het stelt
voor den heer Wetrens vijftien jaar geleden, en
wel als directeur na het eerste muziekfeest dat
toen onder zijne leiding hier ter stede gegeven
werd, en werd hem namens de tegenwoordige
leden, waaronder er nog zijn die steeds van de
oprichting af hebben medegewerkt, uit erkente
lijkheid aangeboden. Op het voetstuk is een even
kunstig als kostbaar opschrift aangebracht, de ver
schillende totnogtoe gegeven uitvoeringen vermel
dende, benevens een Latijnsche spreuk, nagenoeg
van deze strekking: Wat Wetrens gedaan heeft, is nog
door niemand gedaan. Een zeer gepast woord voor
waar. Immers, toen de groote muziekfeesten hier te
lande slechts alleen bij overlevering van buitenslands
bekend, doch hier een ongekend iets waren, bezat hij
den moed en de wilskracht ze ook hier te lande en wel
binnen onze veste in 't leven te roepen. De vele aan
gewende pogingen om ook elders zulke uitvoe
ringen te organiseeren, stuitten herhaaldelijk op
vele moeilijkheden af. Alleen die te Leiden bleven
bestaan, waren door het geheele land gezocht en
beroemd en trokken immer vele vreemdelingen tot
zich. Geen wonder dus dat men steeds trachtte ze
ook elders te verkrijgen, totdat eindelijk de
Maatschappij tot bevordering van toonkunst er in
slaagde door samenwerking van verschillende
krachten op bepaalde tijden in verschillende steden
des lands het plan, dat Wetrens hier ter stede
reeds sedert eenige jaren had uitgevoerd, ook elders
tot werkelijkheid te brengen. Het geschenk, hem
nu vereerd, heeft dus wel eene bijzonder eigen
aardige beteekenis en zal steeds voor hem een
aangename herinnering blijven.
Nauwelijks heeft het gure weder voor aan
gename zomerwarmte plaats gemaakt, of alles wat
tot de zomeramusementen behoort neemt een aan
vang. Zoo zal dan ook van de zweminrichting
„Rhynzigt", volgens achterstaande annonce de
opening a. s. Maandag plaats hebben. Bij het
intreden van dit nieuwe seizoen kunnen wij niet
nalaten, allen die eenig belang stellen in zulk
eene nuttige inrichting, aan te sporen daar eens
een bezoek te brengen. Ook voor hen, die niet
zwemmen, biedt de tuin een aangename verpoo
zing, de Rijn een heerlijk uitzicht aan. Dat de
inteekenlijst dit jaar met vele namen vermeerderd
moge worden, wenschen wij gaarne.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 4664 volwas
sen personen en van 1317 kinderen.
Bij de leden der regelingscommissie van de
tentoonstelling van kunst, toegepast op nijverheid,
is een afdruk ontvangen van een schrijven van
Z. K. H. prins Alexander, tweeden voorzitter
dier commissie, gericht aan mr. Leonard Wol-
terbeek, president der uitvoeringscommissie te
Amsterdam. Daarin wordt medegedeeld dat de
gevorderde waarborgsom van veertien duizend
gulden, welke gedekt moet worden door de ont
vangsten van het paleis voor volksvlijt bij ge
noemde tentoonstelling, thans is verkregen.
De meerderheid der leden in deafdeelingen
der Eerste Kamer toonde zich gunstig gestemd
voor het stelsel der wet tot regeling van het
onderwijs bij de militaire academie. Onderscheidene
leden hebben echter bedenkingen daartegen aan-