de kwade stoffen uitgezogen hebbende, twee dagen
later zelf aan die ziekte overleed.
Te Philadelphia moet een werktuig
uitgevonden zijn om vogels te plukken. Het heeft
op het eerste gezicht veel van eene naaimachine
met deksel op eene tafel ter breedte van 75 cen
timeter en 1.20 meter lang en wordt met den
voet in beweging gebracht. I let voornaamste ge
deelte er van bestaat uit een wiel van 30 centi
meter in doorsnee, aan den omtrek 5 centim. dik
en voorzien van gomelastieke vingers of grijpers,
welke zich samenknijpen wanneer ze boven, en
•weder opengaan, wanneer ze onder het blad der
tafel komen. Men heeft den te plukken vogel nu
slechts tegen het draaiend wiel te houden en zoo
lang om te keeren tot de caoutchouc-vingers hem
hebben kaal geplukt. De vederen vallen in een
trechtervormigen bak en worden door de machine
yerzameld en in stapels gelegd. Het dons wordt
door een luchtstroom langs een hellend vlak in
een zak geblazen. De uitvinder verzekert, dat
men met zijn werktuig in ééne minuut een geheel
hoen plukken kan, hetgeen nog veel sneller ge
schiedt, wanneer een persoon trapt en een ander
den vogel vasthoudt.
BUITENLAND.
Frankrij lz.
Het „Journal des Débats" is door de rede van
Von Moltke in den Duitschen rijksdag hoegenaamd
niet verrast en ziet daarin niets anders dan het
jaarlijks door hem aangewende middel om voor
een begroolingspost de bewilliging te verkrijgen
eener tegenstribbelende minderheid. In die rede
het officieele manifest der Duitsche poliliek te
willen zien, ware een bedenkelijk misverstand,
meent het „Journal". Voor het overige merkt het
aangaande de daarin geuite beweringen aan, dat
Frankrijk volstrekt niet in zulk eene bestendige
vrees voor een overval van Duitschland verkeert
als Von Moltke voorgeeft. „Wij zijn", vervolgt
het blad, „zoo wantrouwend of lafhartig niet. Wij
weten, dat tegenover steeds op nieuwe zegepralen
beluste soldaten staatslieden staan, gematigd en
schrander genoeg om zich met den behaalden roem
tevreden te stellen en om te vermijden, het door
hen met zooveel moeite gestichte en thans met
zooveel krachtsinspanning georganiseerde rijk aan
den toets van bloedige ondernemingen te wagen."
Wat den lof aangaat, door Von Moltke aan
Prankrijks weerbaarheid toegezwaaid, die kan vol
gens de „Débats" slechts onder voorbehoud worden
aanvaard, ,,'t Ware te wenschen", roept zij uit,
„dat ons leger van dit oogenblik af de kracht
bezat, welke hij het zoo gulweg toeschrijftMaar
wij noodigen onze militairen en onze Kamers uit,
zich niet in slaap te laten wiegen door al te
vleiende inbeeldingen. Eerstgenoemdeu hebben nog
veel te arbeiden eer zij de hoogschatting waardig
zijn, welke de officieele Duitsche redenaars voor
hen aan den dag leggende laatstgenoemden be-
hooren de noodzakelijkheid te besefl'eu van eene
wijze, gematigde, waakzame politiek in een
tijdperk van troebelen en gevaren als Europa
tegemoetgaat. Wij hopen, dat de aanstaande
zitting bijna uitsluitend aan de behandeling der
begrooting en de afdoening der militaire wetten
zal gewijd zijn. Dat zijn onderwerpen, welke zon
der gevaar voor ons zeiven en zonder uittarting
voor onze naburen kunnen behandeld worden. De
heer Von Moltke heeft verklaard, dat Frankrijk
de opofferingen, welke het zich voor het onder
houd zijns legers getroost, niet lang zal kunnen
dragen, en het onbetwistbaar genoemd, dat het
plannen koestert tot een spoedigen oorlog. Hij
bedroog zich. Indien wij voorheen rijk genoeg zijn
geweest om onzen roem te betalen, zijn we dat
nog om onze rampen te betalen. De druk van
ons budget is zoo verpletterend niet, dat wij in de
verzoeking zouden zijn om ter verlichting daarvan
eene hachelijke kans te loopen."
Naar aanleiding van de manifesten van den czaar
en den Russischen kanselier en de daardoor opge
wekte verbolgenheid der Engelsche dagbladen,
zegt hetzelfde blad; „Voor ons is het voldoende
te constateeren, dat er op het oogenblik, waarop
de vijandelijkheden beginnen, geen sprake meer
is van een belangloozen kruistocht, maar van
een oorlog, om eer en belang gevoerd, van eene
worsteling tusschen twee volkeren en niet van een
conflict tusschen het christendom en de muzelman-
sche barbaarschheid."
Duitschland.
Bij de derde lezing van de begrooting der
rijksuitgaven behandelde Jörg vooral de Rus
sische politiek. Ook Windthorst verklaarde zich
tegen 't Panslavisme. Lasker zeide met nadruk
dat alle partijen het volste vertrouwen in de
politiek van den rijkskanselier stellen. Hij had
ook in de redevoering van Von Moltke niet zekere
dreiging gezien; deze redevoering ademde veel
meer de uitstekende vredespolitiek van Duitschland.
Voor hem was ook de taal van Von Bismarck even
geruststellend geweest. Duitschland zou zijne vrede
lievende missie steeds gedachtig zijn en men weet
dat die door Bismarck voldoende vertegenwoordigd
wordt.
Von Moltke dankte Lasker dat deze zijne
jongste redevoering beter heeft verklaard dan hij
misschien zelf zou hebben kunnen doen. Toen hij
zeide dat aanzienlijke gedeelten van het Fransche
leger dicht bij de Duitsche grenzen stonden, had
hij er bij moeten voegen dat in tegenstelling
daarmede de Duitsche regimenten gelijkelijk over
het rijk verdeeld zijn, en toen hij zeide dat vroeger
of later van Duitsche zijde gelijke maatregelen
genomen moesten worden, had hij slechts die be
doeld, welke geen offensief of agressief karakter
hebben. „In bet begin van mijne redevoering",
voegde hij er bij, „zeide ik, dat ik onze politiek
zóó opvatte, dat zij noodzakelijk eene vredelievende
zijn moest, zonder dat men daarom alle vrijheid
tot handelen opgeeft." De redevoering werd luide
toegejuicht.
Groot- Britannië.
Bij een feestmaal van conservatieven, te Londen
gehouden, verklaarde sir S. Northcote, dat de
regeering met groote ongerustheid den toestand
beschouwt, doch dat zij het bewustzijn heeft haar
plicht gedaan te hebben, en dat zij zal voortgaan
met dien te betrachten, verzekerd van den steun
der natie bij hetgeen zij mocht ondernemen.
Aan de „Daily News" werd Dinsdag uit
Madera 't volgende geseind: „Berichten uit Pre
toria, loopende tot 28 Maart, melden dat Seco-
coeni het vredestractaat verbroken heeft door te
vuren op personen die 't land kwamen opnemen.
President Burgers heeft eene krachtige proclamatie
openbaar gemaakt, waarin hij verklaart dat wei
gering om belasting te betalen rebellie, en aan
sporen tot dergelijke weigering landverraad is.
Inmiddels handelt sir Th. Shepstoue met vast
beradenheid en behoedzaamheid. Het 13de regi
ment is te Newcastle, doch zal het Transvaalsche
grondgebied niet binnentrekken dan in geval
van nood."
Naar de „Globe" verneemt, zal vanwege
de Britsche regeering een onderzoek worden in
gesteld naar 't misbruik, dat tegenwoordig door
visschers gemaakt wordt van dynamiet. Vooral
langs de kusten van Cornwall en Wallis, waar
de visschers 't omgaan met dynamiet geleerd
hebben van de mijnwerkers, begint 't in zwang
te komen, dat men eenvoudig eene met deze ont
plofbare stof gevulde patroon ontbranden laat te
midden eener vischschool. Duizenden visschen wor
den op die wijze gedood of tijdelijk door den schok
verdoofd, en dan zonder moeite opgeschept. Deze
vangst met torpedo's behoort door de wet verboden
te worden, wijl zij de visschen ten deele uitroeit,
ten deele verjaagt, en dus de visscherij spoedig
ten gronde richten zou.
Koningin Victoria heeft gelast, dat de Albert-
medaille, die totnogtoe alleen werd toegekend als
belooning van heldhaftige daden ter zee, ook voort
aan zal worden uitgereikt aan hen die zich te land
hebben onderscheiden, en dat de eerste medailles,
die tot doel zullen worden geslagen, aan de held
haftige redders van de mijnwerkers van Porth
worden geschonken.
Spanje.
Bij de opening van de Cortes zeide de koning,
dat de betrekkingen met alle mogendheden beter
waren dan ooit te voren. De kleine verschillen
met de Vereenigde Staten en Duitschland en die
met Engeland naar aanleiding van de Soeloe-eilanden
waren uit den weg geruimd. Hij hoopte dat de
bevrediging van Cuba nabij was. De wet op de
fueros werd met voorzichtigheid en kracht toege
past in de Baskische provinciën. De toestand laat
niet toe de sterkte van het leger en de marine
te verminderen. De koning zou nimmer de betui
ging van hoogachting vergeten, die hem ten deel
viel van twee groo'.e mogendheden. Hij erkent dat
er veel gedaan is, maar er blijft nog veel te doen
over, vooral de reorganisatie van het financiewezen.
Hij vertrouwt bij dat alles op de medewerking van
de Cortes.
Canova del Castillo heeft in een bijeenkomst
van miuisterieele afgevaardigden verklaard dat,
aangezien de liberaal-conservatieve partij haar taak
nog niet ten einde had gebracht, zij ook de macht
nog niet uit hare handen geven kou. De con-
stiiutioneele centralistische afgevaardigden hebben
besloten geen deel te nemen aan de debattenzij
keuren de troonrede af.
Rusland.
De „Nord" behandelt de opmerking van eenige
dagbladen dat de Russische documenten van geene
verbintenissen gewagen in geval de gebeurtenissen
vergrooting van 't Russische grondgebied mede
brengen. Het blad zegt dat men zich daarover
niet moet verwonderen. Het is natuurlijk dat
Rusland zich niet vooraf kan verbinden door eene
stellige verklaring die hem tegenover zijn tegen
partij de handen zou binden. De handelingen van
Rusland worden bestuurd door den geest die voort
vloeit uit de standvastige richting zijner politiek.
De „Nord" drukt het vertrouwen uit dat het
Europeesch evenwicht door het conflict niet ge
deerd zal worden. Trouwens, de kabinetten der
met Rusland bevriende mogendheden moeten op
dit punt voldoende ingelicht zijn.
In een brief uit Tiflis wordt omtrent de
sterkte van het Russische leger in den Kaukasus
gemeld„De kern van het leger vormen de troe
pen van het 10de Kaukasische militaire district:
6 divisiën infanterie, eene divisie greuadiers, eene
divisie dragonders, eene brigade scherpschutters
en sappeurs en de artillerie. Daarbij komen nog
troepen die in verschillende plaatsen in bezetting
liggen, en de drie legers kozakken, namelijk dat van
Kuban, van Tarok en van Astrakan. Al deze troe
pen kunnen niet tegen den vijand gebruikt worden;
men moet een gedeelte in de provincie achterlaten,
omdat daar onlusten zouden kunnen voorkomen.
Daarom is men op versterking bedacht geweest
uit die divisiën, welke in vredestijd in het district
Kasan gelegerd zijn. Daardoor is het geheele actieve
leger van den Kaukasus op ongeveer 110,000 man
infanterie, 25,000 man cavalerie en 350 kanonnen
gebracht. Dat de aaustaande veldtocht hier groote
moeielijkheden opleveren zal, is buiten twijfel. Reeds
het geheele terrein langs de grenzen werkt de
krijgsoperatiën tegen. Daarbij komt de tegenstand
dien de Russen van het Turksche leger, onder
Moukhtar pacha tusschen Erzeroum, Kars en Ba-
toum bijeengetrokken, te wachten hebben. Dat
leger telt wel niet meer dan 80,000 man en be
staat niet uit de beste troepen, maar men vergete
niet, dat behalve de soldaten ook de geheele Moham-
medaansche bevolking in Armenië bereid is om
de bergpassen van haar land tegen den bitter ge-
haten erfvijand te verdedigen."
Rumenië.
De vorstelijke boodschap bij de opening van
de kamer luidt als volgtOnze pogingen bij de
Porte en de mogendheden aangewend om de er
kenning van onze onzijdigheid te verkrijgen, zijn
zonder gevolg gebleven; Rumenië, aan zich zelf
overgelaten, moet op zich zeiven rekenen en moet
ten koste van alle opofferingen verhinderen dat het
't tooneel van den oorlog worde. Geene enkele der
garaudeerende mogendheden protesteerde tegen
bet binnenrukken der Russen. De keizer verklaarde
dat hij geen inbreuk wilde maken op onze rech
ten en ten bewijze daarvan zal Bucharest niet
bezet worden; in afwachting van de beslissing
van de kamer, nam de regeering tegenover het
Russische leger eene afwachtende houding aan en
zij zal daarin volharden. De boodschap belooft de
openbaarmaking van de diplomatieke correspon
dentie, noodigt de partijen uit eensgezind te zijn
en zegt aan 't slot dat de vorst, zoo 't noodza
kelijk is, bereid is te strijden voor de integriteit
van 't grondgebied.
Uit Bucharest wordt van 26 dezer gemeld
In den afgeloopen nacht is de telegraphische ge
meenschap tusschen Rumenië en Turkije verbro-