LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 5261.
Dinsdag
A0. 1877.
10 April.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommersm 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIESt
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.171
Grooiere letters naar plaatsruimte.
ST A DS-BE RICHTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen
te weten, ter voldoening aan art. 228 der wet van 29 JuDi
1851 (Staatsblad n°. 85) dat alle preteusien over het jaar 187G,
ten latte der gemeente, vóór of op den laatslen Juni dezes jaars
moeten worden ingeleverd en dat de vorderingen, welke niet
binnen den genoemden tijd zijn ingediend, voor verjaard en
vernietigd zullen worden gebonden.
En wordt deze door plaatsing in de Lcidsche Courant afge
kondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
LeideD, 9 April 1877.
LEIDEN, 9 April.
De 53ste verjaardag van 's konings zuster,
de groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach,
geb. prinses Sophia der Nederlanden, werd gis
teren alhier op de gebruikelijke wijze herdacht-
Bij de regimenten infanterie zullen na 1
Mei a. s. slechts 500 miliciens van de lichting
van 1S76, als blijvend gedeelte, onder de wapenen
worden gehouden, zoodat tegen gezegd tijdstip
van elk dezer corpsen ongeveer 300 miliciens met
groot verlof znllen vertrekken.
B. en Ws. geven in overweging het volgend
adres van den heer Dr. A. Ileynsius te stellen in
handen van de commissie voor de strafverordeningen,
met verzoek daarop bij eventueele herziening of
wijziging der algemeene politie-verordening, voor
zooveel uoodig, te willen letten
De ondergeteekende, Adrianus Heynsius, hoog
leeraar, geeft met verschuldigden eerbied te kennen,
dat uit de disenssiën van den gemeenteraad
(zitting van 12 en 17 Juli 1873) duidelijk blijkt-,
dat de gemeenteraad het gooien van sneeuwballen
door jongens onderling niet heeft willen strafbaar
stellen en om die reden met 8 tegen 5 stemmen
het amendement Van Heukelom heeft aangenomen
om het „werpen met sneeuwballen", dat in de
concept-verordening voorkwam, te doen vervallen,
zoodat in plaats van het voorgestelde artikel 30
„het op of over de straat werpen met sneeuw
ballen, steenen of andere voorwerpen is verboden",
als artikel 28 in de vigeerende verordening staat
te lezen
„het op of over de straat werpen met steenen
of andere voorwerpen is verboden."
dat desniettemin door den commissaris van
politie Vink tegen een zijner kinderen, zonder dat
eenigerlei waarschuwing is voorafgegaan, proces
verbaal is opgemaakt, omdat hij met eenige zijner
kameraden op Donderdag 1 Maart 's middags te
12 nren op het Pieterskerkplein voor Gravestein
zich met sneeuwballen gooien vermaakte
dat uit dit feit door het openbaar ministerie
bij het kantongerecht grond is ontleend om daarin
te zien overtreding van art. 28 der verordening
en de eisch is gesteld die overtreding te straffen
met 5 gulden boete, subsidiair twee dagen gevan
genisstraf en de kosten
dat dergelijke vervolgingen voor het gezag der
politie zelve verderfelijk en voor de jongens, die
zich onschuldig vermaken, evenzeer als voor hunne
ouders hoogst onaangenaam zijn
dat in elk geval de toepassing van art. 28 der
verordening blijkbaar is tegen den geest en de
bedoelingen van hen, die haar hebben vastgesteld.
Weshalve de ondergeteekende beleefdelijk ver
zoekt, dat er eene zoodanige wijziging in die
verordening worde gebracht of althans de gevorderde
maatregelen worden genomen, dat dergelijke onge
rijmde en belachelijke vervolgingen voortaan worden
voorgekomen.
Naar aanleiding van de stemming in de
laatste zitting van den gemeenteraad over het
voorstel van mr. P. A. Van der Litb, om terug
te komen op het besluit, eene som van 48000
beschikbaar te stellen voor het bouwen van eene
school volgens de plannen van B. en W., acht
de plaats, schoolcommissie zich verplicht, voordat
in die zaak eene eindbeslissing genomen wordt,
nog eene poging aan te wenden om den raad te
doen besluiten zich met het voorstel van den heer
Van der Lith te vereenigen. Door aanneming van
dat voorstel zal de gemeente een schoolgebouw
verkrijgen, dat in alle opzichten aan de vereischten
eeuer goede school voldoet en dat de goedkeuring
wegdraagt van alle autoriteiten, die over deze
plannen haar advies hebben uitgebracht. Wordt
daarentegen het voorstel verworpen, dan zal men
moeten besluiten uitvoering te geven aan de plan-
nen, welke zoowel door den schoolopziener als
door de schoolcommissie zijn afgekeurd. Daarbij
zal de aanneming van het voorstel van den heer
Van der Lith het groote voordeel verschaffen,
dat het bouwen der school, waaraan sinds langen
lijd zoo dringende behoefte bestaat-, geen oogenblik
behoeft te worden vertraagd, en hiervan zal de
vergadering wel met de schoolcommissie overtuigd
zijn, dat iedere vertraging in deze schadelijk is
voor den goeden gang van het onderwijs in deze
gemeente. Op deze gronden, welke haar van over
wegend belang voorkomen, dringt de commissie
ernstig aan op aanneming van het voorstel.
Na kennisneming van het verzoek van P. J.
Van Venetie en A. Verhoog, aannemers van het
dempen van de Korte Langegracht, om remissie
van boete wegens te late oplevering van het werk,
alsmede van de betrekkelijke rapporten, deelt de
comm. van financiën mede, dat ook zij van oordeel
is dat er termen bestaan om de boete niet tot het
volle bedrag toe te passen, op grond van het
buitengewoon groot aantal regendagen, waardoor
de uitvoering van het werk is moeten worden
vertraagd. Inmiddels kan zij zich bezwaarlijk ver
eenigen met het voorstel om wegens de ongunstige
weersgesteldheid de geheele boete kwijt te schelden,
aangezien de aannemers bij de inschrijving een
zeker aantal regendagen in rekening zullen hebben
gebracht of althans hadden hehooren in aanmerking
te nemen. Met eene kwijtschelding van de helft
der boete zal alzoo, naar de meening der comm.,
de billijkheid in deze behoorlijk worden betracht-.
Bij de heden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes van partijen van 50, 10 en 5
hectoliters waren de hoogste prijzen 20, ƒ4.10,
ƒ2; de laagste 20, ƒ4, ƒ2.
Tot nieuwe leden van de vereeniging voor
de statistiek in Nederland zijn benoemd de heeren
D. Drost, te Amsterdam; Mr. I. Evertz BIIz.,
te Arnhem; Mr. T. H. J. Tavenraat, te 's-Hage;
Mr. A. H. Brandt, te Zoeterwoude; O. II. Van
Tienhoven, J. C. Muller, te AmsterdamCh. M.
Dozy, te Haarlem D. N. Brouwer, te Wormerveer
David J. A. Samot, te RotterdamJ. II. Dijkman,
te Dordrecht; Mr. P. A. Tukker, te Gorcum;
Jhr. O. R. Van AudriDga de Kempenaar, Marquis
de Livio, te AmsterdamMr. T. H. De Veye, te
Zaandam; Mr. B. C. J. Loder, B. H. De Clercq,
te RotterdamDr. J. W. Gunning, W. E. Mercier,
Mr. A. P. K. Hartogh, te AmsterdamA. Jansen,
te 's-Bosch; Mr. S. C. H. Nederburg, te Leiden;
Dr. T. Ilalbertsma; J. T. Cremer, te Arnhem;
M. Rutten, te Breda; Mr. W. H. De Beaufort,
te Leusden. Tot lid van het bestuur is benoemd
Jhr. Mr. G. De Bosch Kemper, referendaris bij
het ministerie van binncnlandsche zaken.
Ds. J. A. De Vlieger, te Katwijk a. Zee, is
beroepen naar de Ned. hervormde gemeente te
Hardenberg (Overijsel)de heer Van Laer te
Haarlo naar die te Waverveen; dr. P. L. Rutgers
te Vlissingen naar die te 's-Hertogenbosch.
Van de negen candidaten voor de akte in
de Pransche taal werden Zaterdag te 's-IIage 7
afgewezen; toegelaten de heeren J. Appeldoorn
en H. Hulleman uit Rotterdam. Voor de hoofd
onderwijzers-akte werden 15 candidaten geëxami
neerd 2 trokken zich terug, 9 werden afgewezen
toegelaten de heeren J. C. Brandt uit Dordrecht,
G. A. Van der Heyde uit Leiden, J. Mulder
uit Oud-Beierland en II. Schuddebeurs uit Rot
terdam.
Dezer dagen verscheen de eerste aflevering
van den tweeden jaargang van „Euphonia", week
blad gewijd aan letterkunde en welsprekendheid,
dat onder de flinke redactie van den heer A. J.
Servaas van Rooyen en door vele Nederlandsche
letterkundigen gesteund, zich gedurende den korten
tijd van zijn bestaan reeds een groot aantal vrien
den heeft verworven. Het tijdschrift beweegt zich
eenigszins in de richting van „Onze Tolk" in zijn
goeden tijd, maar geeft meer dan dal. Behalve
letterkundige critiek levert het ook berichten van
rederijkerskamers en hare werkzaamheden, bijdra
gen van Noord- en Zuidnederlandsche auteurs en
nu en dan eene vertaling. De nu verschenen afle
vering bevat behalve berichten en mededeelingen
een artikel van Gerard Keller, 5 propos van de
zesde uitgave der Boertige Zangster van Ooster-
wijk Bruyn; een critiek van John Brinckmann's
Ausgewahlte Plattdeutsche Erziihlungen door dr.
E. Mehler; een ingezonden stuk van den heer H.
Th. Boelen, aan 't adres van Martin Kaltl', met
eenige opmerkingen over de tooneelschooleen
penneschetsje van Virginie Loveling en een paar
gedichtjes van Em. Hiel.
Men ziet het, de inhoud is velerlei, en de
namen der medewerkers hebben een goeden klank.
Mogen velen, die het tijdschrift nog niet kennen,
zich opgewekt gevoelen er kennis mede te maken.
Een nieuw feit in zake belasting, verschul
digd door het instituut der paters-jezuïeten te Kat
wijk a/d Rijn, zoo meldt men uit Leiden aan
de „N. R. Ct." verdient ten volle de aandacht-
Volgens hunne eigene opgave bestond het bedien-
denpersoneel, dat aan bovengenoemde inrichting
verbonden en voor hetwelk belasting verschuldigd
was, uit 3 bedienden der 1ste, 2 dito der 2de
en 11 dito der 3de klasse, in het geheel dus 16
personen. In de vergadering van zetters tot vast
stelling der kohieren voor de belasting op het per
soneel, in het vorig jaar gehouden, werd twijfel
geopperd over de juistheid dezer opgave en bij
onderzoek bleek, dat niet 16 maar 26 bedienden
voor de belasting in aanmerking kwamen en wel
9 voor de 1ste, 5 voor de 2de en 12 voor de
3de klasse. Eenparig besloot men dus ambtshalve
den aanslag vast te stellen, wat eene vermeerde
ring gaf van 351.36. Na de uitreiking van het
biljet van aanslag werd vanwege den directeur
verzet aaugeteekend bij gedeputeerde staten cn de
handelwijze der zetters met de namen van vitterijen,
tracasserieên, enz. bestempelddoch het mocht niet
baten, want ged. staten handhaafden dezer dagen
de meening van het college van zetters, in zoo
verre dat zij den aanslag met de luttele som van
7.32 verminderden, op grond dat twee in dienst
zijnde personen als niet in het instituut inwonend
werden beschouwd.
Door den minister van oorlog zijn benoemd
tot kapt.-kwartierm. 1ste kl. J. M. Jansen en
A. L. Trippelaar, werkzaam aan het depart, vail
oorlog; C. "W. Engelen, van het lste reg. huzaren.