Gemengd Nieuws. BUITENLAND. Frankrij k. Vereenigde Staten. Donderdag-middag omstreeks h a 1 f- drie is een jongen in de Langegracht gevallen. Op het hulpgeroep kwam zekere K. toeschieten, wien het, bijgestaan door den timmerman S., ge lukken mocht het kind met een haak aan wal te brengen. Vrijdag omstreeks elf uren overkwam op de Oude Vest dit ongeluk aan een zevenjarig knaapje, dat door den knecht van den heer De Bink gered werd die het kind van de overzijde in het water zag vallen, dadelijk omliep en het nog van den wal af kon ophalen. In den loop van deze week zijnte Katwijk 4)0 schuiten aangekomen, wegens ongun- stigen wind en buiig weer van 8 tot 14 dagen reis; zij besomden 80 a ƒ215. Besteed werd: voor groote tarbot ƒ6 a 10, tong 15 a 50 ets., benschol 50 a 80 ets. per stuk; levende kleine schol 6 a 13.50, droogschol ƒ6 a ƒ6.50, scharren ƒ6 a ƒ7 per mand. De geheele vloot is weder in zee. In de „Amsterd. Ct." komt de volgende waarschuwing voor: Logementhouders en winke liers worden gewaarschuwd tegen de handelingen van een ruim 70-jarig grijsaard, zich noemende jonkheer A. S., en eene hem vergezellende rijzige vrouw van middelbaren leeftijd, welbespraakt, bleeke kleur en met eene zwarte shawl gekleed, zich bij afwisseling noemende de favorite of de schoondochter van den grijzen jonkheer. Beiden zijn bedriegers, kwamen kortelings van Arnhem, waar zij op den adellijken titel aanzienlijke in- koopen deden, zonder betaling, en reeds zijn soort gelijke handelingen te Amsterdam door hen gepleegd. Te Meerlen had iemand het ongeluk van de trede van een rijtuig te vallen, waardoor hij eene wonde boven het oog kreegmen raadde hem aan blauwsel op de wonde te leggen, doch het gevolg was, dat de man spoedig daarna over leed. Door de vergiftige bestanddeelen van het blauwsel was het hoofd geweldig gezwollen. In de nabijheid van Echt heeft eene schermutseling plaats gehad tusschen de aldaar gestationeerde militairen, die tegen den invoer van vee moeten waken, en eenige bewoners van de Pruisische grenzen, die een boer kwamen helpen, die met eene kar waarvoor een os gespannen was op Nederlandsch grondgebied was gekomen. De Pruisen lieten de kar in den steek en namen den os mede. Er is proces-verbaal tegen hen op gemaakt. In Erankrijk zal eerlang een Engel- sche gouvernante terechtstaan, verdacht haar élève, eeu meisje van 16 jaren, vergiftigd te hebben, vermoedelijk om daardoor de ontdekking te voor komen van een diefstal van juweelen door haar gepleegd. De juweelen en het rattekruid zijn bij haar gevonden. Uit Dantzig wordt gemeld dat de ijs gang in den Weichsel weder overstroomingen heeft veroorzaakt, die veel vernieling hebben teweeg gebracht. Ten gevolge der opstopping van ijs massa's is onder anderen te Graudenz en Schwetz alles ondergeloopen. In eerstgenoemde plaats is het water zoo snel de voorstad binnengedrongen, dat de bewoners in allerijl met achterlating hunner bezittingen de vlucht moesten nemen en vele huizen in een ongelooflijk korten tijd tot aan het dak onder water stonden, of zelfs door de sterke persing letterlijk uit elkander werden gescheurd. Ruim zestig gezinnen waren in een oogenblik van alles beroofd. Op andere plaatsen zijn dijken, geheele buurten en geheele rijen boomen wegge slagen. In de nabijheid van Mewe is eene stapel plaats van hout, ankers, kettingen, enz. door ijs en stroom op een aanmerkelijken afstand wegge voerd en uiteengeslagen. Bij de afzending dezer berichten begon het water te vallen. Dr. I. G. Ottema verzekert in de „Eriesche Courant", dat Cornelis over de Linden het Oera Linda boek niet heeft geschreven, zelfs niet in staat was dat handschrift te schrijven ja, het niet eens heeft kunnen lezen. Te St. Jacobi-parochi hebbeneenige ingezetenen een soort van anti-baalmeel-verbond opgericht. Het is hun gelukt een onder de zes bakkers van het dorp bereid te vinden om zijne waren niet anders dan van zuiver tarwe- en rogge meel te leveren. Nadat het de politie te Dordrecht was bekend geworden, dat in de tapperij van P., in d® Lange Breedstraat aldaar, jeugdige knapen werdeu ontvangen en aan dezen het verblijf in die tapperij aangenaam werd gemaakt door hun kaarten te verstrekken, zoodat sommige ouders daarvan reeds moeite met hunne kinderen hadden onder vonden, die, in strijd met het ouderlijk verbod en bestraffing, voortgingen met dit huis te bezoeken, is door de politie een bijzonder toezicht op de tapperij gehouden, ten gevolge waarvan door een der inspecteurs van politie een spel kaarten en potgeld is in beslag genomen, waarmede eenige jongelieden zoogenaamd „vingt-et-un" speelden. Tegen de overtreders is proces-verbaal opgemaakt. Zekere K.voortvluchtig uit Brou wershaven, is als verdacht van daar een portefeuille, waarin een aanzienlijke som aan bankpapier, ont vreemd te hebben, te Vlissingen op een der mail booten, die op het punt stond van Engeland te vertrekken, gearresteerd en met zijn vrouw, slechts 19 jaren oud, gevankelijk naar Middelburg over gebracht. Op den tachtigsten verjaardag van den keizer hadden te Berlijn eenige ongeregeld heden plaats. De politie nam toen voor het eerst een practisch middel te baat om de aanstokers en opruiers, dus de ware schuldigen, van hen te onderscheiden die toevallig, zonder opzet, in het gedrang waren geraakt. Een aantal agenten in burgerkleereu bewoog zich tusschen de menigte en teekende ongemerkt elk der onruststokers met een dikke krijtstreep op den rug. UitTesselwordtvan 29 dezergemeld: Toen een hoogbejaarde vrouw, alleen wonende, zich wilde verwarmen op een stoof, geraakten hare kleederen met het vuur in aanraking, zoodat deze vlam vatten. Haar kleindochtertje, dat grootmoeder eten bracht, ontdekte het onheil en riep om hulp, maar te laat. De grootmoeder stierf spoedig onder de hevigste pijnen. De tender van den sneltrein van Parijs naar Rotterdam is gistermiddag op de lijn van den Grand Central Beige, ter hoogte van Prinsenhage, gederailleerd. Ofschoon er gelukkig geen persoonlijke ongevallen te betreuren zijn, bracht dit incident groote stoornis teweeg, daar telkens een hulptrein van Breda en omgekeerd van Roosendaal moest gezonden worden om rei zigers en bagage van Prinsenhage af te halen. De waanzinnige Tomic te Spalatro is Donderdag den 22sten dezer 's morgens te 11 uren eindelijk onschadelijk gemaakt. Een politie-agent en een moedige bakker overvielen hemgoed ge kneveld werd hij naar het burgerlijk hospitaal ge bracht. Daar trachtte hij zijne bewakers voor 100 fl. om te koopen, om hem te laten ontvluchten. Hij gedraagt zich overigens sedert zijn arrestatie zeer kalm. Het aantal zijner slachtoffers bedraagt 4 dooden, onder welke zijne vrouw, zijn vader en zijn kind, en niet minder dan 7 door zijne schoten gewonden. Twee volle dagen hield hij alleen een geheele stad, welke behalve een vol doende politiemacht een vrij sterk garnizoen heeft, in ontzag. Te Parijs is zekere prins Kouikouick, schoonbroeder van een vroegeren beheerscher van Monaco, wegens oplichterij bij verstek tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld. •Dezer dagen stierf te Weenen de oude „diermimiker" Eduard Klischnig, wiens roem dagteekent uit den tijd waarin zijn kunst, die thans verouderd is, zeer gezocht was. Eigenaardig is de wijze waardoor hem de gelegenheid tot dien roem werd geopend. Op zekeren dag van het jaar 1836 nl. verscheen in het bureau van den direc teur Carl van den schouwburg te Weenen een heer, die verzocht gastvoorstellingen te mogen geven. „In welke rol wilt gij spelen?" vroeg de directeur den vreemdeling. „Voor aap", antwoordde deze. „Die hebben we hier zelf genoeg", zeide de directenr. De vreemdeling keerde zich om en wilde heengaan, doch juist toen hij de kruk van de deur wilde grijpen, krabde hij zichmet zijn voet achter het oor. De directeur Carl was de man niet om een zoo sprekend bewijs van geschiktheid over het hoofd te zien. Nestroy schreef voor den vreemdeling een stuk„Aap en bruide gom", dat veertig malen achter elkander werd opgevoerd, Klischnig gedurende maanden tot held van den dag maakte en hem niet minder dan 29,000 gulden opbracht. Het gevolg hiervan was, dat een nieuwe soort van dramatische literatuur in het leven werd geroepen, waarin het apenge slacht de hoofdrollen vervulde. Van Weenen on dernam Klischnig een kunstreis door de wereld en verdween voor geruimen tijd, tot hij in 1862 weder te Weenen terugkeerde, waar zijn kunst nog slechts aantrekkingskracht had voor kinderen, maar volstrekt niet meer de aandacht trok van het groote publiek, zoodat hij onopgemerkt voort leefde. Klischnig is indertijd ook te Amsterdam opgetreden. Van dr. Erwin Von Bary, uit Mun- chen, zijn berichten ontvangen omtrent zijne we tenschappelijke reis in Afrika, alwaar hij thans van zijn tocht door het Mihero-dal naar Ghat was teruggekeerd. Hij is de eerste Europeaan, die de heete bronnen van Sabarbaret en de Krokodillenkom heeft bezocht en heeft op die reis niet slechts gewichtige geologische en geognostische resultaten verkregen, maar ook een aantal totnutoe onbe kende planten verzameld. Wegens den oorlog tus schen twee staramen was de reis vrij gevaarlijk en moest hij voortdurend bedacht zijn op het gevaar van te worden overvallen. De moordenaar van freule Alexandrine Tinne liep te Ghat in vrijheid rond en vervoegde zich bij dr. Von Bary, wien hij tegen eene som van 50 thaler zijn dienst als gids aanbood. Daar dit aanbod terstond werd afgewezen, verklaarde hij openlijk, dr. Von Bary nog vóór zijn vertrek uit Ghat te zullen vermoorden. Kort daarop ziek geworden, ontbood hij dr. v. Bary, en daar deze hem geen genees middelen wilde geven, liet hij uitstrooien dat de dokter hem de ziekte door tooverij op het lijf had gejaagd. De Arabieren wilden met den man niets te doen hebbenzij verklaarden, dat er op den moordenaar van freule Tinne en zijne mede plichtigen een vloek scheen te rusten en de bij den moord behaalde buit niemand geluk had aangebracht. Dr. Von Bary was voornemens, het graf van freule Tinne op te zoeken, doch werd hiertegen gewaarschuwd, omdat velen het er voor hielden dat ook hij uit Nederland was gekomen, en wel bepaaldelijk om den moord te wreken. Hij zou nu, in weerwil van velerlei gevaar, beproeven dieper in het land der Thouaregs door te dringen ten einde zijne geologische en botanische naspo ringen voort te zetten. Een Russisch student, verleden Zondag na afloop eener bijeenkomst in 't Chateau d' Eau (waarbij door Louis Blanc en Victor Hugo het woord werd gevoerd) in hechtenis genomen, is wegens verzet tegen de politiedienaren tot eene maand ge vangenisstraf veroordeeld. De president der republiek heeft zich ver- eenigd met een rapport van den minister van onderwijs, strekkende om te Parijs eene protes- tantsch-theologische faculteit op te richten, ter vervanging van die, welke vóór den oorlog van 1870 te Straatsburg bestond. De rechtbank te Clermont heeft Borelli, die onder het ministerie Buffet benoemd was tot onder-prefect in Issoire en die terechtstond wegens het verduisteren van gelden, bestemd voor de be hoeftige slachtoffers van den watersnood van 1876, veroordeeld tot eene gevangenisstraf van zes maanden. De president heeft in antwoord aan een deputatie verklaard, dat zijne politiek ten doel heeft, eene goede verstandhouding met en tusschen de partijen en stammen in het Zuiden te verkrijgen, ten einde vrede en voorspoed te verzekeren en zonder militaire tusschenkomst de burgers te kunnen beschermen. Hij gelooft dat de bestaande moeilijkheden door eene conferentie der partijen zouden uit den weg geruimd worden. De consul der Vereenigde Staten te Acapulco, een Mexicaansche zeehaven, is den 5den dezer door soldaten op den openbaren weg gearresteerd en gevangen gezet, omdat hij zich wegens het mishandelen van een Amerikaansch burger be klaagd had. Zie vervolg van het Nieuws in het TWEEDE BLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2