LEI I)SOU DAGBLAD. N°. 5252. A0. 1877. Woensdag 28 Maart. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. ST A DS-BE RICHTEN. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Tan 16 regelaf 1.05. Iedere regel meer0-17%. Groolere letters naar plaatsruimte. PATENTBLADEN. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van LeideD, doet te weten, dat de ingevaldc patentbladen over het 3de kwartaal dienst 1876/7, bij het college van zetters, in een der vertrekken van het Raadhnis dezer gemeente, op ver toon van het aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn dagelijks van een tot drie uren, van 27 tot en met 31 Maart e. k. uitgezonderd de Goede V r ij d a g. in de Leidsche Courant afge- En wordt deze door kondigd. Leiden, 26 Maart 1877. De Burgemeester voornoemd, v. d. BRANDELER. EEN BELANGRIJKE UITGAVE. Wanneer het jaar, waarvan wij nog geen vierde gedeelte hebben doorleefd, geheel achter ons zal liggen, zullen de dagbladen de profetie is ook zonder behulp van het spiritisme zeker niet al te gewaagd als gewoonlijk een opgave bevatten der namen van bekende Nederlanders, die in den alsdan afgesloten tijdkring van twaalf maanden aan het vaderland ontvielen. Generaals in ruste, die en 't ging er ons land niet te slechter om nooit in de gelegenheid waren zich tegen over den vijand te onderscheiden, mannen van rang, van aanzien of vermogen zullen op die lijst voorkomen, mannen wier namen althans op het groote publiek slechts een voorbijgaanden indruk makenmaar mannen ook wii weten 't helaas nu reeds wier werken hun een blijvende her innering verzekeren bij de geheele natie. Reeds nu; of werd niet, nog slechts weinige dagen geleden, aan de aarde toevertrouwd het stoffelijk overschot van een man, wiens geschrif ten hem tot een huisvriend maakten van talloos velen, ook die hem niet van aangezicht kenden? Dr. Mark Prager Lindo neen, die naam klinkt te officieel, klinkt te deftig de „Oude Heer Smits" was altijd een welkome gast aan den ge- zelligen huiselijken haard, waar hij zoo prettig wist te praten over de eenvoudigste zaken en toestan den en personen uit het dagelijksch leven, die we zelf ook wel eens hadden opgemerkt, maar nooit zoo begrepen, ook wel eens bijgewoond, maar nooit zoo gevoeld, voordat hij er van sprak in zijn „Brie ven en Uitboezemingen". Herinnert gij ze u nog, die Sinterklaas-beschrij ving, zoo eenvoudig en zoo waar, dat ge bij me nig fijn gepenseeld trekje van het keurig tafereeltje aan eigen jeugd terugdenkt? Niet waar, met dien jongen op de kostschool pakt ge bij het lantaarn licht in het halfdonkere slaapvertrek, in zenuw achtige haast den trommel van huis uit, door moe der zoo zorgvuldig ingepakt, met de letters bovenop, dat spreekt, de „ledige" beurs van zuster Trui en den „bezwaarden" brief welks minste schat echter het geld was en waarmee hij dan ook zoo gelukkig insluimert. Of misschien boeit u meer de Sinterklaas-vrijage tusschen neef en nichtje- Het is zoo donker en het gewoel enz., dat hij haar dadelijk den arm biedt, zoo donker ook, dat hij haar aan den hoek van den straat zijn Sin terklaas in de hand weet te drukken tegelijk met een groote borstplaat in een heerlijk omslag ge wikkeld, waarop een hart prijkt, met een pijl doorboord. Of voelt ge u meer aangetrokken door de uitdeeling aan de kinderen op de bewaarschool, ook al op Sinterklaas? Maar wij zonden te wijdloopig worden. Licht hebt ge in de laatste dagen zelf in uw boeken kast naar den „Ouden Heer Smits" gegTepen om de herinnering aan zooveel schoons bij u te ver levendigen, en nog eens een blik geslagen in „Brieven en Uitboezemingen," „Clementine", „Fa milie van ons", of wel zijn „Nieuwjaarswensch", zijn geestige parodie „Proeve van een groote opera" doorbladerd, of u verlustigd in zijn gevoelvolle schetsen: „Ons ond huis", „De drie gratiën", „Een arme sukkel" enz. Doch het is waar, de volledige uitgave van al zijne werken is in het bezit van niet velen, althans niet zoo volledig als zij thans zal worden uit gegeven onder toezicht van een der meest ver trouwde vrienden van den overledene, den ons allen bekenden letterkundige Lodewijk Mulder, die tevens op zich heeft genomen een levensbericht van den schrijver aan het werk toe te voegen. Zal reeds die biographie van zoo bevoegde hand in geen geringe mate de waarde der nieuwe editie verhoogen, wat het prospectus verder meedeelt zal daaraan niet minder belangrijkheid bijzetten. Wij le zen daar„Als hulde aan de nagedachtenis van zijn vriend heeft de uitgever (de heer D. A. Thieme te 's-Gravenhage) de grootste helft zijner rechten in deze uitgave aan diens betrekkingen afgestaan. Deze hebben van hun zijde hem in de gelegenheid gesteld, door den afstand van eenige verspreide en niet in den handel voorkomende schetsen enz. die editie tot een geheel complete te maken." Moge deze dus zoo hoogst belangrijke onder neming met den besten uitslag worden bekroond, waaraan wij trouwens niet twijfelen met het oog op den matigen prijs, die voor elke van de 30 afleveringen van vier vel druks op 55 cent is gesteld (op Hollandsch papier in grooter formaat 1), terwijl bovendien het portret van den schrijver de uitgave zal opluisteren. Wij willen deze regelen niet eindigen zonder hieraan een wensch toe te voegen, dien onze lezers ongetwijfeld met ons zullen deelen. In „Het Vaderland" verscheen in het vorige jaar een feuil leton van de hand des overledenen, waarin hij ten behoeve van een in treurige omstandigheden verkeerend onderwijzer een zoo welsprekend beroep deed op de liefdadigheid zijner landgenooten, dat de giften van alle zijden in verwonderlijken over vloed toestroomden. Weten wij allen wat Lindo voor het onderwijs was, dat feuilleton leerde ons wat de „Oude Heer Smits" voor een ongelukkig onderwijzer zijn wilde, voor een der Nederlandsche Uncle-Toms, gelijk hij hem in zijn „Brieven en Uitboezemingen" zoo typisch beschrijft. Dat kleine geschrift zouden wij zoo gaarne in de nieuwe uitgave zien opgenomen als een sprekend bewijs, dat in den „Ouden Heer Smits" de gaven van hart en hoofd gelukkig samenwerkten, dat hij aan het woord de daad wist te paren. LEIDEN', 37 Maart. Er bestaat, gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned.-Indié door middel van het stoomschip „Torriugton", van de Rotterdam- sche Lloyd, waarvan het vertrek uit Rotterdam op den lsten April is bepaald. Behalve naar Ba tavia zal er eene brievenmail naar Padang worden verzonden. De gedrukte stukken en monsters van koopwaren belmoren uiterlijk in den avond van den 3 lsten Maart en de brieven den volgenden dag, 's morgens vóór 10 uren, te Rotterdam aan gekomen te zijn. -Uit het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de rechterlijke wetten blijkt1°. Omtrent den vorm (de regeling in 9 wetsvoorstellen) dat er verschil van gevoelen bestoud. '2°. Een zeer groot aantal leden was overtuigd, dat deze voor drachten rusten op een goed beginsel, namelijk van een minder talrijk, goed bezoldigd personeel voor rechterlijke macht, met meer werk dan vroe ger, ook in verband met de Hovenwet. Zeer vele andere leden konden niet deelen in deze min of meer gunstige beschouwing van den voorgedragen maatregel. Zij toonden zich in beginsel gekant tegen de strekking daarvan. Weder andere leden ontkenden, dat er tusschen de Hovenwet en deze wetsontwerpen een zoo nauw verband bestaat. Zij vreesden niet, dat verwerping dezer wetten ge- heelen stilstand op het gebied der verbetering van ons rechtswezen zou teweegbrengen. Voorts hebben nog andere leden verklaard, dat, huns inziens, geen voldoend antwoord kan gegeven worden op de vraag, welk algemeen belang het ter zijde zetten van zoovele andere belangen kan doen eischen of rechtvaardigen. 3°. Het grondwettig bezwaar tegen algemeene ontbinding van alle rechtbanken en kantongerechten werd in verschillenden zin be sproken. Sommigen meenden, dat die ontbinding stellig in strijd is met de letter der grondwet, anderen deelden die opvatting niet. Beiderzijds werden de bekende argumenten bijgebracht. Omtrent enkele der afzonderlijke ontwerpen werden onder scheidene aanmerkingen gemaakt in verband met sommige opgeheven rechtbanken. 4°. De vaststel ling der jaarwedden van de ambtenaren van het Openbaar Ministerie bij alle kantongerechten vond over 't algemeen goedkeuring. De regeering heeft hij een wetsontwerp tot verhooging der loopende begrooting voor het de partement van justitie voorloopig eene som van 100.000 aangevraagd Ier uitvoering van de maatregelen tegen verspreiding van de veeziekte. De buitengewone uitgaven bestaan hoofdzakelijk in eene geringe verhooging van de soldij der ge detacheerde onderofficieren, korporaals en manschap pen, in hetgeen voor huisvesting en voeding van militairen en hunne paarden meer moet worden betaald dan in de garnizoensplaatsen en in reis- en verblijfkosten van officieren, allen dienstdoende als hulp-maréchaussée bij de bewaking der ooste lijke grenzen des rijks. De verhooging wordt ge dekt door de meerdere opbrengst der middelen voor 1S77 vastgesteld. Uit het financieel verslag van de Hollandsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij over 1876 blijkt, dat, in weerwil van den gedrukten toestand van handel en nijverheid, de uitkomsten der exploitatie gunstig te noemen zijn. Door de opening van de lijn AmersfoortZntfen op 15 Mei kwam de geheele Oosterspoorweg in exploitatie, zoodat. de II. IJ. S.-M. thans 29S1/, kilometer spoorwegen exploiteert. De geheele opbrengst der spoorwegen bedroeg op de lijn Amsterdam-Rotterdam-Uitgeest ƒ2,594,995.23, Heider-Zaandam ƒ411,612.46"/,. Amsterdam-Zutfen-Utrecht ƒ1,059,091.541/., te zamen ƒ4,065,699.24 of ƒ518,060.71 meer dan in 1875. liet batig saldo der winst- en verlies rekening is vastgesteld op 880,433.27"/,, zoodat na aftrek van ƒ3910 als belooniug aan sommige geëmployeerden en van ƒ5,222.201/, ter aanvulling van de reservekas, die daarmede op het bij de statuten bepaalde maximum van ƒ1,000,000 wordt gebracht, 58 per aandeel kan worden uitgekeerd, waarvan in October reeds 20 als voorloopig divi dend was uitbetaald. Intertijd werd vermeld, dat in Duitschland eenige personen, zicli noemende erfgenamen van van Theobald Metzger van Weibnom (in 1691 te 's-Hage overleden), zich tot den Duitschen rijks dag hadden gewend, om te verkrijgen dat de Duitsche rijksregeering het Nederlandsche gouver nement zou sommceren ter uitlevering der op die erfenis betrekking hebbende stukken. Dit adres,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 1