LEIDSCH
DAGBLAD.
IN'0
5239.
Dinsdag
A0. 1877.
13 Maart.
Het Aardrijkskundig Weekblad.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor loeiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per posl1.4U.
Afzonderlijke Nommersm 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEK ADTERTE JiTIEN
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meerm 0.174-
Groolere letters Daar plaatsruimte.
Onder de vakken van wetenschap, die in den
laatsten tijd de meeste en de ijverigste beoefe
naars vonden, komt een eerste plaats toe aan de
aardrijkskunde. Als haar bevorderaars treden niet
alleen geleerden op den voorgrond, maar ook
koningen en keizers, vorsten en volken. De aard
rijkskunde is geworden wat zij altijd had moeten
zijn een volkszaak. En dat is geen gevolg van
louter grilligheid of modezucht, maar een uit
vloeisel der noodzakelijkh.-id. Op hen, die haar
veronachtzaamden, heeft zich.die wetenschap ge
wroken door het hun in oogenblikken, waaraan
zij behoefte hadden aan haar onschatbare hulp, te
doen gevoelen wat het zeggen wil, die hulp te
missen. Dat ondervonden de Franschen, toen zij
in hun strijd met de Duitschers tegenover een
vijand stonden, die beter kaarten van hun land
ter zijner beschikking had dan zij zeiven. Die be
hoefte aan uitbreiding van geographische kennis
deed zich gevoelen bij den handelaar, die naar
nieuwe handelsbetrekkingen zocht, bij den staat
huishoudkundige die in verplaatsing van inwoners
een middel trachtte te vinden tegen overbevolking.
Die leemte in één woord maakte zich kenbaar op
elk gebied.
Aan het streven om haar aan te vullen had
men de geographische tentoonstelling te Parijs te
danken. Pogingen in die richting kan men zien
in de ontdekkingsreizen in de binnenlanden van
Afrika en Australië, ja zelfs in de noordpoolexpe
dities. Want moge aan vele dier ondernemingen
ook een meer wetenschappelijk doel ien grondslag
liggen, wie zal daarom het verband willen mis
kennen tusschen de richting der wetenschap en
de behoeften der samenleving? Immers het feit
dat de gelden, voor dergelijke onderzoekingen be-
noodigd, veelal worden bijeengebracht door het
belangstellende publiek, dat buiten de wereld der
geleerden staat, getuigt luide van dat verband.
Ook bij ons te lande is er leven en beweging
gekomen op dat gebied van wetenschap. Om die
bewering te staven, zouden we slechts behoeven
te herinneren aan het bestaan van het steeds in
bloei toenemende Aardrijkskundig Genootschap,
doch we kunnen daartoe wijzen op een feit van
nog later datum, van nog meer populairen aard,
de verschijning van een Aardrijkskundig Week
blad voor alle standen, onder redactie van den
heer A. J. Ten Brink, te Enkhuizen, uitgever de
heer A. Egmond aldaar.
Toor alle standen 't is niet gemakkelijk
te beantwoorden aan de eischen door zulk een
titel gesteld. Wie daarin niet te kort wil schieten,
moet de niet alledaagsche gave bezitten van dege
lijkheid te paren aan duidelijkheid en vooralhij
moet onderhoudend weten te zijn. Aan die laatste
eigenschap heeft Jules Verne den verhazenden
opgang te danken, dien zijn werken dcor geheel
de beschaafde wereld hebben gemaakt. Hij mag de
zelfvoldoening smaken, door zijn geschriften den
lust tol beoefening der aardrijkskunde bij alle
standen te hebben opgewekt.
In een aardrijkskundig blad, dat zich o. a. ten
doel stelt elke week een overzicht te geven van
hetgeen op het gebied van geographie nieuws valt
te vermelden, is het uit den aard der zaak uiterst
moeilijk aan dien eisch van populariteit te beant
woorden. In een zoo klein bestek vervalt men
licht tot een eenigszins dorre opsomming, die echter
gemakkelijk te vermijden is door hier een anekdote
in te voegen, elders een eigenaardigen karaktertrek
van een of ander reiziger te vermelden, op een
andere plaats weder een paar biographische bijzon
derheden aan te stippen, enz.
Inderdaad bevat het proefnominer van het
Aardrijkskundig Weekblad enkele van die welkome
trekken, schoon zij in het „algemeen overzicht"
misschien wel wat schaarsch zijn aangebracht.
Een aangenamen indruk maakt het feuilleton,
getiteldOfficieel bericht van prof. A. E. Nor-
i denskiöld, over zijn expeditie van Tromsödoorde
Kara-zec naar den Jenissei, 25 JuliIS September
1876. Het is in onderhoudenden trant geschreven
en doet den lezer met belangstelling naar het vervolg
uitzien.
Over het algemeen mag erkend worden dat het
eerste nommer van het „Aardrijkskundig Week
blad" veel belangrijks bevat. Van harte wenschen
wij dan ook, dat de redactie er in slagen moge,
het in het voorbericht uitgedrukte doel te bereiken,
nl.„een bruikbaar blad in het leven te roepen, dat
de kennis onzer aarde op gemakkelijke wijze in
veler gezin bevorderen kan."
LEIDEN, 12 Haart.
Op Maandag 26 dezer zal in de Kweekschool
voor zeevaart alhier eene keuring plaats hebben
van knapen die eene verbinlenis in's rijks zeedienst
wenschen aan te gaan.
Zooals onze lezers zich herinneren zullen
werd door de commissie voor de volksvoorlezingen
dezen winter eene proeve genomen met bijeen
komsten voor fabriekarbeiders enz., die meestal
geen gelegenheid hebben om in de week zoodanige
vergaderingen bij te wonen. Gisteravond was
het de laatste dezer bijeenkomsten, en dit noopte
den Voorzitter om aan liet slot een woord van war
men dank te brengen aan ds. R. Koopmans van
Boekeren, die op alle vier deze bijeenkomsten
welwillend de spreekbeurt had op zich genomen.
Het onderwerp dat de geachte spreker daarvoor
koos mag zeker uiterst gelukkig worden geacht,
en de uitslag heeft dan ook bewezen dat hij zich
in den smaak zijner hoorders niet. vergiste.
„In de kooi" heet de novelle, nu voor een 12tal
jaren verschenen en sedert lang reeds uitverkocht,
door ds. Van Boekeren op de hem zoo eigenaar
dige, boeiende en soms boertige wijze voorgedra
gen. Is vorm en inhoud dezer novelle schoon en
de intrige bij uitstek boeiend volgehouden, hare
hoogst zedelijke strekking vooral maakt haar ook
daardoor voor 't volk uitnemend geschikt. Wij
hopen dan ook dat zij spoedig een tweeden druk
moge beleven, want waarlijk zij verdient in veler,
ja, in aller handen te zijn.
't Was dan ook geen wonder dat alle aanwezigen
ziek met de hulde, den lieer Van Boekeren gebracht,
luide vereenigden, en moest de voorzitter het be
treuren dat deze bijeenkomsten, hoewel doorgaans
goed bezet, uiet nog drukker waren bezocht, hij
hoopte dat het hoofddoelhoe 't best de Zondag
avonden ook in den huiselijken kring door gezellige
en onderhoudende lectuur konden worden gesleten,
bij lien die aanwezig geweest waren zou worden
bereikt.
Moge in een volgend seizoen de belangstelling
groot genoeg blijken, om deze proeve te kunnen
herhalen
Voor de heden gehouden aanbesteding van
liet onderhoud en vernieuwen van onderscheidene
werken behoorende (ot het Delftschc jaagpad, voor
den tijd van 5 jaren, zijn ingekomen 5 biljetten.
i Laagste inschrijver was: P. Kapteyn den Bouw-
meester, aannemer te Leiderdorp, voor 1560
'sjaars. Verder werd ingeschreven door M. Rutgers
voor 1690, C. J. Van Vliet voor ƒ1600, P.Van der
Kamp voor 1600 en S. Van Leeuwen voor ƒ1570.
Voor het leveren van een metselsckouw is als
eenige inschrijver aannemer geworden voor 297
P. G. Maas, scheepmaker alhier. Van de faecalc
stoffen die verzameld worden in dat gedeelte van
wijk II der gemeente waar het Liernursche stelsel
is toegepast, voor den tijd vau 12 maanden, pachter
geworden D. M. Verhoef, te Oegstgeest, voor 0.10
de 100 kilogrammen. Van de opbrengst, der brug-
en tolgelden aan de Spanjaardsbrug en het Zijlhck
onder Leiderdorp is de gunning aangehouden.
Bij de lieden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes van partijen van 100, 50, 10 en 5
hectoliters waren de hoogste prijzen 40, 20,
ƒ4.30, ƒ2.10; de laagste ƒ40, ƒ20, ƒ4, ƒ2.
Onder herinnering aan hetgeen onverwijld
(d. i. dus zonder eerst de politie er bij te halen)
moet geschieden bij 't vinden van een drenkeling,
een verhangene, een bevrozene of iemand die door
kolendamp schijnt gestikt te zijn, ten einde den
wellicht nog slechts schijndoode in het leven terug
te roepen, heeft de Maatschappij tot redding
van drenkelingen een premie uitgeloofd aan hen,
die kunueu aantoonen, binnen het koninkrijk der
Nederlanden, de Nederlandsche koloniën of aan
boord van een schip onder Nederlandsche vlag,
een schijndooden drenkeling of iemand, die ten
gevolge van bevriezing, verhanging enz. in schijn
dooden toestand verkeert, tot het leven terugge
bracht te hebben.
Deze premie beslaat, ter keuze van den redder,
of in de gouden medaille der Maatschappij, mei
vermelding daarop van den naam des redders,
henevens de plaats waar, en het jaar waarin de
redding heeft plaats gegrepenof iu een geldsom
ten bedrage van een en dertig gulden en vijftig
cent; of in de zilveren medaille, met vermelding
als boven, en zeven en twintig gulden aan geld
bf eindelijk in het kistje met instrumenten, tot
gebruik bij de behandeling van schijndooden.
Wanneer onderscheiden personen tot het herstel van
den schijndoode hebben bijgedragen, zal de boven
genoemde premie, ter waarde van een en dertig
gulden en vijftig cent, naar goedvinden van direc
teuren, onder heil naar billijkheid verdeeld worden.
Om op de uitgeloofde premie aanspraak te kunnen
maken, moet men zich, binnen een jaar na het
voorval, aan het gebouw der Maatschappij, op het
Rokin te Amsterdam, aanmelden.
Den 7acn April zal per stoomschip „Prin
ses Amalia" uit Nieuwediep, met bestemming naar
Indië, vertrekken een detachement suppletietroe
pen, sterk 250 man, en 10 onderofficieren, onder
hevel van den majoor der artillerie D. C. J. A.
Ponse. Medegeleiders zijn de 1ste luit. der in f.
J. II. Van der Veen, J. Van Vulpen, L. Swnrt
en H. H. Rink. De drie eerstgenoemde officieren
keeren van verlof terug; de twee laatstgenoemde
zijn onlangs bij het Indisch leger overgeplaatst.
De zuivere opbrengst van eene tooneelvoor-
stelling, door de Vereeniging „Nut. en Gezellig
verkeer" te Wageningen gegeven ten voordeele
van de noodlijdenden op het eiland Marken, heeft
bedragen 194.14.
De begrafenis van dr. Lindo zal, naaT men
verneemt, morgenochtend te 10 uren op Eik-en-
duinen plaats hebben.
Tot leden van de regelingscommissie voor
het in den loop van dit jaar te Kampen te hou
den 10de Nederlandsch taal- en letterkundig con
gres zijn benoemd de keerenA. G. Van Anrooy,
pred. bij de herv. gemeente; A. Brummelkamp,
leeraar bij de theol. school; W. G. Boclc, wet-
houder; dr. A. H A. Ekker, rector aan il«