Gemengd Nieuws. BUITENLAND. beurt 58,313,809.25'^ meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou wezen. De officier-van-gezondheid 2de kl. W. Schutte wordt met den 16den dezer geplaatst bij het hospitaal der marine te Willemsoord. De heer A. E. Beukman is op zijn verzoek eervol ontslagen uit zijne betrekking van adjunct commandant in het tuchthuis te Leeuwarden en in zijne plaats benoemd de heer H. Kolkert, adjunct-directeur in de cell, gevangenis te Rotterdam. Tweede Kamer. Heden is de discussie over de wijziging der tariefwet voortgezet. Aan genomen zijn de amendementen tot vrijstelling van gereedschappen, kalk, steen, duigen, vaat- en kuipwerk. Wegens staking der stemmen over het amendement om de garens geheel vrij te stellen is de eindstemming over art. 2 verdaagd. Morgen voortzetting. Z. M. heeft benoemd tot procureur bij de arrond.-rechtbank te Zierikzee mr. H. Van Adri- chem, adv. aldaar; goedgekeurd dat ten behoeve van J. Van de Velde, te Papendrecht, afstand gedaan worde van de rechten die de erven S. P. Preeman en D. B. Lindsay hebben in het octrooi op de uitvinding van verbeteringen in het ver voeren van modder of zand der moddermolens, voor den tijd van tien jaren verleend bij kon. besluit van 26 Maart 1867, gewijzigd bij dat van 14 Maart 1876, en bedoeld octrooi met vijf jaren verlengd; met ingang van 12 dezer P. H. Bruyn ontslagen als schoolopziener in het tweede school district van Noord-Holland; aan C. G. Van Dam, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne letr. van ontv. der dir. bel. en acc. te 's-Gra- vendeel, behoudens aanspraak op pensioen. Maandag werd bij deSpanjaardsbrug het lijk opgehaald van j. V., oud 24 a 25 jaar, die aldaar te water was geraakt en verdronken. In de gemeente Voorschoten heeft zich één geval van mazelen voorgedaan. Het vuurwerk, datopden 19den Pebr. ter gelegenheid van 's Konings verjaardag te Am sterdam zal ontstoken worden op den Amstel, zal bijzonder luisterrijk zijn. Het zal omstreeks 9 uren worden ontstoken. Het vuurwerk is uit de gunstig bekende fabriek van den heer G. J. Ruysch, kqpstvuurwerkmaker van Z. K. H. prins Hendrik. Het geboortehuis van Spinoza te Am sterdam schijnt nog, althans uiterlijk, onveranderd te bestaan. Pogingen om dienaangaande zekerheid Ie verkrijgen zijn naar het „Vaderland" meldt evenwel afgestuit op den onwil van den tegenwoordigen eigenaar-bewoner, om inzage van zijn eigendomsbewijzen te verleenen. Men zegt dat hij van de zijde van het comité aandrang vreest tot het laten plaatsen van een gedenksteen in den gevel, en het hem in zijn nering zou kunnen schaden, indien hij daaraan gevolg gaf. Met de aanwerving van manschappen voor Indië gaat het tegenwoordig niet voorspoedig vele der adspiranten worden afgekeurd wegens het niet in orde zijn hunner papieren, zoodat met het laatste transport niet het vereischte aantal man schappen kon worden verzonden. Bij het laatste transport kolonialen, dat uit Indië terugkeerde, waren er velen die op krukken gingen de meesten hadden de expeditie naar Atjeh bijgewoond. Maandag-namiddag zijn te Dordrecht twee personen, die onder den invloed van sterken drank verkeerden, door agenten van politie aan de Merwekade aangehouden ter zake van het verstoren der openbare orde; hierbij heeft gewel dig verzet plaats gehad, waarbij onder meer een der agenten Iste kl. eene vrij belangrijke wonde in het aangezicht heeft bekomen en een der 2de klasse door een kwaadaardigen hond van een der aangehoudenen in het been en door dien persoon zeiven in de hand is gebeten. Beide personen waren zoo verwoed, dat zij, aan de politiewacht gekomen, aan handen en voeten geboeid en gebonden moes ten worden. Een hunner sloeg moedwillig toen nog het hoofd tegen den vloer en hief een ge weldig geschreeuw aan, waaronder bij herhaling „moord!" en zulks niettegenstaande hij geheel afzonderlijk geplaatst was. Om verdere onheilen te voorkomen, zijn haren kleeden onder zijn hoofd gelegd moeten worden. De verwonde agent Jste klasse is niet in staat zijn dienst te ver richten. Zonder de welwillende medewerking van een aantal burgers zouden de agenten aan nog meerdere mishandelingen hebben blootgestaan. De persoon, die den agent 1ste klasse verwond heeft, is naar het huis van bewaring overgebracht. In den laten avond heeft zich aldaar nogmaals een beschonken man, die door agenten werd aange houden, gewelddadig verzet; deze verklaarde den volgenden morgen, toen hij ontnuchterd was, dat hij zich niets kon herinneren en eerst bij zijn ontwaken had bespeurd dat hij zich in politiebe- waring bevond. Volgens de Berlijnsche „Tribune" heeft zich met Edhem-pacha, den nieuwen Turk- schen grootvizier, het volgende feit voorgedaan. Ten huize van een aanzienlijk koopman te Berlijn, die vroeger zaken op Konstantinopel had gedaan, had hij in den familiekring eene jeugdige vriendin (dochter van een bakker) aangetroffen, wier voor treffelijk pianospel op hem zulk een onweerstaan- baren indruk had gemaakt, dat hij nader kennis met haar maakte en haar menig prachtig geschenk zond. Kort voor zijn vertrek naar de conferentie te Konstantinopel deelde hij haar in vertrouwen mede, dat hij waarschijnlijk niet zou terugkeeren en vroeg, of zij in dat geval bereid zou zijn, naar Konstantinopel over te komen, alwaar hij haar eene eereplaats in zijn harem zou geven. Hierin had zij toegestemd en dientengevolge ontving zij onlangs van hem een schriftelijk aanzoek om aan hare belofte te voldoen, benevens een wissel tot een aanzienlijk bedrag, ter goedmaking der reis kosten. Hare ouders en bloedverwanten deden al het mogelijke om haar van die reis terug te hou den, doch sedert eenige dagen is zij spoorloos verdwenen. Moyaux, de vader van het kind dat bij Bagneux in een diepen put was geworpen, heeft een brief geschreven aan het „Petit Journal", waarin hij erkent de moordenaar, de eenige schul dige te ziju. Haat en wraak, zegt hij, hebben hem er toe gedreven zijn dochtertje van kant te maken. Hij dacht dat er water in den put was en het kind dus dadelijk zou sterven. Had hij kunnen denken, dat het zoo lang en zoo verschrik kelijk zou lijden, bij zou het liever een kogel door het hoofd gejaagd hebben. Blijkens de opgave van Moyaux heeft het kind vijftien uren in den put doorgebracht. Toen het er uitgehaald werd, was het, gelijk reeds gemeld is, zoo goed als dood. Moyaux verklaart verder dat, aangezien het leve* hem thans tot last is, hij ook zichzelf van kant zal maken, en wel in het geliefde Touraine, waar hij twee en een halfjaar gelukkig heeft doorgebracht. De „medium" Slade heeft aan eene tweede dagvaarding, om voor den Engelschen rechter te verschijnen, geen gevolg gegeven. Hij zit veilig te Boulogne, en zal zijne praktijk wel niet meer in Engeland gaan uitoefenen. Een adellijk Engelsch veefokker, lord Bective, heeft een zwaar verlies geleden. Een zijner shorthorn-koeien is hem door longziekte ontvallen, 't Beest droeg den titel van „Tenth Duchess of Geneva" en had den edelen lord in 1878 meer dan 6000 guineas (ƒ75,000) gekost. Gelukkig laat de Duchess" kalveren na, harer waardig. Volgens tel egra phisc h bericht uit Batavia, is het Batavia-dok met goed gevolg te water gelaten. De heer Thomas Gardner, vice-consul van Engeland te Poti, eene stad in Aziatisch Rusland, aan den mond van de Rion, is onlangs in het onbewoonde en nog onbekende gedeelte der bosschen van Abasië doorgedrongen. Hij was ver gezeld door twee Engelschen en zes inboorlingen van de kust. Het eerste gedeelte der reis, tot aan de bronnen van de rivieren Bzib en Goemista, is te paard afgelegd; het heeft aan twee paarden het leven gekost, wegens een val, die veroorzaakt werd door de smalheid der wegen. De reizigers hebben vervolgens hun tocht te voet voortge zet, over eene uitgestrektheid van ongeveer 220 wersten, door prachtige bosschen met pijnboomen, beuken, eiken, kastanje- en noteboomen. Op de hooge gronden is het klimaat uitstekend en het grootsche vergezicht is schilderachtig. Verscheidene passen zijn zeer moeielijk; een, dien men het Berenpad noemt, is vooral gevaarlijk; hij bevindt zich in het dal van de Bzib, tegenover een steilen afgrond, bij welken de rivier haar schuimend water van eene hoogte van 500 voet naar beneden stort, terwijl men boven dien afgrond rotsen heeft, welke tot eene aanmerkelijke hoogte als boven elkander opgestapeld zijn. De heer Gardner is van meening, dat, als men deze bosschen begint te exploiteeren, men er voor langen tijd een voorraad van timmerhout van de eerste qualiteit zal vinden, om niet eens te spreken van de mindere hout soorten. Bij de tweede serie proefnemingen met het 100-tons kanon te Spezzia gehouden, heeft, het eene volledige overwinning op de gebruikte schietschijven behaald. Zij mochten bedekt zijn met de dikste en sterkste pantserplaten van Cammell of Brown, vervaardigd van gesmeed ijzer, Schneider-staal, of gehard gietijzer, gerugsteund door hout en ijzer op verschillende wijzenalle werden zoodanig vernield, dat er geene goede vergelijking tusschen de verschillende soorten mogelijk was. Om eenig denkbeeld te geven van de kracht die aan het 750 kilo zware projectiel werdt medegedeeld, zij hier vermeld dat die in rond getal op 30,000 foot-tons wordt geschat, waaronder wordt verstaan dat een last van 30,480,000 kilo door die kracht een voet hoog kan worden gelicht. Hieruit volgt dat het projectiel, door het kanon opgeheven, tot een hoogte zou stijgen van 33,600 voet of ongeveer 6.55 Eng. mijl, wanneer men den druk van den dampkring buiten rekening laat. In anderen vorm aanschouwelijk gemaakt: deze kracht zou voldoende zijn om drie van de zwaarste der bestaande pantserschepen een voet hoog op te lichten, en staat gelijk met 2727 paardenkrachten aangewend gedurende 45 seconden. B echtzaken. Advocaat-generaal Römer heeft gisteren in den hoogen raad zijne conclusie voorgedragen in zake den burgemeester van Nijmegen, veroordeeld door het hof te Arnhem wegens het niet doen van aan gifte in de patentbelasting der stedelijke gasfa briek te Nijmegen. Adv.-gen. gelooft, dat volgens de patentwet het recht van patent verschuldigd is door bestuurders van gasfabrieken, naar gelang hunner belooning, en nu blijkt niet, dat in casu eenige belooning genoten wordt. Het gemeente bestuur kan z. i. niet gerekend worden tot eene der besturen bij tabel XI der patentwet bedoeld. Adv.-gen. zag zich geplaatst voor het volgende dilemmaof de gasfabriek is onderworpen aan het patentrecht, of de burgemeester is persoonlijk patentplichtigin beide gevallen acht hij de vor dering niet-ontvankelijk, omdat eene inrichting vrij kan zijn van het patentrecht, en de beheer der daarvan toch patentplichtig. Al kan de ge meente handelingen plegen, welke het uitvloeisel zijn van een zedelijk lichaam, toch kan het de vraag zijn of die handelingen vallen in de bepalin gen der patentwet. Omtrent de vraag of gasrechten het karakter hebben eener belasting, verwijst adv.-gen. naar eene belangrijke circulaire van den minister van binnenlandsche zaken, waarbij aan eene gasfabriek het karakter van eene openbare gemeente-instelling wordt ontzegd en zij patent plichtig wordt geacht, voor zooveel de gaslevering aan particulieren, en niet patentplichtig, voor wat de straatverlichting betreft. Eene andere vraag was: met welk bedrijf het beheer eener gasfabriek moet worden gelijkgesteld, die geen winst mag opleverenintusschen achtte adv.-generaal het onderzoek daarnaar hier overbodig, 's Hofs stelling was z. i. onjuist. Hij gelooft dat het hof in strijd met art. 236 gemeentewet heeft beslist. Hem was geen wettelijk voorschrift bekend hoever zich het gebruik of genot van eene gemeente-inrichting mag uitstrekken. Erkennende de bevoegdheid om eene verordening te toetsen aan de wet, moet er altijd eene wet zijn waarnaar de verordening kan worden beoordeeld en die wet bestaat naar zijne meening niet. Op deze en meerdere gronden was adv.-gen. van oordeel, dat wegens de gegrond heid van het eerste cassatiemiddel het arrest van het hof benevens het dictum van het vernietigde vonnis moesten worden vernietigd en de vervolging niet-ontvankelijk verklaard. Uitspraak 12 Maart. Frankrijk. Elf gedeporteerden in Nieuw-Caledonië, wien het gelukt was een kleine stoomboot meester te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2