r. 52ii. Donderdag A'. 1877. 8 Februari. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. 8T AD8-BEKICHTEN. Loling voor de i\alionale Militie. Gremeng-d. Nieuws. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommersm 0.02. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels1.0». Iedere regel meer0.17$. Groolere letters naar plaatsruimte. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien het besluit van den heer Commissaris des Konings deze provincie, van den ITden Januari 1877, A n°. 147 (2de afd.), Provinciaal blad n°. 6, houdende regeling van de Loting voor de Nationale Militie Gelet op de bepalingen der Wet van den 19den Augus tus 1861 Staatsblad n°. 72), alsook op die van Zijner Majesteits besluit van den 8sten Mei 1862 (Staatsblad n°. 46); Doen te weten: dat de Loting der in het vorig jaar binnen deze gemeente voor de Nationale Militie ingeschre venen, en alzoo voor hen die geboren zijn in het jaar 1857, zal geschieden in een der vertrekken van het Raad huis, op Dinsdag, Woensdag en Donderdag den 13den. 14den 15den Februari aanstaande, telkens des morgens te half tien; dat deze Loting in eene alphabetische volgorde der namen van de ingeschrevenen zal plaats hebben, en wel op Dinsdag den 13den Februari 1877, voor de ingeschrevenen wier familienaam begint met de letter A tot en met de letter G, op Woensdag den 14den Februari 1877, voor de ingeschrevenen wier familienaam begint met de letter H tot en met de letter O, en op Donderdag den 15den Februari 1877, voor de ingeschrevenen wier familienaam begint met de letter P tot en met de letter Z. Voorts, dat bij art. 53 der Wet is bepaald, dat voor den geschrevene, die niet is opgekomen, het nommer kan etrokken worden door zijn vader, moeder of voogd, ter ijl, is ook deze niet opgekomen, alsdan het trekken ge schiedt door den Burgemeester of het lid van den Raad der gemeente, waar de loteling is ingeschreven; dat ingevolge art. 34 de opgekomen ingeschrevene, dadelijk na het trekken van zijn nommer, de redenen van vrijstelling opgeeft, die hij meent te hebben. Het opgeven van deze redenen kan door zijn vader, atoeder of voogd geschieden, zoo deze tegenwoordig en de ingeschrevene niet opgekomen is. Wijders, dat tot het opmaken der getuigschriften, ver meld bij art. 53, tot het bekomen van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon I (welke getuigschriften worden afgegeven op de getuigenis Ivan twee bij den Burgemeester bekende en te goeder I naam en faam staande ingezetenen, die zich ieder voor de I waarheid van het daarbij verklaarde, door mede-onder- Iteekening, verantwoordelijk stellen), de gelegenheid be- I staat ter Secretarie dezer gemeente, op Dinsdag den 20slen len Vrijdag den 23sten Februari aanstaande, van 's voor- i middags negen tot 's namiddags drie uren. F En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aan- I plakking en door plaatsing in de Leidsche Courant van I den lsten en den 8sten Februari 1877. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 31 Januari 1877. LEIDEN, 7 Februari. Voor een onzer geachte stadgenooten, den L ieer J. C. Zaalberg, is het heden een gewichtige I dag. In het bezit van een goede gezondheid en l al zijne vermogens mag hij thans op tachtigjarigen I ouderdom met voldoening terugzien op hetgeen I hij tot ontwikkeling en bloei der industrie te dezer I stede heeft gedaan. Moge den nestor onzer indus- trieelen dit voorrecht nog menig jaar zijn ge- I schonken. Kapitein W. C. E. Yan der Plas van het 4de reg. infanterie is door Z. M. benoemd tot directeur van de pupillenschool. Aan de Leidsche hoogeschool studeeren thans 864 studenten, verdeeld als volgtgodgeleerdheid 45, wis- en natuurkunde 65, letteren 67, genees- I kunde 177, en rechten 510. Elders studeerende I en hier ingeschreven zijn 139 studenten, als: in de godgeleerdheid 11, wis- en natuurkunde 9, letteren 13, geneeskunde 69, en rechten 37. Naar men verneemt is mr. W. J. Wintgens, advocaat te 's-Gravenhage, zoon van het kamerlid van dien naam, werkzaam gesteld aan het depar tement van oorlog. Door de gemeente Wageningen zijn aan het rijk ter bewaring in het Nederlandsch Museum m bruikleen afgestaaneen grafmonument van 1569, uit zes losse deelen bestaande; twee met zilver gemonteerde bodenstaven, een met zilver gemonteerde roede der gerechtigheid, een zilveren insigne van een stadsbode, 1623 een gerechtsbijl. Het laatste voorwerp zal naar de verzameling op de Gevangenpoort worden overgebracht. In de gisteren gehouden zitting van den Haagschen gemeenteraad is aan dr. B. Koster eervol ontslag verleend als leeraar aan de h. b. school, nadat uit het voorgelezen rapport van den inspecteur van het onderwijs gebleken was, dat de directeur hem genoodzaakt had te Goes te solliciteeren. De inspecteur laakt het gedrag van den directeur in sterke bewoordingen en beschouwt den heer Koster als het slachtoffer van den directeur. Het stoomschip „Voorwaarts" is 5 dezer van Nieuwediep te Batavia aangekomen. Maandag jl., op den sterfdag van Vondel, hebben drie Amsterdamsche jonge dames, kwee- kelingen der rijksacademie van beeldende kunsten te Amsterdam, aa* den voet van het standbeeld in het Vondelspark een korfje met vioolbloemen neergezet, door mevrouw Schneider tot dat einde uit Keulen overgezonden, met eenige dichtregelen. Een bij het departement van koloniën ont vangen telegram van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië bevat het bericht, dat de generaal- majoor Diemont den 31sten Januari naar Kotta- Kadja is teruggekeerd, aangezien door de bezetting van Kwalla-Loe, Lamnga en Lambada de verlangde kustlijn in onze macht was gekomen. Drie schoe ners, 22 stukken geschut, 14 vaten patronen, eenige zakken kruit en verschillende wapens van den vijand waren buitgemaakt. Nog wordt ver meld dat de luitenant Roest van Limburg den 28sten Januari een schampschot aan het hoofd heeft bekomen en dat de kapitein van het Britsch-In- disch leger Lockhardt (die met vergunning van den gouverneur-generaal de krijgsverrichtingen medemaakte), bij Lambada door een matten kogel aan het scheenbeen gekwetst werd. DeNederlandsche Bank had op 5 Febr. bij een munt- en muntmateriaal van f 148,099,978.39'/, voor eene som van f 140,531,242.80 minder aan bankbiljetten in omloop dan waartoe zij gerech tigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt f 56,212,497.11'/, meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou wezen. Als consulair agent der Vereenigde Staten van Noord-Amerika te Bonaire is erkend en toe gelaten Lodewijk C. Boyé. Tweede Kamer. Ingekomen is het wets ontwerp tot wijziging van het wetboek van burger lijke rechtsvordering. Gekozen zijn tot rapporteurs van de onderwijswet de heeren Mees, Kuyper, Kappeyne, voorzitter, Jonckbloet en Messchert; voor het voorstel Haffmanns de heeren Begram, Van Houten, Geertsema, Cremers en Van der Hoeven. Na afloop van het onderzoek der onder wijswet (vroegstens Maandag) zijn aan de orde: de enquête betreffende de koopvaardijvloot, de herziening van het tarief van rechten op den accijns van het gedistilleerd, en de wering van besmetting door zeeschepen. Z. M. heeft aan den directeur van 's rijks lijnbaan te Amsterdam C. L. Cool, op zijn ver zoek, met den laatsten Maart e. k wegens meer dan 65-jarigen ouderdom, eervol outslag uit 's rijks dienst verleend, onder toekenning van pensioen; aan den luit.-ter-zee 2de kl. J. C. Veenhuyzen, op zijn verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst verleendJ. J. H. Quaedvlieg, ontv. der dir. bel. en acc. te Tubbergen, benoemd tot ontv. derz. middelen te Nieuwerkerk (Zeeland)C. L. Klein, i ontv. der dir. bel. en acc. te Asten, benoemd tot ontv. derz. middelen te Aardenburg; benoemd bij het 1ste reg. vesting-artillerie, tot lsten luit. den 2den luit. I. J. Vau Dam, van het corp3bij het 2de reg. vesting-art. tot kapt. 2de kl. den lsten luit. P. J. Te Winkel, van het 1ste reg. vesting- art.bij het 3de reg. vesting-art., tot kapt. 2de kl. den lsten luit. D. Hackstroh, vau het corps; bij het corps pontonniers, tot lsten luit., den 2den luit. W. J. C. B. Droogleever Eortuyn, van het corps. Maandag-morgen te zes uren is de schildwacht, geplaatst aan het magazijn aan de Geer te Delft, waarschijnlijk door slaap bevangen in de gracht geraakt. De winkelier Boekholt en de magazijnknecht der broodfabriek, Reuyl, kwamen hem echter spoedig met een schuit te hulp en brachten den man, die zich inmiddels aan de kade had vastgeklemd, op het droge. Reeds meermalen zijn er daar ter plaatse te water geraakt, waarvan er een onlangs het met den dood heeft moeten bekoopen. Gisternamiddag is te Rotterdam een steenkolendrager, die met een zak steenkolen op den rug tegen een ladder opliep, welke op een lichter en tegen het daarnaast liggende stoomschip „Friesland" stond, door het kantelen van de ladder gevallen. Hij kwam eerst op den lichter terecht en viel daarna in het water. Spoedig er uitge haald, is hij per draagmand naar 't ziekenhuis gebracht, waar het bleek dat hij overleden was. Hij laat eene vrouw en twee kinderen achter. Maandag-avond is te Amsterdam de secretaris der Amsterdamsche Kanaalmaatschappij ten kantore dier Maatschappij in hechtenis geno men. Hem wordt ten 'laste gelegd, dat hij de Maatschappij voor een vrij belangrijke som (men spreekt van ruim honderd duizend gulden) zou hebben benadeeld, door den verkoop ten eigen bate van reeds uitgelote of geamortiseerde aan- deelen. Het „Handelsblad" meldt betrekkelijk deze zaak nog, dat de diefstal waarschijnlijk in den loop van eenige jaren is gepleegd, doch eerst Maandag werd ontdekt, nadat men sedert eenige dagen vermoedens had gekregen. Van het eiland Marken wordt gemeld: In den jongsten storm werd geheel ons eiland onder water gezet. Woensdag-ochtend rees het water zoodanig, dat allen met vrees werden ver vuld. Het wies 15 centimeter hooger dan tijdens den vloed van 1825. De verwoesting is groot. Op Moeniswerf werd 's nachts de noodvlag geheschen. Alle bewoners aldaar moesten hun leven op de zolders redden. Drie woningen zijn vernield, de begraafplaats werd voor een gedeelte door de woe dende zee verwoest, vele lijkkisten zijn in zee weggedreven. Aan de westzijde der kerkbuurt, waar de branding der zee hevig was, hadden de bewoners veel vrees voor hunne woningen; schu ren zijn weggeslagen. De koeien moest men al bijtijds in het kerkgebouw bergen, hoewel ook daarin het water kwam. Zondag stonden de lan derijen nog blank. De dijk heeft veel geleden; bij de haven is een gedeelte van den dijk met het stevig paalwerk weggeslagen. De Duitsche politie heeft aan de politie van eenige onzer havensteden per telegram kennis gegeven van een belangrijken diefstal, ge pleegd door een der bedienden van een voornaam bankiershuis te Frankfort a/M. De dief, een 22-jarig naar het uiterlijk zeer net jongmensch, wordt door eene dame vergezeld en zal, naar mea

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 1