LEIDSCH
N6. 5163.
A0. 1876.
Zaterdag
9 December.
PRIJS DEZER COURANT:
Yonr Leiden por 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Noramers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regels
Iedere regel meer
'Grooiere Inters naar plaatsruimte.
1.05.
0.17$.
STADS-BERICHTES.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. S der Verordening van den Aden Mei 1872
{Gemeenteblad N°. 11);
Brengen ter algemeene kennis, dat tot het laten in-
schrijven van nieuwe leerlingen voor de openbare
scholen Toor voorbereidend en voor meer uitgebreid
lager onderwijs gelegenheid gegeven wordt:
voor die voor voorbereidend onderwijs voor jongens en
meisjes, in liet schoolgebouw aan de Oude Vest-,
voor die voor meer uitgebreid lager onderwijs:
der 1ste klasse voor jongens, itz het schoolgebouw op de
Aalmarkt-,
der 1ste klasse voor meisjes, in het schoolgebouw op de
Boommarkt
der 2de klasse voor jongens, in het schoolgebouw in de
Pieterskerkstraat-,
der 2de klasse voor meisjes, in het schoolgebouw op de
Br eestraat
en wel van den 4den tot en rnet den lGden December e. k.,
dagelijks (de Zondag uitgezonderd), van des voormiddags
halfnegen tot negen uren, en op Maandag, Dinsdag,
Donderdag en Vrijdag bovendien, van hal ft wee tot twee
ureo des namiddags.
En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaat
sing in de Leidsche Courant,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden. 30 November 1876.
LEIDEN, 8 December.
In de gisteravond gehouden departementsvergade-
ring van 't Nut werd door het bestuur het gewone
jaarlijksche verslag aangaande den toestand van het
Departement en zijne verschillende inrichtingen
uitgebracht. Daaruit bleek, dat vooral de commissie
voor de zangscholen met groote finaucieele moeilijk
heden te worstelen heeft. Nadat aau deze commissie
nog eenige nadere ophelderingen zullen gevraagd
zijn, zal het verslag gedrukt aau de leden worden
rondgezonden. Door de commissie tot nazien der
rekeningen van de penningmeester en van de
verschillende departementale inrichtingen werd het
verslag uitgebracht en tot goedkeuring der rekenin
gen besloten. Tot lid der commissie voor de lees
bibliotheek werd benoemd de heer B. Blankenberg
en tot lid der commissie voor de volksbijeenkomsten
de heer T. A. W. Schudel. Tevens werd een lid
en plaatsvervanger verkozen voor de commissie tot
onderzoek der mogelijkheid en wenschelijkheid van
ondersteuning van onderwijzers enz., bij de depar
tementen werkzaam, uit de algemeene kas. Tot
deze taak werden aangewezen de heeren J. A. Van
Dijk en G. Japikse. Eindelijk deelde de voorzitter
mede, dat door wijlen den heer H. A. De Swaan
aan het departement vermaakt zijn al de nog
in zijn bezit zijnde aandeelen in het gebouw.
Dit bericht werd met dankbare belangstelling
vernomen, evenals het woord van hulde aan den
afgestorvene gebracht, wiens gemis, ook in het be
stuur, lang gevoeld zal worden. In het laatst van
December of in hel begin van Januari zal eene
vergadering gehouden worden, opzettelijk gewijd
aan de behandeling van het vanwege de Maat
schappij uitgegeven rapport in zake de werking
der wet op het middelbaar ouderwijs. De heer dr.
D. De Loos heeft zich, op verzoek van zijne
medebestuurders, welwillend met de inleiding dezer
quaestie belast, terwijl ook de heer dr. Steyn Parvé,
inspecteur van het middelbaar onderwijs, zijne
tegenwoordigheid heeft toegezegd.
In een der degelijkste Duitsche Tuinbouw-
tijdschriften, het „Monatsschrift der Vereine zur
Beförderung des Gartenbaues in den Kön.
Preussischen Staaten" komen vrij uitvoerige mede-
deelingen voor, ontleend aan een in n° 36 van dit
jaar verschenen hoofdartikel van „Sieboldia" van dit
jaar, van de hand des Redacteurs den heer H.
Witte, omtrent de in Augustus 1.1. alhier gehou
den „lToralia"-tentoonstelling en wordt vooral de
inrichting der tentoonstelling, wijze van beoor
deeling, enz. zeer geprezen.
In hetzelfde nommer van dat tijdschrift komt
in het verslag eener vergadering van bovenge
noemde Pruisische Maatschappij een mededeeling
voor van prof. K. Koek, die met veel lof over
de allerwegen hier te lande in 't werk gestelde
pogingen om in die richting beschavend op het
volk te werken, uitweidde, waarvan het gevolg
was, dat men in beginsel besloot te Berlijn het
hier gegeven voorbeeld te volgen. (Reeds werden
naar aanleiding daarvan te Leiden schriftelijk
nadere inlichtingen gevraagd en gegeven).
Het klinkt misschien, onmiddellijk op het voor
gaande, wel wat vreemd, maar het is toch zoo
de Commissie der Volksbijeenkomsten alhier, heeft
zich genoodzaakt gezien, nadat door den gemeente
raad op de aanvrage om dringend noodigen mate-
rieelen steun afwijzend was beschikt, te besluiten de.
zaak dit jaar te laten rusten, daar het ongeraden
was, na het nadeelig saldo van dit jaar, die on
derneming, die door de sympathie welke ze in klim
mende mate bij het volk vindt, steeds kostbaar
der wordt, zonder bepaalde toezegging van gemeen-
teraadswege andermaal te ondernemen.
De beraadslagingen in de .gisteren onder
praesidinm van den heer A. II. Eigeman gehouden
algemeene vergadering van de Vereeniging van en
voor Nederl. industrieelen hebben hoofdzakelijk
geloopen over eene aanvrage voor concessie voor
den bouw van 1000 kilometer spoorweg op Java,
van het bankiershuis P. J. Landry in Den Haag.
onder medewerking van eene in het vak van
spoorwegbouw vermaarde buitenlandsche firma; en
eene voor den aanleg en exploitatie van 300
kilometer spoorweg in Nederland (Noord-Holland
benoorden het Noordzeekanaal, Friesland en Gro
ningen met stoomvaartverbinding tusschen Enk-
huizen en Stavoren), wat den aanleg betreft door
dezelfde buitenlandsche firma; beiden onder de
meest voldoende garantie en het uitdrukkelijk
beding dat de aan te wenden technische krachten
en fabricaat bij voorkeur zullen zijn Nederlandsche.
De algem. vergadering heeft de bijzonderheden
dezer mededeeÜDg met de meeste waardeering
vernomen. Yoor den bouw en de uitrusting der
Nederl. spoorweglijnen, waaronder ook begrepen
zijn die der wet van 10 November 1875, wordt
geen andere staatshulp gewenscht dan het vroeger
tevergeefs van staatswege aangeboden subsidie van
30 pCt. der kosten van aanlegdoch wat het
voornaamste is, het gevorderde kapitaal is beschik
baar, zoodat, de concessie verleend wordende, on
middellijk en van vele zijden gelijktijdig te werk
kan worden getogen. Voldoende zekerheid voor
een en ander is der regeering aangeboden.
Het bewind heeft alzoo, op goeden grond, de
medewerking ingeroepen van alle kamers van koop
handel zoomede die der beide andere groote
nijverheidsvereenigingen. Aan den heer P. J.
Landry en aan het bewind der vereeniging werd
vóór het scheiden der vergadering eene ware ovatie
gebracht.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
aan de ambtenaren van den waterstaat den last
verstrekt, in hunne officieele stukkeu de oude
spelling te blijven gebruiken, evenals dit door de
regeering geschiedt.
Aan de Utrechtsche hoogeschool is gisteren
bevorderd tot doctor in de godgeleerdheid de heer
E. H. J. Grundlehner, van Nijmegen.
De minister van binnenlandsche zaken brengt
ter kennis dat op nader te bepalen dag een exa
men zal worden afgenomen van hen, die dingen
naar de betrekking van adspirant-ingenieur bij
het stoomwezen, aan welke betrekking eene jaar
wedde van f 1000 is verbonden. Zij, die zich aan
dit examen wenschen te onderwerpen, moeten
vóór 10 Januari e. k. daarvan schriftelijk, bij
gezegeld adres, aan het departement van binnen
landsche zaken doen blijken.
Aan de diaconie der Ned. lierv. gemeente
te Amsterdam zijn de volgende legaten gemaakt
als: een, groot 6000, door vrouwe J. A. J. Dn
Bois, douair. Jhr. J. E. baron Lewe van Aduard
een van f 10,000 door mej. B. Heynleyn, wed.
J. Van der Woude; een, groot f 700, door den
heer II. Van Striep, en een, groot f 200, door
mevr. M. E. Steigenberger, wed. W. Sprayt.
Voorts is door de eerstgenoemde testatrice een
legaat, beslaande in de helft van den blooten
eigendom van een kapitaal van f 10,000, aan
het diaconie-weeshuis der Ned. herv. gemeente
aldaar gemaakt.
Den heer J. Portengen, te Amsterdam, zijn
door den president van Venezuela de versierselen
van het borstbeeld van den bevrijder Simon Bolivar
toegekend.
Van 29 October tot 25 November zijn, blij
kens ingekomen ambtsberichten, door longziekte
aangetast: in Zuid-Holland 32, Noord-Holland 2,
friesland 21, totaal 55 runderen. In het vorige
tijdperk van vier weken waren 44_ runderen aan
getast.
Het stoomschip „Friesland" is den Oden
dezer van Batavia naar Rotterdam vertrokken.
De adelborst 1ste kl. J. M. Phaff, dienende
aan boord van Zr. Ms. schroefstoomsehip „Leeu
warden", wordt met den llden dezer overgeplaatst
aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord.
Door Z. M. den Koning is bepaald, dat
de militiens, die hij de regimenten infanterie en
vesting-artillerie tot tamboers of hoornblazers wor
den opgeleid, wanneer zij voldoende geoefend zijn,
om als tamboer of hoornblazer 1ste klasse bij de
infanterie en als hoornblazer bij de artillerie dienst
te kunnen doen, en werkelijk de functiën als zoo
danig uitoefenen, voortaan de soldijen zullen ge
nieten, voor de vrijwillige tamboers en hoornblazers
bij het wapen der infanterie en dat der artillerie
vastgesteld.
Z. M. de Koning, overwegende, dat bij het
voortduren der vijandelijkheden in Atjeh tal van
schepelingen en militairen, die daaraan een werk
zaam deel namen, verstoken zijn van het voor
recht den meer vermelden eerepeuning te dragen
en willende opnieuw een bewijs geven van bij
zondere tevredenheid over den moed en de vol
harding, door zee- en landmacht bij voortduring
aan den dag gelegd bij de krijgsverrichtingen in
Atjeh, heeft, op de gemeenschappelijke voordracht
van de ministers van koloniën en van marine,
het betrokken besluit uitgebreid door de bepaling
dat het eereteeken mede wordt toegekend aan hen
die, niet in 't bezit der gesp: „Atjeh 1873
1874", na het einde der tweede expeditie tegen
Atjeh in de jaren 1874, 1875 en 1876 aan de
bovengenoemde krijgsbedrijven hebben deelgeno
men de hun deswege uit te reiken gesp draagt
het opschrift: Atjeh 18731876.
Met intrekking van vroegere beschikkingen
is aan het bestuur der schroefsleepstoombootree-
derij „de Toekomst", gevestigd te Rotterdam, tot
wederopzegging, vergunning verleend voor een
stoomsleepdienst op de stroomen, rivieren en ka
nalen in acht provinciën.
Tweede Kamer. Het debat over hoofd-