LEIDSCH DAGBLAD. N°. 5183. Zaterdag A0. 1876. 4 November. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.17*. Grootere letters naar plaatsruimte. IJEIDEN, 3 November. Men verneemt dat de godsdienstige voor drachten, totnutoe in het lokaal op de Haar lemmerstraat gehouden, welhaast wederom een aanvang zullen nemen, en wel gedurende dezen winter, Dinsdags-avonds in het kerklokaal van het Weeshuis. Men verzoekt ons belangstellende en wel dadige menschenvrienden attent te willen maken op een gouden bruiloftspaar. Andries Zaalberg en zijne vrouw Susanna Gatharina Wassenberg, wo nende op de Langegracht V. 125, tegenover Ds. De la Êaille, vieren dezer dagen hun gouden huwelijksfeest. Wie gelukkige menschen zien wil en hen nog gelukkiger wil maken, brenge hun een bezoek. Voor het middelbaar onderwijs zijn gisteren in Den Haag toegelaten de heerenJ. IJzerman, van Kralingen, voor staathuishoudkunde; G. J. Van der Poel, van Leiden, voor Fransche taai en letterkundeG. J. Stoel, van Amsterdam, voor boekhouden. Afgewezen werden 2 candidaten voor boekhouden en 1 voor Engelsche taal- en letter kunde. Te Delft zijn voor het m. o. voor de acte in het handteekenen toegelaten inej.S. Ro bertson, M. C. O. Worrell, A. E. Enklaar en A. Giesse, uit Den Haag; C. A. Blössman, uit Am sterdam, S. M. A. Schenk, uit Delft; van de 4 mannelijke candidaten voor deze acte trokken zich 2 terug en werd toegelaten de heer A. Markus, uit Arnhem. Voor de hoogere wiskunde werden van de 3 candidaten toegelaten de heeren N. Van Eek, uit Den ITaag, en N. L. W. A. Gravelaar, uit Groningen. Ten behoeve van de staatsspoorwegen op Java werd gisteren aan het ministerie van binnenlandsche zaken aanbesteed de levering van draaischijven, "waterkranen, waterbakken en gegoten ijzeren pijpen. Hiervoor waren 10 biljetten ingekomen. Het minst was ingeschreven door de heeren gebroeders Ch. L. Carelse, te Gent, voor f 29,975. De inschrijving der firma D. A. Schretlen en C°. alhier bedroeg f 32,450. Tot stationschef te Pietgijzenbrug is be noemd de heer Wassenburg, thans stationschef te Barneveld. In een circulaire aan de geabonneerden en bezoekers van de Eransche Opera in de residentie wijst de directeur op de pogingen, die dit jaar door hem in het werk zijn gesteld om aan de eischen van het publiek tegemoet te komen. Ilij herinnert aan de verbetering van de koren, niet zonder groote opofferingen verkregen, aan het weder engageeren van sommige artisten, die zich in het afgeloopen jaar in den bijval van het publiek mochten verheugen, aan het enga geeren van een chanteuse légere de grand-opéra enz. ür. Campbell kondigt het eerstdaagscli optreden aan van een nieuwen fort-tenor, den heer Gamier, van een nieuwe forte-chanteuse, mevr. Gautié, en van een preraière-dauseuse demi- caractère, mej. Anna Bolzaquet. De baryton van het vorige jaar, de heer Brégal, zal den tegen woordige barjton, den heer Cransac, vervangen die, hoewel door de geabonneerden goedgekeurd, niet zoozeer in den smaak viel. Ook deze maatregel had nieuwe opofferingen noodzakelijk gemaakt. Ter gelegenheid van het Kanaal-feest was Woensdag te Amsterdam eene illuminatie ontsto ken. Daaronder muntten uit die aan het Stadhuis, het kantoor der Kanaalmaatschappij, de Neder- landsche Bank, de Handelmaatschappij en verder de woningen van alle directeuren en commissaris sen der feestgevende en feestvierende Maatsch. die schitterend waren verlicht. Onderscheiden stoom bootmaatschappijen, het huis des burgemeesters, Zeemanshoop, het Zeemanshuis, de fabriek van Van der Made, alsook het bureel van het „Han delsblad'', waren van sierlijke illuminatiën voor zien, en duizenden bewogen zich in de straten om een kijkje te nemen, ook bij de verlichtingen van kleinere afmetingen, door particulieren. Het vuurwerk, dat te 10 uren op het IJ voor de Nieuwebrug werd afgestoken, voldeed bijzonder, en een daverend hoezee klonk uit duizenden kelen toen het slotstuk in schitterende kleuren een schip vertoonde met de Nederlandsche vlag in top. De voorstelling van „De Amsterdamsc'ne Jongen", in den stadsschouwburg gegeven, was toepasselijk op de opening van het Noordzeekanaal. Burgemeester Van Neck had nauw den Amsterdamschen jongen eene aangename belofte gedaan voor hetgeen hij tot behoud van de Amsterdamsche beurs had bij gedragen, en den wensch uitgesproken, dat de beurs steeds die redding zou waardig blijken, door in koogeren zin de plaats te zijn, waar de Amster damsche koopman zich onderscheidt door kloekheid van geest en rapheid van daad, of wolken bedekten den achtergrond, een genius kwam op en hield eene toespraak, waarvan het slot luidde: „Het nieuwe Kanaal 't zij een troost voor 't verleden, voor 't morgen 't symbool van herlevende kracht". Opgewekt herhaalde een kinderkoor deze laatste regels; de wolken braken, de Noordzee-sluizen werden zichtbaar, de „Koning der Nederlanden" stoomde er door, onder het spelen van het „Wien Neerlandsch bloed" en het daverende gejuich der aanwezigen. Gisteravond werd in het paleis voor volksvlijt eene soiree gegeven. Het stoomschip „Voorwaarts" is gisteren van Batavia te Tessel gearriveerdde „Madura", van Batavia naar Nieuwediep, arriveerde den 31sten October 's avonds te Aden. Door den minister van financiën zijn enkele wijzigingen gebracht in het wetsontwerp tot rege ling van het Nederlandsch muntwezen die strekken tot wegneming der bedenking der commissie van rapporteurs tegen den vorm van het ontwerp. Hoezeer de minister de gegrondheid der bedenking gaarne erkent, moet hij toch bezwaar maken de stelling der commissie toe te geven, dat door art. 1 van het ontwerp de zuiver dubbele standaard zou worden gevestigd. Dat artikel voert in het wezen der zaak eenvoudig gouden standpenningen in, en moet, voor zoover het zegt, dat die gouden standpenningen zullen staan nevens de zilveren van de wet van 1847, worden beschouwd in verband met art. 13, waarbij aanmunting alleen van gouden standpenningen wordt toegelaten. In de memorie van beantwoording van den minister van financiën op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over Hoofdstuk II der staats- begrooting voor 1877 wordt ten aanzien van de besproken wettelijke regeling van 's rijks comp tabiliteit door de regeering beschouwd als eene zaak van zeer grooten omvang gezegd, dat de redactie der daartoe betrekkelijke wetsontwerpen slechts aan één hoofdambtenaar bij het departement, als volkomen met de zaak vertrouwd, kan worden opgedragen; en deze, voortdurend met werk van allerlei aard overladen, kan alleen nu en dan tijd vinden om, nadat reeds in het begin van 1875 de hoofdpunten der wetsontwerpen, zoowel als de strekking der verschillende artikelen met den minister van financiën waren besproken en opge- teekend, dezen arbeid voort te zetten. Een daar mede verband houdend ontwerp van wet tot rege- lin? van de creldeliike aansprakelijkheid der hoofden van de ministerieele departementen en van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië is bereids ter overweging bij het departement van justitie overgebracht en de minister vleit zich, dat ook de beide andere wetsontwerpen betreflende deze zaak binnen een niet te lang tijdsverloop gereed zullen zijn, om ter verder onderzoek te worden verzonden. De minister erkent, in het algemeen genomen, de juistheid der opmerking, waartoe de ingetrok ken bezoldiging van den nieuwbenoemden secre taris bij het kabinet des konings aanleiding gaf. Hij meende echter wegens een zoo klein ver schil zijue medewerking aan de gewenschte be noeming van een bij uitnemendheid geschikten titularis niet te moeten onthouden. Overigens bood, toen die benoeming plaats had, de loopende be grooting daartoe de noodige ruimte aan. In de memorie van beantwoording van het zevende Hoofdstuk A (Nationale Schuld) wordt gezegdVermits de aankoopen van Staatswege, ten behoeve van het pensioenfonds voor burger lijke ambtenaren en de vernieuwingsfondsen der staatsspoorwegen zich juist met het oog op eene mogelijke conversie der 4 pCt. nationale schuld uitsluitend tot 2'/2 en 3 pCts. bepalen, brengt de billijkheid mede, om de verhouding, welke daaruit anders tusschen de beursprijzen der verschillende soorten nationale schuld zou ontstaan, bij aankoo pen tot amortisatie tegen te gaan ofte herstellen. Daardoor wordt overigens niet slechts een grooter dadelijk voordeel verkregen maar ook de moge lijkheid der bedoelde conversie voor de toekomst bevorderd. De kamer van koophandel en fabrieken te Almelo heeft zich bij verzoekschrift tot den minis ter van justitie gewend en diens aandacht geves tigd op den ergerlijken namaak van fabriek- en handelsmerken, bij de Twentsche industrieelen in gebruik op de voor export naar Nederlandsch Indië vervaardigde en bestemde katoenen manu facturen. Die namaak strekt zoowel teil nadeele van den consument, wiens vertrouwen in de echt heid van het fabrikaat wordt geschokt, als van den fabrikant, die daardoor niet alleen in zijn debiet belangrijke schade ondervindt, maar aan wiens goeden naam daardoor afbreuk wordt ge daan. De Almelosche kamer dringt ten spoedigste aan op het invoeren van strafbepalingen, teil einde industrieelen en handelaren worden gevrij waard tegen oneerlijke mededinging en het publiek beschermd tegen bedrog. De „Staatscourant" behelst het eerste verslag der commissie, van 1 Augustus 1876 tot 1 Augus tus 1877 belast met het afnemen der examens van apotheker en van de practische examens van hulp-apotheker. De luit-ter-zee 1ste kl. G. Van Herwaar den wordt met den 16den dezer geplaatst in de rol van Z. M. wachtschip te Hellevoetsluis, en bestemd om te worden belast met het bevel over Zr. Ms. stoomkanonneerboot „Hydra". Majoor M. J. Van Nieuwkuyk van het 1ste reg. vesting-artillerie is toegevoegd aan den gene- raal-majoor inspecteur der art., ter vervanging van den onlangs tot luitenant-kolonel bevorderden majoor C. G. C. Ising, die naar Arasterdam is overgeplaatst en belast met het bevel over de aldaar gestationeerde compagnie van het 1ste reg. vesting-artillerie. Z. M. heeft benoemd tot notaris binnen het arrond. Roermond, standpl. de gem. Echt, E. A. J. Russel, cand.-notaris, thans griffier bij het kan tongerecht te Horst; de benoeming van Th. Huyben„

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1