eervol ontslag verleend als plaatsverv. kantonrechter
te Enkhuizenben. tot directeur van het postkantoor
te Sneek, M. G. Engelhart, thans commies der
posterijen 2de kl.mr. U. H. Huber, advocaat
bij bet gerechtshof te Leeuwarden en plaatsverv.
kantonrechter aldaar, belast met de waarn. der
betr. van rijksadvocaat in Friesland; J. H. Hek-
king, ontvanger der directe belastingen enz. te
Woudrichem, benoemd tot ontvanger te Dokkum
den lsten luit. J. J. "Vriemoet Drabbe, van het
instructie-bataljon, en den 2den luit. D. F. H.
Helbach, van het 3de reg. inf., voor den tijd van
vijf jaren gedet. bij de inf. in Ned.-Indië; be
noemd tot ridders 4de kl. der Milit. Willemsorde
ter zake van de krijgsverrichtingen tegen Atjeh in
1874 en 1875: den kapitein J. J. Korndörifer,
de 1ste luit. Jhr. W. F. Clifford Kocq van Breu-
gel en .T. L. Cadet, den sergeant-majoor G. P.
C. Van Bijsterveld en den marinier 1ste klasse
H. Jansma, allen van het corps mariniers; aan
den O.-I. ambtenaar J. C. A. Van Asperen, ge
wezen ingenieur bij den geogr. dienst in Ned.-
Indië, laatstelijk tijdelijk belast met de waarneming
der betr. van adsistent bij dien dienst, thans met
verlof hier te lande, op zijn verzoek eervol ontslag
verleend uit 's lands dienst.
Gemengd Nieuws.
Men klaagt wel eens dat brieven of
andere met de post verzonden stukken soms
wat lang onderweg blijven. Daar bestaat thans een
tegenhanger van. Een gewoon gefrankeerde brief
toch, die heden volgens het poststempel 's middags
na twaalf uren ten postkantore te Gouda gelicht werd,
was hedenmiddag te twee uren den geadresseerde
alhier in handen. Beiden hebben dus hier volstrekt
.geen reden tot klagen
Hedenmorgen is alhier eene vrouw
aangehouden, die zich had schuldig gemaakt aan
verschillende diefstallen in een winkel.
Gisterochtend is te Delfshaven, ter
hoogte van het buiten „Den Heuvel", opgehaald
het lijk van een onbekend manspersoonnaar
gissing oud omstreeks 30 jaren. De drenkeling
was gekleed met zwarten jas, grijs gestreepte broek,
zwart lakensch vest, en had een zijden foulard
•om den hals met een zwarten en witten rand. Een
der manchettenknoopen was voorzien van het sym
bool der vrijmetselaarsloge. Het linnengoed was
niet gemerkt.
Op de markt te Gulpen zijn door de
maréchaussees 36 stukken boter in beslag genomen,
omdat zij het vereischte gewicht niet hadden. Er
is proces-verbaal opgemaakt tegen den verkooper.
Nabij het station Loenen Vreeland
is een boerenarbeider door een trein overreden.
Hij werd geheel verpletterd.
Vrijdag 11. is er door broei een begin
van brand ontstaan in de steenkolenschuur van
den heer Jongenburger, te Aarlanderveen. Door
het uitbreken van een gedeelte van een muur en
het spoedig uitwerken van een goed deel der pl. m.
"5000 mudden steenkool, die er geborgen waren,
is men voor een groote ramp bewaard gebleven,
te meer daar in eene schuur daaraan en naast
gelegen tusschen 30 en 40 duizend bossen eiken
hout lagen. De volkrijke buurt, de nabijheid
van de gasfabriek en twee boerderijen zouden
eene tweede editie van den brand te Bodegraven
hebben kunnen doen beleven.
Gistermiddag is te Haarlem brand
ontstaan in de fabriek van lakken en vernissen
aan de Kinderhuisvest, toebehoorende aan den
heer M. W. Savrij. Spoedig was de brandspuit
van de fabriek van den heer Prévinaire aanwezig
en het mocht aan bet dienstdoend personeel ge
lukken, alleen het gevaar in een half uur meester te
worden. Het was onnoodig, dat door de gemeen
telijke brandweer, die inmiddels was uitgerukt,
dienst werd gedaan. De oorzaak van den brand
was het overkoken van lakalleen het achterge
deelte der fabriek, waar gestookt wordt, is uitge
brand.
Onlangs kon men in vele dagbladen
lezen, dat ergens een lintworm in een kippenei
was gevonden. Thans wordt van zeer geloof
waardige zijde medegedeeld, dat dezer dagen te
"Wateringen een gelijk geval zich heeft voorgedaan.
De heer D. H. aldaar had voor zijn gebruik een
kippenei, twee dagen oud, laten koken. Hij bevond
dat het onder 't koken gebarsten was, en bij de
opening vond hij er een lintworm in, als een
kluwen in elkander gerold, doch die bij ont warring
eene lengte bleek te hebben van pl. m. 25 meter.
Te Harderwijk heeft zich voor den
Indischen dienst geëngageerd Abdel Kader, gebo
ren te Oran in Algiers, zijnde een afstammeling
vau het bekende opperhoofd der Kabylen van dien
zelfden naam.
Een 27-jarig man, wonende in de
rietvelden te Amsterdam, werd Zondag-nacht in
schijnbaar levenloozen toestand uit de IJgracht
opgehaald. Na eene onafgebroken behandeling van
ruim 2 uren gelukte het. dr. Van Os de sluimerende
levensgeesten zoodanig op te wekken, dat de dren
keling weder teekenen van leven gaf; in den na
middag was hij in zoover hersteld, dat hij zich
naar zijn woonplaats kon begeven.
Voor eenigen tijd werd een diefstal
van 50,000 fr. uit de kas van Gambetta's „Itépu-
blique Fran?aise" gepleegd. Dezer dagen schijnt
de dief gevat te zijn in den persoon van zekeren
Lefebvre, die, aan de administratie van dat blad
verbonden, korten tijd na de ontdekking van het
misdrijf zijne betrekking verliet en sedert weelderig
geleefd had van eene erfenis, welke hij voorgaf
ontvangen te hebben. Hij moet reeds eene volledige
bekentenis hebben afgelegd.
Te Marseille heeft een jonge koop
man 80 millioen fr. geërfd. Ziehier op welke wijze
Vele jaren geleden stierf in Nederland een gene
raal van vreemden oorsprong, zonder kinderen of
eenig ander familielid, dat erven kon, achter te
laten. Zijn fortuin was aanzienlijk, en 't Neder-
landsch gouvernement nam er bezit van. De zaak
was reeds in het vergeetboek geraakt, toen de
minister van buitenl. zaken in Frankrijk en de
Duitsche rijkskanselier aan het Haagsche kabinet
lieten weten dat de erfenis van den generaal wettig
werd teruggevorderd door naastbestaanden, te
Marseille en in Duitschland wonende. Zij klopten in
't eerst aan een doovemansdeur, doch bij herha
ling der terugeischingen, moest het Nederlandsch
gouvernement deze eindelijk recht doen weder
varen. Eenigen tijd geleden werd de zaak uitge
maakt, en het fortuin door den generaal nagelaten
de opgeloopen intresten er bij gerekend, bedraagt
thans 159 millioen 322 duizend franken eene
som die slechts tusscheu twee erfgenamen moet
worden verdeeld. De erfgenaam uit Marseille is
negentien jaar oud. Hij heet Georges Martinengo
de Novack en werkte tot hiertoe den geheelen
dag op het kantoor van zijn oom, koopman in
hout en ijzer, 't Is op 1 Januari 1877 dat het
Nederlandsch gouvernement het eerste gedeelte
der successie, zijnde 16 millioen, moet terugbe
talen. In tien jaren tijd zal de gansche som uit
betaald zijn.
Men heeft te Gallows Hill, nab ij Wash-
ington, een oven voor de verbranding van lijken
gevestigd. Het is de eerste die in de Vereenigde
Staten opgericht wordt. Hij is van steen, met een
ijzeren dak, er zijn drie schouwen en twee kamers
in de ontvangstzaal bevinden zich een baar en
eenige stoelen voor de familie en vrienden van
den overledene; het fornuis is 8 voet lang. Men
zal den oven met cokes stoken. De asch zal wor
den bewaard in kleine bussen, die op rekken zul
len worden geplaatst, achter een raam in de ont
vangstzaal. Iedere bus zal een etiket dragen,
alsmede een pbotographisch afbeeldsel en alle aan
duidingen of opschriften die men zal wenschen
er op te zien staan. De lijkverbranding zal te
Gallows Hill kosteloos geschieden.
Dezer dagen, verhaalt het blad „Pas
de Calais", gingen vier arme jeugdige knaapjes,
samen misschien nauwelijks 20 jaren oud, over
de brug Lottin, toen een van hen een rood kaartje
in de rivier liet vallen. Eerst begon hij te
schreien, maar herstelde zich spoedig en klom
langs het traliewerk van eene leuning, met het blijk
baar voornemen om zich langs een muur naar bene
den te laten glijden en zijn verloren kaartje op te vis-
schen, eene manoeuvre, die zijn leven in het grootste
gevaar zou brengen. Zijne drie makkertjes zagen
instinctmatig het gevaar inzij grepen den ver
metele en hielden hem, met inspanning van al
hunne krachten, boven het water zwevende, tot
dat een voorbijganger, een tullefabrikant, hem uit
zijne gevaarlijke positie kwam verlossen. In plaats
van zijn redder te bedanken, begon de knaap te
schreien van ontevredenheid. »Je schijnt erg op
je stukje carton gesteld te zijn," zeide de man.
„Ja," antwoordde de knaap, op een toon, waarin
reeds eenige dankbaarheid doorstraalde. „Welnu,
wacht even." Met behulp van eene plank had
de fabrikant het kaartje spoedig opgevischt en las
nu, niet zonder ontroering: „bon voor een kilo
gram brood."
Te Par ij s zijn wederom drie honderd
vijftig vaten met fuchsine vergiftigde wijn aan
gehouden. Andere hoeveelheden zullen als verdacht
worden onderzocht. Al wat vervalscht bevonden
is, wordt in de Seine geworpen.
In de bekende concerten van Pasde-
loup te Parijs is dezer dagen een fragment uit
Wagners „Götterdammerung" ten gehoore gebracht.
Een klein aantal aanhangers van Rich. Wagner
applaudisseerde; maar de groote meerderheid der aan
wezigen ging fluiten en een vreeselijk alarm maken
onder de kreten: „Revanche! Weg met de Duit-
schersGeen Duitsche muziekenz." De kalmte
keerde eerst in de concertzaal terug, toen de politie
aanstalten maakte om tusschenbeide te treden.
Tusschen Abcoude en Baambrugge
is Maandag de pakschuit van schipper J. J. ge-
zouken. De schade, ook aan de vrachtgoederen,
is aanzienlijkelf varkeus zijn verdronken. De
schipper is met veel moeite gered.
De „Figaro" heeft een aan een
Oostenrijksch blad ontleenden brief medegedeeld
van den heer Du Somerard, indertijd commissaris-
generaal voor Frankrijk bij de Weener tentoon
stelling en tegenwoordig in dezelfde functie werk
zaam voor de tentoonstelling in Philadelphia. In
dien brief wordt op zeer minachtenden toon over
de Amerikanen gesproken. Hij beschuldigt hen
o. a. dat zij het gebouw in brand staken waarin de
ledige kisten werden bewaard, in de hoop dat het
Fransche deel der expositie zou vernield worden,
't geen alleen door het draaien van den wind en
de medewerking van de pompiers voorkomen werd.
„De poging", zoo schrijft hij, „werd nog eens
herhaald, doch is ook toen mislukt, maar hoe zal
het den derden keer afloopen De politie is voor
beeldeloos slecht, de wachters zeiven zijn dieven
en de rechters spreken hen uit gebrek aan getuigen
vrij, en wat erger is, de rechters hebben er zelf
de hand in; daarom zond ik een brigade Fransche
politie-agenten derwaarts om de goederen onzer
landgenooten te beschermen. De Engelschen, Span
jaarden en Belgen deden hetzelfde", en zoo gaat
het voort. Terstond werd de inhoud van dien brief
naar Washington overgeseind, en de Amerikaan-
sche gezant te Parijs ontving last zich om inlich
tingen tot de Fransche regeering te wenden. De
minister Decazes heeft daarop in het „Journal
Officiel" medegedeeld, dat onderzocht zal worden
of de brief echt is, in welk geval de heer Du
Somerard onmiddellijk zal ontslagen worden. De
markies de Talleyrand, die aan de Fransche afdee-
ling te Philadelphia verbonden was, heeft midde
lerwijl van zijn kant ten krachtigste geprotesteerd
tegen hetgeen in den brief verhaald wordt. De
heer Du Sommerard heeft thans op zijn beurt
aan den „Figaro" geschreven, dat de met zijn
naam in het Weener blad geteekende brief valsch
is. Met dit al is de zaak nog niet genoeg opge
helderd. Zooveel is zeker, dat de heer Du Som
merard niet benoemd is in de commissie voor de
Parijsche tentoonstelling van 1878, en die uit
sluiting scheen hem diep getroffen te hebben.
Alleen het Weener blad zou kunnen zeggen, hoe
het aan den brief gekomen is.
BUI TE NL AN D-
tVankrij k.
Er is een rapport aan den minister van binnen-
landsche zaken eene statistiek verschenen van het
aantal Franschen. die sedert 1865 als landver
huizers naar overzeesche gewesten vertrokken zijn.
Daaruit blijkt, dat hun aantal in 1865 bedroeg
4489. In de drie volgende jaren is dat eenigszins
toegenomen, om in 1869 en 1870 weer af te
nemen, zoodat laatstgenoemd jaar een cijfer aan
wijst van 4845. In 1871 is het getal geklom
men tot 7109, in 1872 tot 9581. Hierop volgen
weer twee jaren van vermindering, zooals in 1878
een cijfer van 7561 en in 1874 van 7080.