LEIDSCH
DAGBLAD.
j\°. 5131.
Donderdag
A0. 1876.
2 November.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJS DEK ADVERTENTIES
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte.
STADS-BERICHT EN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien het adres van I. A. S. SCIABOJil, om vergun
ning voor het bewaren van roet in het pakhuis in de
Koppenhinksteeg N°. 10 alhier,
Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875
Staatsblad n°. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd
verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente
ter visie gelegd is; alsmede dat op Woensdag den 15den
November aanst-, 's voormiddags te elf uren, op het Raadhuis,
gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat
verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. D. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 1 November 1876.
LEIBEK, 1 November.
Maandag jl. is de kleine gouden medaille voor
40-jarigen dienst uitgereikt aan den scheepskok
S. Jongbloed bij de Kweekschool voor de Zee
vaart alhier.
Gisteren zijn in Den Haag voor het middel
baar onderwijs toegelaten de heerenK. Van der
Zijde, van Sneek, voor Hoogd. taal- en letterkunde
J. C. Gunst en V H. Haay, van Amsterdam,
voor boekhoudenH. M. Klaver, van Hazers-
woude, voor schoonschrijven. Afgewezen: 1 candi-
-daat voor boekhouden en 1 voor aardrijkskunde.
Voor het lager onderwijs deed voor de wiskunde
het examen met gunstigen uitslag mej. A. H. C.
Michaël, uit Gouda. Voor het teekenen werd 1
afgewezen en 1 toegelaten, mej. J. P. M. li.
Gordon, uit Leiden. Voor de Hoogduitsche taal
waren 9 candidaten opgekomen; toegelaten mej.:
E. C. J. C. Hamming, uit's-Hage; M. II. Reyers,
uit Voorschoten M. M. B. Iiintze uit 's-Hage en
Ch. W. Van der Velden Erdbrink uit Leiden. Voor
de handwerken werden van de 15 candidaten 4
afgewezen; toegelaten mej.: E. Van der Bruyn
en J. Brouwer, uit 's-Iiage; M. D. VanEenden-
bure, uit RijswijkA. .T, W. Homan, uit Leiden
C. J. A. Kley, uit Gouda, alleen voor nut;
J. M. V. Lamspach, uit 's-Hage; E. W. J. Van
Loghem, uit Leiden; A. A. Lunenburg, uit
Gouda; J. E. M. Masthoff, uit Delft; A. M. J.
Perrin, uit Leiden, en II. J. Scblest, uit Schoon
hoven.
Gedurende de afgeloopen maand werden in
de Volkskeuken alhier afgeleverd 3244 portiën,
als: 2872 warme spijs, 308 vleesch en 64 spek.
De „Köln. Zeitung" verneemt uit goede
bron, dat Johannes Brahms benoemd is tot ste
delijk muziekdirecteur te Dusseldorf, waar onder
zijne leiding eene muziekschool zal worden opgericht.
Bij de behandeling der gemeente-begrooting
voor Den Haag werd een vrij langdurige gedach-
tenwisseling gevoerd over een post van 60,000,
tot uitbreiding van het kapitaal der gasfabriek.
Twee meeningen deden zich deswege kennen. De
eene, geformuleerd in een voorstel van het raads
lid Van Bell, strekte om die 60,000 te beschou
wen als buitengewone uitgaaf en daarvoor eene
leening aan te gaan; de andere, voorgestaan door
het dagelijksch bestuur en in de begrooting ge
huldigd, wilde in deze behoefte voorzien uit de
ontvangst der gasfabriek in 1876. Ten slotte is
het voorstel van den heer Van Bell verworpen
met 26 tegen 9 stemmen, en eveneens een voor
stel van den heer Huygens, om nl. van de 60,000
de helft te leenen, met 20 tegen 15 stemmen.
De geheele post van ƒ60,000 werd daarna in
stemming gebracht en aangenomen met 30 tegen
5 stemmen.
In het voorloopig verslag over het hoofd
stuk departement van financiën der staatsbegrooting
voor 1877 wordt ten opzichte van de tiende af-
deeling het volgende gezegd
„Bij kon. besluit van 19 Januari 1876 zijn
ingetrokken het besluit van den souvereinen vorst
van 8 April 1814 en dat van 19 Juni 1862,
beide regelende het getal en de bezoldiging der
predikantsplaatsen, het eerste voor de Nederduitsch-
Hervormde, het andere voor de Waalsch-Hervormde
gemeenten. Volgens den considerans van het besluit
is dit geschied om aan het Hervormde kerkgenoot
schap in dit opzicht dezelfde vrijheid te verzekeren
als door de overige kerkgenootschappen wordt ge
noten. Maar de ingetrokken besluiten legden de
kerk niet aan banden. Zij was geheel vrij omtrent
de predikantsplaatsen, voor zoover zij althans geene
bezoldiging van staatswege verlangde. De minister
van financiën vat het echter, schoon ten onrechte,
geheel anders op, door te spreken van de vrijheid
der kerk. Hoogstens zou eene beperking dier vrij
heid gelegen zijn in de bepaling, dat de bezoldiging
ophoudt voor gemeenten, die beneden de 200 zielen
dalen. Doch dit laatste werd ontkend. Het blijft
immers vrijstaan om ook in zoodanige gemeenten
een predikant te behouden of aan te stellen.
De bedoelde besluiten waren slechts regelen,
die de staat zich zeiven voorschreef omtrent het
getal predikautsplaatsen van zijnentwege te bezol
digen en den maatstaf, waarnaar dit zoude geschie
den. Men vroeg welke regelen hieromtrent voor
het vervolg zullen gelden. Welken leiddraad zal
de regeeriug voortaan volgen in het toekennen van
bezoldigingen? Ook werd gevraagd of nu geene
verandering moet komen in het kon. besluit van
15 December 1861 (Bijv. van het Staatsblad n°.
59), houdende voorschriften, in acht te nemen bij
de vervulling in vacaturen van predikantsplaatsen
bij eene der Protestantsche kerkgenootschappen,
waaraan van 's lands wege traktementen of andere
voordeden zijn verbonden. Anderen beantwoordden
deze vraag ontkennend, daar het besluit van 1861
huns inziens een zuiver administratief karakter heeft.
Volgens sommige leden kan het besluit van
den souvereinen vorst van 8 April 1814 slechts
door eene wet worden afgeschaft. Doch hiertegen
werd opgemerkt, dat niet ieder besluit van den
souvereinen vorst eene wet is. Dit hangt af van
het onderwerp, dat wordt geregeld. De vaststelling
der algemeene voorwaarden voor het verkrijgen
van predikantstraktementen is ook thans nog een
onderwerp van regeling bij koninklijk besluit.
Eindelijk werd er op aangedrongen, dat eene
behoorlijke regeling plaats hebbe ten aanzien der
vicarie- en dergelijke goederen, waarvan het be
heer niet geregeld is, maar zonder voldoenden titel
gevoed wordt door gemeenten of andere corpora
tion. Zoo de staat het beheer daarvan overnam,
zouden natuurlijk de daarop liggende lasten over
eenkomstig de bestemming moeten worden ge
kweten.
De te Rotterdam bestaande vereeniging van
Ned.-Indische oud-strijders „Je Maintiendrai",
onder beschermheerschap van Z. K. H. prins
Hendrik, heeft, bij gelegenheid der onthulling van
het monument te Luxemburg, per telegraaf den
prins hulde gebracht en tevens een telegram ge
zonden aan den burgemeester aldaar, ter dankbe
tuiging aan allen, die door hunne medewerking
en bijdragen een bewijs hebben gegeven van sym
pathie jegens de overleden prinses. De prins en
de burgemeester hebben hierop ieder per telegraaf
hun dank betuigd.
De minister van binnenlandsche zaken brengt
ter algemeene kennis, dat het kon. kabinet van
zeldzaamheden te 's-Gravenhage van 1 tot 8 No
vember e. k. voor het publiek zal gesloten zijn.
Z. M. de koning-groothertog heeft benoemd
bij de orde der Eikenkroontot commandeur den
heer Herman Ten Kate, tot officier de heeren
Mari Ten Kate en Van Heemskerck van Beest;
bij de orde van den Gouden Leeuw van Nassau^
tot ridder 3de kl. den lieer Landelle; tot com
mandeur van de Eikenkroon den heer S. W.
Josephus .Titta, president; tot officiers dier orde
de heeren J. Boelen JRzn., lid, S. Do Clercq
Wzn., lid, en P. H. Bruyn, secretaris, allen van
de directie der Amsterdamsche Kanaalmaatschappij.
De. uitslag van de najaarsexamens voor het
1. o. in deze provincie is als volgt: Hoofdonder
wijzers 21 toegelaten 31 afgewezen; hoofdonder
wijzeressen 5 t. 3 a.; hulponderwijzers 32 t. 27
a.; hulponderwijzeressen 20 t. 11 a.Pransch
onderwijzers 6 t. 37 a.; onderwijzeressen 12 t.
13 a.Engelsch: onderwijzers 3 t. 8 a.onder
wijzeressen 11 t. 3 a.Hoogduitschonderwijzers
4 t. 9 a.onderwijzeressen 4 t. 5 a.wiskunde
onderwijzers 16 t. 16 a.; onderwijzeressen 1 t.
teekenen: onderwijzers 1 t. 5 a.onderwijzeressen
1 t. 1 a.handwerken 48 t. 18 a.landbouw
kunde 1 t. 2 a.gymnastiekonderwijzers 3 t.
5 a.onderwijzeressen 1 t.rekenenonderwijze
ressen 1 toegelaten.
Z. M. heeft, ter erkenning van uitstekende
daden bij den jongsten watersnood verricht, ver
leend de zilveren barret aan mr. A. E. X. Luyben,
burgem. van 's-Hertogenbosch, (ter vervanging van
de hem bij besluit van den 7den October toege
kende bronzen barret)L. II. J. J. Mazel, hoofding.
van den waterstaat; A. G. E. A. Van Oorschot,
hoofdcommissaris van politie te 's-Hertogenbosch;
de bronzen barret aan mr. J. N. G. Sassen, ge
meente-secretaris te 's-Hertogenbosch; voorts nog
een aantal zilveren medailles.
Met 16 November worden geplaatst aan
boord van het wachtschip te Amsterdam de luit.-
ter-zee 2de kl. A. C. Van der Sande Lacoste;
het opleidingsschip „Admiraal van Wassenaer",
de luit.-ter-zee 1ste kl. R. Wijmans, als 1ste
officierhet wachtschip te Willemsoord, de luit.-
ter-zee 1ste kl. H. Van der Meer en de luit.-
ter-zee 2de kl. J. P. Lubbe Bakker, jhr. S. B.
Ortt en M. Smitshet schroefstoomschip „Zilveren
Kruis", de luit.-ter-zee 1ste kl. P. G. Bruch, de
luit.-ter-zee 2de kl. E. Kempe, J. S. Van Drooge,
W. II. Souman, J. Van den Bosch, A. A. Sweep
en de officier van administratie 1ste kl. J. Ai
Lagaay, eerstgen. als 1ste officier; het schroef
stoomschip „Leeuwarden", de luit.-ter-zee 1ste kl.
O. C. A. J. Moreau, de luit.-ter-zee 2de kl. R.
C. Van der Meulen en L. J. IC. A. Jeekel, eerstgen.
als 1ste officier; het wachtschip te Hellevoetsluis,
de luit.-ter-zee 1ste kl. G. II. Van Steyn, de
luit.-ter-zee 2de kl. C. J. Damme, J. II. M.
Jansen en I. Lagaay, die tevens gedet. wordt aan
boord van de kanonneerboot n°. 35 te Vlissingen.
De Nederlandsche Bank had op 30 Oct. bij een
munt- en muntmateriaal van 155,124,207.75
voor eene som van f 153,107,876.49'/i minder aan
bankbiljetten in omloop dan waartoe zij gerech-:
tigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne
beurt 61,243,150.60 meer bedraagt, dan in
verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking
noodig zou wezen.
Z. M. heeft benoemd tot procureur bij de
arrond.-rechtbank te Deventer mr. W. A. Cost
Budde, advocaat aldaar; tot griffier bij het kan
tongerecht te Cortgene W. Kuyper Boone, deur
waarder aldaar; aan G, P. NijhofT, op zijn verzoek,)