groote brouwers van Burton-ale, waren samen uit visschen op een der Scliotsche meren, Lochquoich. De boot sloeg om, en slechts met moeite werden de beide grootheden door den schipper gered. Toen op zijne heenreis naar Indie de Conrad"' de haven van Napels verliet, sprong een van de kolonialen, een Italiaan, over boord en werd, na een poos gezwommen te hebben, door twee zijner landgenooten, waarschijnlijk „compères", die zich in een bootje bevonden, opgenomen, en aan den wal in veiligheid gebracht. Men heeft van den man en van het wachtgeld, dat hem door ons gouvernement was ter hand gesteld, sedert niets meer gehoord. De arrondissements-rechtbank te Maastricht heeft een bevel tot voorloopige aan houding uitgevaardigd tegen den eervol ontslagen notaris W. aldaar, tegen wien vermoeden van misbruik van vertrouwen bestaat. Per Leerdamsche boot zijn onder be- hoorlijk geleide te Gorcum aangebracht 2 kanon niers van het garnizoen aldaar, die, te Asperen gedetacheerd geweest zijnde, beschuldigd worden van op Donderdag jl. op den openbaren weg, onder de gemeente Asperen, een persoon, die zij op weg ontmoetten, nadat zij tabak en geld ge vraagd en ontvangen hadden, andermaal en thans met bedreigingen meer geld te hebben afgeperst. Zij zijn voorloopig in de artillerie-kazerne te Gorcum opgesloten. Men meldt uitNijmegen van 22 dezer: Gisteren werden de proeven met dynamiet op het fort „Afgebrande Molen" voortgezet. "Vier proeven werden genomen. Bij de eerste sloeg men een gat in het gewelf van het fort, bij welke ge legenheid eene zware deur uit de hengsels getild en op eenigen afstand nedergezet werd. Tevens werd een groot stuk muur door den schok eenige meters verplaatst. De tweede proef met de deur, waarbij 7'G Kg. dynamiet gebruikt werd, had niet het gewenschte gevolg. Nog werden twee gaten in het gewelf geslagen, waarbij de dynamiet op verschillende wijze werd aangebracht: parallel en kruisvormig. KOLONIE IV. BATAVIA, 19 Augustus. Men verzekert dat het Indisch Bestuur het voorstel zal doorzetten, bureau-ambtenaren, die eene bezoldiging van ƒ150 en daarboven genieten en het groot ambtenaars-examen niet hebben af gelegd. toch te bevorderen en van het examen te ontslaan. Door den gouvernenr-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen Civiel Departement. Benoemd: Tot pres. van den raad van jast. te Banda mr. H. K. Havinga Oortwijn; tot 3den comm. bij het depart, van binnenl. bestuur J. Edwards van Mayeo. Ontslagen: Eervol, nit 's laod* dienst, de pres. van den raad van jast. te Banda mr. D. H. Van Gelder; eervol, met behond van recht op pens., de ontv. bij de ia- en uitvoerr. en acc. te Soerabaia R. Van Slootenbij het depart, van binnenl. bestuur: eervol uit zijne betr., de 3de comm. "W. J. Bruining. Benoemd Tot lsten klerk op bet ads -res.-kantoor te Soekaboemi W. A. Spier. Ontslagen: Eervol, w. ziekte, uit zijne betr. de opz. i'de kl. bij de spoorneg-opname BataviaBaodong F. W. F. Schwab. Aangesteld: Als opz. 3de kl. bij den spoorweg aanleg SoerabaiaPasoeroeaoMalang, F. A. De la Croix. Departement van Oorlog. Ontslagen: Op verzoek, eervol, nit Zr. Ms. militairen dienst, de 1ste loit. der art. H. P. A. De Wilde. Departement der Marine. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., w. ziekte, aan den gezaghebber der 1ste kl. bij de gou- vern.-marine J. H, Meyer. Benoemd: Tot gezagh. 'ste kl., J. W. Scholten; tot gezagh. 2de kl. M. Berends, belast met bet ge2ag over het gouveru. stoomschip „Hertog Bernard'". - buitenland. UrmukrijU. In de zitting der Fransche academie van 21 dezer heeft de secretaris mededeeling gedaan van eene testamentaire beschikking van de weduwe van Jules Janin, waarbij zij eene som van 20,000 fr. aan de academie heeft vermaakt voor een drie jaarlij kschen prijs, door de academie uit te loven voor de Jieste vertaling van een Latijnsch werk in het Fransch. Het bericht van „le XIX Siècle'', dat ka pitein Mairet op een tocht in Nieuw-Caledonië door de wilden gevangengenomen en opgegeten zou zijn, blijkt onwaar te zijn. Mairet heeft aan een zijner vrienden te Parijs geschreven dat zijne expeditie volkomen gelukt is en dat hij zich vol maakt wel bevindt. Oostenr.- Hong. Monarchie. De conferenties der ministers over den „Aus- gleich" zijn afgeloopen. Overeengekomen is, de ontwerpen van wet gezamenlijk in Januari 1877 aan de vertegenwoordingen voor te leggen en haar op die wijze de gelegenheid te geven, een duide lijk denkbeeld over den „Ausgleich" te kunnen vormen^ Ten einde de onderhandelingen met de „Natioualbank" over de toekomstige Banksta- tuten te kunnen beginnen, hebben de regeerin gen besloten, daar beiden haar standpunt ten aan zien van de bekende schuld van SO millioeu handha ven, aan de vertegenwoordigingen een wetsont werp voor te leggeD, volgens hetwelk deze quaestie aan een commissie uit beide vertegenwoordigin gen zal worden onderworpen, en voor 't geval geene overeenstemming wordt verkregen, aan de beslissing van een speciaal te constitueeren scheids gerecht overgelaten. Het gerechtshof te Pesth, heeft de aan klacht wegens hoogverraad en het bevel tot ge vangenhouding, uitgevaardigd tegen dr. Svetozar Miletics en Kusapinovich, bekrachtigd. JE^uslancl- Het oriëntalisten-congres te St.-Petersburg heeft onder anderen besloten, zich tot de Bussische en de Engelsche Tegeering te wenden, met verzoek: aan elkanders onderdanen toe te staan, vrij en zonder eenige beperking in hare Aziatische be zittingen rond te reizen. Voorts zal aan het Bus- sisch gouvernement namens het congres worden verzocht, de uitgave der geschriften van den Ara- bischen geschiedschrijver Tabari, waarmede prof. De Goeje een aanvang heeft gemaakt, te onder steunen. Het volgend congres zal te Florence worden gehouden. Turkije- De correspondent van Beuter te Belgrado seiut van 23 dezer, dat Tschemajefl' aan prins Milan telegrapheerde dat de Turken voor Alexinatz zich terugtrokken, waar Abdul Kerim Pacha slechts een 15,000 man achterliet. Een rapport van Tscho- lak Antic meldt het bijeentrekken van 20 batal jons Turken voor de Javor-linie. Ook aan de Drina concentreeren de Turken belangrijke strijd krachten. De Servische minister verzekert dat de regee ring geen gevolg gegeven heeft aan het pronun- ciamiento van het leger, daar dit feit naar 's mi nisters oordeel slechts beschouwd moet worden als een plechtig protest van het Servische leger tegen de vredesvoorwaarden, welke de Porte voorstelde. Een particulier telegram uit Parijs aan de „Köln. Zeitung" meldt, dat de Turksche regeering officieel verklaard heeft na den 25sten de vijandelijk heden niet te zullen hervatten. De „Nord" heeft, naar het blad zegt uit goede bron, eene depêche uit Konstantinopel van 23 dezer ontvangeu, houdende opgave van de punten, die Engeland heeft voorgesteld als grond slag voor de vredesonderhandelingen. Een wapen stilstand wordt gesloten; de status quo ante hel ium wordt voor Servië en Montenegro aangenomen, met eene territoriale vergrooting ten behoeve van Montenegroaan Bosnië, de Herzegowina en Bul garije wordt eene uitgebreide plaatselijke autono mie toegestaan. De dépêche voegt er bij, dat de adhaesie van Busland, Duitschland, Frankrijk en Italië aan die voorwaarden verzekerd is. Telegrammen. STBESA (Zwitserland bij het Laggiore Meer), 23 September. Aan Gambetta, die heden de spoor- wegwerken aan den zuidelijken Simplon heeft be zocht, werd door den gemeenteraad een banket aangeboden. Hij hield bij die gelegenheid eene rede, waarin hij de wenschelijkheid deed uitkomen van eene nauwe aaneensluiting tusschen Frankrijk en Italië, die elkander over Zwitsersch grondge bied boven den Simplon de hand reiken. BAGUSA, 24 September. Prins Nikita heeft alle Montenegrin en, die van den wapenstilstand gebruik maakten om naar huis te gaan, bevolen hedenavond naar hunne corpsen terug te keereu. KONSTANTINOPEL, 23 September. De groot vizier is ongesteld. De ambassadeurs zullen eerst morgen op geheel identieke wijze het besluit der mogendheden betredende de vredesvoorwaarden aan de Porte mededeelen en haar vragen een wapen stilstand te verleenen. PABIJS, 24 September, De Temps'1 ontvangt van haren Weener correspendent de volgende -dé pêche, in dato 23 dezer, welke het blad onder voorbehoud mededeelt: Gisteravond is een lang durig gesprek gevoerd tusschen graaf Andrassy en den Turkschen ambassadeur. Oostenrijk vraagt een wapenstilstand van vier weken, om zich met de andere mogendheden te verstaan over de toe komstige organisatie van de Herzegowina, Bosnië en Bulgarije. De Porte zou in dien wapenstilstand toestemmen, en daarvan mededeeling doen in een iradé des Sultans, dat Maandag of Dinsdag zou verschijnen. Voor Servië vraagt Oostenrijk het status quo ante bellum en voor Montenegro een kleine vergrooting van grondgebied. BURGERLIJKE STAND VAN LELDEN. Eerste Huwelijksafkondiging van 24 September. H. J. Boot wedr. 48 j. en C. P. Henkens wed. 42 jJ. P. A. De Kleyn jut. 37 j. en C. M. M. Lig- tenberg jd. 38 j.; J. Geenen jm. 28 j. en J. Van Tongeren jd. 25 j.; I Springer jm. 27 j. en J. Deeleman jd. 35 j.; W. F. De la Bie jm. 23 j. en V. Noppert jd. 21 j.; D. J. Oordenbach jm. 47 j. en A. Van der Heyden wed. 37 j.; C. Blansjaar jm. 30 j. en J. Franken jd. 29 j.; D. Poelijoe jm. 24 j. en J. Marks jd. 24 j.; J. Vroom jm. 33 j. en A. Kreuger jd. 28 j.; H. J. Van Aanholt jm. 35 j. en G. Ververs jd. 31 j.; H. B. Beitsma jm. 34 j. en W. Baars jd. 33 j.; A. Van der Windt jm. en A. C. Kragt jd. Redevoering uitgesproken door den Mi nister van Financiën by de indiening der Staatsbegrootlng voor 18??. MIJNE HEEREN! Door den Koning gemachtigd, heb ik de eer bij de Vergadering over te brengen de verschillende wets ontwerpen tot vaststelling der hoofdstukken van de Staatsbegrooting van den dienst 1877 en het wets ontwerp tot vaststelling der middelen voor dat dienst jaar. Gelijk in vorige jaren maak ik thans van deze gelegenheid gebruik, om aan de Vergadering eenige mededeclingen te doen over den toestand van 's lands financiën. Omtrent vroegere diensten kan het volgende worden medegedeeld. In mijne rede bij de aanbieding der begrooting voor den dienst 1876 had ik de eer op te merken, dat de toen nog ter Algemeene Rekenkamer aanhangige alge- meene rekening wegens de Staatsontvangsten en uit gaven van den dienst 1873 was opgemaakt met een batig saldo van 1,473,666.125. Ik kan er nu bijvoegen, dat die rekening met een gelijk saldo door de Alge meene Rekenkamer is afgesloten. Dit saldo is reeds opgenomen onder de middelen voor den dienst 1876. Bij de toelichting van het ontwerp der wet van 28 Juni 1876 tot aanvulling der wet op de middelen, dienst 1876, werd het batig saldo van den dienst 1874 voorloopig opgegeven tot een rond cijfer van ƒ5,900,000. De sedert opgemaakte algemeene rekening van dezen dienst, thans nog bij de Algemeene Rekenkamer in onderzoek, brengt dat saldo op 5,917,281.64s. Dit gunstig resultaat van een dienst die inge treden werd met een machtiging om tot voorloopige dekking van een mogelijk tekort voor een bedrag van ƒ6,500,000 schatkistbiljetten te mogen uitgeven of belêenen, is hieraan te danken, dat de middelen, waaronder ongeveer /1,000;000 wegens de schade vergoeding van Japan, ruim 11,500,000 boven "de raming opbrachten en de uitgaven ruim ƒ1,480^000 beneden het daarvoor toegestaan bedrag zijn gebleven. Ook de uitkomst van den thans nog open staanden dienst 1875 zal naar het schijnt gunstiger zijn, dan ik mij die bij de bovenvermelde toelichting in den aanvang der maand Juni jl. kon voorstellen. Meende ik het tekort van dien dienst toen, bij zeer volledige bekendheid met de uitgaven, welke zij nog kunnen vorderen, op 850,000 a f 900,000 te moeten ramen thans meen ik veilig te kunnen aannemen, dat, indien zij al met eenig tekort zal sluiten, het bedrag daar van toch zeer gering wezen zal. Dc inkomsten van den dienst '1875, die geraamd werden op All 1,693,605.50, mogen yoor de tot dusver bekende uitkomsten bere kend worden op 119,733,956.48s, terwijl de uitgaven voor den dienst '1875, die met inbegrip van latere verhoogingen geraamd werden op f 121,451,725.91» thans voorloopig zijn te stellen op f 119,452.651.79s. Volgens deze cijfers zou de dienst 1875 dus zelfs een overschot kunnen opleveren van ƒ281,304.69. Maar hierop valt, zoolang de dienst niet geheel is afgeloopen, niet te rekenen, omdat de uitgaven voor het auxiliair eskader in Indië, over 1875, nog niet volledig bekend zijn, en de begrooting van het Depar tement van Financiën eene verhooging van ongeveer ƒ150,000 zal behoeven, hoofdzakelijk hierdoor noodig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2