hoewel het somwijlen merkbaar was dï it zijne voor dracht ten gevolge eener lichte verkoudheid moest lijden; terwijl ten slotte het viertal in hetquartett een goed geheel vormde. Evenals in het slotkoor toonde de Yereeniging ook in de? andere num mers van het programma, o. a. in „Die Ehre Gottes aus der Natur" en het „Halleluja der Schepping", hoewel hier en daar eenige vlekjes waren op te merken, op welk een gunstige wijze de directeur niettemin met zijne betrekkelijk niet zeer talrijke, vooral wat het heerenpersoneel betreft, maar blijkbaar goed werkende krachten als 't ware weet te woekeren. Niet het minst bleek dit ook in den „Lofzang", waarin zoowel de duettisten als het vrouwenkoor, waarvoor dit nummer geschreven js, vooral wat de uitspraak betrof, eene gunstige uitzondering op de overige voordrachten maakten. Het gemis van een tekstboekje toch bleek voor hen, die met de verschillende nummers minder hekend waren, menigmaal een groot ongerief te zijn. De tenor-solo in de tweede afdeeling en het so- pranen-duett: „In 't bosch", mochten eveneeens de tevredenheid der talrijke aanwezigen ondervinden. Bij het einde der pauze en toen koor en publiek weder gezeten waren, nam de president der vereeniging de heer P. Essers, het woord, om, tevens als de tolk zijner medeleden, den direc teur, den heer K. De Jong, op dezen feestavond hartelijk welkom te heeten en hem welverdiende hulde toe te brengen. Hij ging daarbij na, welk eene schoone taak deze. voor tien jaren op zich genomen had door eene gelegenheid te openen, waar men zich in den schoonen zang zou kunnen oefe nen. Eene heerlijke roeping voorzeker, eene kunst te bevorderen, welke 't gevoel voor 't goede en schoone bij den mensch opwekt en hem meer en meer veredeltHet vertrouwen, dat de vereeniging zou bloeien, is niet teleurgesteld. Eenmaal toch nam zij een standpunt in, waarvoor zij zich tegenover andere zangvereenigingen hier ter stede niet be hoefde te schamen. Na een tijd, die haar van dat standpunt deed nederdalen, is het vooral aan uwe degelijke leiding, aldus ongeveer vervolgde spr., goede zorgen en onvermoeide krachtsinspanning Le danken, dat de vereeniging weder eene gelukkige toekomst tegemoetging. Den vierden September 11. had zij tien jaren bestaan. De viering van dien dag is door ons om verschillende redenen ver schoven, doch al is 't wat later, wij houden er ons van verzekerd, dat het uiten van onze dank baarheid op u denzelfden indruk zal maken. Wij wenschen daarom u thans geluk met het tienjarig bestaan uwer vereeniging, en hopen van harte dat het nieuwe tijdperk, dat zij is ingetreden, een tijdvak van bloei en welvaart moge zijn en dat zij nog eene reeks van jaren aan uwe leiding zij toevertrouwd. Hierop hieven de leden een voor deze gelegenheid vervaardigd feestlied aan, waarna, ten bewijze dat hunne dankbaarheid niet alléén uit ijdele klanken bestond, namens hen den directeur een souvenir, bestaande in een fauteuil, werd aangeboden. Gevoelig voor de voor hem geuite gevoelens en het aangeboden bewijs van sympathie, zou de ju bilaris het geschenk met een dankbaar hart aan vaarden. Steeds zal het voor hem eene aangename herinnering blijven aan de vereeniging, die hem lief geworden is, en zoo mogelijk eene aansporing te meer zijn om zijne krachten immer met dezelfde liefde tot haar verderen bloei en ontwikkeling aan haar te blijven wijden. Met talrijke toejui chingen gaven de aanwezigen van hunne ingeno menheid met deze plechtigheid blijk, waarna de president ook tot den heer C. M. Timmermans een hartelijk woord van dank richtte voor de welwillende en uitmuntende wijze waarop deze gedurende een aantal jaren de zangoefeningen en uitvoeringen had geaccompagneerd, alsmede den heer Joh. J. Eggers voor de helanglooze diensten den leden bewezen met de vervaardiging van het den directeur opge dragen feestlied. Na afloop der uitvoering kon de heer Dr. A. Rutgers van der Loeft' niet nalaten, zoo hij ver trouwde uit naam zijner mede-toehoorders, aan de Koraalvereeniging een woord van hulde te brengen voor den door haar aangeboden nuttigen avond. In eene beschouwing omtrent het koraalgezang tredende, wees hij op het onderscheid tusschen dit gezang en operazang en concertmuziek. Het eerste troostte, sterkte, voerde hooger op en liet in het hart een blijvende!) indruk na, die goeddoet en waaraan ons hart in den strijd des tijds behoefte heeft. Een woord van dank aan directeur en leden mocht hij z. i. nogmaals niet onthouden, met den wensch dat de vereeniging steeds bloeie en nog menig tiental jaren leve een wensch waarmede alle aanwezigen instemden. Te Batavia heeft zich een subcomité gecon stitueerd voor het Houtman-monument, bestaande uit de hh.mr. N. P. Van den Berg, pres. der Java-Bank, pres.; S. Van Deventer Jr., J. J. Van Schreven, W. A. Jellinghaus, dr. P. J. Van Leent, K. L. Pfeiffer, G. W. Ten Brummeler, dr. N. J. Hoorweg, Alex Eraser, en mr. W. Stortenbeker Jr., secretaris. De heer C. M. E. G. graaf Van Bylandt, buitengewoon gezant en ge volmachtigd minister bij Groot-Britannië en Ier land, heeft aan het plan zijne adhaesie betuigd en zijne ondersteuning toegezegd. Naar men verneemt is Ilermaun Linde "Woensdag te Hamburg scheep gegaan naar Nieuw- York, aan boord van de stoomboot „Wieland", kapt. Hebich. Hij zal in de Vereenigde Staten soirees geven, op voor hem zeer voordeelige voor waarden. Eene recette van 30,000 dollars is hem voor zes maanden gegarandeerd. De oefeningsdivisie, onder hevel van den kapt.-ter-zee W. C. Klis, en bestaande uit Zr. Ms. schroefstoomschepen „Zilveren Kruis", „Leeu warden en „Prinses Maria", is den 29sten Augustus jl. van Curasao naar Nederland vertrokken. Blijkens bericht van Zr. Ms. consul te Elmina van 12 Augustus jl., was sedert 4 Juli te voren de blokkade der zeekust van het koninkrijk Daho mey door de Britsche zeemacht tusschen Porto Siguro en Groot-Popo opgeheven, en strekt die blokkade, zich thans uit langs het gedeelte der kust tusschen Groot-Popo eu Kotonou of Appi- Vista. De vorst van Dahomey schijnt voornemens te zijn de onafhankelijkheid van zijn rijk zoo lang mogelijk te handhaven, en op middelen be dacht te zijn, die de veiligheid en het leven der op zijn grondgebied aanwezige Europeanen, bij eventueele landing der Engelschen, in gevaar drei gen te brengen. De Staatscourant behelst het kon. besluit, waarhij aan A. H. Wackers en G. A. Schümmer, eerstgenoemde te 's Hertogenrade (Pruisen), laatst genoemde te Kohlscheid (Pruisen), ten deze domi cilie kiezende ter gemeente-secretarie van Kerkrade, concessie onder de benaming „Laura" wordt ver leend voor de ontginning van steenkolen, over eene oppervlakte van ongeveer 457 hectaren, ge legen in de gemeenten Kerkrade, Nieuwenhagen en Eygelshoven, alle in de provincie Limburg. Tweede Kamer. In de voormiddagzit ting is de beraadslaging over het adres van ant woord op de troonrede bepaald op a. s. Maandag na afloop van de rede van den minister van finan ciën bij de indiening der staatsbegrooting voor 1877. De tweede luitenant K. J. Yan Raven - swaay van het 3de reg. vesting-art. is benoemd tot onderwijzer op den hoofdcursus der art. te Delft ter vervanging van den 2den luit. H. B. Gosler van het 2de reg. vesting-art,, die op ver zoek eervol van die functie is ontheven en zijn corps zal rejoigneeren. Op het zestal ter voorziening in de predi kantsvacature bij de Ned. herv. gemeente in Den Haag zijn geplaatst de heerenK. F. Kreutzberg, te ArnhemE. E. Gewin, te AbcoudeW. J. Immink, te Amersfoort.; II. Pierson, te 's-Bosch; H. Smeding, te Haarlem, en H. V. Hogerzeil, te Arnhem. Z. M. heeft, den generaal-majoor M. C. V. markies d'Abzac, adjudant van den maarschalk president der Fransche republiek, benoemd tot commandeur der orde van den Nederl. Leeuw; tot notaris binnen het arrond. Goes, standpl. de gem. Heinkenszand, J. Karseboom, cand.-notaris te Twello; de benoeming van P. Yan Duyvendijk, burgem. van Sommelsdijk, tot secretaris dier gem., goedgekeurdaan den majoor A. J. M. C. baron De Posson, van den grooten staf, vergund het aannemen en dragen der versierselen van ridder 2de kl. der Oostenr. orde van de IJzeren Kroon. Gemengd Nieuws. Woensdag-avond omstreeks tien uren moesten te Arnhem nog drie man overgezet wor den aan de Rijnbrug naar de werf aan de overzijde. Bij het instappen in de aak had een hunner, ge huwd en vader van een kind, het. ongeluk den voet te veel op den kant te zetten, zoodat hij achterover in het water viel. Een zijner kameraden sprong hem onmiddellijk na en wierp hem een touw toe, dat hij echter niet grijpen kon, zoodat hij verdronk. Men meldt uitAin sterdam, datde rust is hersteld; de proclamatie aangaande samenscho lingen van meer dan 5 personen is ingetrokken, onder dankbetuiging aan allen, die door hunne kalme en waardige houding de maatregelen, tot herstel en handhaving der openbare orde genomen, zoo krachtig hebben ondersteund. Een goud- en zilverkas houderteAm- sterdain vermiste gedurende den laatsten tijd uit de lade zijner winkeltoonbank achtereenvolgens eenige kostbare halssnoeren, hem ter reparatie gegeven. Eindelijk vatte hij argwaan op tegen zijne dienstbode en stelde de politie met een en ander in kennis, waarvan het gevolg was, dat de beleenhriefjes van vier halssnoeren in het bezit der trouwelooze dienstmaagd gevonden werden en zij, na hare schuld aan den commissaris van politie te hebben heieden, Woensdag gevankelijk naar het cellulair huis van arrest is overgebracht. Maandag jl. zijn door Fransche koop lieden aan huis bij landbouwers te Kerkwijk een viertal paarden aangekocht, voor de som van f 3415. Een vieijarig bruin ruinpaard van J. G. Den Treffer werd gekocht voor f 1040. Men meldt uit Velzen, dat daar er geene voldoende middelen zijn om de locomotief die door het breken van den bok te water is ge vallen, geheel op te halen, deze tusschen twee groote schuiten of bakken, onder water door naar de marinewerf te Amsterdam is gesleept., ten einde haar daar op het droge te brengen. De peilingen in de geul tusschen de hoofden geven thans gun stige resultaten; het vaartuig met de „mal" is. weder van Amsterdam ontboden om er proeven mede te nemen. Dezer dagen had in de nabijheid van Duren een jacht op wilde zwijnen plaats. Een groote ever, door verscheidene kogels zwaar gewond, koos het hazenpad, verliet het woud en rende het open veld in. Toevallig bevond zich op den weg eene kudde schapen. De herder, bevreesd voor zijn schapen, sloeg met zijn stok naar het wilde dier, dat terstond den man omverwierp en hem in een oogwenk met zijn slagtanden derwijze de borst openreet, dat hij machteloos bleef liggen en men aan zijn herstel twijfelt. Omtrent de oorzaak van het onheil in de Ferdinand Bolstraat te Amsterdam verneemt men dat bij het opbrengen van de kapgebinten op perceel 33 een dier omvangrijke getimmerten tegen een éénsteens-scheidsmuur is gestootcn. Daardoor is een gedeelte van den muur ingestort, en viel het bovendeel op de balklagen, die braken, ten gevolge waarvan de tweede scheidsmuur naar binnen viel. De perceelen 35 en 37 zijn daardoor geheel ingestort en van perceel 33 een groot ge deelte. Yan de gekwetsten kon een, nadat zijn wonden aan de onderkaak verbonden waren, huis waarts keeren; een tweede is stervende ten ge volge van een aantal in- en uitwendige kneuzin gen, en de overigen hebben min of meer ernstige heleedigingen bekomen. Gisternacht zijn te Zaandam twee huizen een prooi der vlammen geworden. Een der belendende perceelen is ook grootendeels vernield. De oorzaak is totnogtoe onbekend. Alles was tegen brandschade verzekerd. Het. bericht uit Hattem betreffen de een jongeling, die van een strooper een schot in de beenen ontving, blijkt overdreven te zijn ge weest. De hagelkogels drongen niet diep door en er zijn geen pezen stukgeschoten; de jongeling verkeert dan ook volstrekt niet in levensgevaar. De dader is bekend. Betreffende den Maandag-avond te Bergum gepleegden moord verneemt, men nader, dat de verslagene, een jongmensch van deftigen stand, met een zijner vrienden van de kermis te Bergum terugkeerde en op den weg naar Suameer plotseling werd overvallen door den arbeider Pau- lusma, van Suameer, en toen met een mes twee, niet dadelijk doodelijke wonden, eene aan het voor hoofd en eene aan de kaak, en daarop een steek

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2