Gisteravond was het hoofdpunt van de be weging rondom het huis des burgemeesters. In de Vijzelstraat, Leidschestraat, op de Ileerengracht en het Koningsplein was de drukte het grootst en de patrouilles voetvolk hadden moeite zich daar ruim baan te maken. Cavalerie, op aanvrage aan het hoofdkwartier, voortdurend versterkt, was in den omtrek der punten waar het meest voor het uitbarsten van ongeregeldheden werd gevreesd. Lang werd met een gewelddadig uiteenjagen der menigte gewacht, want de meerderheid der per sonen die als een muur op hel Koningsplein ge schaard stond, scheen te behooren tot het slag der onverstandige nieuwsgierigen, die bij derge lijke gelegenheden het vreedzaam uiteenjagen van troepen, die betrekkelijk niet zeer groot zijn, be lemmeren. Toen echter op de Heerengracht te genover het huis des burgemeesters een glasruit werd ingesmeten, en men waarnam, dat ook van dit punt steenen naar de overzijde werden ge worpen, toen zelfs de menigte op het Koningsplein de cavaleristen met steenworpen als het ware tot zeer krachtig optreden noopte, werd een charge gemaakt door ongeveer 60 man. Het Koningsplein werd in den vollen zin des woords schoon geveegd, evenals de Heerengracht van Leidschestraat tot Vijzel straat. Dat een dergelijke handeling niet zonder ongelukken kon afloopen spreekt van zelf. Elf personen werden gekwetst in het gasthuis opgeno men, waarvan vijf, na geneeskundig behandeld te zijn, huiswaarts keerden. Een hunner is gevaarlijk door een bajonetsteek verwond. De overige bleven in behandeling. Eenige mannen hadden zich in een kelder verscholen en braken van daar de kleine steenen op; jammer is het dat zij wisten te ont komen, toen men hen ontdekte. Drie personen geraakten in het water, maar werden gered. Kort vóór deze charge, die tusschen halfelf en elf uren plaats had, had de infanterie met de bajonet het Leidscheplein schoon gemaakt, en door de verstrooiing dezer menschenmassa's werd de drukte op andere punten der stad grooter. Op onderscheidene plaatsen, o. a. in de Kalverstraat, en op den Dam, moest de cavalerie in draf ruim baan maken, en hier en daar moest menig onschuldige op min aangename wijze ontwaren, hoe roekeloos het is zich in het gedrang te begevenonverstan dige nieuwsgierigheid heeft menigeen een kwet suur of eenige oogenblikken van angst bezorgd. Na de uiteendrijving van de talrijke oploopen op zoovele plaatsen, werden uit de kazerne Oranje Nassau 19 man van het eerste regiment, 47 van het vierde en 105 van het zevende, tot éón deta chement vereenigd, onder bevel van een majoor en met begeleiding van politieambtenaren, de stad ingezondeu, om de politie behulpzaam te zijn, bij het verwijderen van alle verdachten uit de straten. Dezunmilitaire macht nam ongeveer 50 personen, deels beschonkenen, deels lieden die bedreigingen uitspraken of in groepjes van meer dan vijf per sonen vereenigd stonden, in arrest. In het overige gedeelte der stad werden nog ongeveer 50 per sonen in hechtenis genomen. De benden, die gisteravond de stad doortrok ken, waren niet zoo luidruchtig als die van eer gisteravond, maar onderscheiden oproerige uit drukkingen, onverholen te kennen gegeven, maakten dubbele waakzaamheid noodzakelijk. Ook schijnt de vorming al loopende te zijn geschied, daar van geen enkele plek een bepaalde kern werd gesignaleerd, waaromheen zich, als bij wijze van afspraak, personen groepeerden. Op de Nieuw- markt en Noordermarkt werden kleine groepjes spoedig uit elkander gedreven. De „eilanders" onthielden zich even als eergisteren van mede plichtigheid aan deze droevige uitspattingen en hebben daardoor hun goeden naam opnieuw ge handhaafd. Tusschen 12 en 1 uur werd een charge ge maakt door de Kalverstraat waarbij geene ge wonden vielen en in verband met het groote belang om in de stad gedurende den nacht zoo min mogelijk publiek op de been te hebben, wer den ook de koffiehuizen in de Kalverstraat door de politie ontruimd. In den haast, waarmede men daarbij moest te werk gaan, hebben ook eenige logeergasten onaangenaamheden ondervonden, al thans naar zij mededeelen. Onderscheidene koffiehuishouders hebben zich tot de hoogere overheid gewend, om naar aan- -Jeiding van het voorgevallene hunne bezwaren in te leveren en de noodzakelijkheid te betoogen van een verplichte vroegere sluiting, in plaats van een meer of min geweldadige ontruiming. Omstreeks halfdrie kon men aannemen, dat de stad rustig wasde militairen bleven echter een wakend oog houden, en van het hoofdkwartier werden de strengste bevelen gegeven voor den dag van heden. Een uitvloeisel daarvan is de volgende procla matie, die bij zonsopgang hedenmorgen overal in de stad was aangeplaktDe Burgemeester van Am sterdam, in ervaring gekomen zijnde dat onder de verstoorders der openbare rust zich tal van per sonen bevinden, die door nieuwsgierigheid gedre ven, zich aan het grootste levensgevaar blootstellen en tevens het toepassen van krachtige maatregelen tegen de kwalijkgezinden ernstig belemmeren, waarschuwt hen dat zij door de politie en de militaire macht niet kunnen noch zullen worden gespaard. Een ieder wachte zich voor schade. Toen gisteravond en in den afgeloopen nacht een zoo groote macht door de stad trok, belang rijke detachementen in openbare en sommige par ticuliere gebouwen lagen, de dienst een zoo groote hoeveelheid manschappen vorderde, achtte men het aan het hoofdkwartier geraden, versterking te doen komen. Omstreeks halfeen na middernacht kwamen 140 huzaren in galop van Haarlemeen extra- trein met 160 man inf. volgde. De reserve-infanterie die in de kazerne Oranje Nassau omstreeks mid dernacht, tot 22 man was versmolten, was nn goed aangevuld, en ook de ruiterij is thans zóó sterk, dat de nieuwe proclamatie des burgemeesters in al hare gestrengheid zal kunnen worden gehandhaafd. In onderscheidene garnizoensplaatsen staat versterking gereed, voor het geval dat dit noodig mocht blijken. In de Jordaan was alles rustig. De cavalerie- patrouilles werden uit deze buurt spoedig terug getrokken, en al was de stemming in enkele stra ten alles behalve aangenaam, tot feitelijkheden of oploopen kwam het niet. Wel bewoog zich van tijd tot tijd een menigte voor de Engelsche gas fabriek, waarop, volgens deze en gene, een aanval was beraamd. Die aanval, die trouwens door de bezetting die in de fabriek gelegd was, met kalmte werd afgewacht, bleef uit en zal waarschijnlijk wel behooren tot de vele onderstellingen, die han dige stellers van opruiende aanplakbiljetten hebben gemaakt, waarin zelfs van brandstichting en plun dering werd gesproken. Uit dit verhaal blijkt ech ter ten duidelijkste, dat de bevoegde macht op alle eventualiteiten is voorbereid, en voor geen enkelen gewichtigen stap zal terugdeinzen. De knecht van den pakschipper De Jager, tusschen Amsterdam en 's-Gravenhage, is in de Zijl tusschen Haasteren en Leiden bij on geluk in het oog getroffen door een boerenknecht, die in den omtrek op eenden schoot. Te Leiden is den getroffene de eerste geneeskundige hulp verleend. Naar men verneemt is de brievenbe- steller Van der Spek, te Rijpwetering, door de politie te Alkemade aangehouden, onder vermoe den van het stellen van valsehe handteekeningen op belastingbiljetten en 't niet verantwoorden van aan hem ter betaling gegeven gelden. Men verneemt dat door den burge meester van Delfshaven aan Behagel, die met De Jong en Verlindt verdacht werd van den moord op mevr. v. d. Konwen, en thans te Delfs haven woont, namens den hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage cene som van 80 is uitgereikt. Voor eenige dagen had te Par ij s de volgende aandoenlijke scène plaats. Eene arme verkoopster van bouquetten had heel den dag te vergeefs hare bloemen ten verkoop aangeboden. Daar nadert een Engelschman met een bevallig meisje, zijne dochter, aan den arm. Hij beziet de ruikers, maar koopt er geen. Opnieuw teleurge steld, wellen tranen op in het oog der moeder, die voor haar lieftallig jongske geen voedsel heeft. Het Engelsche meisje ziet het en laat ongemerkt een bankbiljet van 50 franken in de bloemenmand glijden, 't Knaapje raapt het op, overhandigt het der moeder en deze, verschrikt over zulk een be drag, ijlde den Engelschman na. De dochter veinst niets te weten; maar de Brit neemt het bankbiljet stilzwijgend aan en bergt het in zijne portefeuille. Maar tevens neemt hij er een ander biljet van 500 franken uit en voegt der moeder toe„Mijne dochter gaf u 50 franken, omdat gij arm zijt; ik geef u 500 franken, omdat gij eer lijk zijt." Te Heteren viel Zondag, terwijl de ouders naar de Drielsche kermis waren, een kind van ruim een jaar oud in het vuur, waardoor het zulke hevige brandwonden aan het achterhoofdje bekwam, dat zijn toestand nog zeer bedenkelijk is. De zorg over het kind was opgedragen aan eene stokoude grootmoeder, die, waarschijnlijk in gedommeld bij den haard, het kind van haar schoot heeft laten glijden. Haar eerste werk was de hulp der voorbijgangers in te roepenen de eerste de beste snelde heen, om iemand te halen, die de naam heeft brandwonden te kunnen „bespreken". Door toedoen van andere buren was echter de plaatselijke geneesheer spoedig tegenwoordig. Door eenige bewoners van Helmond werd Vrijdag tijdens de afwezigheid van het ge- heele gezin brand ontdekt in de woning van een der buren. De politie, terstond gewaarschuwd, drong in het huis en zag nu, dat op het kantoor een hoopje papier en turf met petroleum be vochtigd, naar men zegt in brand stond. De brand was gelukkig spoedig gebluscht. Het huis, waarin ook vóór eenige weken een begin van brand ontstond, wordt thans bewaakt, tot de man, die naar Kevelaar ter processie is, is teruggekeerd. Hij zal zich bij de justitie te verantwoorden hebben. Rechtzaken. Gewezen vonnissen in strafzaken door het kan tongerecht alhier van 9 September: 1 wegens buiten eene openbare waterplaats dat gene te verrichten waartoe die inrichtingen bestemd zijn1 w. het zonder vergunning plaatsen van eene schutting, waarvan de deur buitenwaarts openslaat2 w. het maken van nachtelijk burengerucht1 w. het zwemmen buiten eene algemeene badplaats; 1 w. het zitten op een door honden getrokken kar. In den ochtend van den I9den Mei jl. werd door den wafelbakker O., van Amsterdam, ontdekt, dat des nachts zijne kraam, toen nog staande op het Tournooiveld te 's-Hage, was opengebroken, en gouden en zilveren voorwerpen, op ruim ƒ300 geschat, waren verdwenen uit twee kisten. Al spoedig werd hun knecht J. v. D., die bij de inpakking der sieraden en kleederen was tegen woordig geweest, verdacht. Dit had zijne aanhouding ten gevolge, doch na voorloopig onderzoek werd hij weder in vrijheid gesteld. De politieagent d. V. werd echter belast de gangen van den verdachte na te gaan, wist zich door een der bekenden van v. D. met dezen vertrouwelijk te maken, en bekwam de bekentenis dat hij het goud en zilver ontvreemd en in het Bosch begraven had. Eene opgraving op de aangeduide plaats, eerst door den verdachte, zijn kameraad en den vermomden agent, en later toen v. D. ten tweeden male was aangehouden, vanwege de politie, was vruchtelooser werd niets gevonden. Niettegenstaande eene pertinente ont- kentenis, zoowel in de instructie als voor de rechtbank afgelegd, vond de rechtbank zooveel aanwijzingen aanwezig, dat zij v. D. wegens dief stal met buitenbraak, inklimmingen en binnenbraak, tot 2 jaren celstraf veroordeelde. Het appèl van deze uitspraak werd gisteren door het hof te 's-Hage behandeld. De bestolenen, de agent van politie en de gewezen vriend van den veroor deelde werden wederom gehoord, die het mede gedeelde opnieuw nader bevestigden. Ook nu bleef bekl. bij zijne ontkentenis. Adv.-gen. mr. Gregory eischte de bevestiging van het vonnis, en overeen komstig dezen eisch luidde nog gisteren de uit spraak, die bepaalde dat het vonnis volkomen ge volg zal hebben. BUITENLAND. FYankrflk. Bij het algemeen reglement voor de wereldten toonstelling van 1878 is bepaald, dat een catalogus van de door alle natiën tentoongestelde voorwerpen of producten op kosten van Frankrijk zal uitge geven worden. De vreemde volken kunnen echter op hunne kosten een catalogus laten drukken van hunne eigen voorwerpen, doch alleen in hunne

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2