hier eerst werd verlraagd doordat de heer Sluy- ter, die zich te Rotterdam bevond, eerst tegen elf uur 's morgens den directeur der gasfabriek telegrafeerde den heer Landreau Ie machtigen de zegels der kisten, waarin zich de materialen waarop beslag was gelegd bevonden, te verbreken. De aëronauten zelf waren reeds te acht uren op het terrein, terwijl de heer Sluyter gezegd had om tien uren te zullen komen. Hij heeft even wel den geheelen dag geen gelegenheid gehad Rot terdam te verlaten. Tevens moet de quaestie der schadevergoeding ad 1500 niet zoozeer de vorige opstijging alhier, als wel die te Rotterdam be treffen. Heden te 4 uren zijn de luchtreizigers vertrokken, die vermoedelijk binnenkort in Den Haag zullen opstijgen. In het weekblad „Sieboldia" wordt het volgende medegedeeldDe Victoria regia ver toont zich weier in al hare pracht in de bota nische tuinen te Amsterdam en te Leiden; ach tereenvolgend brachten die planten in beide kassen reeds een aantal bloemen voort. In den Leidschen hortus trekken bovendien dit jaar inzonderheid de heide, voor de Victoria-kas liggende vijvertjes de opmerkzaamheid der bezoekers. Niet alleen toch dat in één daarvan de Euryale ferox hare groote bladeren voortbrengt, maar bovendien vertoont zich daar thans de prachtige roode variëteit van de Indische Lotus (Nelumbium speciosum rubrum) in al hare pracht, en weet men niet wat er meer van te bewonderen, de sierlijke, hoog boven het water uitstekende, schotelvormige bladeren of de keurige, groote donkerroode bloemen. In het an dere vijvertje rijst de statige Thalia dealbata, met hare tropische groeiwijze, hoog boven het water op, terwijl de lieve blaadjes der Marsilea quadri- lolia (een aan de Varens verwante waterplant, die volmaakt op vierbladerige klaver gelijkt) deels op de watervlakte drijven en ten deele daarboven uitsteken. Zondag-avond omstreeks halfnegen is te Rolterdam een werkman, die aan den Hoo- gen Boezem aan den waterkant had liggen slapen, aldaar in het water geraakt en verdronken. Gis terochtend te halfacht is aldaar in een sloot, loopende door het land achter het kermisterrein, nabij de Veemarkt, het lijk gevonden van eene vrouw van omstreeks 40-jarigen leeftijd. Na afloop der groote manoeuvres is Zaterdag te Hardenberg een stukrjjder 1ste klasse met zjjn been lusschen het affuit en het rad bekneld geraakt en heeft zware kneuzingen be komen. Na een aangebracht gipsverband is hij gisternamiddag naar de infirmerie te Kampen vervoerd. Te Maastricht zijn uit de militaire bergplaats voor munitie 2100 patronen gestolen, zonder dat men den dader of de daders tot hiertoe heeft kunnen ontdekken. Het vreemde van dezen diefstal is, dat de bergplaats door één of meer schildwachten voortdurend wordt bewaakt. Door eenige arbeiders, bezig met uil- baggeren in 't riviertje de Aa, werd onlangs in de onmiddellijke nabijheid van Steenwijk eene antieke kruik gevonden, voorstellende aan beide zijden de beeltenis (buste) van een man in volle wapenrusting, met inscriptie, het jaartal 760 en een wapen. De kruik mist het oor. Uit Bergen-op-Zoom verneemt men, dat de in hechtenis genomen adsistent aan het postkantoor aldaar door de maréchaussée naar Breda is getransporteerd. Hij heeft zijn misstap onmiddellijk bekend. De door hem ontvreemde som bedraagt f 30, welk bedrag hem ter ver zending per postwissel was overgemaakt. Omtrent den brand, die gisteroch tend te Amsterdam plaats had, wordt nog het volgende gemeld: Toen de brandweer in de straat kwam, stond zij voor een vuurzee. De perceelen 115, 117 en 119 stonden in gloed, 113 begon te branden. Verschrikkelijk was het tooneel, dat zich voor de oogen der verschrikte bewoners aan bood. Krakend en knetterend stortten balken neder, vielen gevels in, engeen water. De brandput of liever rioolput in de P. C. Hooft- straat bleek ledig te zijn, de spuiten moesten over slooten op weilanden worden geplaatst, stoomspui ten in het Vondelspark aan een vijver gezet, het was een moeilijk oogenblik. Toen de spuiten slootwater hadden, rook men de modder, die in den beginne in plaats van water werd opgespo ten, en met levensgevaar poogden de brandwacbts den vuurpoel te naderen. He! was vóór negen uur, toen een voorraad bouwmateriaal, die in het midden van de straat voor de brandende percee len lag, in brand geraakte, ten gevolge van de stukken vuur en gloeiende balken, die waren neergevallen. Links de brand in de huizen, in het midden de brand op straat, en ten gevolge daar van, helaasook de brand rechts, die door de hitte en de vonken van de huizen die hei eerst aangetast waren, in gelijke hevigheid toenam. De huizen 126, 128, 130, 132 en 134 werden aan getast, de drie eerstgenoemde onbewoond, de laat ste in gebruik. Gelukkig dat nu ten minste be hoorlijke waterstralen werden verkregen, dat twee stoomspuiten in het Vondelspark krachtig werk ten, dat een derde in een slop van de P. C. Hooftstraat ook water gaf. De huizen 111 (on bewoond), 109 en 121 werden aangetast. Met ver dubbelde krachten werd gewerktvan achteren en zooveel mogelijk van voren werden de waterstralen op en in de brandende puinhoopen en huizen gewor pen. Even voor negenen lieten de brandwachts Fock, Engelenberg en Smit zich aan een lijn van een der brandende perceelen naar beneden, toen de gevel begon te waggelen. Voordat zij geheel op straat waren, viel de muur; Fock en Engelenberg kwamen met lichte kwetsuren vrij, maar Smit werd in bedenkelijken toestand naar het gasthuis gebracht; bij was gekwetst aan den rug en had brandend lood over het lichaam gekregen. Bij de genoemde perceelen werd het vuur beperkt; om streeks kwart voor tienen, ruim een uur na het uitbreken der vlammen, kon men den voortgang als verhinderd beschouwen. De in aanbouw zijnde huizen links, nl. 113, 115, 117, 119 liggen ge heel tegen den grond; van de huizen rechts staan de naakte muren. Uit wel een dozijn woningen in de nabijheid, werden de kostbaarheden in vei ligheid gebracht en vluchtten de bewoners bij de buren, die als om strijd de behulpzame band bo den. Het aantal der vernielde en zeer beschadigde huizen bedraagt twaalf. De brandweer werd om 8.33 gealarmeerd en moest ongeveer 2000 meter slang uitleggen om met de stoomspuiten uit het Vondelspark de vlam te bereiken. In den riool- of brandput was wel een soort van modderig vocht, dat echter niet kon worden gebruikt, uit vrees dat de kleppen van de spuiten onklaar zouden geraken. Later op den dag werd door één stoomspuit dit vocht opgepompt, om tot blussching der puinhoopen te dienen. De brandweer heeft 120 rnan in het werk gehad en de officier Brul is met levensgevaar, terwijl hjj zich zelf met een waterstraal nat hield, uit de vlammen ontkomen. Den geheelen dag was men met blusscben bezig. Tegen den avond zouden waarschijnlijk de zeer wrak staande muren der perceelen rechts worden omgehaald. De spoedige uitbreiding van den brand wordt toegeschreven aan de lichte constructie der huizen, die tevens door openingen met elkander gemeenschap hadden. De brandwacht Smit is bui ten gevaar. Volgens geloofwaardige mededeehngen is bij den brand op groote schaal gestolen, door personen die, van de algemeene verwarring in de belendende huizen gebruik makende, zich uilgaven als behoorende lot een personeel, dat werkelijk tot redding van meubelen als anderszins was ge zonden. Een bij na zeventigjarige schoenmaker te Amsterdam heeft zijne mede hoogbejaarde huis vrouw, met wie hij reeds 35 jaren gehuwd is ge weest, doch waarvan hij sedert eenige maanden gescheiden leefde, Zondag-avond op een donker gedeelte van de Prinsengracht opgewacht en haar verraderlijk eene zoo belangrijke verwonding aan den hals toegebracht, dat zij naar hel binnen-gast- huis moest worden vervoerd, waar zij niet buiten levensgevaar verkeert. De dader, door de politie gearresteerd, heeft zijne misdaad beleden en is daarna naar de cellulaire gevangenis overgebracht. Van Barneveld is gevankelijk naar Arnhem overgebracht zekere E. R., huisvrouw van J. v. d. B. Naar men zegt wordt zij beschuldigd haar tweeden man vergiftigd te hebben. Haar derde rnan, een jongeling, die als knecht bij haar heeft gediend, bevindt zich thans eveneens in ver zekerde bewaring. Als een staaltje van Hollandschen ondernemingsgeest wijst de „Lb. Ct." er op, dal voor het droogmaken van drie meren op ons ge bied Makummer, Parregaster en Workumer meren waarvoor een kapitaal noodig is van 600,000, bij inschrijving voor de eerste der vijf seriën van hei geheele getal van 5000 aandeelen, zijn genomen 915 aandeelen door Engelschen, ter wijl de Hollanders deelnamen voor 85 stuks! De „Lb. Ct." wenscht der Maatschappij van harte toe, dat zij in Engeland verder moge slagen in het plaatsen van nog 4000 aandeelenin Neder land bestaat daarop weinig kans. Daar koopt men liever Peruanen en Turken, die veel interest geven. Het schijnt, dat degedachtenwisse- lingen, te Baireuth door de voor- en tegenstanders van Wagners „toekomstmuziek" gevoerd, nu en dan tot min gebruikelijke argumenten aanleiding geven. In een bierhuis aldaar, waar eiken avond de bezoekers van den nieuwen schouwburg samen komen, geraakte Woensdag-avond een Wagneriaan in zulk eene opgewonden stemming, dat hij, zelf een geleerde, om den hoogleeraar L. van ongelijk te overtuigen, dezen met een bierkan het gezicht aan bloed sloeg. De kapitein-ter-zee Grimal, een tijd- lang regeerings-commissaris bij den krijgsraad te Versailles, welke de beschuldigingen tegen de deel nemers aan de Parijsche commune onderzocht, is tot eene gevangenisstraf van vijf jaren en ver lies zijner burgerschapsrechten voor den tijd van tien jaren veroordeeld. Hij had namelijk in zijne hoedanigheid belangrijke papieren verduisterd en na zijn ontslag daarvan gebruik gemaakt voor artikelen in Bonapartistische bladen. De Duitscbe stoomboot „Hohenzol- lern" is 19 dezer met de „Rheinlander", van de Nederlandsche stoombootreederij, te Unkel, tusschen Bonn en Neuwied, in botsing gekomen, waardoor de „Hohenzollern" eene raderkasl en het rookkabinet verloor. Volgens een Duitsch militair tijd- schrift worden in dezen zomer in Rusland proeven met briefduiven genomen, die, als zij gelukken, de militaire waarde dezer dieren zeer zullen verhoo- gen. Zooals bekend is, kan men ze thans slechts in ééne richting gebruiken, en om dépêches te wisselen tusschen twee plaatsen A en B moet men duiven van B naar A en omgekeerd doen terug vliegen. Thans wil men ze zoo dresseeren, dat dezelfde duif tusschen A en B heen en weer vliegt. Men wil haar eerst den weg tusschen die beide plaatsen leeren kennen, door haar aanvankelijk in de richting van B meer en meer verwijderd van A op te laten. Daarna worden zij in B gedurende eenigen tijd gehouden in een lokaal, dat zooveel mogelijk overeenstemt met dat te A, waar zij eerst verblijf hielden. Wanneer zij daar genoegzaam ge wend zijn, wordt haar de weg naar B geleerd, evenals vroeger die naar A. Nu worden ze b. v. in A 24 uren gevoederd, maar zonder drinken, dan naar B gebracht, waar zjj goed drinken vin den, maar geen voeder. Tegen dat zij hongerig worden laat men ze te B op en ze moeten nu langs den haar nauwkeurig bekenden weg naar A vliegen, waar ze wederom goed eten, doch geen drinken ontvangen. Zoo vinden zij te A, waar ook hare broeinesten in orde gebracht zijn, steeds alleen eten en in B alleen drinken, en wanneer ze een maal eenigen tijd heen en weer zjjn gevoerd en dus het etens- en het drinkens-station hebben leeren kennen, verwacht men dat zij later b. v. tweemaal daags heen en weer zullen vliegen, om te eten en te drinken. Daarvan kan gebruik gemaakt worden om brieven heen en weer te doen bezorgen. Men kan zijn dag te Par ij s op zeer verschillende wjjzen doorbrengen, maar men moet toch niet veel raad met zijn tijd weten, als men van 's morgens acht tot 's avonds zeven uren, dus elf uren, besteedt aan het gadeslaan van de per sonen, die aan eene der fonteinen van sir Richard Wallace, namelijk die op de Place du Chateau Eau, zich komen laven. In die elf uren kwamen er 1738 daar water halen. Garfons uit koffiehui zen met de bekende karaffensoldaten met leege of half gevulde veldflesschenvrouwen vaak met kinderen, welke zij hier reinigdenkinderen zonder opzicht, die hier kwamen spelen, tot de gardien de paix hen verdreef, enz. Er zijn veertig van deze „fontaines-Wallace" in Parijs en er zullen er nog

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2