ning geweest. In het bassin van een badinrich ting, waar hij zijne vertooning gaf, lag een klein scheepje, waaronder Boyton een torpedo aanbracht die te vroeg ontplofte. Het publiek, voor 't welk deze vertooning eene verrassing was, verschrikte niet weinig, toen het plotseling de vernieling van bet scheepje zag. De ontsteltenis nam nog toe, toen men bespeurde, dat de waterkunstenaar ge heel bedwelmd lag. Onmiddellijk sprongen een drietal zwemmers in het bassin en brachten Boy- ton aan wal. Na verloop van eenigen tijd kwam hij weder bij en begaf zich toen nogmaals te water. 't Jammerlijk spoorwegongeluk op Maandag-avond, bij Radstock, dat op de plaats zelve aan 14 menschen 't leven kostte (gezwegen nog van de gekwetsten), moet louter aan verre gaande nalatigheid worden toegeschreven. De lijn is éénspoors en staat onder *t zoogenaamde block - stelsel, dat, behoorlijk toegepast, eene ontmoeting van treinen onmogelyk maakt. Er moet dus door een der beambten een noodlottig verzuim zijn ge pleegd. Het tooneel der ramp leverde de bekende vreeselijke lafereelen op: Kermen en geroep om hulp werden van alle kanten gehoord, afgescheurde ledematen lagen hier en daar verstrooideen rei ziger was onthoofd, een tweede lag verpletterd onder een zwaar ijzeren wiel; een derde ongeluk kige, dienzelfden dag gehuwd, stierf eerst nadat hij vijfdehalf uur onder een zwaar voorwerp vast geklemd had gelegen. De meeste andere slacht offers vonden een snellen dood. BUITEN LAND. Turkije. De correspondent van Reuter te Semlin tele- grapheert: „Tegenstrijdige dépêches komen aan omtrent den strijd tusschen de Turken en Ser viërs. Het Servisch centrum-leger, onder bevel van Cholak-Antitsch, trok terug van Sjenitza. Tsher- najeff rukt tegen de Turken op in de richting van Banja. De Turksche troepen bezetten de door de Serviërs ontruimde plaatsen niet, uit vrees dat deze ondermynd zijn. Er loopen geruchten, dat Rusland en Oostenrijk tusschen beiden zullen ko men. Eene groote hoeveelheid wapenen en muni tie, voor de Serviërs bestemd, zijn te Coma aan gekomen uit Rusland over Wallachye. Binnen acht dagen wordt de bevalling der prinses verwacht." De „Golos" meldt dat Despotovics, de op perbevelhebber der Bosniërs, uit Grahovopolje be richt dat hy den 9den Augustus zeven schansen bestormd en de dorpen langs de Una bezet heeft, van het klooster Ermonja af tot Ticeva en Ras- noglawic toe. Aan hetzelfde blad wordt uit Zimony gemeld, dat Hormatovitsh de passen van Banja verdedigt en er zich staande tracht te houden, daar hij ver sterking verwacht die Tshernajeff hem zenden zou. Doctor Sandwirth ging op last der Servische regeering naar Widdin om met de Turken te on derhandelen over de bescherming, die van beide zijden aan de ambulances van het Roode Kruis zou verzekerd worden, en tevens overeen te ko men den krijg niet rneer met zooveel verwoesting te voeren, noch alles aan de vlammen prijs te geven. Kladowa en Negolin zijn door de Turken bezet. Het verschil tusschen den grootvizier en Midhat Pacha wordt al grooter en grooter. Eene proclamatie van den grootvizier, die in alle bla den opgenomen is, bedreigt de inwoners van Kon- stantinopel, die het wagen in het openbaar of in geheime bijeenkomsten te spreken over de quaestie der hervormingen, met de strengste strafien. Woor delijk staat er in die proclamatie, dat zij als land verraders beschouwd en behandeld zullen worden. Daartegenover heeft Midhat Pacha onlangs eene serie van artikelen uitgegeven, waarin hij zijn programma toelicht en tracht eene machtige partij le winnen, die den tegenstand der Oud-Turksche partij moet fnuiken. Bij de gezindheid van den troonopvolger van den sultan is de proclamatie van den grootvizier niet slechts een désavoueering van de politiek van Midhat Pacha, maar levens €ene soort vleierij van den toekomsligen sultan men gaat zelfs zoover de proclamatie aan diens -inspiratie toe te schrijven. Deze strijd is in den tegenwoordigen toestand hoogst bedenkelijk; fei- ielijk toch berust gedurende de ziekte van den Sultan de absolute macht in handen van den grootvizier en de ministers. Het is dus onmoge lijk dat de toestand lang duurt zonder dat er ern stige gevolgen uit voortvloeien. Uit Belgrado meldt de correspondent van den „Times": Men fluistert hier elkander onrust barende woorden in 't oor en wat geschiedt is nog onrustbarender. Tot dusverre was vorst Milan althans in naam opperbevelhebber van 't Servische leger. Thans is hij dat niet meer, want, natuurlijk met toestemming van den vorst, is Tschernajeff tot opperbevelhebber benoemd. Dit heeft zeer on gunstig gewerkt op de stemming der bevolking voor Milan Obrenovitch. Ook de ministers hebben het zwaar te verantwoorden. Aan hen en aan de buitenlandsche olücieren wijt men de rampen der laatste dagen. Het is dus een gevaarlijk werk voor hen, Tschernajeff nog meer macht te geven. Zij moeten zich de gevaarlijke positie, waarin zij en vorst Milan zich bevinden, volkomen bewust zijn. Vorst Milan zelfs zou, volgens de „N. fr. Presse", aan de vertegenwoordigers te kennen hebben ge geven dat hij bereid was afstand te doen van den troon, indien mocht blijken dat hij een hin derpaal was voor het welzijn van Servië; ook tegenover zijne ministers zou hij zich in dien geest hebben uitgelaten. De Engelsche kolonie te Konstantinopel is verontwaardigd over de wijze waarop sir Elliot de gruwelen, door de Tscherkessen en Baschi- Bazouks in Bulgarije bedreven, heeft vergoelijkt. Men beschuldigt hem willens en wetens de waar heid te hebben verzwegen. Er is sprake van dat de voornaamste Engelschen in Konstantinopel een protest dienaangaande bij het Engelsche ministerie van buitenlandsche zaken zullen indienen. Men meldt aan de „Polit. Corr.", dat in weerwil van de schitterende overwinningen, zich in verstandige militaire kringen te Konstantinopel zekere ontmoediging openbaart, en dat het niet onwaarschijnlijk is dat bemiddelingsvoorstellen der mogendheden door de Porte gunstig zouden wor den opgenomen. Er zijn zelfs voorname staatslie den, gaat de correspondent voort, die geneigd zouden zijn tot opoffering van eenig grondgebied, alleen om aan de opofferingen van geld en men schen, die zich Turkije getroosten moet, een einde te maken. Het eenige wat men in 't voordeel der Serviërs melden kan, is dat zij in weerwil van de enorme verliezen die zij bij Knjazenac leden (het aantal gesneuvelden daar wordt op 2000 man geschat), hun terugtocht op Banja geregeld volbrachten. Zij redden hunne artillerie en namen hunne gekwetsten zelfs mede. Dat die terugtocht in volkomen orde is geschied, wordt in de Turk sche dépêches erkend. Daarin heet het dat de Turksche soldaten te vermoeid waren om aan eene vervolging te kunnen denkentrouwens zij hadden Knjazevac stormenderhand veroverd. Osman Pacha heeft zijn hoofdkwartier te Zajecar opgeslagen en dadelijk een veldtelegraaf opgericht. Telegrammen. PARIJS, 10 Augustus. In de zitting der Kamer werd heden de beraadslaging over de begrooting van oorlog hervat en de nog overig zijnde hoofd stukken aangenomen. Daarna werd in behande ling genomen de begrooliog over schoone kunsten. LONDEN, 10 Augustus. Lord Northcote deelde in het lagerhuis mede, dat de Bank van Engeland sedert 1 Oct. 1875 tot heden van Egypte heeft ontvangen 130,536 pond voor de Turksche leening van 1S54, waarvan nog 61,150 pond over is, en 199,500 voor de Tui ksche leening van 1871, waar van nog 116,922 pond over is. BERLIJN, 10 Augustus. Het bericht in som mige bladen dat het Duitsch eskader uit de Mid- dellandsche Zee zou zijn terugontboden, is onjuist. Er is geen bevel in dien zin gegeven. LONDEN, 11 Augustus. De correspondentie over in Bulgarije gepleegde gruwelen eindigt 9 Augus tus met eene depêche van lord Derby, waarin aan sir H. G. Elliott gelast wordt de Porte te onderrichten, dat zij in Servië niet moet toelaten de gruwelen, in Bulgarije gepleegd, en haar te doen verslaan dat elk nieuw bewijs van wreedhe den voor Turkije nadeeliger is dan een verloren veldslag. De verontwaardiging van Europa zal on vermijdelijk moeien leiden tot een aan Turkije vijandige interventie. BUCHAREST, 11 Augustus. De kamer der af gevaardigden heeft een krediet van 20,000 fl. toe- geslaan tot ondersteuning der uit Servië gevluchte huisgezinnen, wier aantal reeds 20,000 personen bedraagt. Dc Tentoonstelling op Zomerzorg. Flora zetelt thans in al haar pracht en liefelijk heid op „Zomerzorg." De aangekondigde bloemen tentoonstelling is er hedenmiddag geopend. De voorzitter, de heer G. Van Geer, hield daartoe tot de aanwezige leden, inzenders eri genoodigden, waaronder de heer P. F. L. Waldeck, algemeen secretaris der Holl. Maatschappij van Landbouw, en de burgemeester van Oegstgeest, de heer H. D. Ter Wee, eene korte toespraak, waarin hij de in '1S7-2 Ier zelfder plaatse gehouden tentoonstel ling in herinnering bracht. Aangemoedigd door den goeden uitslag, waarmede die tentoonstelling toen bekroond werd, heeft het bestuur der atdee- ling Leiden en omstreken van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw beslolen, dit jaar er weder eene te houden, nu ook van gevogelte. Hij betuigde den heer Courée vriendelijk dank voor de welwillende wijze waarop hij opnieuw zijn zaal en tuin voor dit doel had beschikbaar ge steld, en richtte tevens ook een woord van dank tot de Commissie, die de beoordeeling der inge zonden voorwerpen op zich had genomen, alsmede tot de Regelingscommissie bestaande voor de afdeeling bloemen enz. uit de heeren H. Beek man, A. C. Kriest, J. Van Leeuwen, J. Maler en D. Visser, en voor de afdeeling holer en kaas uit de heeren C. Bulk, L. Den Houier Wz. en A. Van der Marei voor de uitstekende wijze waarop zij zich van hare laak heeft gekweten. Nadat spr. ten slotte de aanwezigen tot een be zoek aan zaal en tuin had uilgenoodigd ze zijn prachtig en de inzendingen ruim, zoodat hij vertrouwt dat er nu evenmin als de vo rige maal van teleurstelling zal sprake zijn nam de heer Waldeck, secretaris van het hoofibestuur, het woord, om er op te wijzen welk eene groote eer hij '1 beschouwde door deze afdeeling Ie zijn uitgenoodigd, de plechtige opening barer tentoon stelling te komen hijwonen. Hij wenschte haar met hetgeen hij reeds had bezichtigd geluk en sprak namens het Hoofdbestuur den wensch uit, dat de afdeeling steeds meer en meer in bloei moge toenemen. Daarna ging de voorzitter de aanwezigen voor om aan de lentoonstelling zelve een bezoek le brengen, welke voorbeeld weldra door vele sladgenooten, na de opening, werd gevolgd. Die tentoonstelling mag inderdaad in vele op zichten gelukkig geslaagd genoemd worden. De pracht en verscheidenheid toch zijn groot. De tuin, waarin stadgenoot en vreemdeling op gewone da gen reeds met zulk een genoegen verwijlen, is thans zoo mogelijk in een waren lusthof herschapen, waarin de kinderen der naluur als om strijd het oog streelen. De aanblik der zaal is niet minder schoon. Ook hier eenvoud, maar tevens keurige smaak hij de wijze van rangschikking der voor werpen. De verscheidenheid is er eveneens niet minder, terwijl daarbij de schoonheid de over tuiging moet geven dat de Commissie van beoor deeling (voor de afdeeling bloemen, planten, vruch ten enz. de heeren J. Been te Rotterdam, F. "Van Dort te Heemstede, R. Eggink te Wassenaar, W. C. Van der Laan en J. F. Van Rijswijk le's-Gra- venhage en L. H. Steedskamp te Haarlem; voor de zuivelbereiding de heeren C. Lagerberg te Zoelerwoude, J. C. P. Sleenhauer te Leiden en D. Verkley te Rijpwetering) eene moeielijke taak. Bij de toekenning der bekroningen heeft gehad- Bij zooveel degelijk gekweekte en fraaie plan ten is de keuze moeilijk. De rnimle waarover wij te beschikken hebben, laat niet toe in bijzonder heden omtrent het tentoongestelde te treden en er op te wijzen wat mooi, wat nog mooier en wat het mooist is. Daartoe kome men zelf zien. De uitspraak der beoordeelings-commissie trouwens wijst daartoe reeds den weg aan. Opmerking ver dienen de beide sierlijke in het midden der zaal prijkende bloemtafels met eau-de-cologne-fontein van den heer J. Couvée Az., wien daarvoor dan ook de eerste besluursprijs is toegekend. De af deeling boter en kaas heeft eveneens eene haar waardige plaats op deze tentoonstelling gevonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2