In het „Alg. Hbld.wordt een schre
ven opgenomen van den vader van het in ver
waarloosden toestand gevonden meisje op den
Haarlemmerdijk. De schrijver, die de namen van
vele getuigen noemt, verzekert, dat het kind nooit
verborgen is gehouden, nooit opgesloten werd, er.
dat haar nooit voedsel werd onthouden. Al had
hij het door deze of geene reden soms sober, toch
ontving het meisje even goed haar deel als de
anderenzij sliep in dezelfde zolderkamer waar
zijn geheele gezin sliep, evenwel in een reeds
vroeger tot slapen ingerichte kast, omdat onmo
gelijk plaats te vinden was, om het voor haar
bestemde ledikanlje te plaatsen. De vader houdt
verder vol dat het kind aan tering leed.
Dingsdag-morgen was het voor de in-
gezetenen van Wildervank een zeer verrassend
gezicht, dat het water in het Hoofddiep ruim
anderhalf voet gestegen was. Men maakte hieruit
de gevolgtrekking, dat er des nachls een verba
zende stortregen moest plaats gehad hebben, waar
door de landerijen eens weer behoorlijk gedrenkt
zouden zijn. Spoedig echter werd men uit den droom
geholpen, toen als een loopend vuur het gerucht
zich verspreidde, dat de dam in wijk r>°. 36, die
in directe verbinding staat met het Stadskanaal,
was doorgebroken en het water met geweld in
.het Wildervanksler Hoofddiep stroomde. Door de
krachtige maatregelen der stad Groningen heeft
de was van 't water thans opgehouden. Een hei-
dam is geplaatst tusschen het Slads-kanaal en het
nieuwe kanaal te Wild-dallen.
Een tienjarige knaap uit de buurt
„de Hp", in de gemeente Ilpendam, moest Woens
dag voor zijn vader een pond buskruit koopen;
een makker van denzelfden leeftijd vergezelde hem.
Toen zij 't kruit in hun bezit hadden, ging de
makker een pijp rooken, en toen deze aan was,
strooide hij er wat buskruit op, met dit gevolg
dat de geheele hoeveelheid weldra ontplofte. De
jongen die het kruit niet gedragen had sprong
dadelijk in het water; zijn kameraad stond geheel
in brand, en werd door anderen in de vaart ge
worpen. Beide kinderen verkeeren nu in zeer zor-
gelijken toestand.
Woensdag-avond werd in de appel-
stroopfabriek van de heeren Pondman Co. te
Utrecht eene zware ijzeren pers naar boven ge-
heschen, toen het touw brak, en een der balken
van den hijschtoestel terechtkwam op het hoofd
van den timmermansbaas N., die daaronder door
liep, waardoor zijn hersenpan werd verbrijzeld. Hij
gaf onmiddellijk den geest.
Eenige ingezetenen van Ravestein,
onder welke de gemeente-secretaris, de rijks-ont
vanger, de postbeambte enz., zijn gedagvaard om
voor het kantongerecht te Grave te verschijnen,
omdat zij als leden van de sociëteil „De Eendracht"
des avonds omstreeks halftwaaif buiten het
sociëteitsgebouw hebben gezeten of gestaan. De
burgemeester treedt als aanklager op.
Gisterochtend verliet een hoogaars,
geladen met zand, de nieuwe haven te Vlissingen;
door de korte zee sloeg het vaartuig vol water
en zonk. De schipper en zijn knechtje zijn beiden
verdronken, niettegenstaande 2 sleepbooten en 2
roeibooten onmiddellijk ter hulp zijn gesneld.
Men weet dat Blondin de Niagara,
boven den val, door middel van een koord is over
gestoken. Deze toer is, naar de New-York Herald
meldt, thans ook door eene Ilaliaansche koorddan
seres, mile. Spelterini geheeten, volbracht, en zij
heeft Blondin in zeker opzicht overtroffen. Ten
aanschouwe van eene ontzaglijke menigte aan de
beide oevers der rivier besteeg zij het koord, ge
wapend met een balanceerstok, en legde al dansend
den afstand tusschen beide oevers af. In tien mi
nuten tijds had zij, uitgaande van den Amerikaan-
schen oever, den Canadaschen oever bereikt. Blon
din heeft den afstand nooit in zoo korten tijd af
gelegd. Na verloop van een kwartier besteeg mile.
Spelterini het koord aan den Canadaschen oever
en kwam in twaalf minuten weer aan haar uit
gangspunt. Aan 't midden tusschen de beide afstan
den gekomen, ging zij met êéne knie op het koord
liggen en groette gracieuselijk de verbaasde en
in de grootste spanning verkeerende toeschouwers.
Omtrent het vergaan van het stoom
schip „Luilenant-generaal Kroesen" worden in de
Indiër" nog de volgende bijzonderheden vermeld,
ontleend aan de mededeelingen van den gezag
voerder, kapitein Verloop:
Te 6 uren waren Poeloe Lagoedi en de andere
eilanden aan den ingang der Lampong baai nog
gepeild, welke opname te 7 uren herhaald werd.
Men had toen Sasaran O.N.O. van voren en met
het oog op een westelijke slrooming, die waar
neembaar was, had de kapitein herhaaldelijk nog
veiligheidshalve een weinig oostwaarts laten aan
houden, zoodat het schip zich in den rechten koers
bevond om bij de westelijke kust van Lagoendi
langs te loopen, toen op eenmaal te 8 uren het
schip, dat toen een vaart van 8 Duitsche mijlen
liep, kort en hevig slootte op een rif. De kapitein
bevond zich op dat oogenblik op de brug; de
eerste stuurman had zich juist naar beneden aan
tafel begeven, doch snelde onmiddellijk naar boven,
waar hij het bevel tot dadelijk hard aan bakboord
brengen van 't roer hielp uitvoeren, welke maat
regel, daar 't schip onbeweeglijk bleek vast te
zitten, niets meer uitwerkte. Het daarop gevolgd
commando van met vollen stoom achteruit te wer
ken bleek evenzeer vruchteloos. De beweging der
machine was machteloos om het schip uit zijne
positie te brengen, en een oogenblik later reeds
kwam de eerste machinist Huysdens rapporteeren,
dat het water in zoodanige hoeveelheid de ma
chinekamer binnenstroomde, dat de machine niet
meer gebruikt kon worden.
Het schip zat onbeweeglijk vast op een klip,
die in het middengedeelte een groot lek geslooten
had. Er was dus geen lijd te verliezen om het zoo
spoedig mogelijk te verlaten.
Reeds worden onder toezicht der bijbehoorende
stuurlieden de booten losgemaakt en losgesneden.
De 1ste stuurman Schvvanck bestuurde het neer
laten van eene boot, waarin hij met de scheeps
papieren en de postpakketten plaats moest nemen.
Doch bij het neerlaten van deze boot, die 't eerst
gereed bleek te zullen zijn, was het opdringen
zoo slerk en trachtte zoozeer ieder eene plaats
te veroveren, dat de voortakel brak, of ontijdig
door onbevoegde hand losgesneden werd, de boot
voorover neersloeg en de reeds daarin geplaatsten
in zee vielen. De mail en de andere scheepspa
pieren gingen daarbij verloren.
De gezagvoerder begaf zich intusschen naar de
kajuit om aan de dames te zeggen, zich in allerijl
gereed te maken om in de giek, die zich op het
voorschip bevond, en die men bezig was te water
te laten, plaats te komen nemen. Maar pas was
hij zelf weder op hel voorschip, of daar ziet hij
plotseling den achtermast overboord zijgen en te
gelijk het geheele achterschip onder water ver
dwijnen.
Het ergste was gebeurd. Het enkel door water
ondersteunde achterschip, nog verzwaard door het
binnengestroomde water, was afgebroken en met
allen die daarop waren gezonken.
Een oogenblik hoopte de gezagvoerder dat het
voorschip nu stand zou houden op de klip, waarop
het vastzat, maar pas is het achterschip afgebro
ken en gezonken, of het voorschip neigt over
één kant en zinktOp dit laatste oogenblik
er was niet meer dan een kwartier verloopen sedert
de boot stootte springt de gezagvoerder over
boord, grijpt een stuk hout, vindt zich drijvend
en zwemmende te midden van drenkelingen en
stukken wrak, eri wordt, na zich 21/, uur half
verbijsterd boven water gehouden en legen woeste
aanvallen van iulandsche drenkelingen, die hem
zijn stuk hout betwistten, verdedigd te hebben,
door een der booten, waardoor zooeven ook de
eerste machinist opgenomen was, gered. Op dat
oogenblik was van het schip niets meer te zien.
De noodlottige afloop zegt de „Indiër"
juist voor de lsle klasse passagiers is blijkbaar
te wijten aan het voorbeeldeloos snel verloop der
schipbreuk. Het breken van het schip, het meest
gevreesde resultaat eener stranding op rotsen of
klippen, volgde hier 10 of 12 minuten na den
eersten sloot. De groote booten moesten allereerst
neergelaten en de noodigste bevelen gegeven wor
den. Wat zou er van de dames en kinderen te
rechtgekomen zijn, indien zij zich al op het dek
bevonden hadden te midden der worsteling van
meer dan 200 man, die elkander den toegang
tot de booten betwistten. Voor de veiligheid der
lste klasse passagiers kon de kapitein niet beter
doen dan de giek los te laten mcken, deze tegen
den aandrang te beveiligen en tegen dat zij ge
reed kwam de lste klasse passagiers roepen en
gezamenlijk daarin plaatsen. Maar de ongelukkigen
hadden geen tijd om de oproeping naar het voor
schip te volgennauwelijks waren zjj nog op het
achterdek boven, of bet geheele gedeelte van het
schip waar zij waren, verzonk met ééne snelle
beweging onder hen in de diepte.
K echtzaken,
Correctionneele uitspraak der rechtbank alhier
van 4 Augustus:
A. T., te Benthuizen, wegens diefstal in dienst
baarheid, gepleegd onder verzachtende omstan
digheden, 3 m. eenzame opsluiting; 11. F. W.
K., te Leiden, w. onwilligen manslag, vrijgespro
ken A. G. en A. de B., beiden te Oudewa-
ler, w. moedwillig toebrengen van slagen en kwet
suren de eerste 6 d. gev., de tweede vrijge
sproken.
KOLONIËN.
BATAVIA, 28 Juni.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende
beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned.,
w. ziekte, aan den griff. bij de landr. te Besoeki en Panaroekan
J. F. E. Ten Klooster. Benoemd: Tot adv.-geD. bij het hoog
gerechtshof, Mr. F. B. Van Leeuwen; tot off. van just, bij den
raad te Makassar, Mr. G. Aldns; tot ads.-res. van Patjitan, H.
H. Donker Cnrtiostot contr. lste kl. bij het binn. best. op
Java en Madnra, A. Salmon Vzn.; tot 3den subst.-griff. bij het
hooggerechtshof Mr. A. E. Pool; tot griff. bij den landr. te
Cheribon, Mr. A. Dolltot comm. op het ads.-res.-kantoor te
Sambas P. Ch. Van Ossenbruggen; tot 2den comm. bij het dep.
der burg. openbare werken, L. Geesdorp; tot ouderschout voor
de pol. te Samarang, F. C. J. Bronckxon; tot lsten kl. op het
ads.-res.-kantoor te Montrado A. W. Alexander.
Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verlof naar
Ned., w. ziekte, aan den lsten loit. der inf. H. B. Van Dam.
Ontslagen: Eervol, de klerk bij den art.-constr.-winkel tc
Soerabaia R. A. H. Tollins Glosenkarop. Benoemd: Tot opz.
over de draaierij bij den art.-constructie-winkel te Soerabaia, J.
F. Hekking.
Departement der Marine. Verleend: Een tweej. verlof naar
Ncd., w. ziekte, aan den machinist lste kl. C. Wagner.
BUITENLAND.
Diiitschland.
De hofraad Von Wagner, een der Duitsche
leden van de jury b'y de tentoonstelling te Phi
ladelphia, waarheen hij door de Duitsche rijkskan
selarij was afgevaardigd, is ir. zijne woonplaats
Würzburg teruggekomen. De „Neue Würzb. Zei-
tung", dit vermeldende, zegtDe inzending uit
Duilschland was betrekkelijk gering. Ook liet de
keuze veel te wenschen over. Maar toch blijkt
uit het resultaat van de werkzaamheden der jury
die veel strenger te werk gaat dan de jury
te Weenen dat vele groepen der Duitsche
werken werden aangewezen als sieraden der ten
toonstelling en als zoodanig door alle aldaar ver
tegenwoordigde natiën werden erkend. Zoo worden
geroemd de afdeeling scheikunde, evenzoo de in
zendingen van den Duitschen boekhandel, waartoe
de voornaamste firma's hadden bijgedragen, o. a.
Perthes te Gotha, in Amerika vertegenwoordigd
door den cartograaf en geograaf August Peter-
mann, eene autoriteit, die de geheele beschaafde
wereld aan de Duitsche industrie der graphische
kunst benijdt. De metaalindustrie en de machine
fabrieken waren er schraal vertegenwoordigd. In
die takken van nijverheid, waarin de kunst-indu
strie eene voorname rol speelt, staat Duitschland
nog altoos bij Frankrijk, misschien zelfs bij Japan
en China ten achter; doch naar de verzekering
der mannen van 't vak vertoonden zich daarin
toch sedert de Weener tentoonstelling kenteeke-
nen van vooruitgang.
Volgens de „Tribune" zijn er tegenwoordig
te Berlijn buitenlandsche agenten, die jongelieden
tegen een handgeld van 160 fr. aanwerven, in
naam voor Indië, doch inderdaad voor Servië. Bij
de openbare autoriteit is onder anderen aangifte
gedaan van het geval, dat een jongeling, behoo-
rende tot eene hoogst geachte familie, eenige we
ken geleden plotseling is verdwenen en thans aan
zijne ouders heeft geschreven, dat hij zich tot zijn
diep leedwezen had laten overhalen om dienst te
nemen naar Indië en toen naar Servië is ge
zonden.
Een boer, Brzoska genaamd, te Kuhnau, in
Pruisisch Silezië, is veroordeeld wegens poging
tot moord op pastoor Grünastel aldaar. Deze gees
telijke was, op grond der wet van 20 Mei 1874..