N°. 5042. Vrijdag A0. 1876. 21 Juli. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: ▼oor Leiden per 3 maandenr.'. 1.10. Franco per postn 1.40. Afzonderlijke NommersB 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Tan 16 regels .7. .7777177 ï7ï.; Iedere regel meer Grootere letters naar plaatsraimti 1.01. 0.17*. STADS-BERICnTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS v.vn LEIDEN, Gezien het adres van de firma P. FONTEIN en ZO NEN, trasfabrikanten alhier, om vergunning tot het op richten van eene inrichting tot het malen van tras, waar bij stoom wordt gebezigd, in het perceel aan de Looier straat, kadaster sectie C. n°. 132S Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 [Staatsblad n°. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Donderdag den 3den Augustus aanst., 's voormiddags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 20 Juli 1876. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN BreDgen bij deze ter algemeene kennis, dat de passage voor voertoigeu en paarden, van den siDgel tusschen de voormalige Koe- en Hoogewoerdspoorten, naar den singel tosschen de voor malige Hoogewoerdspoort en de Zijlpoort, en omgekeerd, gedu rende eenigen tijd zal gesloten zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 20 Juli 1876. SCHILDERIJENTENTOON STELLINGEN. Nauwelijks is de schilderijententoonstelling te Rotterdam afgelooperi, of reeds wordt er elders weder een expositie van kunstwerken van levende meesters op het getouw gezet. Dezer dagen toch ontvingen wij een circulaire, uitgaande van de besluurderen der bekende maatschappij Arti et Amiciliae te Amsterdam, waarin dezen het pro gramma meedeelen, door hen in overleg met de commissie van beheer over de kunstzalen samen gesteld voor de najaarstentoonstelling. Twee belangrijke of althans uitgebreide expo sities in een enkel jaar 't is zeker niet te weinig; maar we zijn er nog niet: ook het bui tenland vraagt zijn contingent. Om ons daarvan te overtuigen, hebben we sleehts le denken aan den Salon de Paris, waar eenige stukken van Hollandsche meesiers prijkten, die er inderdaad een goede Cguur maakten. Voorts mogen we vooral de wereldtentoonstelling te Philadelphia niet ver geten, die ook voor geen gering gedeelte aan spraak heeft gemaakt op de vruchten van het penseel onzer schildersbent, en daaronder zeker niet de minste voortbrengselen, getuige de goede roep, die van de Nederlandsche kunslafdeeling uitgaat. Dat alles pleit zeker voor actie op kunstgebied; jammer dat tegenover actie reactie staatvandaar bij velen de zeker niet ongegronde vrees, dat die steeds in aantal toenemende exposities niet in gelijke mate in belangrijkheid zullen winnen. Het is hier eenvoudig de vraag, volgens welken maat staf men de tentoonstellingen beoordeelt. Wie er een aanschouwelijke voorstelling in wil zien van den vooruitgang onzer kunstenaars, zal zich teleur gesteld vinden. De exposities zijn geen feiten, geen evenementen meerdaartoe volgen zij elkander veel te snel op. Den artisten wordt geen tijd ge gund om tot verademing te komen, en nauwelijks hebben zij een proeve van hun talent geleverd, of men komt reeds weder bjj hen aankloppen om een nieuw bewijs daarvan. Op die manier wordt ernstige studie een onmogelijkheid, en van daar dan ook het minder gelukkige, maar zeer verklaarbare verschijnsel, dat de groole mannen •van het St.-Lucas*gilde zich meer en meer aan onze tentoonstellingen beginnen te onttrekken. Wel bestaan daarvoor redenen van bijzonderen aard wij noemen slechts mindere ingenomen heid met de uitspraken der jury's maar men zal ons gereedelijk toestemmen, dat ook dit een uitvloeisel kan zijn van toenemende onverschillig heid voor de steeds sneller elkaar opvolgende exposities. Het gaat er mee als met de taal- en letterkundige congressen, die dreigen te bezwijk»n aan de gevolgen van al te groote would-be- levenskracht. Een ander geval wordl het, wanneer men de schil derijententoonstellingen louter beschouwt als gele genheden om de kunstvoortbrengselen van het penseel te koopen of te verkoopen. Sommigen mogen de schouders ophalen voor deze naar hun mtening wat al te praclische opvatting, dat doet niets af aan de waarheid dat, gelijk een goed arbeider zijn loon waardig is, ook een schilder of beeldhouwer zijn kunstvoortbrengselen niet altijd onvergolden wil of somtijds zelfs kan zien. In dat opzicht zou men dan veeleer van een bazar dan van een tentoonstelling moeten spreken, en inderdaad heb ben bevoegde beoordeelaars uit dien hoofde de eerste benaming reeds meermalen op onze exposi ties toegepast. Dat in de kunstzalen menig doek een nieuwen eigenaar bekomt, daarvan kunnen vooral tegen den afloop eener tentoonstelling de woorden „verkocht" getuigen, op tal van stukken aangebracht. Schilders en beeldhouwers verkeeren, wat dat betreft, in veel gunstiger toestand dan b. v. toonkunstenaars, wien het niet zelden ont breekt aan de hulpmiddelen, o. a. een goed orkest, om de vruchten van hun talent binnen het hereik van het publiek te brengen. Ziet men nu het programma in der aange kondigde tentoonstelling, die den 22sten October van dit jaar in de kunstzalen van Arli et Ami- citiae zal worden geopend, dan trekt het inder daad de aandacht, dat de drie laatst e artikelen, meer uitsluitend aan den verkoop der ingezonden stukken gewijd, bijna de helft van den inhoud uitmaken. Waar de mannen van het St.-Lucas-gihle zelf aan dat onderdeel van het programma een zoo belangrijke plaats hebben toegekend, mogen wij er zeker wel den wensch bijvoegen, dat menig doek een kunstlievend kooper moge vinden. Wij willen deze regelen niet eindigen zonder de artisten geluk te hebbea gewenscht met de hernieuwde blijken van belangstelling, ook weder in deze expositie betoond door Z. M. den Koning, die behalve de groote gouden medaille met daarbij behoorend diploma een gouden, een zilveren en een bronzen aanmoedigingsmedaille ter beschik king stelde. LEIDEN, 20 Juli. Gedurende de maanden April, Mei en Juni zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de vol gende voor het buitenland bestemde brieven, die wegens onbekendheid der adressen niet besteld konden worden België: J. J. Hartmeyer, Antwerpen; G. Van Nikadias, Gent; N. Heyneman, Luik. Duitschland: Maria Hartmann, Duisburg; J. A. V. Colloseus, Hannover; H. Boers, Rolandseck; J. Van Henk, Mannheim. Engeland: Huygens, G. Turner en C0., Londen. Briefkaarten: C. Thomas, Londen; O Jasonides, Oxford. Frankrijk: Caroline Van Beek, Juslin, Mej. E. Schregel, Parijs. Volgens eene mededeeling van de maat schappij „Nederland" zal het stoomschip „Ma dura", behoorende aan de maatschappij „Java", voor rekening der eerstgemelde maatschappij den 22sten dezer van het Nieuwediep rechtstreeks naar Batavia vertrekken. De correspondentie, welke men met die gelegenheid wenscht te verzenden, behoort op dien dag per tweeden trein aan Den Helder aangekomen te zijn. In verband met het gelijktijdig vertrek uit Rotterdam naar Pa- dang en Batavia van het stoomschip „Hampton", is op het adres der brieven enz. te vermelden met welk stoomschip afzenders de verzending ver langen. Uit Nieuwveen wordt ons gemeld: Een alge meene feestvreugde kenmerkte dezer dagen onze gemeente. Onze geachte burgemeester, de heer S. Van Driel, herdacht den I5den dezer den dag waarop hij vóór 25 jaren door Z. M. den Koning tot burgemeester benoemd werd. Door den ge meenteraad op het raadhuis gecomplimenteerd, werd hem bij monde van den heer Dr. J. Sasse een keurig geschenk namens dat college aange boden, terwijl ook nog andere ingezetenen door het aanbieden van velerlei geschenken blijken gaven van hunne belangstelling in het feest van den dag. Een luisterrijke optocht met muziek en fakkel licht en het afsteken van vuurwerk en bengaalsch vuur zette aan het geheel een eigenaardig karakter bij. Voeg hier nog bij, dat de schoolkinderen toe passelijke feestliederen aanhieven en het Nieuw- veensch zanggezelschap voor de woning van den jubilaris eene kleine uitvoering gaf, dan zal men overtuigd zijn, dat de feestvreugde algemeen is geweest. Allerwegen wapperde de vaderlandsche driekleur en tot laat in den nacht duurde het feest, dat tot aller genoegen en in de beste orde afliep. Tot predikant bij de Ned. herv. gem. te Oude en Nieuwe Wetering is beroepen Ds. A. A. Schouten, predikant te Exmorra en Allinga- wier. Baarn en Soesldijk waren Dinsdag in feest- Z. M. de koning kwam even vóór 12 uur met een huitengewonen trein van het Loo aan, opgewacht door prins Hendrik en een groot aan tal blijvende en tijdelijke bewoners van Baarn, Soestdijk enz., zoodat het getal eigen rijtuigen aan het station bijzonder groot was. In drie open rijtuigen reden de vorstelijke personen en hun ge volg langs de buitenplaatsen van Baarn, waar overal gevlagd werd, naar 's prinsen paleis. Na het ontbijt bezichtigde de koning de verfraaiingen, die de prins aan zijn prachtig buitengoed heeft aan gebracht, o. a. de nieuwe broeikassen Ier zijde van het paleis en de fonteinen aldaar, die voor het eerst werkten. Deze zijn ingericht volgens hetgeen tjjdens de bekende Flora-tentoonstelling te Keulen daar te zien was. In den namiddag kwam prins Alexan der aan. De prinsen bragten tegen 8 uur Z. M. naar het station terugde koning reed daarheen door Baarn in een panier, welke door prins Hen drik werd bestuurd. Prins Alexander blijft eenigen t'gd bij zijn oom. De trein, die te 8.10 vertrok, werd evenals die, waarmede Z. M. was aangeko men, begeleid door deD heer Lockhorst, inspec teur van den Oosterspoorweg. Naar aanleiding van het bericht der straf oefening aan boord van de „Adder", te Vliesin- gen, wordt gemeld dat aan het departement van marine eene speciaal daartoe benoemde commissie ijverig werkzaam is aan de samenstelling van een nieuw wetboek voor het krijgsvolk te water, waarin de lijfstraffen niet meer voorkomen. In de laatstgehouden raadszitting is de aan de orde gestelde benoeming van een directeur der.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1