manspersoon werd de bezoeker van zijn zilveren hor loge beroofd en mishandeld. De politie, van het voor gevallene onderricht, heelt de twee personen gearres teerd en naar het huis van arrest doen over- krengen. Beiden willen het doen voorkomen dat zij geheel onschuldig zijn. Zij zijn voor een gelijk soortig delict, vroeger te Rotterdam gepleegd, door den rechter vrijgesproken. Donderdag-namiddag had te 'Win schoten zekere H. W., die vrij algemeen als een drinker bekend staat en ook nu verre van nuch- teren was, twist met zijn stiefvader, en weldra werden zij handgemeen. Door een dergenen die op het alarm waren toegesneld van elkaar ver wijderd, ontstak de zoon kort daarop opnieuw iu woede, greep een handbijl en wilde daarmede op zijn vader inslaan, toen hem onder het opheffen de bijl ontglipte, die toen door een ander in den tuin werd geworpen. Nu loopt hij naar binnen, baalt een scheermes, en een kreet van ontzetting gaat onder de aanwezigen op, want met dat wa pen werden den vader eenige sneden over het hoofd toegebracht, en ware hij toen niet ontzet en had hij zich niet verwijderd, misschien zou de zoon een vadermoorder zijn geworden. Inmiddels had een voorzichtige buur de politie laten ontbie den, maar zoolang deze niet was verschenen, kon zich ook niemand veilig achtenwant de woestaard liep dreigende en zwaaiende met zijn mes heen en weder. Gelukkig kwam al spoedig de brigadier der rijksveldwacht J. Van Dieren, geadsisteerd door een gemeenteveldwachter J. Bos, opdagen om een einde aan dit tooneel te maken door den onver laat in veiligheid te brengen. Men schrijft aan het „Utr. Dagbl." het volgende't Is eenige jaren geleden, dat Z. M. Willem III op een afgelegen plaats in Gelder land incognito reisde en bij een arm onderwijzer binnentrad. Na dezen een en ander gevraagd te hebben, vroeg de vorst hem ook eenig eten, daar de herberg in dat gehucht Z. M. niets aanlokke lijks aanbood. De onderwijzer, die den koning niet kende, maakte vele verontschuldigingen, wij zende op zjjne armoede. Wat kunt ge me dan geven, vroeg de vorst. Wat eieren, salade en aardappelen met azijn. Zeer goed, zeide de koning, en spoedig was dit door de meesters- vrouw op de met meesters Zondagschen witten zakdoek gedekte tafel gebracht. Z. M. at met smaak liet zich door den schoolman den weg wijzen naar en vertrok. Even buiten het gehucht gaf Z. M. hem een boekje ten geschenke en zeide: daar gij schoolmeester zijt en tevens arm, kan ik u niets beter aanraden, dan goed in dit deeltje te lezen. Z. M. gaf hem de hand en bedankte hem voor zijn middagmaal recht hartelijk. Te huis gekomen, wilde hij dat hoekje even inzien en zie, 't was zijn eigen schoolboekje: De geschiedenis van Jozef. maar verrijkt met een bankbiljet van ƒ1000. Een paar dagen daarna vernam hij, dat deze edele gever de Koning was. Spoedig werd een flinke brief opgesteld, om Z. M. hartelijk dank te zeggen, doch nimmer kwam hier antwoord op. Jaren zijn verloopen, de onderwijzer is minimumlijder gebleven en in die jaren is ook de 1000 den weg gepasseerd van alle guldens, zooals bij hen die jaarlijks te weinig hebben. Zijn gezin is toegenomen en de armoede is vermeerderd. Ten einde raad, neemt hij het besluit aan Z. M. te schrijven, dat het eerste deeltje gelezen was, zoo goed als versleten, ja op was en zie, weinige dagen geleden komt hierop vanwege Z. M. dit antwoordHiernevens het tweede, maar laatste deeltje. Ook dit bevatte weder een bankbliljet van 1000. Uit Vlissingen wordt bericht, dat Vrij dag-morgen omstreeks halfnegen een strafoefe ning plaats heeft gehad op Zr. Ms. ramschip de „Adder", liggende in het dok aldaar. Naar gissing kreeg die schepeling, vastgebonden voor een stuk aan den toren, p. m. 30 a 40 slagen met een «ind touw. Het geschreeuw was hartverscheurend en voor de nabijwonende personen gruwelijk om aan te hooren. De afgeloopen week heeft zich in Xumburg door vele ongelukken gekenmerkt. Te Bochollz werd een herder, 35 jaren oud, leven loos uit een put opgehaald. Te Berg- en Terblijt viel een leidekker, vader van een talrijk gezin, van bet dak eener schuur en overleed den volgenden dag aan de bekomen kwetsuren. Te Maastricht trof een gelijk ongeluk den leidekker B., wiens dood ooger.blikkelijk volgde. Te Reymerstock werd in een waterpoel het lijk van een man gevonden. Te Simpelveld werd een werkman, vader van een talrijk gezin, door instorting van een aardmassa gedood. Te Vijlen viel een man van een wagen en was oogenblikkelijk een lijk. Te Doenrade viel een 79-jarig man van een ladder, waardoor een hensenscbudding ontstond, die zijn leven in gevaar brengt. Te Reymerstock eindelijk geraakte een landman onder het wiel van een wagen, waardoor hem een been werd verbrijzeld. Za terdag-ochten d te drie uren ver trokken uit Deventer drie jongelieden, leden der velocipède-club „Immer Weiter", op hunne twee- wielers naar Amsterdam, waar zij 's avonds te 7 uren aankwamen. Uit Oyen wordt het volgende gemeld: De schadevergoeding voor de noodlijdenden door den watersnood laat zich noch maar altoos wach ten. Hoewel de Ijjsten van de geledene schade door de gemeentebesturen reeds maanden geleden opgemaakt en ingeleverd werden en hoewel er een aanzienlijke som bij de algemeene commissie in kas is, komt het toch niet tot een afdoening van zaken. Toen voor eenige weken de gemeente bezocht werd door een paar leden der hoofdcom missie uit 's-Bosch, vleide men zich met de hoop dat nu spoedig deze zaak geregeld zou zijn, maar tevergeefs. Het is trouwens niet duidelijk wat het eigenlijk doel van dat bezoek is geweest, noch tot welk resultaat het geleid heeft. Hoogstens drie huisjes werden vluchtig opgenomen, en een groot gedeelte der gemeente, juist dat wat het meest geleden heeft, werd niet bezocht. Intusschen is het lot van velen alles behalve benijdenswaar dig en wordt de schade veel grooter dan zij bij spoediger hulp zou geweest zijn. Dit is vooral het geval met hen, die nog altoos in tenten gehuis vest zijn. Vooreerst is het daarin bij groole hitte niet uit te houden en loopt men bij hevige regen buien gevaar doornat te regenen. Het is al on derscheidene malen gebeurd, dat de bewoners midden in den nacht naar een of andere schuur moesten vluchten, omdat hunne slaapplaatsen dreig den onder te loopen. Maar ten tweede lijden deze menschen nog voortdurend schade in hun be drijf. Ver van hun stukje land verwijderd is het hun onmogelijk een geit of varken te houden waarin voor zulke lieden een aanmerkelijk voor deel gelegen is. Het is dan ook te hopen, dat er spoedig een einde aan deze zaak moge komen en de regeling daarvan niet langer worde vertraagd. Te Brussel is in hechtenis genomen een persoon die op de muren der straten schreef „Turkije is bankroet! De Groote Turk is een dief 1" Deze en dergelijke schriftelijke uitingen, die in getal nog al toenamen sedert de jongste Cnancieele maatregelen van de Porte, hadden aan leiding gegeven tot klachten van den kant der Ottomanische delegatie. Tegen halftwee werd gisteren te Weenen gedurende verscheidene seconden een vrij sterke aardbeving gevoeld. Onlangs werd bij den kunstkooper Agnew te Londen een portret van Gainsborough gestolen, waarvoor hij niet lang geleden de enorme som van 120,000 had betaald. Tevergeefs werd een premie uitgeloofd voor hem die den dief ont dekte en het portret bezorgde. Thans meldt men, dat de heer Agnew een schrijven uit Nieuw-York ontvangen heeft, waarin zekere "Wassol meldt, dat hij in Aslor Hotel te Nieuw-York met zgn buit in veiligheid is, daar de Amerikaansche regeering niet meer uitlevert. De dief is wel zoo goed den heer Agnew voor te stellen hem door een ver trouwd persoon 60,000 te zenden, dan zal bij het portret teruggeven. Of dit een verdichte brief is, om het verkeerde te doen uitkomen van de houding der Engelsche regeering in zake het uit leveringstraktaat met Amerika, zal spoedig blijken. BUITENLAND. Pranbrijk. De „Temps" meldt, dat te Nimes eene ver gadering is gehouden van een 200-tal gemach tigden der liberale partij in de Protestantsche kerk, om te beraadslagen over de schikking, die de permanente commissie van de algemeene synode met de gemachtigden der vrijzinnige consistoriën getroffen had. De vergadering heeft met eenparige stemmen (25 leden onthielden zich van stem ming) zich met die schikking vereenigd, behoudens goedkeuring der kerken. Het vergelijk bestaat hoofdzakelijk hierin, dat aan ieder predikant, vóór dat hij geordend wordt, de door de algemeene synode van 1872 aangenomen geloofsbelijdenis zal voorgelezen worden, terwijl ieder predikant zich verbindt die geloofsbelijdenis van den kansel niet te zullen bestrijden. Het „Journal Officiel" bericht, dat Zaterdag de graaf Von Wimpffen in openbare audiëntie Mac Mahon zijne geloofsbrieven als buitengewoon ambassadeur en gevolmachtigd minister van Oosten- rijk-Hongarije heeft overhandigd, met eene toe spraak, waarop de maarschalk o. m. het volgende antwoordde: „De pogingen mijner regeering zullen zich bij de uwe voegen, ten einde nog meer de gemeenschap van belangen uit te breiden, welke onze beide natiën door zoo vele banden aan elkan der hecht en beiden verbindt aan de zaak van handhaving des vredes in Europa." Denzelfden dag heeft Sadik-Pacha den president der republiek de kennisgeving van de troonsbe stijging des sullans Murad overgebracht en brieven aangeboden, waarbij hij in zijne hoedanigheid van Turksch ambassadeur werd bevestigd. Het „Journal des Débats" acht de veran derde houding van Rusland en Oostenrijk, hunne eenigszins achteraankomende instemming met het beginsel der non-interventie, hunne verbintenis om niets gewichtigs te doen zonder overleg met de overige mogendheden, handelingen van zeer loflelijken inkeer, maar ziet er eene volkomen verloochening in van de politiek, welke de nota van graaf Andrassy en het memorandum van prins Gortschakoff bestemd waren om in toepassing te brengen; eene politiek, volgens de „Débats" vol gevaren en bedreigingen. „Zij, die haar hadden beraamd en bekwaam meenden te zijn om de toe passing er van te verkrijgen, zijn", zoo gaat het blad voort, „teruggedeinsd, minder wellicht voor de verantwoordelijkheid voor de ondernemingen, waartoe zij hen onvermijdelijk zouden hebben me- degesleept, dan voor de erkende onmogelijkheid om de kansen van een algemeenen oorlog het hoofd te bieden. Men kan hel stoutweg zeggen, noch Oostenrijk, noch Rusland waren voor zulk eene mogelijkheid gereed, en ziedaar het ganscbs geheim van hunne nieuwe politiek. Maar, welke ook de drijfveeren zijn mogen van de verande ring, al de mogendheden van Europa zullen met blijdschap de bevredigende verzekeringen begroe ten, in hel programma van Reichstadt vervat, om dat zij daarin een ernstigen waarborg zullen zien voor de handhaving van den vrede en eene plechtige erkentenis van de haar verschuldigde deferentie." Groot-Britannië. In het lagerhuis heeft Disraeli gisteren, in ant woord op Baxter's vraag, gezegd dat uit de dé pêches van sir H. Elliot blijkt, dat de berichten omtrent wreedheden in Bulgarije zeer overdreven zijn. Een dépêche van den ambassadeur van Vrij dag-avond meldt dat Christenen worden aange worven, die tegen de Serviërs gezonden worden. In het hoogerhuis heeft lord Derby te kennen gegeven, dat de verklaring van Parijs voor Enge land bindende kracht heeft en Engeland, zonder onjuiste vermoedens te wekken, thans de afschaf fing niet kan voorstellen. Turkije. Aan de „Polit. Corr." wordt uit Ragusa ge meld, dat na een verbitterd gevecht, tusschen de Turken en Montenegrijnen den 14den bij Neve- sinje geleverd, de Montenegrijnen den 16den Blagaj bezet hebben. Dientengevolge heerscht er onder de Christenen te Mostar een paniek en ernstige vrees voor wraakoefening der Mohammedanen. De Montenegrijnen bezetten Glavsko aan de golf van Breno, waardoor de verbinding tusschen Ragusa en Trebinje verbroken is. Volgens telegrammen van Ranko Alimpils plegen de Turken in Bosnië gruwelijke wreed heden en vluchten vele vrouwen en kinderen in het Servische legerkamp. Servische troepen maak ten zich van het geheele Toplitzadal meester. Bosnische opstandelingen sneden voor de Turken de verbinding af tusschen Beljina en Batschka en tusschen Beljina en Tuzla.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2