Te G1 a d b a c h trok dezer dagen een
reiziger algemeen de aandacht door zijne vreemde
handelingen. Onder andeien gaf hij een ververs
knecht een thaler voor het genoegen van eens op zijn
ladder te mogen klimmen. In een hotel, waar hij
had gedineerd en bij het heengaan om betaling
werd aangesproken, zette hij den kellner een
pistool op de horst en nam, toen deze verschrikt
terugweek, ijlings de vlucht. Bij onderzoek bleek
dat de zonderlinge persoon, een reiziger in wijnen,
uit Keulen, op reis krankzinnig was geworden.
De politie heeft hem daarop naar zijne familie
overgebracht.
Donderdag-namiddag, tusschen vier
en vijf uren, is boven Parijs een verschrikkelijk
onweder, gepaard met een aanhoudenden stort
regen losgebarsten, dat zich 's avonds van zeven
tot tien uren heeft herhaald. In verschillende wij
ken, en inzonderheid op Monlmartre, vertoonden
de afloopende straten een zouderling schouwspel
de regen viel in zulke stroomen en met zooveel
geweld, dat het water niet in de riolen viel, maar
er voorbijliep; de banden van de trottoirs geleken
als het ware fonteinende waterstralen sprongen
als van eene fontein tot eene aanmerkelijke hoogte
terug. Er waren oogenblikken dat de voetgangers
onmogelijk de Rue des Martyrs konden oversteken.
De paarden waadden ter halver beenshoogle door
het water, en op sommige plaatsen kon men de
trottoirs niet van de gewone straat onderscheiden.
Er waren kiosken, om welke het water 32 cen
timeter hoog stond. In verscheidene bakkerijen
heeft men het weik wegens het binnengedrongen
water moeten slaken. In de Rue des Poissonniers
zijn vele steenen uit den grond geslagen en over
eene lengte van vijftig meter meegevoerd. Op de
ceintuurbaan kwamen de treinen meer dan een
half uur le laat aan. Hevig waren waren de don
derslagen, waarvan er geen minder dan vijf a zes
seconden aanhield, en allersomberst was de uit
werking van het licht van den bliksem in het
stikdonker. Op den Boulevard d' Ornano is het
dak van een loods weggeslagen.
Een der Oostenryksche uitgevers ad-
verleert voor 1877 een scheurkalender, die alles
in de schaduw schijnt te zullen stellen, wat we
tot heden in dat genre hebben gezien. Links op
het blad, boven den datum, staat de naam van
den heilige aan wien de dag is toegewijd, aan de
rechterzijde een „gulden spreuk". Het onderste
gedeelte van het blaadje, door een dwarsslreep
van de bovenste helft afgescheiden, is loodrecht
verdeeld in twee kolommen. De linker daarvan
bevat een cursus van lessen in vreemde talen, die
met den laatsten Juni eindigt. Indien de eigenaar
van den almanak vlijtig is en juist op 1 JaDuari
begint, zal hij aan het einde van een half jaar
in zes talen hebben leeren spreken. De rechter
kolom bevat van 1 Januari tot 30 Juni Schiller's
complete gedichten. Van 1 Juli tot 31 December
bevat de linkerkolom den laatsten roman van Ju
les Verne en de rechter eene verklaring van de
meeste vreemde woorden, die in het Duitsch voor
komen, en vervolgens een leiddraad voor de al-
gemeene geschiedenis, van Karei den Groolen tot
het einde van 1876. De achterzijde der blaadjes
bevat onderricht in de mythologie en de aard
rijkskunde, een beknopt wetboek voor iedereen,
gemakkelijke tabellen bij becijferingen en nultige
recepten voor de keuken en huishouding. Doch
dat is nog niet alles. De blaadjes zijn zoo gepre
pareerd, dat die gedurende de zomermaanden, in
een schoteltje met water gelegd, als vliegenpapier
dienst kunnen doen, terwijl die van 1 October tot
30 April kunnen worden gebruikt om cigaretten
te maken.
Omtrent de bijenteelt in deVereenigde
Staten, zegt „the Bee Keeper's Magazine", dat men
zich ternauwernood de groote winsten kan voor
stellen, welke de honig-oogst in Noord-Amerika
afwerpt. Een groot ijmker in Californië verdient
jaarlijks ongeveer 25,000 dollars, na aflrek van alle
onkosten. In den staat Nieuw-Vork hebben twee
andere 'rjmkers het vorig jaar ieder 90,000 pd. honig
verkocht. In de Vereenigde Stalen zijn 70,000 ijm-
kers, die gezamenlijk 3 millioen bijenkorven bezitten.
Twee en twintig pond honig per korf wordt als
een redelijke oogst beschouwd. Tegen 65 cis. per
pond, en de opbrengst gerekend op 70 millioen
pond, vertegenwoordigt de jaarlijksche productie
een waarde van 15 millioen. De opbrengst van
de was wordt gerekend op 20 millioen pond, d. i.
15 millioen gulden. Jaarlijks wordt van een en
ander voor 5 millioen gulden uitgevoerd. Vier
bladen houden zich uilsluitend met de bijen-cul
tuur bezig.
lï echtzaken,
Meermalen is melding gemaakt van rechterlijke
uitspraken over het jachlrecht van Z. K. H. Prins
Hendrik in de heerlijkheid Eemnes. Nadat in De
cember 11. het provinciaal gerechtshof le Utrecht
had aangenomen, dat dit jachtrecht op het einde
der vorige eeuw was te niet gegaan en niet her
leefd is ten gevolge van het souverein besluit van
1814, voorzag Z. K. H. zich van die uitspraak
in cassatie. De hooge raad heeft Vrijdag in deze
zaak uitspraak gedaan en het arrest van het hof
vernietigd. De hooge raad nam aan, dat hel be
sluit van 1814 de heerlijke jachtrechten heeft
hersteld, niet alleen ten behoeve van particulieren,
maar evenzeer ten behoeve van den Slaat, voor
zooveel deze ledige heerlijkheden in zijn privaat
domein bezat. Door de uitspraak van hel hof achtte
de h. r. het souverein besluit van 1814 geschon
den, en daar in 's hofs arrest verder alle vereisch-
len van het herstel van heerlijk jachtrecht als
feitelijk bestaande waren aangenomen, werd aan
Z. K. II. de ingestelde vordering toegewezen.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De commissie van den senaat, belast met het
onderzoek van het ontwerp des ministers Wad-
dington (wijziging der wet op de vrijheid van
hooger onderwijs), heeft den heer Kolb-Bernard
tot voorzitter en den heer Fournier tot secretaris
gekozen. Beiden zijn tegen de voordracht.
Het geval met den heer Bokttre, gérant van
het dagblad „Les droits de 1' homme", die ge
boeid en in den celwagen naar den rechter van
instructie werd gebracht, eenvoudig omdat hij wel
zoo wilde, wordt door zijn blad ijverig geëxploi
teerd. Zoo schrijft een der redacteuren van dit
blad„Ik ben niet zonder ongerustheid voor het
leven van den heer Boldtre." Zeer terecht keurt
het „Journal des Débats" deze belachelijke over
drijving af. De gendarme, met de bewaking van
den gérant belast, kon aan zijn neus niet zien,
dat hij journalist was en dus aanspraak had op
zekere égards, die men tegenover gewone gevan
genen niet in acht neemt. Een gendarme is maar
een gendarme, en voor hem zijn alle gevangenen
gelijk. De eerste maal dat hij voor den rechter
van instructie werd gebracht, beriep dan ook de
heer Bolatre zich op zijne qualiteit en werd toen
met het noodige respect behandeld. Waarom deed
hij de tweede maal nie! evenzoo? Zou misschien
de heer Bolitre begrepen hebben, dat de celwagen
en de „cabriolet" (handboeien).uitstekende midde
len van reclame konden worden voor zjjn blad?
De commissie uit de kamer van afgevaar
digden, belast met het onderzoek der voorstellen
betrekkelijk de gemeenschappelijke organisatie, heeft
met bet oog op de moeilijkheden die zjj van alle
kanten ontmoet, besloten hel wetsontwerp op de
samenstelling der gemeentebesturen voor het oogen-
blik te laten rusten. Zij stelt voor van het ont
werp der regeering los te maken de artikelen, die
alleen op de benoeming der maires betrekking
hebben, ten einde daarvan een afzonderlijke voor
dracht te maken, die een geheel voorloopig karak
ter zal hebben, totdat de organieke wet in haar
geheel aan bet oordeel der beide kamers zal kun
nen worden onderworpen. Jules Ferry is belast
met het opmaken van een rapport in dien geest.
Dnitschland.
De zoogenaamde keizer-eik, op het Keizersplein
te-Duisburg, geplant ter herinnering aan de wa
penfeiten der Duitsche armee, is in den nacht
van 21 op 22 dezer bij den voet afgezaagd en
omvergehaald, zonder dat de politie eenig spoor
van den dader heeft ontdekt. Naar men verneemt,
is het reeds voor de tweede, gelijk de „Rhein
und Ruhrzeitung meent zelfs voor de derde maal,
dat dit feit gepleegd wordt.
Nu Dusseldorf eene diergaarde heeft ver
kregen, schijnt men in de naburige steden Neuss
en Crefeld niet voor de Dusseldorfers te willen
onderdoen. In beide steden worden reeds ernstige
beraadslagingen over een plan ter oprichting ge
houden en naar het zich laaf aanzien, ook met
veel kans op het gewenschte resultaat.
Zeven Chineesche officieren zijn te Berlijn
aangekomen, een kapitein en zes luitenants. In
hunne geloofsbrieven wordt de wensch uitgedrukt,
dat het Duitsche gouvernement hun veroorlove
eenigen tijd in het Pruisische leger te dienen,
welk verlof eenigen tijd geleden ook aan Japan-
sche officieren werd verleend, met het doel om
zich bekend te maken met het Duitsche militaire
systeem. De Duitsche keizer heeft het verzoek
toegestaan. De Chineezen werden reeds door den
minister van oorlog ontvangen. Behalve dat zij
in regimenten zullen dienst doen, zullen zij een
cursus volgen aan de militaire academie.
De benoeming van Hofmann, president der
rijkskanselarij, en Von Bülow, secretaris van bui-
tenlandsche zaken, lot Pruisische ministers heeft
in het Pruisische huis van afgevaardigden aanlei
ding gegeven tot een eenigszins breedvoerige dis
cussie. De heer Windthorst achtte de benoeming
onvereenigbaar met de beginselen eener constitu-
tioneele regeering. Al mocht zij niet in strijd zijn
met de letter, zij was het wel degelijk met den
geest der grondwet. De beide benoemden zullen
optreden als Pruisische ministers zonder porte
feuille en zijn in hunne betrekking bij het rijk
afhankelijk van den rijkskanselier, die tevens is
minister-president van Piuisen. Gaarne zou spr.
om aan dergelijke toestanden een einde te maken,
een voorstel doen ter aanvulling der grondwet
met de noodige bepalingen op de samenstelling
van een ministerie; doch daar hij tot de minder
heid behoorde, achtte hij dit op 't oogenblik on
raadzaam en meende hij slechts in overweging
te moeten geven, het bericht der benoeming in
handen te stellen van eene commissie, liefst van
de commissiè voor het rechtswezen. De minister
Camphausen antwoordde, dat de gedane benoeming
ten doel had, den band tusschen Pruisen en het
rijk nauwer aan te halen. Virchow (Fortschritts-
partij) geloofde, dal er tegen die bedoeling geen
bezwaar kon worden geopperd, wanneer men
slechts kon aanloonen, welk voordeel het ryk er bij
kan hebben dat aan het hoofd van het Pruisische
ministerie een man staat, die door dergelijke be
noemingen ieder oogenblik de minderheid bij het
ministerie tot meerderheid kan maken. Men be
weert, dat de koning het recht heeft, zooveel
ministers te benoemen als hij goedvindt. Van dat
recht kon spreker echter in de grondwet geen
enkel spoor ontdekken. Ook heeft men beweerd,
dat doordien de beide nieuwbenoemde ministers
niet als zoodanig gesalarieerd zullen worden, het
huis van afgevaardigden geen recht had om op
de benoeming eenige aanmerking te maken. Ook
daarvan bleek uit de grondwet niets. Dr. Gneist
was insgelyks van oordeel, dat de zaak een punt
van onderzoek kon uitmaken. Na verder debat werd
hiertoe dan ook besloten en de missive verzonden
aan de commissie voor het rechtswezen.
Spanje.
De gedelegeerden uit de Spaansche houders
van Spaansche schuld hebben besloten, de con
versie en gedwongen leening van 175 millioen
pesetas te bestrijden en hun eisch tot betaling van
de helft der coupons van de geconsolideerde schuld
te handhaven. Zij zullen zich dienaangaande tot
den president van den ministerraad wenden.
Zwitserland.
Een groot azntal leden der bondsvergadering
hebben te Bern, onder voorzitterschap van den
heer Droz, lid der bondsregeering, eene bijeen
komst gehouden, om te beraadslagen over mid
delen, om de bevolking in het oosten des lands,
alwaar de jongste overstroomingen zooveel schade
hebben aangericht, ten spoedigste te hulp te komen.
Het departement van binnenl. zaken had in over
weging genomen, eene vergadering bjjeen te roe
pen van afgevaardigden der kantonnale regeerin
gen; doch daar de beraadslaging alsdan minstens
acht dagen zou moeten worden vertraagd, had
de heer Droz op zich genomen, de uit alle kan
tons te Bern aanwezige vertegenwoordigers bijeen
te roepen. Uit de mededeelingen bleek, dat in de
kantons Thurgau en Zurich niet zonder hulp van
bondswege in de schade zal kunnen worden voor
zien. Voor Zurich wordt de schade aan staats-
en gemeentewerken, benevens die van particulie-