LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 5008.
Maandag
A0. 1876.
12 Juni.
STADS-BERICHTEN.
Uit het Gemeente-Verslag over 1875.
ui
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.f 1.10.
Franco per postB 1.40.
Afzonderlijke Nommers9 0.02.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 8 der Verordening van den 4den Mei 1872
(Gemeenteblad N°. 11);
Brengen ter algemeene kennis, dat tot het laten in-
schrijven van nieuwe leerlingen voor de openbare
scholen voor voorbereidend en voor meer uitgebreid
lager onderwijs gelegenheid gegeven wordt:
voor die voor voorbereidend onderwijs, voor jongens en
meisjes, in het schoolgebouw aan de Oude Vest;
voor die voor meer uitgebreid onderwijs der 1ste klasse,
voor jongens, in het schoolgebouw aan de Aalmarkt
der 1ste klasse,, voor meisjes,, in het schoolgebouw aan de
Boommarkt
der 2de klasse, voor jongens, in het schoolgebouw aan de
P ieterskerkslraat;
der 2de klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw aan de
Breestraat
en wel op den 6, 8, 9, 12, 43, 15 en 16 Juni aanstaande
des voormiddags van halfnegen tot negen uren, en
des namiddags van half twee tot twee uren en op den
7, 10, 14, 17 Juni aanstaande des voormiddags van half
negen tot negen uren.
En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de
Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 1 Juni 1876.
IV.
By Hoofdstuk VI B. (gemeente-politie) verdient
nog de aandacht de opgave omtrent de gemeente
gasfabriek, waaruit blijkt, dat daar 73656 heet.
kolen werden verwerkt, welke gemiddeld 21,45 M3.
gas per heet. opleverden, benevens 110296 heet.
cokes, waarvan 60890 publiek werden verkocht.
Het gasverbruik van particulieren bedroeg 1149723
M>. en dat voor de straatlantaarns 264277 M3.
De kosten van politie, brandweer en straatverlich
ting bedroegen respect, f 31680,78, f 3659,83
en 21000. Uit een staat van overtredingen by
het kantongerecht blijkt o. a. uit het cijfer 64
voor het aantal vervolgingen in zake het reinhouden
der straal, dat daaraan goed de hand werd gehouden;
voorts trekt de aandacht de rubriek „honden en
andere beesten" (leesmishandeling van met
95, slijterijen en tapperijen met 49 en over
matige arbeid van kinderen, vooral voor een fabriek
stad van belang, met 9 vervolgingen. In het huis
van bewaring werden opgenomen 348 personen,
daaruit ontslagen 345, bleef op 1 Januari 1876
dus 3 personen, gelijk het staatje ook opgeeft; doch
waar blijft men dan met den persoon, die volgens
hetzelfde staatje de eer had op 1 Jan. '75 de
bevolking van het huis te vertegenwoordigen'?
Voor de militie waren 303 personen ingeschre
ven, terwyl het contingent 108 man bedroeg,
waarvan 1 bij de zeemilitie werd ingelijfd. De
werkelijke sterkte der schutterij beliep 734 man
schappen.
In hoofdstuk VIII, kerkelijke zaken, wordt om
trent de verschillende genootschappen gunstig
getuigd. Vergunning werd verleend tot het aan
vaarden van drie legaten, nl. twee, te zamen ten
bedrage van f 800, aan het paroch. kerkbestuur
van den H.-Petrus, één ad /1000 aan bewind
voerders der Doopsgezinde gemeente.
Hoofdstuk IX, onderwijs, kunsten en weten
schappen. Op het gebied van het lager onderwijs
hadden binnen deze gemeente in 1875 geen bui
tengewone gebeurtenissen plaats. Tot hoofdonder
wijzeres aan de meisjesschool 2de klasse werd
benoemd mej. S. Winkler. De klachten over ge
brek aan hulppersoneel bleven heslaan, terwijl bij
toeneming der schoolbevolking het gebrek aan
geschikte localiteit zich meer dan ooit doet ge
voelen. Van de school van den heer Brouwer
moesten twee klassen naar elders worden over-
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven-
PKIJS DEE ADVERTENTIES i
Tan 16 regels,.rr.;ï.'f LOS.
Iedere regel meer9 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte
gebracht. Het laat zich dan ook verwachten, dat
het voorstel tot aanbouw van een nieuw school
lokaal in verband met de uitbreiding der bees
tenmarkt een gunstig onthaal zal vinden. De ver
bouwing der school voor m. u. I. o. voor jongens
voldoet uitstekend, ook blykens een verslag daar
omtrent van de Schoolcommissie, die zich tot
enkele opmerkingen voor het vervolg bepaalde.
Aan de Kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen werd een rijkssubsidie van /2000,
aan die voor bewaarschoolhouderessen een provin
ciaal subsidie van f 500 verleend. De kosten van
het lager onderwijs bedroegen 98806,78, de
ontvangsten aan schoolgelden /'30010,04. Een
aangename indruk maakt het verslag over de be
waarscholen, zoowel openbare als bijzondere, om
trent welke laatste de belangryke uitbreiding der
departementale vermelding verdient. Aangaande
de Kweekschool voor onderwyzers en onderwijze
ressen werd een vrij uitvoerig verslag uitgebracht
door den directeur, den heer J. A. Van Djjk,
waarnaar wy, om niet te wydloopig te worden,
den belangstellenden lezer moeteD verwijzen.
In het personeel der leeraren aan de Hoogere
Burgerschool om tot het M. O. over te gaan
ontstonden in den loop des jaars eenige verande
ringen, door de benoeming der hh. IJzerman,
Mr. H. B. Groen, Dr. W. Burck en H. Tillema.
Het aantal leerlingen, in Januari 141, verminderde
in den loop van den cursus 1874/75 tot 124.
Het admissie-examen leverde een hoogst ongun-
stigen uilslag op, daar 14 van de 20 adspiran-
tën moesten worden afgewezen. Mogen de pogin
gen van den bekwamen directeur om door overleg
met den heer Japikse mee te werken, dat de
leerlingen van de hoogere klassen dier school in
het vervolg beter slagen, goede vruchten opleve
ren. De Burgeravondschool van het Gen. „Mathe
sis Scientiarium Genitrix" mocht zich in grooten
bloei verheugen en telde 163 leerlingen, waar
onder 31 voor enkele lessen. De kosten van het
Middelbaar Onderwijs bedroegen f 21849,15'/,
tegen 20747,56'/, in 1874.
Op de Kweekschool voor de Zeevaart werd het
reeds zoo hooge aantal jongelieden met nog 12
vermeerderd. De Burgerzangschool met 145, de
Volkszangschool met 294 leerlingen nemen steeds
in bloei toe. Omtrent het Gymnasium wordt ver
wezen naar het afzonderlijk uitgegeven verslag,
dat o. a. een aantal van 49 leerlingen vermeldt.
De kosten bedroegen f 16576,28 tegen/16311,80
in 1874. De Hoogeschool eindelijk telde het aan
zienlijk aantal van 927 studeerenden, waarvan
131 elders woonachtig. Er hadden 76 promoliën
plaats. Voor de Rijksinstelling van onderwijs in
de Indische taal-, land- en volkenkunde lieten zich
38 studenten inschrijven tegen 54 in het vorig jaar.
Onmogelijk zou het ons bij onze beperkte ruimte
zijn in bijzonderheden stil te staan bij de bijzon
dere inrichtingen, opgegeven onder het hoofd
„Kunsten en Wetenschappen." Toch mag niet
onvermeld blyven de Maatschappij voor Toonkunst
te Leiden met '185 leerlingen der muziekschool,
benevens de pas opgerichte afdeeling Leiden der
Maatsch. tot bev. der Toonkunst. De Leidsche Maat
schappij van Nederl. Letlerk. telde 527 binnen-
en 206 buitenlandsche leden.
I-EIUE.V, ÏO Juni.
Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd
lot doctor in de wis- en natuurkunde de heer
J. H. Jennes, geb. te Enschedé, met academisch
proefschrift, get.„De bereidingen en eigenschappen
van het chloor."
De afdeeling voor taal-, letter- en geschied
kundige en wysgeerige wetenschappen der kon.
acad. v. w. zal a. s. Maandag eene gewone ver
gadering houden.
Aan de zwem- en bad-inrichling Rhynzigt
zijn gedurende deze week 653 baden genomen.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 4461 vol
wassen personen en van 1317 kinderen.
Men schrijft ons uit Noordwyk: Met genoe
gen kunnen wy mededeelen dat de stoombootdienst
van Noordwijk op Leiden v. v. als zeer goed ge
slaagd mag worden beschouwd, 't Was trouwens
wel te verwachten dat ze zou rendeeren. Immers
ons schoon, naar vooruitgang strevend dorp, waar
op het zich ook moge kunnen beroemen, zeer
zeker niet op vervoermiddelen die dat streven
zouden verradenwe verkeerden nog lang in den
trekschuitenlijd. (Wij willen daarmede niet zeggen
dat nu de heer Kleinpenning op het gebied der
communicatie ons aan dien tijd heeft ontrukt, hjj
daarmede dien tijd ook op elk ander terrein tot
zijne vaderen heeft verzameldneen, we be
zitten nog zeer veel exemplaren van die gehoor
zame zonen welke de palen hunner vaderen tot
geen prijs zouden wenscben te verplaatsen.)
't Is waar Noordwyk ligt op slechts 50 min.
afstand van den Holl. IJzeren-spoorweg (station
Piet-Gyzenbrug), doch een blik op het biljet van
dienstregeling zal ieder overtuigen, dat wy
met alle zoogenaamde „tusschenstations" al
zeer weinig kunnen profiteeren van dien weg.
Van Amsterdam naar Den Haag vertrekken
dagelijks 10 treinendaarvan stoppen te P. G. B.
5, of de helft I Van Den Haag naar Amster
dam gaan eveneens 10 treinen daags, waarvan
te P. G. B. ophouden... 4 of »/5l
Is commentaar niet overbodig?
Toen de Holl. IJzeren-Spoorweg werd aange
legd, werden de gronden, welke door de lijn zou
den worden doorsneden, onteigend, zooals het heette
ten algemeenen nutte. Men ging dus toen
uit van het zeer goede denkbeeld dat de weg
moest strekken lot nut van het algemeen, ten
gerieve van het publiek; doch wat wordt
er van dit idéé indien de dienst zoodanig wordt
geregeld dat niet het publiek maar de inge
zetenen der steden alleen van den weg kunnen
gebruik maken, terwijl de dorpeling genoodzaakt
blijft van dure en verouderde vervoermiddelen
gebruik te maken?
Meer en meer wint ook de overtuiging veld,
dat hierin verandering moet komen. De IIoll.
IJzeren-Spoorweg-maatschappij echter schijnt niet
voornemens verandering in den toestand te bren
gen; lasteraars zeggen zelfs dat zij het onnoo-
dig zou achten op adressen door den raad daartoe
bij haar ingediend te antwoorden
Men verneemt thans dat eenige raden van aan
de lijn gelegen gemeenten een adres aan de pro
vinciale staten zullen indienen, waarbij wordt ver
zocht haar invloed bij de hooge regeering aan te
wenden ten einde bij eene volgende dienstrege
ling meer op de belangen dezer streek worde
gelet.
Zeer zeker zullen alle ingezetenen rnet dit adres
instemmen, in de hoop dat eindelijk eens de vele
indertijd onteigende hectaren grond beantwoorden
aan het doel bij die onteigening voorgesteld, nl.
het algemeen nut.
De commissie van rapporteurs heeft twee
amendementen op de definitieve begrooting van
oorlog voorgesteld. Het eerste, strekkende tot ver
mindering van art. 9 met 400, betreft de vei>