Deze jongens waren namelijk reeds van Vrijdag
af uit eene kostschool te Emmerik verdwenen. Zij
■waren naar Rotterdam gereisd, naar men zegt
met het doel om zich in den zeedienst te begeven.
De he er en Mrs. Jacq. Wertheim, M. J.
Pijnappel en J. C. de Vries, advocaten te Amster
dam, hebben den consul van het Duitsche rijk,
op zijn verzoek, een advies toegezonden, waarvan
de slotsom is: „Ons oordeel resumeerende, ver
klaren wij, dat ons geen enkele rechtsgrond is
bekend geworden, waarop een rechtsvordering tot
verkrijging van de nalatenschap van Pieter Teyler
van der Hulst of een deel daarvan met eenige
verwachting van gunstigen uitslag kan worden ge
baseerd. Alle moeite, die daarvoor gedaan wordt,
alle gelden, die daarvoor worden besteed, komen
ons voor te zijn lijd- en geldverspilling."
De Fransche minister van landbouw
heeft in de bosschen borden doen aanbrengen met
de volgende vermaningen
Ministerie van landbouw. Dit bord is onder
de bescherming gesteld van het gezond verstand
en de eerl'ykheid van het publiek.
De egel. Voedt zich met muizen, kleine
knaagdieren, slakken en wormen, voor den land
bouw schadelijke dieren. Doodt geen egelsl
De pad. Een hulp voor den landman, ver
nielt tusschen de 20 en 30 insecten in het uur.
Doodt geen padden!
De mol. Roeit rusteloos wormen, maskers,
aardkrekels en andere voor den landbouw schade
lijke dieren uit. Nooit worden overblijfsels van
plantaardige stoffen in zijne maag gevondenhij
doet meer goed dan kwaad. Doodt geen
mollen!
De meikever en zijn masker. Gezwo
ren vijand van den landbouw, legt tusschen de
70 en 100 eieren. Roeit meikevers uil!
Kinderen zullen 25 centimes ontvan
gen voor elke vijf honderd meikever
koppen, die zij den veldwachter ter hand
stellen.
Vogels. Elk departement lijdt jaarlijks
ettelijke millioenen schade door insecten. De vogels
zijn de eenige vijanden dezer laatsten, bekwaam
om ze met goed gevolg fe bestrijden; ze zijn uit
muntende rupsenverdelgers en helpers van den
landman. Kinderen, haalt geen nesten
uit!
Naar men uit Bingen meldt, is in den
nacht tusschen 25 en 26 Mei de aan de chaussée
gelegen, met zware ijzeren bouten en sloten voor
ziene wijnkelder van den burcht Rheinstein open
gebroken en van een deel van zijn kostbaren
voorraad, bestaande vooral uit zeer fijne merken
en flesschen, beroofd. Uit alle kenteekenen bleek,
dat de inbraak door een dievenbende geschied
was. Aan de ijverige bemoeiingen van den slot
bewaarder Hermann en zijn bediende, gevoegd bij
die der politie, gelukte 't reeds in den loop van
den voormiddag vier kerels te pakken, wier uiter
lijk voldoende hun misdryf verried. De voortreffe
lijke Assmanshauser nl., waaraan zij zich rijkelijk
te goed hadden gedaan, had zijn werking niet
gemist, en hoofdzakelijk daaraan had men het te
danken, dat de daders zich niet reeds behoorlijk
uit de voeten hadden gemaakt.
K echtzaken.
Gewezen vonnissen in strafzaken door het kan
tongerecht alhier van 27 Mei:
6 wegens het zitten op eene door honden ge
trokken kar; 2 w. zonder vergunning in den
Rijn te baggeren1 w. rijden op een voetpad
(gem. Leiderdorp).
Correctionneele uitspraak der rechtbank alhier
van 2 Juni:
I. J. Van L., te Voorhout, wegens het moed
willig toebrengen van eene kwetsuur, 5 m. een
zame opsluiting, geldb. van ƒ8 of 1 d. eenzame
opsluitingA. W., te Leiden, w. diefstal in
dienstbaarheid, 2 m. eenzame opsluiting; J. v.
d. W., te Leiden, w. twee wanbedrijven van
eenvoudigen diefstal, 6 w. eenzame opsluiting
A. V., te Langeruigeweide, w. ontduiking der pl.
belasting op de honden, geldb. van ƒ10 of 2 d.
gev.; M. E., te Nieuwveen, w. mishandeling,
vrijgesproken; B. M., te Rotterdam, w. een
voudigen diefstal, 6 w. eenzame opsluiting;
G. W., te Sassenheim, w. diefstal, 18 m. gevan
genisstraf.
De griffier van een der kantongerechten in deze
provincie, die beklaagd wordt van zich in kenne-
lijken staat van dronkenschap op den openbaren
weg te hebben bevonden, is gisteren door het
gerechtshof in Den Haag tot eene geldboete van
I 3 veroordeeld.
Het gerechtshof in Den Haag heeft giste
ren een schippersknecht, die zich den 29sten Febr.
in een logement te Middelburg aan diefstal van
een kleedingstuk schuldig maakte, met aanneming
van verzachtende omstandigheden tot 3 maanden
gevangenisstraf veroordeeld.
Hieina werd behandeld de zaak van den 16-
jarigen C. Q., kweekeling te Rotterdam, en van
H. J. M., 36 jaren, zonder beroep. Den eersten
wordt ten laste gelegd tusschen Aug. 1875 en
Febr. 1876 ten nadeele van zijn hoofdonderwijzer
met behulp van een valschen sleutel uit een les
senaar te hebben ontvreemd eene som van 830
en dat geld te hebben verteerd, ten minste een deel
daarvan, met den tweeden met wien hij een uitstapje
naar Den Haag, Delft en Leiden maakte, terwijl hij
in laatstgenoemde stad werd gearresteerd. De
tweede, indertijd bediende bij een boekverkooper
en belast met de ontvangst van contante gelden,
maakte zich behalve aan genoemde medeplichtigheid
schuldig aan acht wanbedrijven van misbruik van
vertrouwen, en wist zich, sedert 1873, door min
der af te dragen dan hij ontvangen bad, in het
bezit te stellen van eene som van ƒ538.05. Bij
hunne aanhouding werd bij den eersten ƒ110 en
bij den tweeden slechts 20 gevonden. Adv.-
gen. Mr. Van Maanen eischte voor den eersten
besch. van 1 tot 5 jaren gevangenis en voor den
tweeden van 5 tot 15 jaren tuchthuisstrafenacht
boeten van ƒ12.50. De verdediger Mr. Pape wees
voor den eersten besch. op verzachtende omstan
digheden en verzocht zijn straf in eenzame op
sluiting te doen ondergaan. De medeplichtigheid
van den tweeden achtte pleiter voldoende be
wezen; maar hij meende dat het tweede feit niet
bewezen was, daar diens bekentenis op zich zelf
stond en concludeerde te dien aanzien tot zijne
vrijspraak. Uitspraak a. s. Donderdag.
Eenigen lijd geleden zijn voor rechtbank
en hof te Amsterdam procedures gevoerd over
zeker legaat, door regenten van hel gesticht „Vre-
deburg" te Amsterdam uitgekeerd aan de weduwe
Broekhofï, geboren Erhardt, terwijl op die gelden
ook aanspraak werd gemaakt door Anna Maria
Naayers, huisvrouw van Frederik Eduard Mühlradt.
Omstreeks dienzelfden tijd werd door eenige erfgena
men ab intestato van den erflater een actie inge
steld tot vernietiging van het geheele testament, op
grond dat de erflater, tijdens het passeeren van zyn
testament, niet in het bezit van zyn verstandelyk ver
mogen zou zijn geweest. Op verzoek van deeischers
werd in deze zaak een getuigenverhoor gehouden,
na afloop waarvan de regenten afzagen van een
contra-enquête. Woensdag heett de eerste kamer
der arrond.-rechtbank te Amsterdam in deze zaak
vonnis gewezen en daarbij aan de eischers hunne
verschillende vorderingen ontzegd. De rechtbank
overwoog dat uit het gehouden getuigenverhoor
niet alleen niet gebleken was, dat de erflater het ge
bruik zijner verstandelijke vermogens miste, maar
zelfs integendeel, dat lnj op het oogenblik van
het passeeren van zijn testament in het volle be
zit zijoer verstandelijke vermogens was. De onbe
vlekte naam van den notaris G. D. Boerlage te
Uithoorn, voor wien het testament was verleden,
strekte reeds ten waarborg, dat hier aan geen de
minste fraude kon gedacht worden; maar door
het vonnis der rechtbank is deze alom hoogge
schatte notaris, in zoover noodig, volledig in zijn
eer hersteld. Voor de eischers was nu laatstelijk
opgetreden de advocaat Mr. Rud. B. Benjamins.
Voor het gesti lit „Vredeburg" trad weder op de
advocaat Mr. J. A. N. Travaglino.
BUITEL BAND.
Frankrij k.
Aan de „Indép. Beige" wordt uit Parijs ge
schreven, dat de officieele financiers te Weenen,
Rome, St.-Petersburg en Parijs de noodzakelijk
heid beginnen in te zien, om ten aanzien van
den gouden of zilveren standaard tot overeenstem
ming te komen. Reeds zyn nota's te dier zake
gewisseld. Men zal nu Engeland en Duibchland
raadplegen, en 't is te voorzien dat er in den
loop van den aanstaanden winter eene inter
nationale conferentie over deze aangelegenheid
zal gehouden worden.
Groot-Britannië.
In het hoogerhuis zeide lord Derby gisteren in
antwoord aan lord Slratheden, dat hij Engelands
antwoord op de Berlijnsche memorie niet kon rae-
dedeelen, omdat die memorie nog altijd niet aan
de Porte was aangeboden. Op 't oogenblik was
't ook volstrekt niet de tijd om over de belang
rijke gebeurtenis, welke te Konstantinopel bad
plaats gegrepen, te beraadslagen. Hij gelooft, dat
zij 't gevolg was van een spontaan gevoelen van
t volk en niet van uitheemschen invloed. Het is
eene gebeurtenis, die hoogst belangryke gevolgen
hebben kan, maar er is geen enkele reden om
iets anders dan goede gevolgen er van tegemoet
te zien. Wanneer het huis over veerlien dagen
weder bijeenkomt, zou de regeering waarschijnlijk
in staat zijn met meer kennis en vertrouwen over
deze zaak te spreken. Het huis heeft zijne zitting
tot den 13den e. k. verdaagd.
In het lagerhuis zeide Disraeli, in antwoord op
een vraag van Hartington, dat de regeering geeo
bericht van beteekenis had ontvangen over de
gebeurtenissen te Konstantinopel, buiten hetgeen
11. Dinsdag was medegedeeld. Tijdens de ziiting
ontving hij een telegram uit Konstantinopel, maar
het behelsde niels, wat het huis belangstelling kon
inboezemen, behalve dat er alles rustig en de
de Mohammedaansche bevolking tevreden is. H'y
hoopt dat de rnededeeling van het indienen der
Berlijnsche memorie niet noodig zal zijn. De
Britsche regeering heeft die maatregelen van
voorzorg genomen, welke zij noodzakelijk acht om
de belangen en de eer van het land te handhaven,
en zij is voornemens die politiek van voorzorg te
blyven volgen. Tevens constateerde hij formeel
van de zijde der Britsche regeering, dat naar
hare zienswijze de belangen van Engeland het
best gewaarborgd zouden zijn door 't bewaren
van den vrede en dat de eer van Engeland nooit
degelijker kan worden gehandhaafd dan door een
leidende rol le vervullen bij 't s'reven naar de
bereiking van dat doel. Deze verklaring werd met
toejuichingen begroet.
Een bewoner van Afrika's Westkust be
weert in de „Times", dat het tegengaan van den
slavenhandel eene groote vermeerdering van de
menschenoffers in Dahomey en andere neger
staten ten gevolge heeft gehad. De koningen
dier staten weten geen weg met de gevangenen
die zij gedurig bij hunne aanvallen op weerlooze
dorpen en stammen maken. Twintig mijlen van
het Britsche grondgebied op de Westkust is er
een zoogenaamde koning van Porto Novo, die by
zijne troonsbestijging negen dagen lang het bloed
by stroomen deed vergitten en nog steeds, bijna
eiken dag, menschenoflers doet plaats hebben. De
inzender meent, dat het Engelands roeping is,
aan die gruwelen voorgoed een einde te maken.
Woensdag was het de dag van de Derby
wedrennen, en 't parlement hield, ouder gewoonte,
vacantie. De stemming over 't voorstel om dit te
doen werd voorafgegaan door eene vrij levendige
discussie. Sir Wilfrid Lawson, gelijk sinds jaren,
verzette zich tegen 't voorstel lot 't nemen van
vrijaf. Hij wilde elk lid van de wetgevende ver
gadering vrijlaten om naar de wedrennen le gaan
kijken; doch kinderachtig en beneden alles vond
hij 't, de behandeling van 's lands aangelegenheden
opzettelijk te doen stilstaan ter wille van eenige
paarden en jockey's. Thans waren wedrennen in
de mode. Misschien zouden later duivenscbieten of
hanengevechten weer populair worden. Schreef
kort geleden admiraal Rous in den „Times"
niet een brief, waarin hij verklaarde dagelijks
honderd mijlen ver te willen reizen om een
goed hanengevecht te mogen bijwonen? Deze
wedrennen, hij hield er zich overtuigd van, hadden
niets te maken met 't heil van staat of kerk
ofschoon 't waar was dat in 't westen van Enge
land een zegevierend renpaard met gelui der
kerkklokken pleegt ingehaald le worden. Bovendien,
deze wedrennen hadden geene veredelende, doch
veeleer eene zeer schadelijke uitwerking, daar zij
in hoofdzaak neerkomen op dobbelen en wedding
schappen. Spreker had in een blad gelezen, dat
h'y zelf verleden jaar bij de Derby-wedrennen ge
zien was in een rooden rok en met een groene
das. Dit was lasler; 100 pd. st. voor wie bewijzen