Te Hoorn is tot leeraar in de Nederland- sche taal en de aardrijkskunde aan de h. b. school benoemd de heer R. Zuidema. De firma Lenormant en Ouwenaller te Amsterdam heeft hare betalingen gestaakt, naar men zegt wegens belangrijke in Oost-Indië ver strekte kredieten. Onderscheidene leden van de Tweede Kamer zijn hedenmorgen naar Amsterdam vertrokken ten einde getuige te zijn van de plechtige ont hulling van Thorbecke's standbeeld. De heer Groen van Prinsterer verkeerde heden in zeer bedenkelijken toestand, zoodat de geneesheer vreesde, dat de lijder zijn einde nabij was. Z. M. beeft tol burgem. der gem. Dantu- madeel benoemd Jhr. H. H. A. J. De Geer, onder toekenning van eervol ontslag als burgem. der gem. IJlst. Gemengd Nieuws. Hedenmorgen te zes uren is, verge- zeld van den brigadier-majoor en 3 veldwachters, per Rijnspoor naar zijne bestemming Leeuwarden overgevoerd de tot levenslange tuchthuisstraf ver oordeelde Jut, die er bedaard en welgemoed uitzag. Naar men verzekert heeft hij van zijne vrouw geen afscheid genomen. Christina Goedvolk moet een verzoek om gratie of verlichting van straf hebben ingediend, zoodat zij zoolang in de gevan genis in Den Haag zal bewaard blijven totdat daarop eene beschikking zal zijn genomen. Hedenmorgen om elf uur is de turf- drager J. H. op 't Rapenburg bij het uitschieten van de ladder naar beneden gevallen. De heer Roeterink verklaarde, dat de man zijn lenden ge kneusd had. Hij werd op een wagen naar zijne woning op de Korte Langegracht gebracht. De heer S.die in vereenigingmet den thans gearresteerden Jhr. B. zijn provisio neel aan de moeder toevertrouwd kind heimelijk heeft weggevoerd, wordt steeds opgespoord. Men vermoedt dat hij de wijk naar het buitenland heeft genomen. Uit N ij kerk wordt aan de „Arnh. Ct." geschreven, dat een jongen van 8 jaar voor den burgemeester heeft bekend, op Donderdag jl. den brand in de nabijheid dier gemeente te hebben geslicht. De brand, welke 's namiddags omstreeks 12 uren ontstond in een hooiberg, heeft ten ge volge gehad, dat behalve die berg een huis met in boedel, twee koeien en een geit een prooi der vlammen zijn geworden. Onder Lonneker is gisterochtend in eene droge sloot aan den openbaren weg in de buurlschap Eschmarke het lijk van een daglooner gevonden, en in zijne nabijheid een flesch, nog gedeeltelijk met jenever gevuld. Den avond te voren had hij circa halfnegen nog gezond en wel zijn gewone herberg verlaten. Te Kuilenburg is op 8 en 9 dezer tot tweemalen toe in dezelfde stoelenmakerij, telkens des namiddags omstreeks 3 uren, brand ontdekt, die echter dadelijk werd gebluscht. Na vele ver- geefsche pogingen is het Dinsdag den burgemeester gelukt de brandstichtster te ontdekken, zijnde een meisje van 15 jaren. Zij is gevankelijk naar Tiel vervoerd. De justitie heeft Dinsdag huiszoe king gedaan bij een zekeren B. te Simpelveld, thans te Maastricht gedetineerd, onder de ver denking van valsche bankbiljetten gemaakt en des bewust uitgegeven te hebben. Het onderzoek heeft geleid tot de ontdekking van een hoeveel heid Nederlandsche en Pruisische bankbiljetten die, waren zij echt, een waarde van 16,000 zouden vertegenwoordigen. Bij het afgraven van eene wierde (terp) te Westerwijdwerd, gemeente Middelstum, in Groningen, werd eenigen tijd geleden gevonden een uit de hand gemaakte aarden pot met ooren, 6 liter inhoud, en een been van 33 centim. lengte en glad geslepen, misschien een schaats. Dinsdag vertoonde zich in de buurt schap Spaalde, te Zwollerkerspel, een van dolheid verdachte hond; onmiddellijk werd er jacht op gemaakt; ten slotte werd hij door een politie agent doodgeschoten. Het is later een rijksveearts bij onderzoek gebleken dat de hond niet dol was. Het dier had gedurende eenige weken zonder meester buurten rondgeloopen en de laatste dagen de aan rijtuigen gespannen paarden vervolgd en in de pooten gebeten. Zeker heer, wiens hond met hem in aanraking was geweest, heeft zijn huisdier uit voorzorg doen doodschieten. Omtrent de mishandeling van het negenjarig zoontje van Dr. F. D. K. te Deventer door een beschonken sjouwerman, wordt nader bericht, dat naar het oordeel van den olficier van gezondheid Berends en Dr. Büchner, door den rechter-commissaris met de lijkopening belast, de dood van het knaapje veroorzaakt is door buik- vliesontsteking, waarschijnlijk door slagen of stoo- ten teweeggebracht, maar dat de voorloopige in structie geen grond heeft opgeleverd tot vervolging van den vermoedelijken dader, die bij zijn verhoor alle schuld heeft ontkend. De vreeselijke moordtooneelen aan boord van 't schip „Caswell", zoo spoedig gevolgd op 't drama van de „Lennie", mogen gezagvoer ders tot nieuwe waarschuwing strekken tegen het varen met saamgeraapt vreemd volk. Toen de „Caswell" Glasgow verliet, bestond hare beman ning uit enkel Schotten en Engelschen. Te Bue- nos-Ayres zond de kapitein vijf man weg, en nam voor de terugreis naar Queenslown voor hen vijf vreemdelingen in de plaatsdrie Grieken en twee Maltesers. Reeds den eersten dag op zee weigerde een der Grieken (de hoofdschuldige, Big George geheeten) op zijne I eurt den dienst aan 't roer waar te nemen. Vrij onverklaarbaar (en zeker heel onverstandig), liet kapitein Best deze daad van openlijke weerspannigheid ongestraft voorbij gaan. Vier dagen later, den -iden Januari jl., zou hem deze lauwheid berouwen. Terwijl hij bezig was aan Big George te toonen hoe zeker scheeps werk verricht moest worden, stak de Griek hem plotseling zijn mes in 't lijf. Nu volgde eene gru welijke slachting. Nadat de kapitein met messteken en pistoolschoten was afgemaakt, werden de beide stuurlieden en de hofmeester van kant geholpen. De hofmeester kreeg een kogel in 't hoofd, die hem onmiddellijk doodde; de beide stuurlieden werden, de een na den ander, over 't dek nage jaagd, met kogels geveld, en vervolgens, ondanks hun smeeken om 't leven, wreedaardig met mes steken omgebracht. Ten slotte werden de vier lijken aan een anker gesjord, en daarmede over boord geworpen. De Engelsche matrozen (drie of vier man) hadden dezen viervoudigen moord ge heel machteloos moeten aanzienzij waren ver spreid, en, evenals de kapitein en de stuurlieden, ongewapend, terwijl de vijf muiters messen en revol vers bezaten. Een der Engelschen, de timmerman, James Carrick, werd door de muiters uit zijn schuil hoek gehaald. Zij lieten hem knielen in den bloedplas op 't dek, en met een vreeselijken eed hun zwe ren dat hij hen niet verraden en trouw dienen zou. De waarheid was, dat de muiters zelf't schip niet konden besturen, en dus daartoe de hulp be hoefden van Carrick en zijn makkers. Om die re den alléén werd 't leven der Engelschen gespaard. Doch Carrick, ofschoon niet geroepen tot zóó he roïsch eene rol als die van Van Heydonck op de „Lennie," de wakkere Carrick gaf de hoop niet verloren om de schurken aan hunne gerechte straf nog over te leveren. De omstandigheden be gunstigden hem. Nadat namelijk de vijf muiters eenige dagen geplunderd en gebrast hadden, ont stond er onder hen oneenigheid omtrent de plaats van bestemming. Eerst zou men bij Kaap Hoorn 't schip op de kust zetten, en, na zich van de Engelschen ontslagen te hebben, met den buit een heenkomen zoeken. Doch toen men Patagoniê reeds genaderd was, veranderden de muiters van plan. De Maltesers wilden naar Buenos-Ayres, de Grie ken naar hun geliefd Hellas 't vaderland van al deze edele zonen. De twist, zóó ontstaan, was 't behoud van Carrick en zijn kameraden. Want de steven werd naar Europa gewend; bij den mond der La-Plala rivier gingen de beide Maltesers met hun aandeel van den buit aan wal; en de vier ongewapende Engelschen hadden nu slechts met drie gewapende schurken te doen op den weg naar Griekenland. Griekenland, echter, zouden de drie Grieken nooit wederzien. Carrick lag op de loer. Op zekeren avond nam hij zijne kans waar, en sloeg, door zijn makkers geholpen, Big George en nog een der moordenaars met zijne bijl de hersens in. De derde Griek, een éénoogige ban diet, werd, zwaar gewond, in boeien geslagen, en is thans in handen van 't Engelsche gerecht. Di Maltesers zijn te Buenos-Ayres in hechtenis ge nomen en zullen waarschijnlijk spoedig naar Enge land opgezonden worden. De prins van Wales heefteeneprach lige bijdrage voor den Londenschen dierenluii medegebracht. Een aantal bevoorrechte bezoeken hebben reeds een kijkje van die menagerie aai boord van de „Serapis", de „Osborne" en i- „Raleigh" kunnen nemen. Voor de bemanning dier stoomschepen was natuurlijk die dierenwerel: eene groote stof tot vermaak geweest op de reis a zij waren onuitputtelijk iri verhalen. Ook van minde aangename ervaringen wisten zij echter te vertellei Een der tijgers had een dartelen matroos van ziji hond beroofd. Onder de jongere tijgers en luipaarde waren er ook zeer tamme, geliefkoosd speelgoe der zeelieden, die er bijzonder veel behagen i vonden om voor de bezoekers gratis de rol va dierentemmers te spelen. Hier liep er een mi een jongen zwarten beer als een kraag om zij hals; ginds lieten anderen zien, hoe wonderbat wel de beide jonge olifanten, Rustom en Oma gedresseerd waren, terwijl weder anderen de beic tijgers Motie en Jahaun hunne kunsten lieten vei toonen, voor zoover dat althans geschieden koi daar deze beiden niet tot de soort behooren, waai mede te spotten valt. De prachtigste antilopei bestemd om een vierspan uit te maken, tw< kleine buffels, die door de kinderen van den pril voor een wagentje zullen gespannen worden, groot herten, struisvogels uit Aden, vele soorten va vogels enz. waren daar verder aan boord te zie en zullen weldra door het gansche Londenscb publiek bewonderd kunnen worden. lf echtzaken. Het hof te Arnhem deed gisteren uitspraak i de zaak tusschen de Arnhemsche Bankvereeni ging (Boon Hartsinck en Heldring), appellant ca. de wed. Elias, geïntimeerde. De eisch, welk aan appellante door de rechtbank te Arnhem wa ontzegd, strekte tot voldoening van een saldo va ruim ƒ9000, aan haar verschuldigd wegens ee aantal gesloten prolongaliën en vele andere opt ratiën, den geldhandel betreffende. Het gerecht; hof heeft het vonnis der rechtbank vernietigt beslist dat in deze niet werd geageerd uit reke ning-couranten, en in aanmerking nemende, da de vordering genoegzaam was bewezen, deze toe gewezen, met veroordeeling van de geïntimeerdi in de kosten van het rechtsgeding. BUlTEf> LAND. Prankrij k. Paul De Cassagnac vroeg gisteren den ministei van binnenlandsche zaken inlichtingen omtrent d( benoeming van maires in het departement du Gers De Marcère antwoordde dat het ministerie geen inbreuk zal maken op de eerste vrijheden, waar onder het bovenal rangschikt de kiesvrijheidde regeering doet bij benoemingen niets anders dan het verlangen der openbare meening volgen eo bevredigen. Dufaure nam vervolgens het woord en zeide: „Ik ben verplicht aan de Kamer een verzoek aan te bieden van den procureur-generaal te Parijs om hem machtiging te verleenen een gerechtelijke vervolging in te stellen tegen een lid der Kamer." De president Jules Grévy verleende den minister akte van zijn verzoek. In het arrondissement Corte (Corsica) is de Bonapartist Gavini tot afgevaardigde gekozen. Zijn mededinger was de republikein Limperani. Duitschlaintl. De nota, die na afloop van de conferentie der drie staatsmannen is opgemaakt en Zaterdag i» het kabinet van Bismarck aan de gezanten van Engeland, Frankrijk en Italië is medegedeeld, kt' staat uit twee gedeelten. In het eerste wordt ge sproken van een wapenstilstand. Er is niet bepaal' hoe lang die zou moeten duren. De drie keizers verlangen, dat de sultan toestemt in een staking der vijandelijkheden, gedurende welken lijd er tus schen zijn gouvernement en de opstandelingen kan worden onderhandeld over den grondslag^ hervormingen, waarvan sprake is in de nota van Andrassy. Vervolgens wordt medegedeeld, dat opstandelingen verschillende grieven hebben gf' formu'eerd, waaronder eenige, die voldoenden grof'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2