LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4989.
Donderdag
A0. 1876.
18 Mei.
Antidienstvervanging of niet1?
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regels1.06.
Iedere regel meer9 0.17^.
Grootere letters naar plaatsrnimte
li.
Ten opzichte der militaire opleiding van den
einjahrig-freiwillige valt op te merkenBij hun
indiensttreding wordt de zorg voor hun eerste
martiale vorming toevertrouwd aan een „bataljons-
luitenant", zooveel als bij ons te lande de adjudant-
onderofficier, en vervolgens worden zij ingedeeld
bij hun compagnie, doch blijven nog steeds theoreti
sche opleiding ontvangen van genoemden instruc
teur. Zij, die geschikt blijken te zijn om tot officier
van de reserve of de Landwehr te worden gevormd,
gaan na verloop van een half jaar tot de zooge
naamde „Gefreiter" over, d. w. z. zij doen dienst
als onderofficier, leggen na het voleindigen van
het geheele jaar een practisch of theoretisch
examen af, waartoe zij intusschen zijn opgeleid,
en worden ontslagen met een aanstelling als
reserve-officier. Al de overige einjahrig-freiwilligen
moeten gedurende het tweede halfjaar denzelfden
dienst volbrengen als de andere soldaten.
Na al het voorgaande zal het wel overbodig zyn
nog hierbij te voegen dat het in de meeste (lees:
alle?) garnizoensplaatsen aan de einjahrig-frei
willigen geoorloofd is buiten dienst burgei kleeding
te dragen, al brengt dit dan ook in hun verhouding
in andere opzichten geen verandering teweeg,
daar zij b. v., ook zonder militair tenue te dragen,
voor alle officieren moeten aanslaan. Bovendien
wordt hun, wanneer zij den wensch daartoe te
kennen geven, een soldaat toegevoegd om hun
monteering schoon te houden enz., m. a. w. een
oppasser, wien zij daarvoor een geldelijke toelage
moeien verstrekken.
Ziedaar de einjahrig-freiwilligen in korte trek
ken geschetst. Is het wonder als wij beweerden,
dat men, door hen in ons leger over te planten,
of wel een soortgelijke rubriek te scheppen, van
kwaad tot erger zal vervallen? Langs dien weg
toch zal men een soort van aristocraat-militair
verkrijgen, die, in het land der „gnadigen Herren"
desnoods nog te dulden, bij ons een ondraaglijk
wezen zal blijken te zijn. Die amphibieën, het
midden houdende tusschen jonker en soldaat, stu
dent en militair enz., al naarmate van den stand
des bevoorrechten, zullen strekken om een nieuw
vernis over de maatschappij te leggen bij al den
sch'yn en schaduw, die haar reeds ontsiert.
Voor wie toch zal dat soldaatschap buiten de
kazerne bereikbaar zijn Alleen voor hen, wier
ouders in staat zijn een som van Hz f 2000 beschik
baar te stellen voor den dienstplichtigen zoon,
die zich gedurende een jaar de weelde van een
gewoonlijk op vrij onbekrompen wijze doorge
bracht kamerleven met bewonderenswaardige, maar
tevens zeer verklaarbare inschikkelijkheid laat
welgevallen. De ondervinding, in Duitschland opge
daan, heeft althans geleerd dat onder de einjahrig-
freiwilligen soms een ware concurrentie ontstaat
in de trouwens nogal gemakkelijk aan te leeren
kunst van weelderig te leven. Weelde en over
moed nu zyn nauw aan elkaar verwant; vandaar
verschijnselen, gelijk zich in Duitschland reeds
hebben voorgedaan, nl. van oneenigheid tusschen
„eenjarigen" en hun officiers, die zelfs tot een
verplaatsing der laatsten aanleiding gaf.
Wat dunkt u, lezer, zouden zulke voorbeelden
niet uitstekend geschikt zijn om de discipline bij
een leger le bevorderen? Doch dit daargelaten,
valt het zeker niet te betwijfelen, dat zulk een
toestand allerminst geschikt is om het doel te
bereikeD, dat het Antidienstvervangingsbond zich
volgens zijn dezer dagen aan Z. M. den Koning
ingediend adres voorstelt, nl. door gemeenschap
pelijke dienstvervulling bij de jongelieden uit alle
standen het besef op te wekken, dat zij zonen
zijn van één en hetzelfde gezin, dat zij één vader
land hebben, voor welks verdediging het hun een
eer is de wapenen te mogen dragen. Hoe zou
het den minder door de fortuin begunsligden mili
cien wel temoede zijn naast zich in het gelid te
zien den in fijner slof gedosten loteling, dien hij
weet dat een althans in zijne oogen fijne maal
tijd wacht, terwijl hij zelf zich straks zal moeten ver
genoegen met den gewonen soldatenkost Zou de ge
dachte aan dat tal van andere voorrechten, straks door
ons opgesomd, slreelend zijn voor den eergevoeligen
milicien uit lageren stand, die het des te dieper
zal beseffen, dat de geheele zoogenaamde onver
vreemdbaarheid van den militie-plicht, op die wijze
opgevat en toegepast, niet veel meer is dan een
mystificatie.
Men heeft beweerd, dat het stelsel der einjahrig-
freiwilligen aan beoefenaars van wetenschap of
kunst, uitstekende specialiteiten in een of ander
vak enz. de gelegenheid zou schenken tevens hun
studiën voort te zetten. Illusie, louter illusie 1
Immers bij onze Germaansche naburen, wier zonen
vooral niet minder krachtig ontwikkeld zijn dan
de onze, is het bij herhaling gebleken, dat tal
van gegoede jongelieden, aan dergelijke levens
wijze niet gewoon, reeds binnen het eerste half
jaar de hun opgelegde militaire exercitiën met
ziekte moesten bekoopen. Of er onder dergelijke
omstandigheden nog sprake kan zijn van lust of
zelfs vermogen tot studie, laten wij liefst aan de
beoordeeling onzer lezers over.
Boven spraken wij van het nadeel, door het
„eenjarigen"-stelsel op de militaire discipline uit
geoefend. Ook nog in een ander opzicht dan daar
werd bedoeld, doet zich niet zelden die ongun
stige invloed gevoeleü. Waar nl. de milicien ge
plaatst is tegenover een instructeur, die óf wat
al te veel opziet tegen een jonkman van hooger
stand dan hij zelf, of wel zyn voordeel tracht te
doen met de onbeholpenheid, gevoegd bij de aan
matiging van zijn gedistingeerden leerling, daar
ontstaat niet zelden een verhouding, die zelfs
immoreel kan worden genoemd.
Doch wij meenen genoeg te hebben aangevoerd,
om den wensch te mogen uiten, dat de hemel
ons vooreerst beware voor invoering van het stel
sel der „eii jahrige freiwilligen." Tevens vertrou
wen wij, dat wel niemand zal beweren, dat bij
den tegenwoordigen treurigen toestand der kazer
nen afschaffing der dienstvervanging raadzaam,
zoo al doenlijk is. Dienvolgens zijn wij, hoewel
in beginsel de afschaffing der dienstvervanging
toegedaan, van oordeel, dat voor het oogenblik
de tijd daarvoor nog niet is gekomen en dat het
allereerst op den weg van het Antidienstvervan
gingsbond gelegen is, de hinderpalen, welke die
afschaffing belemmeren, op te heffen.
LEIDEN, 17 Hel.
In den loop der maand Juli e. k. zal gele
genheid worden gegeven tot het afleggen der
examens ter verkrijging van acten van bevoegdheid
als vroedvrouw. Zij zullen worden afgenomen te
Leiden. Zij, die tot die examens wenschen te
worden toegelaten, worden uitgenoodigd daarvan
vóór 25 Juni schriftelijk opgave te doen aan den
inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht
voor de provincie Zuid-Holland Dr. L. J. Egeling,
te 's-Gravenhage.
De heer Taverne, pachter der Stadszaal,
aan wiens ondernemingsgeest onze stadgenooten
reeds zoo rnenigen genotvollen avond te danken
hebben, wil nogmaals hiermede niet achter-
bly ven. Hij heeft thans het gunstig bekende Tyro-
ler Zanggezelschap geëngageerd, dat aanst. Dins
dag in de Stadszaal een groot nationaal concert zal
geven. O. a. zullen zich daarby doen hooren de
heeren Holaus, Meick'l, Holwerth, W. Holaus en
Hans Mungenast, en de dames Holaus en Meick'l,
benevens de gezusters Judith en Maria Pircher,
uil het Zillerdal. Toen dit gezelschap in de vorige
maand te Amsterdam in Diligentia verschillende
malen optrad, mocht het aldaar zeer veel bijval
vinden, en wanneer men bedenkt dat de heer
Taverne de entréeprijzen hier zoo billijk mogelijk
zal stellen, dan heeft hij zeker alle reden om eene
flinke deelneming van zijn raedeïngezetenen te
mogen verwachten. De kosten toch aan zulk een
avond verbonden zijn niet gering.
Bij de gymnastiek- en schermklassen op de
gymnasliekschool op de Pieterskerkgracht kunnen,
blijkens achterstaande advertentie, nog eenige
leerlingen geplaatst worden. Om het nuttige dier
lessen en de goede inrichting der school achten
wij het van belang, hierop opmerkzaam te maken.
Gisteren hebben in Den Haag 12 candida-
ten het examen afgelegd voor de akte in de vrou
welijke handwerken; 10 werden toegelaten, mej.
A. W. P. F. Ahn, A. J. Ch. Van der Beek,
M. P. Greshoff, voor nut en smaak; J. F. F.
Logher, M. Nijns, voor smaak; W. C. Sardijn,
voor n. en s.W. G. De Sauvage, voor nut; C.
P. G. Smelik, M. G. H. Stassard, L. J. Vollmar,
voor n. en s.allen uit Den Haag. Voor de akte
als hulponderwijzeres deden 12 candidalen het
examen, van welke 9 werden toegelaten, mej.:
A. A. Adegeest, uit Oudenbosch; H. L. Boers,
uit Rotterdam; C. H. Greeve, uit Leiden; S. J.
De Haan, C. C. H. Hesselberg, J. Van der Schuyt,
uit Rotterdam; A. A. Lunenburg, uit Gouda; C.
E. Niermann, uit Schiedam, J. I. Nobel, uit Feien-
oord. Voor de wiskunde legde 1 vrouwelijke can-
didaal een onvoldoend examen af.
Te rekenen van den 20sten dezer zal wor
den hervat de verzending eener rechtstreeksche
brievenmail naar Engeland door middel der stoom
schepen van de maatschappij Zeeland, welke da
gelijks, uitgezonderd des Zondags, te 8.40 's av.
uit Ylissingen vertrekken en in verbinding staan
met een spoortrein die te 8 's morgens in Londen
aankomt. De correspondentie voor Engeland, be
stemd om in de brievenmail over Vlissingen te
worden begrepen, wordt onder anderen uit Am
sterdam le 3.10 av., uit Utrecht te 3.54 av., uit
Den Haag 1.27 av. en uit Rotterdam 2.45 av.
verzonden.
Aan de rijkskweekschool voor onderwijzers
zal met het begin van den cursus 1876/77, aan
vang nemende 1 Sept. 1876, gelegenheid zijn tot
plaatsing in het eerste studiejaar van 19 kwee-
kelingen te 's-Hertogenbosch, 20 te Haarlem en
20 le Groningen, ten einde daar, op kosten van
het rijk, opleiding tot hulponderwijzer le ontvan
gen. Tot het examen worden toegelaten zij die,
blijkens over te leggen geboorte-acte, tusschen 1
Januari 1860 en 15 April 1862 geboren zijn.
De stukken moeten vóór 15 Juni 1876 vrachtvrij
worden toegezonden aan den directeur der kweek
school, by welke men geplaatst wenscht te worden.
In den loop van de maand Juli e. k. zal
gelegenheid gegeven worden tot het afleggen der
examens, ter verkrijging van acten van bevoegd
heid als leerling-apotheker (apothekers-bediende).
Zij zullen worden afgenomen te Meppel en te
Middelburg. Zij, die tot die examens wenschen te