tot den kleinen burgersland, waaronder gewoonlijk weinig of geen deelnemers tot zulke hooge verze keringen worden gevonden. Terwijl gister namiddag te Rotterdam een sleeperswagen, met een paard bespannen, de Kleine Draaibrug kwam afrijden, wilde zekere C. v. L. voor het paard uitwijken. Hij kreeg daar door een stoot van het lemoen tegen de borst en viel op den grond. Niettegenstaande de sleepers- knecht alle moeite deed om het paard in te hou den, is de man overreden, waarbij hem een der wielen over het hoofd is gegaan, zoodat hij onmid dellijk den geest gaf. Gisteravond is in de "Wijnstraat te Rotterdam brand ontstaan in een pand, dienende tot bewaarplaats van kalk, enz., ten behoeve der spoorwegwerken. De brandweer is het vuur spoe dig meester geworden. Een te Breda te buis behoorend on derofficier, voor eenige dagen in een dorp nabij Breda met verlof, is door een paar boeren zoo mishandeld, dat hij thans ziek in het hospitaal ligt. Zij meenden, dat hij ongeoorloofden omgang hield met een minderjarig meisje, wat echter ge bleken is niet het geval te zijn. Zekere J. S.uit Urmond (Limburg), die den 8sten Maart jl. werd gearresteerd als verdacht van den moord op Jan "Van Cleef, uit Nattenhoven, is thans, na ongeveer twee maanden preventieve gevangenis, op vrije voeten gesteld. Het onderzoek, dat door eene com missie van twee officieren van het garnizoen te "Vlissingen is ingesteld naar de bedr'yvers van de balddadigheid, die met den immortellenkrans ge pleegd is, welke den 29sten April jl. bij het standbeeld van De Ruyler was nedergelegd, heeft niet tot de ontdekking der eigenlijke plegers van het feit geleid. Een sergeant en een korporaal van het koloniaal werfdepot, medegeleiders van het detachement suppletie-troepen, dat den vorigen dag op de „Friesland" ingescheept was, hebben, toen zij met andere onderofficieren des morgens omstreeks halfvyf uit eene herberg kwamen, vol gens hunne verklaring, den krans gevonden, han gende aan de vergulde laars voor een schoenrna- kerswinkel op de Bierkade. De korporaal heeft daarop den krans medegenomen en hem later, nadat een sloeproeier van het loodswezen dien had opgeëischt, eerst op straat gegooid en ver volgens over het hek van het standbeeld gehan gen. De bewoners van den schoenmakerswinkel hebben des nachts voor hun huis hooren dansen en springen, doch weten niet wie dit gedaan heb ben. Des morgens vonden zij de sloep bedekt met bloemen, gelijkende op die van den krans. An dere getuigen verklaarden den krans in het bezit te hebben gezien van onderofficieren en korporaals, die er mede gooiden en schopten. Niemand heeft echter het eigenlijke feit zien plegen. Te Zwolle hebben gedurende 14 da gen een 12-jarig meisje en een 10-jarige jongen bijna eiken middag eene armbus in deR.-K. kerk aan de Ossenmarkt bestolen, zonder dat het werd opgemeikt. De gestolen gelden werden des avonds in banketwinkels versnoept. Tegen deze jeugdige deugnieten, die zich reeds vroeger moeten hebben schuldig gemaakt aan dieverijen, is procesveibaal opgemaakt. De burgemeester te Elberfeld heeft bekend gemaakt, dat Zaterdag aldaar uit een menagerie een luipaard is ontvlucht en zijn weg heeft genomen over den Grilflenberg naar de zuid waarts van daar gelegen bosschen. Het dier is ontsnapt bij het overbrengen naar een ander hok. Aan de autoriteiten in de omliggende plaatsen is onverwijld per telegraaf bericht gezonden. Reeds een paar uur later zijn een aantal jagers onder aanvoering van een polilie-commissaris uit Elber feld op weg gegaan om den gevaarlijken vluchte ling op te sporen. Tevens is een afdeeling mili tairen uit Dusseldorf gerequireerd om jacht op hem te maken. Blijkens bericht van gisterochtend had men nog geen spoor van hem ontdek!. De jacht wordt op uitgebreide schaal voortgezet. Een der Par ij s c he bladen deelt de volgende bijzonderheden mede omtrent den handel in valsch haar. In het vorig jaar werden er te Marseilte 75,000 kilo van aangevoerd, uit de Levant, Klein-Azië, Egypte, Indostan, China, Italië, Spanje en andere landen. Maar deze 75,000 kilo is nog slechts een gedeelte \an het valsche haar, dat, verwerkt, door Frankrijk in den handel wordt gebracht. In 't geheel bedraagt dit 130,000 kilo's. Al dat haar, afkomstig van levenden en dooden, gekamd, gekaard, gekroest, in chignons, vlechten, krullen, bandeaux, toupets, enz. geeft een uitvoer ter waarde van 1,500,000 fr., die meerendeels bestemd is naar Engeland en Amerika. Hoe ont zaglijk dit cijfer van 130,000 kilo's z'y, is 't voor de modezucht nog bij lange niet voldoende. Van daar dat de opkoopers te Parijs en in andere groote steden van Frankrijk op middelen bedacht zijn geweest, om in 't bezit te komen van de haren, die de kam bij 't kappen meevoert. Met dat doel hebben zij den voddenraper in den arm genomen. Het hoofdtooisel der dames komt ten deele uit den voddenzak I Als deze geledigd wordt, komen er een handvol kleine papiertjes uit, in elkaar gefrommeld, gevuld met den afval van het haar. De vrouwen kappen zich, nemen de haren uit de kam weg, rollen die op in de afgedankte papillotten, die deels in den vuilnisbak worden geworpen, deels door de dienstboden van de hooge verdiepingen uit het venster op straat worden gesmeten, waar ze in het straatvuil of gootwater blijven vastkleven, en zoo worden zo óf uil den vuilnisbak óf van de straat opgenomen door den voddenraper. Wie zou het die schitterende vlech ten, die glanzende krullen, zoo verschillend van kleur en lengte, die krullen en vlechten, waar mede de dames pronken en die ze zoo gaarne voor eigen haar zouden doen doorgaan, aanzien, dat ze een tijdperk gehad hebben, dat men, uit viesheid, ze met de tang niet had willen aanraken? Diezelfde afval nu wordt te Parijs voor 5 a 6 franken het kilo verkocht. De voddenrapers leveren hunne waar af aan kleine opkoopers; dezen be werken het haar en zetten het af aan groothande laren, die het op hunne beurt aan pruikenmakers en kappers verkoopen. De Madridsche correspondent van den „Times" geeft het volgende verhaal van hel vermoor den van een Engelsch onderdaan door de Spaansche „guarda costas" op de „Clementina": In het be gin van de voorgaande week werd een klein schip, te Gibraltar thuis behoorende, wegens de hooge zee genoodzaakt in de wateren van Malaga voor anker te gaan. Door He ambtenaren van de be lastingen werd vermoed dat het schip sluikwaren aan boord had, dat dan ook zeer wel mogelijk was; dal feit echter, indien 't al bewezen wordt, is geen verontschuldiging voor de gewelddadigheden die, zooals bepaaldelijk is uitgemaakt, gepleegd zijn. De kommiezen gingen eensklaps aan boord van 't schip en commandeerden het scheepsvolk onder dek om het gevangen te nemen. Een der zeelieden van gemengd ras van Gibraltar 'l welk ge woonlijk den naam van „rock scorpion" (rots schorpioen) draagt begreep het bevel niet of weigerde te gehoorzamen. Oogenblikkelijk werd op hem geschoten, de man kreeg een kogel door de dij en stortte op het dek neer. Zijn makkers onder in 't schip vroegen verlof hem Ie mogen helpen, doch dit werd geweigerd; de kommiezen stonden op 't dek zonder den gewonde de minste hulp te verleenen of hem, zooals zij volgens hunne instructie verplicht zyn te doen, naar 't hospitaal te brengen. De man bloedde langzaam doodhet dek werd glibberig van zijn bloeddrie uren lang bleef hij zoo liggen en nog was hij, toen hij ein delijk opgenomen werd, niet bezweken. Zijn leven had gemakkelijk behouden kunnen worden, indien hij naar het hospitaal gebracht was en intyds de bloedvaten waren opgebonden. De Engelsche consul Wilkinson lelegrapheerde oogenblikkelijk naar den Engelschen gezant Layard, te Madrid, in wiens handen de zaak thans is. De Spaansche autoriteiten hebben beloofd, dat zij den dienst der douane op zee zouden doen waarnemen door kanonneerbooten, met zeeofficieren bemand, die in den regel recht vaardig en rnenschelijk zouden te werk gaan^doch tot dusverre bleven zij in gebreke dit te doen. Het tegenwoordige personeel van de „guarda costas" is dorn, brutaal, roofeuch'ig volk, dat maar al te zeer geneigd is gruwelen te begaan. Volgens den „Courier des Etats-Unis" bewondert men tegenwoordig te Nieuw-York eiken avond de electrische verlichting van het stoom schip „l'Amérique". Het licht is op het voorge deelte van het vaartuig in een zeven meters hoog torentje aangebracht, en zóó geplaatst, dat zijne stralen door niets kunnen worden onderschept, j Door middel van een vernuftig werktuig kan het schijnsel bestendig of afgebroken worden gemaakt. De toestel is uitgedacht om aanvaringen bij nacht te voorkomen. Bij gelegenheid der aanstaande ope ning der wereldtentoonstelling te Philadelphia heb ben de heeren A. B. Fleming en Cie., fabrikanten van drukinkt en plantaardige machine-olie te Edin- burg in Schotland, eene advertentie in „Daily News" geplaatst, die de gansche eerste pagina beslaat. Zij bevat nochtans alleen zijn uitvoerig adres, maar dit is gesteld in 72 der meest bekende talen van de wereldalle talen, die in Europa worden gesproken, voorts Chineesch, Japaneesch, Singaleesch, Sanskrietsch, Javaansch, Syrisch, Ara bisch, Chaldeeuwsch, Hèbrëeuwsch enz., ja zelfs in stenographic en telegraalteekens. Het is eene staalkaart van talen, voor philologen niet zonder belang en in ieder geval merkwaardig. In het Hollandsch is slechts een drukfout ingeslopen: voor „inkt" staat „inkh". Het nommer zal als I curiositeit zeker by duizendtallen verkocht wor den, en aan den naam van Fleming eene blij vende bekendheid geven. Uit Samara n g wordt gemeld: Een niet onaardig teeken, dat de inlanders op den weg van vooruitgang niet geheel stilstaan, is de oprichting van eene groote en keurig nette warong op Boe- loe. De wanden zijn netjes met gebloemd behang selpapier beplakt en met spiegels en schilderijen versierd, en stoelen, divans en banken van ver schillende soort noodigen de bezoekers uit om plaats te nemen. Aan zindelijke tafels gezeten, worden de bezoekers bediend \an heigeen zij be- geeren. De pisangbladen, welke men in de ge wone warongs ziet, zijn door borden vervangen, en naast inlandsche kost kan men er Europeesch en Chineesch gebak, brood, goed klaargemaakte biefstuk, fricadel, benevens hagelwitte rijst met de gewone toespijzen bekomen. Naast veritable koffie en thee, beter dan zij in menig logement ge schonken worden, zijn stroopen, brandy, wijn, ma nilla- en toebansigaren ter dispositie van den be zoeker. De prijzen zijn er zoo ma'ig, dat men voor 50 cent een flinken maaltijd doen kan; een kop sterke koffie met suiker kost slechts 2!/j cent, of als men er melk in verlangt 5 et. De minvermogende inlander kan er echter voor een paar duiten evengoed terechtkomen, als aan een gewone warong. Tot dusver wordt deze restauratie zeer druk bezocht, zoowel doör inlanders als door Chineezen, en zelfs nu en dan door Europeesche dames en heeren, zoodat de ondernemer een Maleier van Batavia goede zaken maakt. Vooral op Zaterdag en Zondagavond is het stampvol, even als Vrijdag-voormiddag, wanneer vele inlanders het kerkhof te Bergotta gaan bezoeken. Rechtzakeu. Art. 7 der wet tot vaststelling van bepalingen bij het voorkomen van hondsdolheid heeft dezer dagen in de provincie Groningen aanleiding gege ven tot eene rechtsvervolging. Op den 3den dezer waren nl. voor den kantonrechter te Zuidhorn gedagvaard 10 personen uit Oldekerk en 13 uit Noordwijk, beklaagd dat zij resp. op 11 en 19 Maart jl., in vereeniging met elkander, met knup pels naar een ton hadden geworpen, waarin een kat opgesloten was. Het O. M. eischte 5 tot f 25 boete en gevangenisstraf van 1 tot 5 dagen voor ieder, te zamen of afzonderlijk (conform het aangeh. art. 7, waarin „het moedwillig kwellen, pijnigen of mishandelen van een hond of eene kat" wordt strafbaar gesteld als boven). De hooge raad (kamer van strafzaken) heeft bij arrest van gisteren verworpen het beroep in cassatie van D. G. N. Van Veen, die wegens den bekenden effecten- en juweelendiefstal te Rotter dam tot 12 jaren tuchthuisstraf is veroordeeld. De hooge raad heeft ten deze beslist dat de beide voorgestelde cassatiemiddelen niet gegrond waren en dat er aan geene op zich zelf staande verkla ring van eene getuige, die niet onder eede had mogen worden gehoord, was te denken. In de civiele terechtzitting van het gerechts hof in Den Haag heeft gisteren adv.-gen. Gregory conclusie genomen in het proces van curatoren in het faillissement van den vroegeren kastelein der Witte Sociëteit tegen den heer Nicola, firma Abercrombie en commissarissen dier Sociëteit. Die

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2