LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4076.
Woensdag
A0. 1876.
3 Mei.
STADS-BERICHTEN.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meerB 0.174*
Grootere letters naar plaatsruimte
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN
brengen bij deze ter kennis van de kiesgerechtigden, dat
ingevolge art. 8 der wet van den 29sten Juni 1851 (Staats
blad n°. 85), de verkiezing, ter vervulling van de in den
Gemeenteraad openvallende plaats ten gevolge van het
genomen ontslag door den heer J. SEELIG, die in 1877
moest aftreden, zal plaats hebben op Dinsdag den 23sten
Mei aanstaande, en dat, zoo eene herstemming mocht noo-
dig zijn, deze zal geschieden op Dinsdag den 6den Juni
daaraanvolgende.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 25 April 1876.
SCHUTTERIJ
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen
te weten, dat, ter voldoening aan de wet van den llden
April 1827 Staatsblad n°. 17), een aanvang zal worden ge
maakt met de inschrijving voor den Schutterlijken dienst,
van degenen welke daartoe dit jaar in de verplichting
vallen.
Dat deze inschrijving zal geschieden in tien afzonderlijke
registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in
1842 tot 1850 ingesloten, welke zich hier ter stede, sedert
de vorige inschrijving, uit andere plaatsen metterwoon
hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de mili
tairen, die sedert de laatste inschrijving hun paspoort ver
kregen en zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich
in dit Rijk en binnen deze gemeente sinds de laatste in
schrijving gevestigd hebbende vreemdelingen, zullen wor
den ingeschreven achter in de registers, waartoe zij vol
gens hunnen ouderdom behooren; terwijl de geborenen
in het jaar 1851 zullen worden geplaatst in een nieuw
register, te welen: het eerste van den jare 1876 en het
tiende, of dat der geborenen in 1841, van het vorige jaar,
zal komen te vervallen.
Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde
personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijge
stelden of uitgeslotenen te behooren, en dus ook niet die
personen, welke reeds hun ontslag uit den Schutterlijken
dienst hebben bekomen.
Dat de registers van inschrijving, ingevolge art. 5 van
het Koninklijk besluit van den 21sten Maart 1828 Staats
blad n°. 6), zullen worden geopend op Maandag den 15den
Mei aanstaande, en op den lsten Juni daaraanvolgende
zullen worden gesloten.
Dat derhalve de personen, welke zich voor gemelde
sluiting op den lsten Juni niet hebben doen inschrijven
(en dus ook ieder persoon, van elders zijnde komen wonen
of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbende vreemde
lingen, alsmede de militairen, welke hun finaal ontslag
hebben bekomen en niet weder zijn in dienst getreden),
bij ontdekking, alsnog achter de teekening tot sluiting,
door het Hoofd van de Regeering aan het einde van het
register te plaatsen, zullen worden ingeschreven, met bij
voeging van het woord: ambtshalveen volgens art. 9, door
den Schuttersraad zullen worden verwezen tot eene geld
boete, en daarboven dadelijk, zonder lolingbij de Schut
terij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de
verzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of
uitsluiting te hunnen aanzien bestonden; terwijl in zoo
danig geval het huwelijk hun ook geene aanspraak geeft
om in de tweede klasse gebracht te worden; alles onver
minderd zoodanige strafbepalingen als, uit krachte der
wet van den 31sten December 1832 Staatsblad n°. 67), op
hen mochten kunnen worden toegepast.
Dat een ieder wordt vermaand om, voor zooveel hij niet
van een geboortebewijs voorzien is, voor hen welke alhier
geboren zijn, dat bewijs te komen afhalen ter secretarie
dezer gemeente (afdeeling burgerlijke stand), van heden
af, van des voormiddags 9 tot 's namiddags 4 uren, terwijl
zij, welke elders geboren zijn, zich dat bewijs vóór de
inschrijving zullen moeten aanschaffen; zullende een ieder
verantwoordelijk zijn voor de gevolgen, wanneer hij, bij
gemis zijner geboorteakte, door eene verkeerde opgave
van het geboortejaar, abusievelijk wierd ingeschreven.
Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt herinnerd
dat zij bij de inschrijving tevens zullen moeten opgeven
hunne woonplaats, benevens het straatnommer hunner woning,
hun beroep en dat hunner ouders, zoo die nog in leven zijn,
alsmede den tijd van inwoning alhier, en eindelijk of
zij ingeschrevenen gehuwd of ongehuwd zijn, en in het
eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel van
elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaand, om
zich van een extract uit het huwelijksregister te voorzien,
om daarop door den heer der gebuurte waarin zij wonen,
het getal hunner kinderen te doen ccrtificeeren, teneinde
daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende
alsmede tot de afgifte dier huwelijks-extracten van heden
af worden gevaceerd ter secretarie dezer gemeente (af
deeling burgerlijke stand), van des voormiddags 9 tot
's namiddags 4 uren.
Dat, ten einde deze inschrijving geregeld afloope, een
iegelijk, in die termen vallende, bij, deze wordt opge
roepen, om zich te vervoegen in een der vertrekken van
het Raadhuis, en wel:
Op Maandag den 15 Mei 1876,
de bewoners van wijk I, II en III;
Op Dinsdag den 16 Mei 1876,
de bewoners van wijk IV en V
Op Woensdag den 17 Mei 1876,
de bewoners van wijk VI,
benevens de bewoners van de buitenwijk;
Op Donderdag den 18 Mei 1876,
de bewoners van wijk VII en VIII;
telken dage van des voormiddags 10 tot des namiddags
2 uren;
met uitnoodiging, om op den bepaalden dag zich stiptelijk
ter aangeduider plaatse aan te melden, ten einde men zich
niet te wijten hebbe de gevolgen, welke uit het achter
blijven zouden ontstaan; zullende wijders het tijdstip,
dat de registers ter inzage zullen liggen, en de dagen der
loting, welke volgens de wet, vóór den 1 Juli aanstaande
geheel zal moeten zijn afgeloopen, nader worden bekend
gemaakt.
En verder gelet hebbende op art. 7 van Zijner Majes-
teits besluit van den 7 September 182S Staatsblad n°. 55),
roepen bij deze op alle personen, welke als gehuwd of
als weduwnaar met kind of kinderen, in het afgeloopen
jaar in de termen zijn geweest, om uit dien hoofde in de
tweede klasse van de algemeene rol der Schutterij te
worden gebracht, doch sedert dien tijd, door het overlijden
van hunne vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben
verloren om in die klasse te verblijven, en dus alsnu in
de eerste klasse der voor dit jaar op te maken algemeene
Schutters-rol geplaatst moeten worden, om van dusdanige
verandering van omstandigheden schriftelijk kennis te ge
ven, of zich daartoe ter secretarie aan te melden, des
voormiddags tusschen 9 en 1 uur, vóór den tijd van aan
vang der inschrijving, en dus uiterlijk tot den 13 Mei
aanstaande; zullende, wanneer deze kennisgeving door
den belanghebbende mocht zijn verzuimd, en hij dienten
gevolge niet bij de Schutterij zou zijn ingelijfd, door Bur
gemeester en Wethouders procesverbaal tegen hem moeten
worden opgemaakt en aan de Rechtbank ingezonden, ten
einde op den nalatige toe te passen de strafbepaling van
art. 1 der wet van den 6den Maart 1818 {Staatsblad n°. 12),
houdende eene geldboete van ten hoogste/100,en eene
gevangenisstraf van ten langste veertien dagen, hetzij af
zonderlijk of wel beide straffen te zamen genomen.
En wordt deze door aanplakking en door plaatsing in
de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den lsten Mei 1876.
LEIDEN, 2 Hei.
Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd
tot doctor in de geneeskunde de heer M. Rutgers
van der Loeff, geb. te Leiden, met academisch
proefschrift, getiteld: „Over het eerste optreden
der syphilis aan den mond."
Naar het „Vaderland1' verneemt, heeft de
senaat der Leidsche hoogeschool tot de regeering
het verzoek gericht om het ontslag, door den heer
Gevers van Endegeest als curator der universiteit
gevraagd, niet te verleenen. Dat dit verzoek niet
eveneens is gedaan ten opzichte van den heer
Philipse, vindt zijn oorsprong in de omstandigheid,
dat deze alleen uithoofde van zijn gezondheidstoe
stand van dezen werkkring wenscht ontheven te
worden.
Bij gelegenheid van het diner, dat Vrijdag
avond ten paleize te Amsterdam werd gegeven,
heeft Z. M. de leden van den gemeenteraad ge-
lukgewenscht met de verheffing van het Amster-
damsch athenaeum lot universiteit. Het wetsont
werp op het hooger onderwijs toch was dien dag
door Z. M. bekrachtigd.
Het stoomschip „Voorwaarts", kapt. J. Graadt
van Roggen, van Batavia naar Nieuwediep, heeft
gisteren de reis van Suez voortgezet.
Gisteren zijn in Den Haag geëxamineerd
voor de akte in de wiskunde 7 candidaten, die
allen zijn afgewezen.
Den 13den dezer moet te Nieuwediep
overgaan aan boord van het via Suez naar Java
bestemde stoomschip „Koning der Nederlanden"
een detachement, sterk 158 militairen, waaronder
8 onderofficieren, onder bevel van den naar Ja vb
terugkeerenden luit.-kolonel II. G. Bouwmeester
en het medegeleide van den kapt. der inf. M. W.
Goldbach en den lsten luit. der art. A. B. C.
Dam, beiden eveneens van verlof terugkeerende,
benevens de 2de luit. der inf. G. D. Van Epen,
H. M. Sloot en J. Langenbach met echtgenoote.
In de gisteren te Amsterdam gehouden
buitengewone algemeene vergadering van aan
deelhouders in de maatschappij tot exploitatie van
staatsspoorwegen is het voorstel der directie om
de lijn Hasselt-Luik over te dragen aan den Bel
gischen Staat aangenomen met algemeene stem
men op negen na.
Z. M. en de Prinsen hebben Zondag-ochtend
te Amsterdam de godsdienstoefening in de Nieuwe-
kerk bijgewoond onder het gehoor van Ds. Vinke.
De Koning nam bij den terugkeer op straat een
verzoekschrift aan, dat hem door een vrouw werd
overhandigd. Wegens de ongunstige weergesteld
heid is het voorgenomen bezoek aan Artis achter
wege gebleven. Prins Hendrik vertrok Maandag
per trein van 9.40 en Prins Alexander per trein
van 11.20 over den Hollandschen spoorweg naar
Den Haag. Vóór zijn vertrek bracht Prins Hendrik
des ochtends tusschen 6 en 7 uren, vergezeld van
de heeren graaf R. J. Schimmelpennick en den
adjudant baron Holmberg de Beckfeldt, een be
zoek aan het graf van De Ruyter in de Nieuwe-
kerk, waarop Zondag nog door een onbekenden
vereerder van den zeeheld twee immortellen-kran
sen waren nedergelegd.
Te Vlissingen wapperde den 29sten April
de nationale vlag reeds in den vroegen morgen
van alle openbare en vele bijzondere gebouwen.
Des namiddags te 2 uren kwamen een aantal
jongelieden van Middelburg, die een bloemkrans
op het voetstuk van De Ruyters standbeeld neder-
legden. Des avonds te 8 uren verzamelden zich
de leden der Maatschappij tot Nut van 't Alge
meen, van de Vereeniging voor volksvoordrach
ten enz. in de zaal van den heer Kuypers,
waar door Dr. Snellen in eene redevoering het
leven en de bedrijven van den grooten admiraal
geschetst werden. Van hier begaf men zich te
9 uren, met de beide muziekcorpsen aan het
hoofd, met fakkellicht in optocht naar het stand
beeld van den admiraal, dat met vlaggen was om
geven en waarvoor eene estrade was opgericht.
De heer Engelsman Kleynhens, oud-hoofdofficier
der marine, directeur van het loodswezen en wet
houder der stad, beklom die verhevenheid en hield
tot de duizenden personen, op deze plaats ver-
eenigd, eene korte toespraak, die door muziek
werd afgewisseld en gevolgd.
Diepe verontwaardiging maakte zich Zondag
van alle ingezetenen meester, toen ruchtbaar werd
dat des nachls de krans was weggenomen en
vernield. Men is de daders op het spoor. Het
vermoeden namelijk beslaat, dat eenige korporaals
der infanterie zich uit brooddronkenheid daaraan
hebben schuldig gemaakt.
Naar men verneemt is de deelneming aan
het diner, dat bij gelegenheid der onthulling van
Thorbecke's standbeeld te Amsterdam zal plaats
hebben, niet onaanzienlijk. Velen echter schijnen
zich te hebben laten terughouden, omdat zij zich
drie weken vóór den feestdag niet meenden te
kunnen verbinden. Te hunnen gevalle en in het
belang der feestviering heeft het Comité besloten
den toegang voor hen, die tot dusverre verzuim
den zich op te geven, nog open te stellen, mits
z\j zich vóór 5 Mei aanmelden hij den secretaris
Mr. M. F. De Monchy, te Amsterdam.