GOEDKOOFE HDZIEK OPENING VAN HET MAGAZIJN PORSSLEIH. GLAS. AABDIWEM ENZ, Haarlemmerstraat 19, Leideu. ADVERTENTIE N. Bestelkantoor te Leiden. DE GRACIEUS E, tot bevordering der Toonkunst. Uitvoering met Koor en Orkest. Dineeren. TE HUUR, TERSTOND, a 3 en 5 CENT PER PAGINA EN OMSL\G. Depot bij G. A. J. TETHOFF Jr., H.H. Muziekonderwijzers genieten behoorlijk rabat. Maandelijks verschijnt een bulletin van nieuw gedrukte Muziek. 3D. WIJMBEEKL, Hij verdeelt zijne rede in twee deelen. In de I eerste plaats onderzoekt hij de vraag of de be kentenis, afgelegd door Christina Goedvolk, op aan nemelijke redenen is herroepen, en in de tweede plaats behandelt hij de vraag, of de bekentenis, aan genomen dat er geene aannemelijke reden voor de herroeping bestaat, is bevestigd en dus het be wijsmiddel oplevert om tot veroordeeling le ieidcn. Om de eerste vraag juist te kunnen onderzoeken, gaat pl. eerst na wat en hoe zij bekend heeft. Op 16 Augustus van het verleden jaar heeft Christine Goedvolk die bekentenis afgelegd. Zij heeft toen een omstandig verhaal van het gebeurde gedaan en dat verhaal heeft zij in het algemeen nooit ingetrokken. Maar ten aanzien van hare schuld is de verklaring, door haar afgelegd, niet omstandig, daalt zij niet in bijzonderheden af, en dat verhaal is wel teruggenomen. Den 16 en 18 Augustus verklaart zij dat Jut dikwijls over moorden had gesproken en haar had voorgesteld zich mees- Ier te maken van het geld van mevr. v. d. K. dat zij eerst geruimen tijd had tegengestreefd, maar ten slotte had toegestemd in het voorstel door hem gedaan. Wal dat was: stelen of moor den, welke rol ieder was opgedragen, daarom trent is niets gebleken. Alleen heeft zij gezegd, nadat zij later door Jut was geïnterpelleerd, dat zij in zijn voorstel had toegestemd. Zij heeft ver volgens verklaard dat zij weet, dat hij 't huis is binnengegaan, maar welke rol er is gespeeld en welke middelen zijn te baat genomen om de mis daad te plegen, daaromtrent is niets verklaard. Vervolgens gaat hij hare bekentenissen na, die zij nu weder heeft herroepen, omdat zij daardoor het lot van haar man wilde verzachten. Wij ad- ocaten, wij beschikken over andere middelen om le zeggen wat in het gemoed van ons is omge gaan. Hoe is die vrouw tot bekentenis gekomen? Die vrouw voelde sedert lang een onverstootelijken aandrang om de waarheid te zeggen. Zij verkeerde jaren lang in angst voor de ontdekking van de misdaad, in angst voor hel lot van haar man, in het besef zich aanhoudend te vergrijpen tegen de maatschappij door het middel, dat tot ontdekking en bestraffing un ds daders kon leiden, te onthouden aan de politie. De wenk om de waarheid te zeggen was haar niets liever. En zij had al vroeger bekend, maar waarom niet? Aan den anderen kant stond haar man. Zij wist dal Jut nooit bekennen zou. Wat volgt daaruit? Dat, wanneer zij de waarheid zegt, zij verraad pleegt aan haren man. Aan den eenen kant de waarheid, rnaar aan den anderen kant aan verraad tegen haren man. Welnu, zij pleegt verraad aan zich zelve. Zij wilde zich liever zelve betichten. Spreker herinnert nog eene karakteristieke bij zonderheid. De vrouw schaamde zich het woord be kentenis uit te spreken. Dat verzocht zij in den brief aan hare zuster, die door niemand dan door deze mocht gelezen worden. Dit was eene welge- prepareerde daad. Wat hare handeling betreft om zelve schuld te bekennen ten einde haar man niet te verra den, die handeling is volkomen in overeenstem ming met de betrekking die tusschen beide besch. bestaat. Tegenover de maatschappij mogen zij zondig zijn, zij zijn dit niet tegenover elkander. De voorstelling van het O. M. is niet juist. Wat heeft Christien gedaan? Ook zij wilde haar man zien vóór haar bekentenis. Dus dat verlangen van Jut kan rusten op andere gronden. Indien zy eens een afspraak hadden gemaakt? Jut heeft de onschuld van zijne vrouw volgehouden vóór zijne bekentenis en buiten tegenwoordigheid van zijn vrouw. Toch gelooft pleiter dat de tegenwoordigheid van zijn vrouw dienen moet om haar aan te wijzen hoe zij voortaan te handelen had, maar pleiter gelooft niet dat Jut onwaarheid sprak. Hij had geen voornemen te bekennen, hij is zijne zenuwen en zich zelf geheel meester; zoolang het zijn eigen zaak gold heeft hij niets bekend. Toen de vrouw echter de schuld op zich genome* had, werd zijn zaak die van zyn vrouw en kwsm hij tot bekentenis. Dit was het eenige middsl om zijne vrouw te rechtvaardigen. Voorts gaat spr. verschillende bekentenissen na, om daariü de on schuld van diens vrouw te betoogen. „Moeder, deuk aan je kind, getuig je onschuld," waren Juts laatste woorden. Die woorden moeten in ver band beschouwd worden met de vorige woorden dat „liefde voor haar echtgenoot baar leidde om haar man te sparen." Met andere woorden wilde Jut dus zeggen: „Vrouw, gij hebt plichten als vrouw le vervullen, maar ook als ino der. Dwingt uw plicht als vrouw u onwaarheid te spreken, I nog een andere plicht rust op u, die u dringen moet waarheid te zeggen." Voorts heelt Jut gezegd j dat alles wat hij verklaard heeft de volledige waarheid is, dat hij nooit er toe gekomen zou zijn, zoo God niet zijn hart had gebroken door de gedachte dat hij alleen zijn vrouw icchtvaardi- digen kon. Er wordt zoo dikwerf betwist en lichtvaardig ontkend, zegt pleiter, dat een Hoog v Macht alles samenhoudt, dat een Hooger verband beslaat waar aan wij ons niet kunnen onttrekkeiToch bestaat het; wij kunnen wel zondigen tegen oen onderdeel van 't geheel, maar ons niet stellen tegenover het geheel. De kracht van samenhang is zoo groot, dat ze ons dwingt goed te maken wat wij hebben beproefd tegen het geheel te zondigen. Dat is de goddelijke invloed. Gelooft gij nu, dat Jut op het oogenblik dat hij God ten geinige nep, dat hij beheerscht werd door dien goddelijken invloed, op 't zelfde oogenblik onwaarheid zou hebben gespro ken? Dat gelooft gij niet! zegt pleiter. Vervolgens vestigt spr. de a andacht op de bij zonderheid waarom Jut mevr. v. d. K. in de keuken heeft vermoord, waarom niet op T por taal, in de gang? Elk oogenblik verzuim toch kon de zaak voor hem verkeeren. Hij vreesde tegenweer van de zijde van zijne vrouw. Eene andere bijzonderheid is, dat vrouw Jut <»p 27 Oct. 1875 verklaard heeft dat zij reeds afscheid geno men had van mevr. v. d. K. en w»g wilde gaan toen haar man voor den eersten keur hoven kwam. Zij wist dus niet wat er gebeuren zou. Jut toch was nog niet klaar, toen zij op 't punt was te vertrekken. En hetgeen door Jut ver klaard wordt stemt hiermede overeen. Geheel zelfstandig geven zij beiden hetzelfde verhaal. Zij kunnen niets van elkander vernomen hebben. Dit is niet te rijmen met de rol die men de 2de besch. toedeelt. Pleiter wijst er op hoe levendig de president de zaak van de vrcuw geschildeid heeft. Uwe groote gaven zegt hij (zonder u eon com pliment te willen doen waarvoor u te hoog staal) hebt gij aangewend om de waarheid uit de vrouw te krijgen, gij hebt haar op een moreele pijnbank gelegd, gij hebt met talent gepeild, ontleed, zoo dat geen geheime schuilhoek daartegen bjsland zou kunnen z'yn. Gij hebt haar gewezen op haar moederschap, op de liefde voor haar kind, voor haar man, op al wat haar heilig is; op God en op het leven hier namaals. Gij hebt allo midde len gebezigd en toch heeft de vrouw niet gezegd schuldig te zijn. Ik vraag u, of na die operatie bij u geen twijfel in uw hart is opgerezen of de vrouw wel schuldig is. Resumeerende zijn eerste onderdeel, vestigt spr. er de aandacht op: 1°. dat de herroeping v; n de bekentenis wel op aannemelijke gronden gegrond kan zijn; 2°. dat de herroeping bevestigd is door de eenige verklaring daaromtrent, namelijk van den len besch.; en 3°. dat niets gebleken is waaraan haar bekentenis zich vastknoopt. Hire herroeping dus is even waarschijnlijk als hare be kentenis. In het tweede gedeelte zijner rede vraagt pleiter of de bekentenis, gesteld dat er gein aannemelijke grond voor de herroeping bestond, is bevestigd. De wet wil dit. Maar de omstandig heden, waaruit geen schuld blijkt, kunnen niet bevestigd worden. Na eenige omstandigheden in het breede behandeld te hebben, vraagt hij ten slotte: Wat heeft zij bekend? Dat zij met haai man afspraak had gemaakt den moord te plegen en met wetenschap dat haar man zou moorden het huis is binnengetreden. Waardoor wordt dit anders bevestigd dan door hare bekentenis? Het is niet bewezen dat zij zich vroeger over den moord heeft uitgelaten, dat zij wapens gekocht heeft, dat zij wist dat haar man dien avond ging, dal hij wapens bij zich had, dat eenig spoor van medeplichtigheid bij haar is gevonden, geen voor werp hoegenaamd. Wat volgt hieruit: 1°. dat de feiten haar in het arrest van terechtstelling ten laste gelegd niet bewezen zijn, dat Christina de rol haar toegedacht niet kent; 2°. dat de moord en diefstal, enger opgevat, ten haren aanzien niet zijn bewezen; 3°. dat de qualilicatie, waarbij zij als mededader wordt genoemd, haar niet past. Pleiter gelooft dus vrijspraak voor deze besch. te kunnen vragen. De adv.-gen. Mr. Van Maanen begon hierna zijn tweeden termyn met eene preliminaire op merking betreffende de richting, welke de beide advocaten aan de verdediging der beschuldigden hebben gegeven en waarvan de strekking was om bij het hof de gedachte le doen opkomen dal er andere personen bij de moordzaak betrok ken zijn, die zelfs geacht worden de hoofddaders te zijn. Releveerende de door den eersten verdediger van Jut gegeven karakterschets, blijft het O. M. per- sisteeren bij hetgeen het ten aanzien van hem heelt gezegd. De adv.-gen. acht de verdediging op verschillende gronden onaannemelijk, waarop de beide verdedigers gedupliceerd en hunne con clusie lot vrijspraak hebben volgehouden. Nadat de pleidooien en het onderzoek in deze zaak zijn afgeloopen, vraagt de voorzitter aan den eersten besch. of hy nog iets te voegen heeft bij hetgeen de verdediger heeft in 't midden gebracht. Jut vraagt vergunning om nog eenige woorden in 't midden te brengen en zegt: „Ik heb niets meer te spi eken of te zeggen ter myuer vei onlschuldiging of defensie. Zooals de Ed. Achtb. heer verdediger van mij eu ook die van mijne vrouw mij verdedigd hebben, heb ik hun daarvoor niets dan mijn inriigen dank en ver plichting te betuigen. Maar lot u, Ed. Gr. Achtb. Heer, die weldra den dag zal bepalen van de uitspraak, den dag wa irop over mijn levenslot en dal van mijne vrouw zal beslist zijn, tot u vraag ik: gelieve mijne vrouw te sparen. In den naam van Jezus Christus, wiens leus was liefde, barmhartigheid en ontferming, bezweer ik u: heb ontferming en genade voor mijn vrouw. Mocht u soms met mij ontfe- ining willen toonen, mocht u soms medelijden hebben met mijn jeugdige ja ren, o wil my dan passeeren en al uw medelijden overbrengen op mijne vrouw, al was het ook ter wille van mijn geliefd kind. Ik heb gezegd." Toen de tweede beschuldigde op de vraag van den voorz., ol zij hier nog iels had bij te voegen, ontkennend antwoordde, verklaarde hij het ondei- zoek le zijn gesloten. Het hof zal beraadslagen en uitspraak doen op Zaterdag den 6de n Mei, 's morgens te 10 uren. De woorden, door Jut aan 't slot gesproken, sprak hij op vasten, kalmen toon uit, zonder de minste aandoening of beweging in zyn stem. Beide Leschuldigden betoonden overigens gedu rende de geheele behandeling een buitengewone mate van bedaardheid en verleenden steeds bij zondere aandacht aan al het gespiokene. Tot het laatste toe wist de voorzitter van het hol de orde ongestoord te handhaven, en zijne leiding van de zaak en de maatregelen door hem genomen kunnen niet genoeg geroemd worden. Telegrammen. DEN HAAG, 29 April. De minister Heemskerk is heden benoemd tot ridder grootkruis van den Nederlandschen Leeuw. BERLIJN, 28 April. In de week eindigende met den 22sten April is voor 3,675,640 mark nieuw goudgeld aangemunt. WEENEN, 28 April. De onderhandelingen over den „Ausgleich" zijn zoover gevorderd, dat de Hongaarsche ministers morgen naar Pest kunnen gaan om de beslissende toestemming le verkrijgen. PETERSBURG, 28 April. De „Agence tel. russe meldt: De Porte maakt het zich tot een punt van militaire eer, om eerst dan in den wa penstilstand toe te stemmen, wanneer Niksich door kracht van wapenen geapproviandeerd is. Men hoopt echter nog altyd, dat de verstand houding tusschen de mogendheden eene hotsing zal kunnen voorkomen. Marktberichten. Amsterdam, 28 April. Tarwe per 2400 kg. Nov. 305. Rogge per 2100 kg. J. Galatz/200; J. Taganrog 187; Petersburger 182, 183, 185. Op levering in de maand Mei f 178, f 177: Juli f 181Oct. f 188. Raapolie op zes w. p. 100 kg. 363/4vliegend /35«/a; Mei ƒ351/,, 35*/4, 35Sept., Oct., Nov., Dec. 37»/4, 37. Bevallen van een «longen J. A. MIDDEL KOOP, Echtgenoote van J. A. VAN DER MADE. Leidek, 29 April 1876. Voor de vele bewijzen van deelneming, bij ge- legenheid^mijner bevordering ontvangen, betuig ik bij deze mijn oprechten dank. LODER. Leiden, 29 April 1876. De ondergeteekende gevoelt zich gedrongen zijn dank te betuigen aan allen zoowel binnen als buiten de stad voor het vertrouwen dat hij ge durende een dertigtal jaren heeft mogen onder vinden tevens verzoekende, dat mocht er nog iemand iets van hem te vorderen hebben, zich vóór primo Mei a. s. bij hem te vervoegen om het te ontvangen. J. J. KNOTTER, Haarlemmerstraat hoek Donkersteeg. Leiden, 25 April 1876. Allen die iets verschuldigd zijn aan of te vorderen hebben van wijlen den Heer DANIËL 110 C; E WONING Hendrlkszoon, in leven Bouwman te ftijntburg en aldaar den 25#ten April 1876 overleden, worden verzocht daarvan vóór den 5den Mei aanstaande betaling of opgave te doen ten kantore van den Notaris J. DE CRANE te Warmond. llolhiDiische IJzeren-Spoorweg-Jlaalsehapiiij. MAATSCHAPPIJ Het Bestelkantoor der Maatschappij op de Hoogstraat wordt op Zondag 30 April des avonds te O uren gesloten en het nieuwe Kan toor op de Breestraat N°. 141 op Baandag 1 Bei geopend. DE ADMINISTRATEUR. f 1.37% per drie maanden. AFDEELING LEIDEN. op DINSDAG 2 Mei 1876, 's avonds te 7 uren, in de STADS ZAAL. Directeur de Heer DAN. DE LAÏtGE. SOLISTEN: Mej. ELISABETH RAHE [Sopraan)van Rot terdam. de Dames GRIPEKOVEN en DE GRAAF [AU.) de Heer B. J. DE GOEY (Tenor.) n Baryton Het koor bestaat nit Dames eu Heeren Dilettanten, Leden der Zan^vereoniging. Het orchest is dat van het Park te Amsterdam. PROGRAMMA: GEWIJZIGDE VOLGORDE. Ouverture voor het drama Hernani, van Victor Hugo (eerste uitvoering)Dan. de Lanoe. Erlköniga Tocbter Niels \V. Gade. Der Rose Pilgerfahrt. Robert Schumann. Toegang voor Leden met ééne Dame vrij; ver der tegen f 1.49 beneden, ƒ0.99 op de Galerij, te verkrijgen bij den Boek- Kunst- en Muziek handelaar JOHe. J. EGGERS, firma Sciibeuder Van Baak; bij wien tevens plaatsen te be spreken en tekstboekjes te bekomen zijn a 20 Cents. Des avonds te 11 uren EXTRA TREIN naar Haarlem en Amsterdam. Er bestaat gelegenheid voor 8 Heeren Studen ten om goed te ÖINTEERENf en ook is er een TAFEL open voor lO a 12 Heeren Officieren. Adres bij den Boekhandelaar S. C. VAN DOES- BURGH, Breestraat, onder letter II. een BOVE\HUI§, van alle gemakken voor zien. Te bevragen Hoogewoerd N°. 75. Collection Muziek en Catalogus groot 4500 Nos. worden op aanvrage ter visie gezonden. VAN Dankbaar voor het vertrouwen mij ruim oO jaren geschonken, noodig ik mijne geëerde begunstigers zoo binnen als buiten de stad uit, om mijne nieuwe inrich ting te komen bezichtigen. Overtuigd zijnde dat, wat soliditeit en prijzen aangaat, ik met alle concurrenten kan wedijveren, noem ik mij Hoogachtend UEd. Dv. Dienaar Haarlemmerstraat over de Kuipersteeg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 3