LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4962.
Zaterdag
A0. 1876.
15 April.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke NommersB 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regtlaf 1.0S.
Iedere regel meer<M7|.
Grootere letters Daar plaatsruimte
Uithoofde van den Goeden Vrijdag zal
deze Courant morgen niet worden uit
gegeven.
LEIBEN, 13 April.
Bij de heden gehouden openbare verpach
ting van de faecale stoffen die verzameld worden
in dat gedeelte van wijk II der gemeente, waar
het Liernursche stelsel is toegepast, is voor den
tijd van 12 maanden, aanvangende 1 Mei 1876,
pachter geworden D. M. Van der Hoef, te Oegst-
geest, voor ƒ0.12 per 100 kilogram.
Door den minister van justitie is benoemd
tot magazijnmeester bij het beheer van den arbeid
in het huis van opsluiting en tuchtiging te Leeu
warden J. C. Werner, thans 2de commies bij
den huishoudelijken dienst in het huis van mili
taire detentie nabij Leiden.
Tot lid van den gemeenteraad te Rijnsburg
in plaats van wijlen den heer A. Winters is ge
kozen de heer H. Van Egmond.
Op de voordracht ter benoeming van een
hoofdonderwijzer voor de te slichten openbare
school voor uitgebreid lager onderwijs te Alphen
zijn gebracht de heeren S. Van Bachum de Boer,
van Katwijk; M. Wolters, van Rotterdam, en
J. Pélillon Mz., van Brouwershaven.
Blijkens een Dinsdag-avor.d bij het depar
tement van koloniën ontvangen telegram van den
gouverneur-generaal van Ned.-Indië dd. 6 dezer,
is den 3den dezer door den generaal-majoor
Wiggers van Kerchem uit Atjeh aan de Indische
regeering het volgende bericht: De vijand blijft
rustig. In onze zuidoostelijke linie is de kolonel
Van der Heyden ijverig bezig met den aanleg
van wegen. De gezondheidstoestand is over't alge
meen niet veranderd, maar de cholera is afgeno
men. Aan die ziekte overleed de luitenant Ver
schoor. De luitenant baron Van Heeckeren van
Molecaten is licht gewond.
De algemeene vereenigde watersnood-com
missie te Amsterdam heeft aan de verschillende
districts-commissiën eene circulaire gericht van den
volgenden inhoud
De tijd nadert, waarin het de taak der com-
missiën voor den watersnood niet meer zijn zal
om den eersten nood te lenigen, maar om zooveel
mogelijk de schade te vergoeden, waardoor min
vermogenden van de middelen zijn beroofd, om
in het vervolg in hunne behoeften te voorzien.
Voor die schadevergoeding zjjn niet onbelangrijke
sommen beschikbaar. De algemeene vereenigde
commissie te Amsterdam is met de commissie
te Rotterdam en te 's-Hage in overleg getreden
over de wijze, waarop die sommen het best tot
bereiking van het doel zullen kunnen worden be
steed. Dat overleg heeft de drie cornmissiën tot
de overtuiging geleid, dat uwe ondersteuning in
de eerste plaats noodzakelijk is. Wij zijn daarom
zoo vrij ook namens de cornmissiën te Rotterdam
en te 's-Hage uwe hulp in te roepen tol het ver
krijgen van inlichtingen over de schade, die in
uw district is geleden. Op de volgende vragen
zouden wjj gaarne een antwoord ontvangen:
1°. Door wien is schade geleden?
2°. Wat is zijne betrekking?
3°. Is hij door de schade geheel of gedeeltelijk
beroofd van zijne middelen van bestaan?
4°. Waarin bestaat de schade?
5°. Hoe groot is het bedrag der schade in geld
6». Is er reeds schadevergoeding verleend en
voor hoeveel?
V. Zijn er in de afzonderlijke gemeenten of
wel bij uwe Commissie nog middelen beschik
baar voor verdere schadevergoeding, en, zoo ja,
welke
Wij veroorloven ons, u eenige dezer circulaires
toe te zenden, en verzoeken u aan alle gemeenten
in uw district een exemplaar te doen toekomen.
Door het gemeentebestuur of door de commissie
voor den watersnood, zoo er zulk eene commissie
in de gemeente zijn mocht, zullen, naar wij ver
trouwen, de gestelde vragen voor ieder, die schade
geleden heeft, afzonderlijk nauwkeurig worden be
antwoord. Die antwoorden, nadat ze door u zijn
onderzocht en met uwe op- en aanmerkingen
verrijkt, hopen wij dan door uwe bemiddeling zoo
spoedig mogelgk terug te ontvangen.
Het stoomschip „Voorwaarts" is 8 April
van Batavia naar Nederland vertrokken.
Bij de Nederd. herv. gemeente te Rotter
dam is beroepen de heer E. E. Gewin, pred. te
Abcoude.
Te Dusseldorf is herhaaldelijk door keurings
ambtenaren kalfsvleesch van de markt genomen
't welk uit Nederland was ingevoerd; men meende
dat de invoer in strijd was met het bekende ver
bod der Pruisische regeering. Thans is bekend
gemaakt, dat de invoer van versch geslacht vee
volstrekt niet verboden is, mits de deelen, welke
de smetstof der longziekte kunnen verspreiden,
weggenomen zijn. Natuurlijk moet ook het vleesch
op zich zelf goed wezen.
De commissie uit de Tweede ICamer, in
wier handen zijn gesteld de inlichtingen omtrent
de onregelmatigheden bij de verkiezingen voorge
komen te Eist, komt tot de conclusie, dat zij meent
er op te moeten wyzen, dat de bepaling der
Grondwet, die „betaling in de belastingen" tot
stellige voorwaarde van kiesbevoegdheid maakt,
een der grootste gebreken van ons staatsorganismus
is. Het is hare stellige meening, dat alleen door
herziening der grondwet eene voldoende regeling
van het kiesrecht hier te lande kan worden ver
kregen en ook de misbruiken waartegen de ge
meenteraad van Eist is opgekomen, kunnen worden
gekeerd.
De commissie van rapporteurs over het
wetsontwerp tot verhooging en wijziging van
hoofdstuk VII B der Staatsbegrooting voor 1876
blijft van gevoelen dat het kon. besluit van 5
December 1875 wel degelijk de scheiding van de
bewaring der hypotheken van die van het kadaster
in beginsel uitspreekt. Zoolang de regeering niet
terugkomt van het beginsel, in bet aangehaalde
koninklijk besluit omschreven, vreest de commissie
dat de pogingen van den minister om eene, ook
door haar wenschelijk geachte, verbeterde inrich
ting van het kadaster in het leven te roepen en
eene goede instandhouding daarvan te verzekeren,
schipbreuk zullen lijden. Zij meent mitsdien nog
maals den minister van financiën in ernstige
overweging te mogen geven het daarheen te willen
leiden, dat bij een nader kon. besluit uit het eerst-
gemelde alles worde weggenomen, wat met de
scheiding van de bewaring der hypotheken van
die van het kadaster in verband staat.
Volgens mededeeling van den Nederlandschen
consul te New-Castle (Nieuw-Zuid-Wales) neemt
de handel aldaar en met name de uitvoer van
steenkolen (die in 1875 niet minder dan 1,300,000
ton bedroeg) steeds toe, en waren in de tweede
helft van dat jaar in de nabijheid dier haven
weder eenige nieuwe kolenmijnen geopend, die
eene rijke opbrengst beloofden. Gedurende het
tweede halfjaar waren van daar naar Java ge
zeild 6 Nederl. schepen met 6844, en 16 vreemde
schepen met 13,675 ton steenkolen.
Blijkens verslag van den Nederlandschen
consul-generaal in Canada, opgenomen in de „Staats
courant", zijn in de havens van Quebec en Mont
real gedurende 1875 aangekomen 1 Nederlandsche
brik, van Rotterdam met eene gemengde lading,
en vertrokken naar de Plata-rivier met hout,
benevens 9 vreemde schepen uit Nederl. havens
(5 in ballast), waaronder 2 van Java met suiker
voor Montreal. Uit Quebec vertrok 1 vreemd schip
met hout naar Nieuwediep. Te Halifax is 1 Nederl.
schooner aangekomen met jenever uit Delfshaven.
Naar aanleiding van het geringe aantal Neder
landsche schepen, welke de voormelde havens be
zocht hebben, merkt de consul-generaal aan, dat
naar zijn oordeel de Nederlandsche reeders bij
proefneming zouden bevinden dat vrachtvaart op
Canada geenszins onvoordeelig is, met name voor
grootere schepen, welke gemakkelijk uit- en thuis-
vrachten zouden kunnen verkrijgen, en, in ballast
uitgaande, te Sydney of andere kolenhavens in
Nova-Scotia, gereedelijk ladingen steenkolen voor
Quebec en Montreal zouden vinden, in den regel
tegen voordeelige vrachten.
Z. M. de koning-groothertog heeft tot rid
der van de Eikekroon benoemd, zijn voorlezer
den heer Eugène Monrose.
De kapt.-luit.-ter-zee J. K. L. Gey van Pittius
en de luit.-ter-zee 1ste kl. K. O. Van der Veen wor
den met den laatslen dezer eervol ontheven van het
bevel respect, over Zr. Ms. wachtschip te Helle-
voetsluis en (e Amsterdam, en met 1 Mei vervan
gen door den kapt.-luit.-ter-zee H. D. Guyot en
den luit.-ter-zee 1ste kl. W. J. Adams.
De gezondheidstoestand van H. M. de koningin
na haar terugkeer uit het buitenland heeft niet
die richting genomen wtlke gewenscht was; althans
gevoelde H. M. zich in de laatste dagen weder
niet al te wel. Dit is dan ook de reden dat de
koningin van haar jaarlijksch bezoek te Amsterdam
zou hebben afgezien.
Tot adjudant-commandant in het huis van
correctie te Hoorn is benoemd G. Huisken, thans
opzichter over den arbeid in het huis van ver-
belering en opv. te Alkmaar, terwijl in diens
plaats aldaar is benoemd S. E. Beyl, magazijn
meester te 's-Hertogenbosch.
Z. M. heeft benoemd tot subst.-off. van just,
bij de arr.-rechlbank te Zwolle Mr. J. G. H. B.
Ketjen, thans subst.-off. te Zutfen; tot subst.-off.
van just, bij de arr. rechtb. te Zutfen Jhr. Mr. F.
Van Panhuys, adv. te Groningen; tot griff. der
arrond.-rechtb. te Gorcum Mr. P. C. D. Ledeboer,
grift', bij het kantonger. te 's-Hertogenboschtot
subst.-griff. bij het gerechtshof te 's-Herlogenbosch,
Jhr. Mr. J. L. E. M. De Kuyper, subst.-griff. bij
de arrond.-rechtb. aldaar; aan J. B. Vroom, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend als plaatsv.
kantonrechter te Medemblik; aan R. Geurs, te
Amsterdam, als blijk van goedk. en tevr. wegens
de redding van twee drenkelingen aldaar op 14
Januari jl., toegekend de bronzen medaille, als
mede een loffelijk getuigschrift.
Z. M. heeft pensioen verleend aan F. R.
De Haes, generaal-majoor der inf. op nonact.H.
Del Campo genaamd Camp, luit.-kol., prov. adjud.
in Zuid-Holland, J. B. R. Prévët, id. in Zeeland;
F. A. P. E. De Tourton Bruyns, id. in Groningen
en Drente; W. Reinalda, id. in Gelderland; C.
B. Van der Breggen, kol., plaats.-command. 2da