Prijscourant der Effecten. fe 6%£ INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur, Met zeer veel instemming heb ik uw artikel: „Een les uit de dagen van den watersnood en hare toepassing" in uw geacht Dagblad van 31 Maart en 1 April gelezen. Vergun mij er eenige woorden bij te voegen uit de practijk des levens, daar ik het voorrecht had meermalen lid van soortgelijke commissiën te zijn. Van één uit vele herinner ik mij, dat, bij de groole waterramp in 1861, de Z.-H. commissie, waartoe ik de eer had te behooren, besloot zelf eens per stoomboot de Waaldijken langs te varen, met hetzelfde eigenlievende doel, dat nu ook door de RotterdamschDordrechtsche-Sloombootexpe- ditie werd beoogd, zelf den ongelukkigen de giften ter hand te stellen, daardoor bet zichtbare van het redderschap te genieten, en alzoo terug te keeren met de zelfvoldoening goed, ja edel (waarom niet?) gehandeld te hebben. Het zelfbedrog der ijdelheid ging hand aan hand met eene bedrij vigheid, die eene onzuivere verdienste had. Enfinvóór wij aan land stapten, vernamen wij van andere autoriteiten, die medegevaren waren, reeds zooveel, dat wij eenvoudig eindigden, onze schatten ter hand te stellen aan de commissiën te Drulen, Tiel en Bommel. Wij werden dus bij tijds bekeerd, doch zoo gaat het niet altgd, vooral als er voorliefde bijkomt voor plaatsen of personen. Men moest deze giften altijd aan de gevers terugzenden, want waartoe die openlijke weg met deze giften bewandeld? Het doel des gevers wordt niet bereikt, want de gift wordt stilzwijgend opgewogen door de gift die dp commissie hem, voor wien de afzonderlijke gift bestemd was, nu onthoudt. Bijzondere welda digheid moet langs bijzonderen weg gaan. Gede puteerde Staten van Gelderland hebben wel ver zocht hun het bedrag dier afzonderlijke giften en de namen der afzonderlijke beweldadigden op te geven, doch daar zal wel niet veel gevolg aan gegeven worden en 't kan licht menig kieschheids- gevoel hinderen. Op het terrein van het geven is, wat geld betreft, de zaak eenvoudig. Ik heb doorgaans ge zien dat vele gelegenheden tot geven in dezelfde plaats toch meer geeft, dan wanneer men, zooals dezer dagen de burgemeester van Utrecht, afzon derlijke ontvangstcommissiën doodknijpt. Zonder een leerling te zijn van het stelsel dat men den voormaligen Kampenaars toedichtte, die een poort meer lieten bouwen, om zooveel meer poortgeld te zullen ontvangen, is het toch zeker dat ook ten dezen opzichte concurrentie ten zeerste baat. Giften in natura zijn zeer aan te bevelen, mits men algemeene zaken geeft, geen gemaakte kle dingstukken of iets dergelijks; die zijn zeldzaam van pas en worden daardoor wel eens schandelijk verpast. Bovendien weet men de bepaalde behoefte op dat terrein niet. Ik herinner mij dat Z. M. de Koning in 1861 een kist wollen wanten naar de Bommelerwaard zond; het doel was Z. M. waardig, doch het werd verlamd, doordat de brave leverancier eene kist verlegen glacé-handschoenen zond, die hij op die manier plaatste. Ook dezer dagen weer kwamen te Zalt-Bommel baljaponnen en laarsjes met hooge hakken in. Plaatselijke commissiën tot ontvangst zijn zeer goed, evenals de commissiën voor den ge wapen den dienst enz.; dan wordt ook de controle bevorderd op het geven, want al die toezendingen aan particulieren, per post verzonden, of aan de deur afgegeven, ik zou ze altijd niet na willen reizen. Neenieder wachte in zijne plaats de collecte of corporatie-gelegenheid af, en althans ten dezen, is het tusschen schip en kade vallen gemakkelijker te voorkomen. Het geven door concerten, feestvieringen, boeken- uitgaven, loterijen enz. wordt te ver door u weg geworpen. Er zijn te veel gevers, die wat willen hebben voor hun geld. Blijft er al iets aan den afstrijkstok hangen, het geeft toch klinkende resul taten, en de uitvoering zelve geeft al licht wat verdiensten aan den nijveren werkman die bij dit alles gebezigd wordt. Het christelijk geven, waarbij de disharmonie der handen wordt gepredikt, vindt men hoogst zeldzaam. Vooral prijs ik met u aan de daarstelling van een fonds bij jaarlijksche contributiën. Toen ik, na het treurige jaar 1866, waarin Utrecht 3a/0 harer inwoners zag sterven aan de cholera, als president der cholera-commissie aldaar, mocht medewerken aan het vormen van een fonds voor nagelaten betrekkingen, kwam onze penningmees ter op het denkbeeld dat contributiestelsel even zeer in te voeren. Hel werd wel bij velen weer sproken, doch nog geeft het een vruchtbaar resultaat en men is gereed als de nood aan den man komt, en die komt altijd plotseling. Men zoude tegen kapitaliseeren zijn van liefdegaven, maar in ons hart ligt, hoop ik althans, een blijvend liefdeka pitaal verborgen, dat uitstraalt als het pas geeft. Maar nu de uitdeeling; en dat is het bezwaar- lijkste. Al wederom sta ik aan uwe zijde, als gij eene flinke, blijvende Cenlraal commissie verlangt. Maar nu verder? Ik ben niet onvoorwaardelijk voor de plaatselijke commissiën. Ik vind ze goed in tweeërlei opzich ten 1". om dadelijk in nood wanorde in redding en hulpverslrekking te voorkomen; 2°. om later te adviseeren over toestanden, behoeften, enz.; doch plein pouvoir Ie geven ook voor de toekomst daar is een geleider bij noodig. Dadelijk handelen in nood, zoude ik gaarne aan de plaatselijke commissiën overlaten, mits die com missiën uit velerlei personen zijn daargesteld, waarbij alle standen en gelooven zijn vertegenwoordigd. Valt er dan al wat buiten boord, het staat gelijk met een brand, waar de spuit soms het goede wegneemt of bederftelke waterstraal, ook die der menschlievendheid, treft niet altijd doel. Ver geet niet dat het altijd menschelijk, dus gebrek kig werk blijft. Met het later adviseeren bedoel ik het navol gende. Vraagt men aan die commissiën later den omvang van de schade, dan zijn die opgaven zeer dikwijls ruim berekend; men begrijpt dat collega van het belendend dorp het ook doet; vandaar de rechtmatige scherts van „Uilenspiegel", bij eene vroegere ramp, dat hij, die eene geit verloor eene koe terugkreeg, en een ander, minder in de gunst staande, er vrij mager afkwam. Ik heb allen eerbied voor gemeentebesturen, doch, zij nemen meestal wat zij krijgen kunnen. Ik misduid het niet, doch wel, nu het giften voor dit doel betreffen. De gemeentebesturen of de godsdienst-armbesturen knijpen zoo gaarne uit die watersnood-collecten wat zij mogelijk zelf moesten doen. Ik denk daarbij aan het «/5 van de belasting, die van rijkswege aan de gemeente wordt uitge keerd; menige gemeente had het niet noodig, doch geniet er nu vast van. Daarom moet de verstrekking zoo schraal mogelijk zijn, ten einde later bij te springen. Zooals vroeger, zal het nu weer zijn, dat, als de weitijd daar is, zal blijken dat het vee ontzet tend veel geleden heeft. De groote ellende komt later aan. Dan zal de hulp dubbel noodig zijn, doch dan moet een deskundige, en die zijn er wel aan te wijzen, plaats voor plaats, en op elke plaats elk geteisterd gezin bezoeken, ten einde speciaal de behoeften na te gaan. Bij den inspec tor is de plaatselijke commissie adviseerende. De rondreizende inspector heeft geen voorkeur naar eenige gemeente, en gratis werkende (reisgeld uitgezonderd) toont hij ambitie en onpartijdigheid, en die zijn ten hoogste noodig. Bij het overlaten van de onbepaalde uitdeeling door de commissiën, die het, in dén regel, weer aan enkele personen overdoen, herinner ik mij van vroeger, dat een lid. van de commissie op een dorp, tevens lid van gemeente- en kerkeraad, belast met de uitdeeling der gelden aan de slacht offers, van elk hunner, die in zijn boek stond (de man was ook winkelier) de Schuld aftrok, die hem nog toekwam. Zulke eerlijke praktijken kwamen meer voor en daar kan alleen een rondreizend commissaris legen waken. Hij gaat, aan de hand van burgemeester of commissiën, alle casus-posiliën na, ziet wat vergoed is, vergelijkt die vergoeding met de wer kelijke behoeften en reeds genoten baten, en dan is wel escroquerie te voorkomen. Met vervanging van neergeworpen of sterk be schadigde woningen moet ook met oordeel gehan deld worden, wil men niet de huisjesmelkers, die men overal vindt, in de hand werken, èn door hen te bevoordeelen, die het noodig hebben, èn het opslaan der huurprijzen van de heler gewor den woningen als het ware aan de hand te doen. Het gevaar is, Goddankvoorbij, doch de in grijpende schade en de meer degelijke hulpver schaffing komt nu eerst voor den dag. Mijne wenken komen dus nog niet te laat, als althans gij, waarde heer redacteur! voor dit schrijven eene plaats wilt inruimen. Berlicum, Heringa, 6 April 1876. Oud-schoolopziener. AMSTERDAM, 11 April. Staatsfondsen. Nederl., Cert. Nat. S. 2^ pCI dito dito 3 dito dito 4 Spanje, Oblig. Buitenland 1867/723 dito Binnenl3 Portugal, Oblig. Baitenl. 1853/18693 Rusland, Obl. Hope C°. 1798/181G6 Obligatiën 1864/1000. .5 dito 1866 „1000.. 5 dito 1872 gecons. .5 dito 1860 2e Leen..4£ Oblig. Leening 1867/69.4 Oostenrijk, Ob). Papier Mei/November5 dito Obl. Pap. Febr./Aug..5 dito in Zilv. Jan. en Jnli.5 dito dito April en Oct.5 Turkije, Obl. Alg. Schuld 18655 Egypte, Obl. Leen. 1868.7 Noord-Amerika, Oblig. Ver. Staten 1871.5 dito dito 1885. G Brazilië,Ob.Lond.1865.5 Peru, Oblig. 1S70G dito dito 18725 Colombia, dito4| Industrieele en Finanti' eele ondernemingen. Ned., Aand. Ned. H.-Maat. Res- Spoorwegleeningen. Aand. M. tot Eipl. St.-Spw.. Aand. Ned. Centr.-Spoorw. Rusl., Aand. Gr. Sp.-M..5 Oblig. Jelez-Griasi5 dito Poti-Tiflis/1000..5 dito Jelez-Orel/1000..5 dito Kurek-Chark. ƒ1000.5 dito Mosk.-Sm./1000..5 Obl. Br.-Grajewo5 Obl. K.-Ch.-Azow5 Aand. Kiew.-Brest5 dito Balt. spoor5 Polen, Aand. W.-Bromb.4 dito dito W.-Weenen 5 Hongarije, Theiss.-Sp..o Obl. Theiss.-Spoorweg5 Oostenb. Ob. Fr.-OostSp3 Italië, Obl. Zuid-It. Sp.3 N.-Amerika, Cort. Arast.Illi Cert. v. A. Nort-Weatern. 7 pCt. Aand. Erie-Spoorweg. Oblig. Centr.-Pacific. .6 pCt. dito Californie-OregonG dito St.-Joaquin Valley.6 dito Union Pac. Hoofdl.6 ditoSt.-Paul&Pac.2eS.7 dito dito 1869.7 dito St.-Vine. Brain.7 dito Denver Pacific..7 dito Atlant. Miss. Ohio7 dito Miss. Kans. Texas7 Premieleeningen. Nederl., Stad Amsterd. 3 pCt. dito Stad Rotlerd3 OosTENR.,Stl./71250,1854.4 pCt. dito 500, 1860.5 dito 100, 18G4 Hongarije, Leen. 1870 Vor. dag. Laagste. Hoogste «SI* 62i&fe 68% 74% 99?fe 98% 9»% 161%* 16% 15% 51 61% K 101 ye 100% 101 101 100 100?* 100 96% 95% 95 92 91% 82 80% 5»% 54% 68% 54% ö5 58?* 575fc 58% 61 58 18?* 13?f* '16 48% 46% 47% 102 102% 99% 99% 90 89% 24 22% 25 18% 17% 18% 39 H 89 102% 1013/, 103 121 120 121 890 S83 116 f 118?* 114% 93M 93 - 19% 26 1 255 256 2)3 233% 1C0 99% 234 99% 98% 99 99% 991?^ 99% 71 - 90% 138 135% 18/ 63% 62% 118% 120 203% 200 69% 152 160 1C0 98% 993% 88 54% 53% 16% 16% 92 92 59% 79 79% 79% 89% 89 25% 22% 16% 15% 24 it 24% 49 52 96 95 fi 96 95 95 268 270 573 570 131 131% 70 71 s% 4 Pa. Spoor wegleeniogen 5p. A. Oost.-Hong. Spw.89 3 p. Obl. Vict.-Emanuell02 7-^ p. Rumenen«4 Aand. Uu. Pnc-Hoofdl. 7 p. Obl. Oregon-Calif. 7p.St.-Louis-St.-East 7 p. Obl. Kansas-Pac. 7p.Denver Rio-Grande54% 7 p. Obl. Chic. S.-Weat. Premieleenlogeo. 8p.Turk.Spw.-Leen.21

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 3