berg, en hem den personeelen titel van hoogleeraar toegekend; met ingang van '1 Sept. 1876 benoemd tot leeraar aan de rijkslandbouwschool, tevens belast met het bestuur der aan die instelling ver bonden hoogere burgerschool met driejarigen cursus, D. J. Andreae, directeur der gemeentelgke h. b. s. te "Wageningentot commies der posterijen 4de kl. J. P. De Veer, J. F. W. Hoxel, F. P. H. Van der Schrieck, J. W. B. Kühnen, W. Hovens Greve, F. J. W. Van Goor, H. Plato, T. J. Meyer, T. J. Montijn, thans surnum. der posterijenden kapt. "W. F. K. J. F. Frackers, van het 6de reg. inf., op nonact. gesteld, in afwachting dat omtrent hem nader zal worden beschikt; benoemd tot plaatsverv. van den districtsveearts wien Haarlem als standpl. is aangewezen, J. Mazure Czn.; bij het kabinet des konings, benoemd tot adjunct-commies, J. F. Cariot, J. F. Dohna en C. O. G. De Ridder, thans eerste klerken; met 1 Mei, tot directeur van een der rijkstelegraafkantoren, de telegr. 2de kl. J. J. Hogeweg; aan den voor den dienst in Indië be stemden soldaat V. A. Delavallée, van het kol. werfdepot, vergund het dragen van de Fransche médaille militaire. Gemengd. Nieuws. Als verdedigers zijn aan Jut enz ij n vrouw toegevoegd Mr. P. W. A. Cort van der Linden en Mr. W. Thorbecke. Uit de Koninginnegrachtin Den Haag is gistermiddag het lijkje van een pasgeboren kind opgevischt. Het bevond zich in een lederen zak, waarin een stuk lood was bevestigd. Gisternacht omstreeks vier uren is te Amsterdam brand uitgebroken in de diamant slijperij van de firma Koster, in de Zwanenburger- straat. Een gedeelte van een zolder is uitgebrand, en met behulp van twee handspuiten werd de brandweer het vuur meester. Het achterlaten van een pot gedoofde kolen, die ontvlamd zijn, is de oorzaak van den brand. Gisteren is te Rotterdam opgehaald het lijk van een tot dusverre nog onbeken den man, vermoedelijk een sedert 13 Maart 11. vermisten schippersknecht. Maandag-nacht te halfeen is de 20-ja- rige Hekman, wonende te Haarlemmermeer, te Oude Wetering over een paal gestruikeld, in het water gevallen en verdronken. Zaterdag-avond werd een begin van brand ontdekt in bet rieten dak der behuizing van den landbouwer C. N. Tanja te Achlum (Franekeradeel). De brand werd spoedig gebluscht, doch een persoon, tegen wien het vermoeden gerezen was dat hij moedwillig den brand zou hebben gesticht (er werden lucifers en stroo ge vonden nabij de plaats waar het huis brandde) werd in hechtenis genomen. Later heeft men den gearresteerde weder ontslagen, doch het onderzoek der justitie duurt voort. Zondag-avond had te Deventer een vechtpartij plaats tusschen een burger en een trompetter der huzaren, waarbij laatstgemelde den burger door een sabelhouw eene ernstige wonde op het hoofd toebracht. De gekwetste werd on middellijk naar het gasthuis overgebracht en ver keert thans in een zeer gevaarlijken toestand. Maandag-avond is onder Vught een kanonnier van het garnizoen te 's-Hertogenbosch door den spoortrein overreden. Het lichaam moet vreeselijk verminkt zijn geworden. Ten gevolge van het doorges ij pelde hooge water der Seine heeft dezer dagen in twee krijtgroeven te Issy eene instorting plaats gehad over eene oppervlakte van 8000 meter. Het inge vallen verwulfsel was 30 meter dik. Ware het onheil niet vroeg in den ochtend geschied, men zou, behalve de aangerichte schade van 800,000 Ir., een aantal dooden te betreuren hebben, daar in de bedoelde groeven druk gewerkt werd. De onlangs aangekondigde opstijging van den heer Landrau e. a. met luchtballons en van den heer Simons met zijne vliegmachine „parakile" zal te Brussel den 16den en 17den dezer plaats hebben. Vrij dag-avond is de Nederlandsche schroefsleepstoomboot „Prins Hendrik" tusschen Hees en Emmerik met de Duitsche stoomboot „König" in aanvaring gekomen, met het gevolg dat beide schepen dadelijk zijn gezonken. De „Prins Hendrik" drong dwars in de raderkast van de „König", en wel met zooveel geweld, dat laatstgenoemde boot horizontaal werd doorgesneden. Van de sleepboot kwam een jongmensch om, de zoon van den stuurmanvan de passagiersboot schijnen drie personen verdronken te zijn, nam. eene vrouw, een matroos en een jongeling in uniform. De kapitein werd mede overboord geslingerd, maar redde zich zwemmend. De passagiers der „König" redden zich in de boot, die zich op het schip bevond. Als eene merkwaardigheid meldt men, dat op de crocussen-bloemveiling teLimmen, door de directeuren Jb. Tiebie en C. Betjes, op den tuin van den heer J. Verweel Voorn, in pu blieke veiling is verkocht een bed of één honderd dertig regels crocussen „King of te Blues", voor 71. Dezer dagen vonden twee arbeiders, bezig met het afgraven van een wal ter vergroo ting van den aangelegden akker in het gehucht Groet-Beersel, onder de gemeente Molenbeersel, in de Belgische provincie Limburg, een kleinen schat, bestaande uit 55 stuks zilveren munten. Daaronder zijn 18 grootere en 37 kleinere. De eersten zijn écus van Lodewijk XIV van 1652, 1686 en 1691, patakons van Albertus en Isabella, van Philips IV, 16371652, van Karei 11,1667 en 1673, verder een drieguldensluk van Nijmegen, 1687, een ducaton van Kampen en een rijksdaal der van Utrecht van 1694. De kleinere munten, schellingen, stuivers enz., zijn van Albertus en Isabella en van Philips IV. Het schijnt, dat deze munten in het laatst der XVIIde eeuw, kort vóór 1700, zijn verborgen geworden. Door gedep. staten in Limburg is bij herkeuring van de nationale militie vrijgesteld een doofstom jongeling, die ondanks een vijfjarig verblijf in een gesticht voor doofstommen door den mili tieraad te Roermond voor den dienst was aan gewezen. Naar men van Donderdag uit Cadix aan de „Times" telegrafeert, werden de provin ciën Toledo, Badajoz, Sevilla, Salamanca en Ciudad Real door sprinkhanen geteisterd, en waren er troepen uit Madrid gezonden om die te verdelgen. Een water-reservoir bij Worcester, in Massachusetts, houdende 700,000,000 gallons, is verleden Donderdag ten gevolge van zware regens doorgebroken. Tijdig gewaarschuwd, hadden de bewoners der meest bedreigde plaatsen zich kunnen redden, zoodat niet meer dan drie perso nen omkwamen. De aangerichte schade wordt echter op ettelijke millioenen dollars geraamd. In het Alexandra-paleis te Londen wordt, gelijk ten vorigen jare, eene welvoorziene en druk bezochte katten-tentoonstelling gehouden. Ongeveer 250 katten zijn ingezonden. Elke kat heeft eene zeer nette loge en speelplaats; op een verguld kaartje bij iedere loge leest men den naam van de bewoonster en de catalogus deelt mede, welke katten bekroond en voor welken prijs zjj te verkrijgen zijn. Van sommige kan men niet dan voor 1000 p. st. eigenaar worden. Home, het bekende Amerikaansche medium, is Zaterdag-avond op den spoortrein van St.-Petersburg naar Berlijn plotseling overleden. BUITENLAND. Frankrij k. Gambetla is benoemd tot voorzitter der com missie voor het budget. De kamer van afgevaardigden heeft de ver kiezing van den heer Tocqueville zonder discussie geldig, die van Miramon (Haute Marne) ongeldig verklaard. De heer Picard verklaarde dat in den minister raad gisterochtend besloten was onmiddellijk de opheffing van den staat van beleg af te kondigen (toejuiching van de linkerzijde). Heden zou rapport worden uitgebracht, over het voorstel van Ferry over de samenstelling der gemeentebesturendoor de linkerzijde zou de urgentie van dit voorstel worden aangevraagd. Eene levendige discussie had plaats naar aan leiding van de verkiezing van Bartolo op Corsica. De Kamer beveelt het rapport terug te zenden naar het bureau met het verzoek om een meer uitgebreid onderzoek te doen. De Bonapartisten juichten luide deze beslissing toe, waarop Grévy aanmerkte dat 't zoowel het belang van de rechter- als van de linkerzijde was om bij beslissingen van de Kamer hare waardigheid te handhaven. De regeering heeft, om een einde te maken aan de moeielijkheden, uit de wet op de colportage, gelijk die door den minister Buffet was uitgelegd, voortspruitende, eene aanschrijving gericht tot de prefecten, waarbij dezen, in afwachting van uit voeriger instructiên, wordt opgedragen den verkooj van alle dagbladen langs den weg, door rondbren- gers of colporteurs, overeenkomstig art. 6 der wel van 1849 toe te laten. Door de heeren Madier de Montjau, Bara- dot e. a. is een wetsvoorstel ingediend om een< som van 100,000 fr. beschikbaar te stellen vooi het afvaardigen van Parijsche, door de kamer: van koophandel aan te wjjzen werklieden naai de tentoonstelling te Philadelphia. Zooals de berichtgever van de „Times" aai dit blad meldt, heeft Mac Mahon Zondag aan dei hertog van Edinburg en H. M. de Koningin de Nederlanden in het hotel Bristol een bezoek ge bracht. H. M., wier gezondheid door het verblij te Cannes aanmerkelijk verbeterd is, zou waar scbijnlijk Woensdag of Donderdag Parijs veriater Groot-Britannië. Omtrent de suikerquaestie zegt de „Econo mist"Door de weigering van de Tweede Kame in Nederland om het exercice-stelsel toe te passen slaat de suiker-conventie weder geheel op loss: schroevendoch in weerwil daarvan moet mei geduld oefenen en het kwaad, door het Franschi premiestelsel veroorzaakt, laten uitwerkendit za zeer zeker ten slotte aan den Franschen hande meer nadeel berokkenen dan aan onzen handel en intusschen een groot voordeel opleveren vooi de consumenten van suiker. De „Economist" hoop dat de suikeraccijns niet slechts in Nederland maar ook overal elders afgeschaft zal worden er er zoodoende een eind zal komen aan die ellendigi suiker-quaestie. De groote productie en de goed koopte van '1 artikel maken suiker niet langei tot een voorwerp van weelde, maar tot voedsel en de ingewikkeldheid van het raffineeren, heneven! de moeielijkheid om een juisten maatstaf vooi belastingheffing te vinden (zoodat er zoo min ge sloken als een premie genoten worden kan) be wijzen dat suiker een arlikel is, totaal ongeschikt om de bemoeiingen van ambtenaren van de be lasting te verdragen. Luitenant Cameron is Zondag van zijne groote Afrikaansche reis te Liverpool teruggekeerd. Men weet, dat hij door 't Brilsch geographisch genootschap werd uitgezonden om, zoo mogelijk, de nasporingen van wijlen Dr. Livingstone met betrekking tot de Nijl- en de Congo-bronnen te voltooien. Hij vertrok in Maart 1873 van de oost kust tegenover Zanzibar en bereikte, na langdurig oponthoud wegens ziekte, in Februari 1874 Ujiji, aan den oostelijken oever van 'I meer Tanganyika. Hier was zijn eerste werk, de achtergebleven kaarten en papieren van Livingstone naar Zanzi bar op te zenden. Daarna begon hij zelf een nauw keurig onderzoek van de zuidelijke en westelijke oevers van 't meer Tanganyika, ten einde zeker heid te erlangen of 't waar was (wat Living stone vermoedde), dat dit meer door een west waarts vloeienden tak zich in den Nijl ontlastte. Inderdaad vond hij een aanzienlijken stroom, de Lukuga, die uit 't meer westwaarts vloeide. Hij volgde dien tot aan Nyangwé, 't punt waar Living stone de groote rivier Lualaba gevonden had. Livingstone hield de Lualaba voor één met den Nijl. Doch Cameron, die dezen stroom verder naging, verkreeg de zekerheid dat de Lualaba niet de Nijl, maar de Congo is. Heeft Cameron dus de Nijl-bronnen nog niet kunnen aanwijzen hem komt de eer toe van 't raadsel der Congo- bronnen te hebben opgelost. De Congo (dit weten we thans), is 't afwateringskanaal van 't meer Tanganyika en van de talrijke rivieren, die van alle kanten in dit meer afvloeien. Cameron's plan was, de Lualaba (d. i. de Congo) tot hare monding af te zakken. Dit werd hem echter belet door vijandige stammen. Zoo sloeg hij dan meer zuidelijk een westwaartschen weg over land in. In Mei 1874 verdween hij in het geheel onbekende binnenland, om eerst 19 maan den later te Benguela aan de westkust te voor schijn te komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2