adsistent aan 's rijks veeartsenijschool te Utrecht benoemd den veearts M. J. Hengeveld, te Amers foort; aan J. G. W. Zalm eervol ontslag verleend uit zijne betr. van bewaarder van de hypoth. enz. te Heerenveen, behoudens aanspr. op pensioen; aan den voor den dienst in Indië bestemden sol daat H. Gravillon, van het kol. werfdepot, ver gund het dragen van de Fransche herinnerings medaille voor de expeditie in China; aan den 2den luit. J. R. G. De Veer, van de art. hier te lande, thans bij de landmacht in West-Indië gedet., op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend uit den milit. dienst; de '2de luit. H. G. Gerritsen en A. E. Stiemens, van het 1ste reg. inf., in rang en ancienn. overgeplaatst bij de inf. in Ned.-Indië. Gemengd Nieuws. De acte van beschuldiging tegen Jut en diens huisvrouw Goedvolk is heden verschenen. De beschuldiging strekt tot manslag met voorbe dachten rade (moord), te zamen en in vereeniging op twee personen begaan, gevolgd van diefstal bij nacht door meer dan één persoon in een bewoond huis, ten deele met behulp van binnenbraak, heb bende de manslag gestrekt om den diefstal ge makkelijk te maken en de ontdekking daarvan te voorkomen. De terechtstelling is bepaald op Don derdag 27 April en volgende dagen. V r ij dag-avond omstreeks 12 uur heeft te Harderwijk de soldaat G. aan een zijner kame raden, in de chambree der kazerne, een diepe wond met een mes in den hals toegebracht. De gewonde is naar het hospitaal overgebracht, terwijl de dader zich in arrest bevindt. Door de commiezen te Venlo is een zeer belangrijke aanhaling gedaan. In een waggon met 60 vaten cement werd namelijk ontdekt, dat zich in 55 dier vaten spiritus bevond. De waggon was uit Mannheim afgezonden aan een Amster- damsch handelshuis. Door een agent van politie werd insgelijks een smokkelarij ontdekt. De smok kelaar, zijn anker spiritus achterlatende, wist even wel te ontkomen. Het door verzakking weggeschoven, niet ingezonken, gedeelte kade van den Nesse polder, aan de Gouwe, is spoedig hersteld zonder overlast van water voor dien polder. Men schrijft uit Napels aan de „Times": De Vesuvius, die zich sedert verscheiden maanden reeds in werking bevond, is thans in volle uit barsting. Op een grooten afstand hoort men sterke ontploffingen en ontzaglijke massa's damp ziet men langs het oosten wegdrijven. Doch het weer is slecht, de berg is met wolken omhuld en het is moeilijk zich een juist denkbeeld van den toestand der uitbarsting te vormen. Op 19 Maart werd men door de wolken en den regen belet het grootsch schouwspel, dat de Vesuvius aanbood, met juist heid na te gaan. De uitbarsting bestond alleen in 't uitwerpen van lava; men zag geene gloeiende steenen in de hoogte werpenhet schouwspel was schooner, doch niet zoo schrikaanjagend als de laatste maal. De wolken waren verlicht door den gloed boven den brandenden krater. De hotels waren overvuld met nieuwsgierigen. Door duikers is uit het wrak van het den 7den Mei 1875 bij de Scilly's gezonken Duit- sche stoomschip „Schiller" 10,000 p. st. boven water en aan land gebracht. R echtzaken. In de crimineele zitting van het gerechtshof in Den Haag van Zaterdag trad in de bank der be schuldigden een schippersknecht uit Casselerfeld, beschuldigd van valschheid in een onderhandsch geschrift en van diefstal op een bewoond vaartuig met behulp van binnenbraak ten nadeele zijns meesters. In December jl. met het vaartuig de „Jonge Gerard" met eene lading steenkolen uit Ruhrort te Leiden gearriveerd, zag de schipper zich al spoedig genoodzaakt wegens eene treurige omstandigheid huiswaarts te keeren en vertrouwde het vaartuig zijnen knecht, den besch. toe, hem f 25 achterlatende om in zijn onderhoud te voor zien. Dat geld evenwel werd buitensporig in los bandigheid verteerd, en toen het in handen van anderen was overgegaan, moesten min eerlijke handelingen gepleegd worden om weder geld te hekomen. De koopman werd aangesproken en deze leende f 10, maar toen ook die som was opgemaakt, vervaardigde de schippersknecht een brief, dien hij van zijn meester zou hebben ontvangen en met diens naam onderleekend, waarop hij ander maal van den koopman f 15 ontving. Bij <Je terug komst van den schipper werd de valschheid ont dekt, maar deze had de goedheid te bepalen, dat hij het geld van het loon van zijn knecht zou inkorten. Die goedheid werd echter slecht beloond; op het eind van Januari zag besch. zijn kans waar te nemen, hij brak een kastje in het vaartuig open en ontvreemdde van zijn meester een bank biljet van f 25. Eindelijk berstte de kruik, die zoo lang te water was gegaan, en het goede, of liever slechte leven was uit. De besch., man en vader van drie kinderen, zal thans in de gevangenis over zij n gedrag hebben na te denken. Mr. Van Maanen eischte eene tuchthuisstraf van 5 tot 15 jaren en twee boeten van f 50. De verdediger Mr. Schuurbeque Boeye achtte de verzwarende quali- ficatie van braak niet bewezen en z. i. miste men hier een der bepaalde elementen voor het bestaan van valschheid gevorderd, nl. het doel om te bena- deelen. Overigens bracht pleiter eenige verzach tende omstandigheden bij en den hove het verzoek van zijn cliënt over om de straf in eenzame op sluiting te doen ondergaan. Besch. was z. i. geen slecht, maar zwak mensch, en pleiter vertrouwde dat, als hij eenigen tijd in de eenzaamheid zal hebben doorgebracht, hij zich in 't vervolg van het plegen van handelingen onthouden zou als hem thans voor het hof hebben doen verschijnen. Uitspraak over acht dagen. Dezer dagen werd voor het gerechtshof in Den Haag eene zaak bepleit,die, hoewel hoogst eenvoudig, zeker toch voor fabrikanten niet van belang ont bloot is. Zij betrof de quaestie over ontbinding eener overeenkomst wegens schending van een geheim. De heer B., een met een aantal attesten begif tigde scheikundige, contracteerde in het begin van het jaar 1872 met de directie der stearine-kaar- senfabriek Apollo" te Schiedam lot den verkoop van zijn geheim om oleine vast te maken en wel voor eene som van f 5000. Met 1000 ophand was men het eens geworden, dat de chemicus volgens zijn recept een proef zou nemen en de directie onderwijzen in de bewerking der ver schillende stoffen tot het erlangen van het beoogde resultaat. De proefneming had plaats, maar met het ongelukkig gevolg dat zij totaal mislukte en de fabriek de daartoe gebezigde stollen verloren zag gaan. Van eene volgende proefneming, waarop de scheikundige aandrong, wilde nn de directie der fabriek niets meer weten, niettegenstaande de heer B. te kennen gaf dat een eerste proef mees tentijds slecht uitviel. Partijen werden het niet eens en dientengevolge werd de Rolterdamsche rechtbank geroepen tot veroordeeling van de direc tie der fabriek, die nu het geheim kende, wegens schending van het contract, om den heer B., met vernietiging van de overeenkomst, hem de be dongen som te betalen. De rechtbank wees die vordering echter af en vandaar werden voor den hoogeren rechter door Mr. Kappeyne van de Coppello kortelijk de gronden toegelicht, die z. i. tot vernietiging van het vonnis moesten leiden terwijl Mr. Van der Linden met gerustheid de bevestiging daarvan tegemoet zag. Het hof heeft heden het vonnis der Rotterdamsche rechtbank bevestigd. KOLONIËN. BATAVIA, 28 Februari! Omtrent den dood van generaal Pel leest men in het „Algemeen Dagblad van Ned.-Indië": De treffende tijding is hier gisteren per telegraaf ontvangen, dat de militair en civiel bevelhebber op Atjeh, generaal-majoor J. L. J. H. Pel, den- dood gevonden heeft. Op het toppunt van zijn roem, gesteund door het onbeperkt vertrouwen zijner manschappen, toegejuicht door het geheele Neder- landsche volk, dat van hem de voleindiging van het langdurig en moeilijk werk in Noordwestelijk Sumatra verwachtte, wordt generaal Pel onver wacht afgeroepen van zijn post. Geen vijandelijke kogel of klewanghouw ontroofde aan het zege vierende leger zijn Hoofd; hij viel niet als offer van de gevreesde ziekte, die zoovele dapperen in Atjeh ten grave sleept. Pel is gestorven in het bivak te Gighen, eene plaats, reeds sinds lang in ons ongestoord bezit, in den avond van 11. Dins dag op Woensdag 22 op 23 Februari, aan een plotselinge beroerte' of aderbreuk. Vermoedelijk stond die doodelijke ziekte-aanval in verband met koorts. Groot moet de verslagenheid in het leger te Atjeh zijn, van hetwelk Pel de afgod was. Reeds is het ljjk naar ICotta-Radja gebracht, waar het aan de aarde zal worden toevertrouwd. Had Pel den krijgsmansdood tegenover den vijand mogen sterven, welk een geestdrift om hem te wreken, zou allen hebben bezield! De tocht door de XXVI Moekims was den 22sten, den dag na dien, waarop het laatst gepubliceerde telegram was afgezonden, met goed gevolg voortgezet. De be velhebber had een telegram met die gunstige tijding des avonds nog afgezonden aan den gouv.- generaal. Eer nog dat bericht zijn bestemming bereikt had, werd het ingehaald door de doods tijding, die de chef van den staf, de kol. F. A. Meyer, in allerijl achternazond. De groote dingen door Pel in de laatste maanden verricht, liggen nog versch in ieders geheugen. Zijn geest zal on getwijfeld voortleven in de troepen, die hem als bevelhebber verloren hebben. En zijn naam zal een plaats krijgen op de schoonste bladzijden der geschiedenis van het Nederlandsch-Indisch leger. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Ontslagen: Eervol, nit zijne betr-, w. ziekte, de comm. 2de kl. bij den post- en telegraafd.jj. K. Wig- gers; eervol, uit 'elands dienst, de klerk bij de algem. rekenk. E. Meister. Benoemd: Tot adj.-inspect. van bet inl. ouderwijs in Ned.-Indië, Dr. H. W. D. Van Riemsdijktot grillier bij den laudr. te Sumanap J. A. Losse; tot boofdonderw. (1ste kl.) aan de o. 1. school te Amboina J. J. Cleypoul; tot boofdonderw. (2de kl.) aan de O. 1. school te Banjocmas D. Westhoff; tot boofdonderw. (2de kl.) aan de O. 1. school te PontiaDak C. Prins. Bij de algem. rekenkamer: tot lsten comm. H. A. Meppelink, tot 2den comm. W. F. H. Calicher eu M. Ebrencrontot 3den comm. G. A. Grosman en K. H. Beaupain. Aan de O. 1ste 1. school te Soerakarta: tot 2den hulpouderw. J. W. H. Muller; tot 3den bolponderw. D. Kolling; tot zontverkooppakbuism. te Plosso (resid. Soerabaya) H. R. Fretz. Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., w. ziekte, aan den maj. der art. G. A. Deibei; een tweej. verlof naar Europa, w. ziekte, aan den kapt. der inf. H. K. A. Beekbuis. Ontslagen: Op verzoek, eervol, nit Zr. Ms. milit. dienst, met behoud van recht op pensioen, de kapt. der inf. F. J. H. Duvergé; eervol, nit 's lands dienst, de burg. schrijver der 6de kl. b(j de art. R. Worthington. Departement der Marine. Benoemd: Tot lsten stuurman bij de gouvemem. marine M. L. Broos. BUITENLAND. IVr ii n k t" i j 1c- De begrooting van bet departement voor buiten- landsche zaken voor 1877 is geraamd op 13,201,500 fr., dat is omtrent 2 millioen meer dan voor 1876. De verhooging is hoofdzakelijk bestemd voor de reorganisatie der diplomatieke en consulaire kan selarijen. Slechts 196,000 fr. wil de minister aan wenden tot verhooging der jaarwedden van diplo matieke agenten en consuls. Den gezant te Berlijn wil hij jaarlijks 160,000 fr. toekennen, in plaats van 140,000, die hij tot dusver had. De minister verdedigt deze verhooging aldus: „De gezantschaps- post (te Berlijn is sedert den jongsten oorlog een der kostbaarste legatién van Europa geworden. Het staatkundig gewicht dier hoofdstad behoeft niet te worden aangetoond, en men zal begrijpen, dat de representatiekosten in evenredigheid moe ten staan met het gewicht van zoodanige plaats. De voorgestelde verhooging van 20000 fr. moet alleen strekken, om onzen gezant de strikt noodige middelen te verschaffen, overeenkomstig zijn rang te leven." De jaarwedde van den gezant te Weenen zal van 170,000 of 180,000 fr. gebracht worden. Ten gevolge der bezuinigingen, die na den oorlog iegevoerd werden, onderging die post, die vóór 1870 200,000 fr. bedroeg, eene vermindering van 30,000 fr. In het jaar 1878 denkt de regeering de wereldtentoonstelling te Parijs te openen. Het ligt in haar plan die op de breedst mogelijke schaal te doen plaats hebben en haar in alle opzichten Frankrijks grootheid op 't gebied van kunst en nijverheid en de vooruitgaande ontwikkeling der andere natiën waardig te doen zijn. De abbé Michaud is tot hoogleeraar in de theologie aan de hoogeschool te Genève benoemd. De Kamer heeft de verkiezing van Felter en die van baron Cirdeneau ongeldig verklaard. Telegrammen. MADRID, 1 April. Alle schepen, die in een Spaansche haven, welke niet hun bestemmingsplaats

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2