LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
N°. 4948.
Woensdag
A0. 1876.
29 Maart.
Watersnood.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Hommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES!:
Van 1—6 regels1.05.
Iedere regel meerOt7i
Grootere letters naar plaatsruimte
Heden is aan ons bureel ingekomen f 40 van
de jongens der Kweekschool voor Zeevaart en de
bemanning der kanonneerboot N°. 16 en f.25
in de bus, welk bedrag wij aan de subcommissie
alhier hebben afgedragen.
STAD S-B E RICHT E S.
Vergadering Tan den Gemeenteraad van Leiden
op Donderdag 30 Maart, des namiddags te twee uren.
Onderwerpen
1°. Benoeming van een Bestanrder van het Werkhais, ait de
leden van den Gemeenteraad.
2°. Idem van een lid der Commissie van loezieht op de scholen
voor middelbaar onderwy9.
3°. Idem van eene onderwijzeres 2de klasse aan de meisjesschool
late klasse. (43)
4°. Verzoek van Mej. B. Van Velzen wed. Omvlee, om te
worden gecontinueerd als stad3-vroedvronw. (39)
5°. Idem als voren van Mej. S. M. Van Iperem. (44)
6°. Idem van Dr. J. C. Kist, om te worden gecontinueerd
als atads-doctor. (40)
7°. Idem ala voren van Dr. G. Zaalberg. (40)
8°. Idem van N. C. Oudshoorn, om een keldertoegaDg te maken
in de Bnrgsteeg. (83)
9°. Idem van G. J. Boelen, om een gedeelte der Binnenvest-
gracht bij de voormalige Heerenpoort aan te plempen. (34)
10°. Idem van J. W. Van Gelderen, om ontslag als hulpon
derwijzer aan de school n°. 2 voor minvermogenden. (35)
11°. Snppletoire begrooting en ataat van af- en overschrijving
op de begrooting, dienst 1875, van het Evangelisch Lu-
thersch Wees- en Oadeliedenhnis. (37)
12°. Snppletoire begrootiDg, dienst 1875, van het Werkhais. (38)
13°. Verzoeken van J. Scheltema en J. P. Rietbergen betrek
kelijk het Bonhui3 op de Korte Langegracht. (45 en 47)
14°. Idem van A. Borgman, om ontslag als hulponderwijzer
aan de school n°. 2 voor minvermogenden. (46)
15°. Rekening van de Kamer van Koophandel en fabrieken
over 1875. (36).
EEN BELANGRIJKE BROCHURE.
„De patentbelasting in Nederland, zooals zij nu
is ingericht, is onbillijk door de disproportie in
hare heffing, door haar niet te verdedigen, onre-
delgke, willekeurige, en stelsellooze vrijstellingen,
door hare bevoorrechting van sommige standen
en door haar gemis aan algemeenheid en onpar
tijdigheid in quotisatie en aanslag."
Aan fabrikanten, winkeliers, neringdoenden, in
één woord aan alle belanghebbenden onder onze
stadgenooten behoeven wij zeker niet te vragen
of zij met die woorden instemmen. Bij herhaling,
jaar op jaar, is er nu van deze, dan van gene zijde
op gewezen, dat de patentbelasting om tallooze
redenen tot onregelmatigheden aanleiding geeft,
en het wenschelijke van hare afschaffing mag vei
lig een uitgemaakte zaak worden genoemd.
Hoe daartoe te geraken? De stemmen, die zoo
nu en dan legen het voortbestaan dier belasting
opgingen, bleken daartoe niet in staat te zijn.
Van een vereeniging van krachten mag men ook
hier ongetwijfeld een beteren uitslag verwachten.
Dat middel wordt dan ook aan de hand gedaan
in een brochure van den bekenden Multapalior,
getiteld: „Bijdrage voor een grondwettige bewe
ging ter afschalfing der patentbelasting", waaraan
wij bovengenoemde zinsnede ontleenden. Op verzoek
van het bestuur der wel jeugdige, maar, zooals
bij deze blijkt, daarom niet minder krachtig op
tredende „Vereeniging voor Handel en Nijverheid
te 's-Gravenhage" heeft Multapalior die bijdrage
beschikbaar gesteld ter bevordering van de grond
wettige beweging ter afschaffing van de patent
belasting, door genoemde Vereeniging ontworpen,
en welke beweging de schrijver op bijzondere uit-
noodiging van het bestuur mede zal helpen leiden
en zoo mogelijk tot een goed einde brengen.
Achtereenvolgens wijst de auteur op de greote
gebreken, die de patentwet aankleven. Terwijl de
aanzienlijkste handelshuizen in de eerste gemeenten,
hoe belangrijk hun inkomsten ook mogen zijn,
voor een bedrag van hoogstens f 400 kunnen
worden aangeslagen, ziet da kleinste neringdoende
in een gemeente van den 6den rang zich gedwon
gen een, zij het dan ook zeer geringe som te
betalen van inkomsten, die hem en zijn gezin
nauwelijks droog brood opleveren. Naamlooze ven
nootschappen voldoen een recht van 2 pCt. naar
verhouding der verdiensten; de industrieel, de
koopman, de neringdoende daarentegen moet vol
gens een geheel fictieven maatstaf vooruit betalen
immers als het hem in zijn zaken tegenloopt, kan
het gebeuren, dat hij in het jaar, waarvoor hij
palent betaalt, weinig, ja zelfs in het geheel geen
winst maakt.
Waarom zijn geestelijke personen, ja zelfs kerk
bedienden, waarom onderwijzers enz. vrijgesteld?
Of oefenen ook niet zij een bedrijf uit, van welks
inkomsten zij leven? Waarom wordt aan klerken
van rijks- of gemeenteambtenaren, bij polder- en
dijkbesturen vrijdom toegekend ten nadeele van
klerken op handelskantoren? Zelfs tusschen hen,
die zich in het bezit van een academischen graad
verheugen, wordt op de willekeurigste wijze onder
scheid gemaakt; zoo behoeft de advocaat geen
patentbelasting te voldoen; de geneesheer daaren
tegen mag zonder patent geen praktijk uitoefenen,
in dat opzicht minder gelukkig dan zijn ambtge
noot bij het leger, die, daar hij zich in landsdienst
bevindt, weder een ongemotiveerd voorrecht geniet.
Doch wij kunnen den schrijver niet voet voor
voet volgen, al zouden wij met hem ook nog
gaarne willen wijzen op de verouderdheid der
patentwet, die blijkt o. a. uit den zonderlingen
maatstaf, dien zij in het aantal werklieden zoekt,
ofschoon in onzen lijd van machinerie veelal juist
de fabrikanten, die het kleinste aantal en boven
dien de minst degelijke werklieden in dienst heb
ben, de grootste hoeveelheid producten leveren
op de ongezonde begunstiging van het binnen-
landsch fabricaat; op - de vaak geheel verkeerd
werkende classificatie der gemeenten, daar in groote
plaatsen met hoogen aanslag niet zelden duurder
wordt gewerkt dan in kleine met lager aanslag.
Veeleer willen wij wijzen op het middel, dat
de schrijver aan de hand geeft om langs grond-
wettigen weg tot de afschaffing der patentbelas
ting te geraken, en dat hierin beslaat: gebruik te
maken van het recht van petitie en vereeniging. Een
algemeen petitionnement, ziedaar wat
Multapalior beoogt, evenals de „Haagsche Veree
niging voor Handel en Nijverheid". Daarom noo-
digt hij allen uit, die met hem van de gebreken
der bestaande patentwet overtuigd zijn, nauwkeurig
hun naam, beroep en woonplaats op te geven aan
hem, Multapatior, die daartoe fictief domicilie kiest
ter bureele van den heer C. Rutten, secretaris
van meergemelde Vereeniging te 's-Gravenhage,
met andere woordende brieven, adressen, brief
kaarten of andere stukken van adbaesie moeten
gericht wordenAan Multapatior, ten bureele van
den heer C. Rutten, secretaris der Vereeniging
voor Handel en Nijverheid te 's-Gravenhage.
Mogen aan dat bureel vele bewijzen van instem
ming worden ontvangen, niet alleen van belang
hebbenden, maar ook van belangstellen
den, die recht en billijkheid verkiezen boven
eigen voordeel.
Ten slotte nog een opmerking. Al moge men
zich vereenigen met de hoofdstrekking der brochure,
toch zullen zeker velen met ons op menig punt
een andere zienswijze zijn toegedaan en zich niet zoo
voetstoots neerleggen bjj sommige apodictische
uitspraken, b. v. waar de auteur niet schroomt ia
weinige woorden de verplichtingen van den staat
te omschrijven. Ook valt het niet te ontkennen,
dat de toon hier en daar wel wat heftig is. Ook
het bestuur van meergemelde Vereeniging schjjnt
van dat gevoelen te zjjn, waar het in het „Voor
woord" zegt, dat het „de détails voor des schrij
vers bijzondere verantwoordelijkheid laat."
LEIDEN, 28 Maart.
De rechtbank alhier heeft, naar men ver
neemt, ter voorziening in de vacature, ontstaan
door het vertrek van den heer Mr. W. C. D.
Olivier, op de lijst van aanbeveling gesteld de
heeren Mr. J. De Clercq van Weel, kantonrechter
te Haarlem, Mr. W. A. L. Domis, rechter te
Alkmaar (met het lot tegen den derde), en Mr.
A. E. Croockewit, kantonrechter te Noordwijk.
De Vereeniging „Harmonie" gaf gisteravond
in den Schouwburg de aangekondigde buitengewone
voorstelling ten voordeele der noodlijdenden door
den watersnood. In het belang eener spoedige
uitvoering was het programma hoofdzakelijk samen
gesteld uit stukjes, die door de werkende leden
reeds vroeger waren gespeeld. Voor de pauze
werden opgevoerd: „Mijn tuinhuisje", oorspron
kelijk tooneelspel in een bedrijf door J. De Jong,
en „Arme Jacque", tooneelspel met zang in een
bedrijf naar het Fransch van de Gebs. Cogniard,
door Eug. E. Stroobant; terwijl de voorstelling
met „Jeremias Krekel", blijspel in twee bedrijveD,
besloten werd. De medewerkenden deden zich ook
nu weder over 't algemeen van zeer goede zijde
kennen. Somtijds vroeg men zich zelfs af of men
hier wel met dilettanten te doen had. Zij ontvin
gen dan ook van de aanwezigen herhaalde bewij
zen van tevredenheid; vooral was dit 't geval
na het duett van Jacque en Amalia in het tweede
stukje. Aan het einde der voorstelling, die ook
door den beschermheer der Vereeniging Mr. B. Th.
baron Van Heemstra van Froma en Eibersbureu
werd bijgewoond, werden door een lid der ver
eeniging nog eenige coupletten gezongen, die op
de vreeselijke ramp betrekking hadden. Dat de
pogingen der Vereeniging om ook op deze wijze
iets tot leniging van den nood onzer landgenoo-
ten bij te dragen, niet geheel ijdel zijn geweest,
blijkt hieruit dat zij na aftrek van alle kosten
f 70.15s ter beschikking der subcommissie alhier
heeft kunnen stellen.
De collecte, te Valkenburg voor de nood
lijdenden door den watersnood gehouden op 27
dezer, heeft f 65.57 opgebracht.
Den 3den der volgende maand zal van het
koloniaal werfdepot te Harderwijk naar Rotter
dam vertrekken een detachement suppletie-troepen,
sterk 200 man, waaronder 10 onderofficieren, om
dien dag aldaar te embarqueeren aan boord van
het via Suez naar Java bestemde stoomschip
„Drenthe". Het hevel over dat detachement is
opgedragen aan den kapl. der art. J. Schneither
en tot medegeleide zijn aangewezen de 1ste luit:
der inf. W. Sloop en G. C. Koster van Voorhout,
de 2de luit. der inf. G. E. A. R. Kempers, J. C.j
Van Dijk, P. A. P. Vermeulen en J. C. De Vaal
en de 2de luit.-kwartiermeester P. A. Jung. De
kapt. Schneither en de 1ste luit. Stoop keeren
van verlof naar Java terug.
Het stoomschip „Koning der Nederlanden",'
van Batavia naar Nieuwediep, is gisteren Dunge-
ness gepasseerd.