W atersnood. heeft als amendement voorgesteld, art. 34 in de wet tot regeling van het h. o. aldus te lezen Na de senaten te hebben gehoord, wordt door den Koning bepaald, in welke vakken aan elke universiteit onderwijs zal worden gegeven. De les sen tot voorbereiding voor de doctoraten in de Semitische letterkunde en in de taal- en letterkunde van Indië behoeven alleen aan de universiteit te Leiden gegeven te worden. Z. M. heeft aan Dr. J. L. Schlimmer, com mercieel agent der Nederlanden te Teheran, ver lof verleend tot het aannemen der versierselen van ridder 4de kl. der orde van MedjidiéH. Roepius te Rotterdam erkend en toegelaten als consul van Chili aldaar op den voet van Neder- landsch onderdaanaan Mr. J. C. Bijsterbos, ge wezen griffier der prov. staten van Overijsel, ver leend een pensioen van f 653G. H. Albus, ge wezen machinist bij het droge dok te Vlissingen, met instandhouding van het milit. pensioen, ver leend een pensioen van f 46 'sjaars; de benoe ming van W. Verhoeven, burgem. van Riethoven, tot secr. dier gein., goedgekeurd; den luit.-ter-zee 2de kl. H. A. Schippers, met 1 April bevorderd tot luit.-ter-zee 1ste kl.den 2den lui!. F. J. R. Von Ernst, van het 2de reg. inf., voor den tijd van vijf jaren ged. bij de inf. in Ned.-Indië. Gemengd Nieuws, Uit Zutfen wordt van 23 dezer ge- meld: Langzamerhand begint het water te zakken. Enkele hovenaars keeren reeds naar hunne woning terug. Gelukkig is de ramp zoo groot niet als zich aanvankelijk liet aanzien, maar toch groot genoeg om dadelijke hulp noodzakelyk te maken. Ruimschoots wordt zij dan ook verleend. Stroo, steenkolen en zand wordt hun, die er behoefte aan hebben, door een commissie, benoemd door het aagelijksch bestuur met B. en Ws. zelf aan het hoofd, in ruime mate verstrekt. Ook in de Polsbroek, het laagste gedeelte der stad, begint het water, vooral door behulp der locomobile, door het stedelijk bestuur op den wal geplaatst, minder last te veroorzaken. Wat men gemeld heeft, als zouden de bewoners dier straat gevlucht en in het Bornhof opgenomen zijn, is geheel bezijden de waarheid. Heeft het er in die buurten al ge spannen, van vluchten is toch geen sprake geweest. Wel was dit het geval met de bewoners buiten de Hospitaalpoort en in de buurtschap Vieracker. Zooveel mogelijk worden zij echter geholpen. De particuliere liefdadigheid vooral heeft zich krachtig in deze dagen doen gelden; lang in stilte, nu daarentegen rneer in het openbaar. Evengoed als elke andere stad die van het water geleden heeft, krijgen we hier onze watersnoodloterij, een waters noodconcert, een watersnood-liefhebberij-tooneel- opvoering, zelfs hebben twee koffiehuishouders bij aunonce in de „Zutph. Cour." beloofd dat zij hun winst van één dag ten bate der origelukkigen zouden afstaan. Een watersnood-dichter ontbreekt ons nog. Wij hopen echter, dat hij zijne talenten voorshands verborgen houdt. Met dat al wordt er veel gegeven. De geleden schade zal dus voor velen worden vergoed. Maar wat niet kan worden vergoed, is de schade aan de landerijen toegebracht. Het winterkoren is vernield, de pootaardappeleri zijn bedorven; wat echter nog meer zegt: de bouw grond en vele weiden zullen nog lang de gevolgen van den hoogen waterstand ondervinden. Van jonge groenten zullen we ons vooreerst moeten spenen. Doperwten krijgen we zeker niet vóór September, want de hoven de slatuintjes van Zuifen zijn bijna geheel ondergeloopen, en al begint het water zooveel te zakken dat de bewoners beginnen terug te keeren, van bearbeiding van den grond is nog vooreerst geen sprake. Een bericht uit Alexandrië van den 12den dezer bevat bijzonderheden omtrent de ontploffing, welke heeft plaats gehad aan boord van eene der transport-stoombooten van de Egyp tische regeering. De „Samanond", hebbende aan boord soldaten en paarden, bestemd voor Massowah, was op het punt van het dok te verlaten, en zooals de gewoonte is met stoombooten, deed de eerste machinist één of twee slagen voorwaarts met de machine, loen de ketel, die eemge minuten te voren slechts 23 graden drukking had, eensklaps ontplofte. De eerste en tweede machinist, beiden Oostenrijkers, vijf en twintig man der soldaten kwamen om het leven en vele mannen en paarden werden ernstig gewond. Ofschoon het vaartuig in militairen dienst was, ontbrak het ongelukkig aan boord aan militaire tucht en spoedige hulp. De gekwetste Europeanen en Egyptenaren werden naar het gasthuis gebrachteenigen van hen stierven weinige uren later en de andere bevinden zich nog in een bedenkelijken toestand. Niets is met zekerheid bekend aangaande de oorzaak van het ongeluk. De ketels waren gemaakt te Triest en slechts 19 maanden oud. De stoomboot had nog onlangs voor herstellingen in het dok gelegen. Volgens den te Philadelphia geves- tigden berichlgever van de „Times" zijn bij den brand te Charleston meest kleine houten woningen vernield, heigeen veel ellende onder de armen veroorzaakt. De schade bedraagt, naar de laatste raming, 256,000 dollars. Volgens een telegram uit Napels is de uitbarsting van den Vesuvius, reeds Zondag door wolken rook en des nachts door het schijnsel van vlammen aangekondigd, begonnen en vloeit de lava in de richting van Pompei. Eene ontzag lijke kolom witte rook, nu en dan door de vlammen gekleurd, rijst uit den top des bergs opwaarts. Het bericht, dat de Duitscher, wiens lijk in een ongebruikt varkenshok te Beerta is gevonden, door honger zou zijn omgekomen, is bevestigd door de lijkopening. Daarbij toch werd geen spoor van voedsel in de ingewanden aan getroffen. De persoon in quaestie heette H. D. Meyer. Uit een brief uit Ragusa aan de „Times" blijkt, dat Ljubibratich niet op Oostenrijksch maar op Turksch gebied is gevangengenomen. Terwijl hij met de zijnen het middagmaal gebruikte, werd het dorp, waar dit plaats had, door Oostenrijksche troepen bezet. Hem werd medegedeeld, dat hij het Oostenrijksch grondgebied had geschonden, hetgeen door den bendenaanvoerder met de kaart in de hand werd ontkend. Aanvankelyk scheen alles op een vriendschappelijke ontmoeting te zul len uitloopen, maar toen de maaltijd was afge- loopen, werd hij door de Oostenrijksche troepen omringd en deelde de commandant hem mede, dat hij zijn gevangene was. Ljubibratich gaf zijn wapens over onder protest. Daarop werd zijn omgeving mede ontwapend, ook mejuffiouw Merk us, die slechts noode haren revolver overgaf en niet kon nalaten eenige bittere woorden tot de Oostenrijkers, de „helden van Sadowa", te richten. BUITENLAND. Erankrij li. De minister van binnenlandsche zaken, de maires van Parijs ten gehoore ontvangende, heeft hun het volgende gezegd: Wij willen de republikein- sche instellingen doen zegevierenmaar wij zouden den president der republiek, het land en ons zei ven misleiden, indien wij de zegepraal er van niet beoogden door verstandige en bij uitstek conser vatieve maalr egelen. De nationale vergadering heelt gisteren zonder debat besloten tot ophelfing van den staat van beleg. De commissie voor de amnestie uit den senaat heeft eenstemmig het voorstel desbetref fende, van Victor Hugo, verworpen. In een brief aan de „Gazette de France" heeft msgr. Dupanloup verklaard, dat het door de regeering aangekondigde voorstel om de toekenning van academische graden door gemengde examen- commissién, gelijk die bij de nieuwe wet op de vrijheid van het hooger onderwijs werd ingevoerd, af te schaffen, het hoofdbeginsel dier wet zelve zou aantasten. Werd toch zoodanig voorstel aan genomen, dan zouden, schrijft hij, de hoogleeraren der vrije universiteiten weder volkomen in den zelfden toestand geraken als vroeger en niet meer zijn dan repetitors en handlangers van de profes soren der slaats-inrichlingen. Hun onderwijs zou op die wijs alle waardigheid, oorspronkelijkheid en onafhankelijkheid verliezen, van eene werke lijke mededinging met het openbaar onderwijs geen spraak meer kunnen zijn. Onder den naam van vrijheid zou men het oude monopolie, met eene logen vermeerderd, hebben teruggekregen. Spanje. Bij 't ontvangen van de gelukwenschingen van den senaat heeft de koning de volgende woorden uitgesproken: „Ik heb onbeperkt vertrouwen in het stelsel van de representatieve monarchie, die eerlijk in practijk gebracht de overwinning verze keren zal van de roemruchtige wedergeboorte der natie." Men wacht uit Frankrijk eene groote be zending paarden, die aan de geïnterneerde Garlisten ontnomen zijn. Den 11 den April zullen wederom 900 man troepen naar Cuba gaan. Vereenigde Staten. Het proces tegen Belknap zal toch kunnen worden voortgezet. Marsh, de hoofdgetuige, en diens vrouw zijn door de beloften van den presi dent dat hun geen leed zou geschieden, naar Washington teruggekeerd. De man die de betrek king van zoetelaar op het fort Sill zoo duur ge kocht heeft, John Evans, heeft getuigenis afgelegd voor de commissie van oorlogsuitgaven van het huis van afgevaardigden. Tusschen November 1870 en Nov. 1875 heeft hij aan Marsh 42.000 dol lars betaald voor zijn post. Het bleek echter niet dat eenig geld aan Belknap verstrekt was. Evans was oorspronkelijk bij Belknap geïntroduceerd ge worden door generaal Rice, uit Jowa, die daarvoor 1000 dollars ontving. Generaal Belknap verwees Evans naar Marsh, en rnet dezen trot hij de wel bekende schikking. John C. New, schatbewaarder der Veree- nigde Staten, heeft met ingang van 1 April zijn ontslag genomen, orndat hij zich niet kon veree nigen met de machlsbeperking en het vermin derde salaris, die door het huis van afgevaardig den zijn vastgesteld. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur, Heden las ik in uw geacht blad dat zicli hier eene commissie had gevormd die aanstaanden Maandag eene algemeene collecte zal houden aan de huizen der ingezetenen ten behoeve van onze ongelukkige broeders die zoo zeer zijn getroffen door den watersnood. Ik juich dat denkbeeld zeer toe, omdat dan ieder naar zijn vermogen kan geven, en menigeen die of niet in de gelegen heid is, of niet weet waar zich te vervoegen, de gelegenheid wordt aangeboden zijne giften op het altaar der liefde te offeren. Toen ik verder las dat de gemeenten "Voorscheten 880, Oudshoorn f 600 en Tilburg f 3000 hadden opgebracht, vroeg ik mij af: hoeveel zou de gemeente Leiden met hare -40 000 zielen wel opbrengen En na eenig nadenken, en eenige vergelijkingen te heb ben gemaakt tusschen kiezers en niet-kiezers, kwam ik tot de conclusie, dat zoo ieder hoofd van een gezin doordrongen is van de hooge nood zakelijkheid die in de gegeven omstandigheden bestaat om naar zijn vermogen bij te dragen om den dringenden nood te helpen lenigen en daarbij wordt gedreven door een goeden wil, de gemeente Leiden gemakkelijk f 10.000 kan pro- duceeren, zonder dat het iemand eenige opoffering zal behoeven te kosten die hem maar in de versie verte zal hinderen. Mijne conclusie berust op de volgende overweging. De "emeente Leiden heeft 40,000 inwoners; stelt men nu ieder huisgezin op vijf personen, dan krijgt men 8000 hoofden van gezinnen; die 8000 hoofden van gezinnen bestaan uil 1066 kiezers voor de Tweede Kamer der Staten Gene- raal, 522 kiezers alleen voor den Gemeenteraad en 6412 die het radicaal voor kiezers niet bezit ten. De kiezers voor de Tweede Kamer verdeel ik in vier categorieën, ieder groot 266 kiezers, waarvan de eersten of lijksten naar mijn beschei den oordeel zonder eenigen hinder gemakkelijk ieder f 20 kunnen bijdragen, de tweeden, die min der rijk of met meer kinderen gezegend zijn, zal, uil aanmerking van het goede doel, eene gift van f 10 ook niet verarmen, de derden reken ik op 5, en de vierden op f 2.50. De overblijvende 522 kiezers voor den Gemeenteraad verdeel ik insgelijks in vier categorieën, ieder groot 130 kie zers. Voor de eersten, die op het kantje af kiezers voor de Tweede Kamer zijn, zal de bijdrage van slechts één gulden voor deze enkele maal geen bres in hunne kas maken; de tweeden stel ik op 75 cents, de derden op 50 cents en de vierden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2