verleend als procureur bij het gerechtshof in de
arrond.-rechtbank te 's-Hertogenboschaan S.
Blijdenstein, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
als plaatsverv. kantonrechter te Enschedé; aan
den voor den dienst in Indië bestemden soldaat
F. Zucchini, van het kol. werfdepot, vergund het
dragen van de Ilal. herinneringsmedaille voor den
veldtocht tegen Oostenrijk in 1866; den lsten
luitenant E. De Man, van het 2de reg. inf., voor
den tijd van vijfjaren gedet. bij de inf. in Ned.-Indië.
(iemengd Nieuws.
Hedenmiddag omstreeks halftwaalf
geraakte een man door dronkenschap in het Rapen
burg. De drenkeling werd door een agent van
politie gered en door den chirurgijn-majoor Engel
hart in de garnizoens-infirmerie opgenomen en met
de meeste zorg behandeld.
Aan de beschrijving van een tocht
van den verslaggever der „N. R. Ct." naar Her-
wijnen, Brakel en Pouderoyen is het volgende
«ntleend: Te 12 uren arriveerde men te Brakel. Bij
afwezigheid van den burgemeester werden de leden
der commission aldaar in het gemeentehuis ont
vangen door den predikant, van wien men ver
nam, dat eenige oogenblikken te voren baron
Forstner van Dambenoy, adjudant des Konings,
aldaar was geweest, om, evenals op andere plaat
sen, naar den toestand onderzoek te doen. Aldaar
waren geen vluchtelingen of vee van elders opge
nomen. Gelukkig; want Brakel zelf, met jeene
bevolking van 1100 zielen en thans 140 bedeelde
huisgezinnen, was zwaar geteisterd. Daar waar
anders in dezen tijd van het jaar de boer den
grond bewerkt, hadden gisteren schepen gezeild.
Eene straat was gedeeltelijk, eene andere geheel
ontruimd. In deze laatste voer men thans met
bootjes langs de zolderverdiepingen. Ook in kerk,
school, onderwijzerswoning en een aantal andere
huizen buiten die straten staat het water hoog.
.Wij voeren door de overstroomde lanen en buur
ten, hier en daar langs weggedreven gedeelten
van huizen, naar het oude kasleel, genaamd het
Huis „De Spijker", alwaar 73 personen waren
opgenomen. Deze zijn uitmuntend gehuisvest. In
al de oude zalen en cellen heerschl, niettegen
staande bijv. in een vertrek op eene bovenver
dieping vee was geplaatst, eene buitengewone
zindelijkheid. Terwijl de mannen bezig waren met
eten koken, hielden de vrouwen zich onledig met
hemden naaien. De aldaar aanwezigen erkenden
dan ook, dat zij het veel beter hadden dan hunne
lotgenooten, die bjj de buren in huis waren ge
vlucht, met achterlating hunner inboedels, die
thans in lange rijen op een dijk onder stroo ge
borgen lagen. Nadat ook hier een aantal goede
ren waren afgegeven, gingen de Rotterdamsche
en Gorcumsche bezoekers weder aan boord.
Van daar werd opge6toomd naar Pouderoyen.
Van Brakel in die richting vormen de Maas-, de
Nieuwe-, de Mei- en de Vleugeldijk een vierhoek.
Het rivierwater, over het uitgestrekte Munniken-
land stroomende, had den Nieuwen Dijk vernield,
met het gevolg dat de geheele vierhoek, ter op
pervlakte van ongeveer 1200 bunders, was onder-
geloopen en het water op verschillende plaatsen
den Vleugeldijk zwaar had beschadigd, terwijl ook
daarbuiten zoover het oog reikte alles overstroomd
lag. De Nieuwe Dijk is op tien plaatsen doorge
broken. Dinsdag-ochtend zijn die punten opgeno
men. Het bleek toen dat de diepste doorbraak
heeft plaats gehad over eene lengte van 77 meter.
Aldaar peilde men 8 nieter diepte. Verderop
vond men een doorbraak van 120 meter lang.
Onder al deze onheilen was Pouderoyen van
twee kanten getroffen; zoowel binnen- als buiten
dijks lag alles onder. Te 3 uren aldaar gearriveerd,
hadden de leden der commissiën spoedig een
overzicht van den toestand genomen. Langs dien
dijk weer overal ondergeloopen, zwaar geteisterde
huizen. Op de buitenplaats van den heer Viruly
waren in het ruime huis honderd personen opge
nomen. Bij andere ingezetenen was het naar evenre
digheid hetzelfde geval. De meeste vluchtelingen heb
ben alles verloren. Naar eene verklaring van bevoegde
zijde heeft echter geen van allen broodsgebrek
geleden. Gisteren waren weder 70 gezinnen, te
zamen 300 personen, onder welke ook eenige uit
Brakel en Zuilichem, bedeeld. De heer Van Andel,
lid van den Gemeenteraad en van het Heemraad
schap, nam thans de goederen uit Rotterdam in
ontvangst en zond tevens per telegraaf eene
dankbetuiging aan Z. K. H. prins Hendrik, wegens
de voor die plaats bestemde toezending. Na eenige
verdere regeling ten zijnen huize vertrokken de
commissiën.
Daar men onderweg had vernomen dat er te
Zuilichem op 't oogenblik geen gebrek was, werd
vanwege de Rotterdamsche, door tusschenkomst
der Gorcumsche commissie, voor die plaats voor
later gezorgd en begaven zich de deelgenooten
aan den tocht te voet langs den Vleugeldijk en
Aalsterdijk, om over eene lengte van l'/j uur
gaans alles in oogenschouw te nemen.
De eerstgenoemde dijk zag er jammerlijk uit.
Op vele punten was nog slechts ruimte voor 'één
persoon en was de passage moeilijk. Van beide
kanten was overal de grond afgeslagen of door
boord. Hier en daar scheen het houtgewas de
kracht van den stroom te hebben gebrokendoch
over 't algemeen had het water, evenals te Her
wijnen, juist op die gedeelten dijk, die door
boomen waren begrensd, de zwaarste verwoestingen
aangericht.
De rijksveldwachter Seyffer, teVia-
nen, tegen wien door de arrondissements-recht-
bank te Gorcum wegens poging tot moord op
zijne huisvrouw en zijne schoonmoeder rechts
ingang met bevel van gevangenneming is veileend,
heeft zich Dinsdag-ochtend in Den Haag vrijwil
lig in arrest begeven en werd tegen den avond
gevankelijk te Gorcum binnengebracht.
Te 's-Hertogenbosch zijn de vluchte
lingen thans allen gehuisvest, in hunne verpleging
en verzorging wordt op de meest voldoende wijze
voorzien. Gisterochtend vertrok de commissaris
des konings, vergezeld van den hoofdingenieur van
den waterstaat, per extra boot naar Alem, Maren,
Kessel, Lith en Lithoyen, ten einde de dijken op
te nemen en middelen te beramen tot spoedig
herstel. Met de herstelling der hoofdtoegangen
naar de stad wordt krachtig doorgewerkt, zoomede
aan den spoordijk Vught, 's-Hertogenbosch, Hedel,
die vermoedelijk nog deze week voor het algemeen
verkeer zal worden opengesteld.
Dinsdag-ochtend bracht een voerman
zijn paard naar den stal, op den Rozendaalschen
weg bij Arnhem, en ontving daarbjj van het dier
een trap tegen de borst zóó, dat hij, naar men
verneemt, thans in bedenkelijken toestand verkeert.
Uit Ulrum wordt van 20dezer ge
meld: Hedenochtend is alhier een verschrikkelijk
onheil geschied. Twee volwassen zonen van den
molenaar J. R., zeer oppassende en werkzame
jongelieden van omstreeks 20 jaren, verdronken
in het groote Hunsingokanaal bij dit dorp. Zij
waren bezig langs dit kanaal zand Ie vervoeren
in een boot, zoogenaamde schouw, en zonken,
doordien ze deze te zwaar geladen hadden, daar
mede naar de diepte. Pogingen tot redding mochten
niet baten. Iemand wierp een der drenkelingen
nog een touw toe, doch deze had geen kracht meer
het te grijpen, en eenige oogenblikken later had
zich het water weder boven hunne hoofden toe
gesloten. De toestand der ouders is hartverscheurend.
Het onheil trof nog te ongelukkiger, doordat de
vader juist afwezig was.
Te Tilburg is door eene commissie,
aan welker hoofd het gemeentebestuur staat, ten
behoeve der noodlijdenden door den watersnood,
door eene collecte langs de huizen eene som van
ongeveer f 3000 ingezameld. Tot hetzelfde doel
gaven de werklieden van de werkplaats der maat
schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen des
avonds eene tooneelvoorstelling, waarvan de op
brengst f 256 bedroeg. Zij hebben tevens be
sloten, gedurende 14 dagen, daags een half uur
van hun weekgeld af te staan, welke opoffering
p. m. 250 zal bedragen.
De plak en de roede spelen op Engel-
sche scholen nog steeds eene gewichtige rol
doch niet meer geheel straffeloos. Onlangs werd
te Exeter een onderwijzer tot vijf jaren dwang
arbeid veroordeeld, wegens 't mishandelen van
een zesjarigen knaap, wien hij, al tuchtigend met
een wilgenteen, een oog had uitgeslagen.
De benden-aanvoerder Ljubobratich
is op bevel der Oostenryksche regeering te Lintz
geïnterneerd. Toen hij dit te Triest vernam, wei
gerde hij plaats te nemen in den trein. Hij wilde
naar zijn vaderland, Servië, worden overgebracht.
Men was toen genoodzaakt hem met geweld in
een coupé te plaatsen, terwijl zijne vrouw en
mejuffrouw Merkus in een andere coupé plaats
moesten nemen. De laatste zal naar Nederland
worden gezonden.
Rechtzaken.
Bij de verificatie van schuldvorderingen in het
faillissement van W. J. Wolff zijn de curators in
het faillissement van de Overijselsche Bank opge
komen met een vordering ten laste van den boe
del, groot 111,833.83. De curators in het eersle
faillissement hebben die vordering bestreden, be
werende dat nog in het credit van W. J. Wolff
moest worden gebracht een som van ƒ76,297.845,
wegens aan de Bank verstrekte Engelsche wissels,
zoodat de Bank slechls kon worden toegelaten
voor een bedrag van f 35,535.98s. De rechter
commissaris heeft partijen met dit geschil naar de
rechtbank verwezen, die nu bij vonnis heeft uit
gemaakt, dat de Engelsche wissels, die geen waarde
hadden omdat de trekker W. J. Wolff, die slechls
zijn naam leende, geen fonds bij de betrokkenen
had, niet in het credit van Wolff konden worden
gebracht. De rechtbank heeft derhalve de Bank
toegelaten als schuldeischeres voor het volle bedrag
van f 111,833.83, en gelast dat zij daarvoor zal
geplaatst worden op de lijst der erkende schuld-
eischers.
Gisteren stond voor het gerechtshof te Amster
dam terecht L. Kaptijn, de schipper, die op 20
December 1.1. zijn schip, gelegen aan den Wes-
terdokdijk, door het doen vlam vatten van petro-l
leum, door hem in een bedstede gegooid, in brand
gestoken heeft. De besch. gaf in de instructie op
uit baloorigheid deze daad gepleegd te hebben.
Hoewel bij op dat oogenblik sterken drank gebruikt
had, beweerde hij bijna nooit daarvan misbruik
gemaakt Ie hebben. Nadat hij den brand in het
schip gestoken had, wak hij aan boord van het
naast hem liggende schip gegaan, zeggende: „buur
man, ik heb den boel in brand gestoken, nu moet
jelui maar weten wat er te doen is." Ter terecht
zitting beweerde hij van niets te weten. De adv.-
gen. Mr. Kist achtte die herroeping der bekentenis
van geen beteekenis, meende dat bovendien buiter
die bekentenis het feit voldoende bewezen was,
beweerde dat hier was het in brand steken van
brandbare stoffen, derwijze geplaatst, dat de brand
zich aan het schip zou mededeelen, en requireerde,
met aanneming van verzachtende omstandigheden,
een celstraf gedurende 1 jaar en 6 maanden. De
verdediger achtte de herroeping der bekentenis
zeer aannemelijk en meende dat hier geen dolus
bestond, en zeker geen reden aan te geven is
waarom beschuldigde het schip in brand zou heb
ben gestoken. Na re- en dupliek werd de uitspraak
bepaald op Woensdag a. s.
BUITENLAND.
FVankrijls.
Het „Journal officiel" behelst verscheiden be
sluiten, houdende veranderingen in hel personeel
der prefecten. Vier en twintig prefecten zijn in
de verandering begrepen; van deze zijn dertien
ontslagen en op wachtgeld gesteld. Er behooren
toe de prefecten te Marseille, Nimes, Bordeaux,
Toulouse, Orleans, Epinal en Tours. Onder de
nieuw benoemde zij n er zeven, die reeds vroeger
een zoodanige betrekking vervuld hebben, twee
oud-afgevaardigden en een onder-prefect. De prefect
te Pau, de heer De Nadaillac, is verplaatst naar
Tours.
In een rapport der „Union républicaine"
wordt geconstateerd, dat een aantal republikein-
sche afgevaardigden gisteren in eene vergadering
te Versailles met algemeene stemmen hebben
verklaard, dat er geen reden bestaat om zich tot
een groep te vormen.
Voor een paar dagen, schrijft de Parijsche
correspondent van de „Köln. Zeitung", was het
bijna weer tot eene ministerieele crisis gekomen.
De minister van binnenlandsche zaken had name
lijk op eigen hand den heer Durangel, een harts
tochtelijk Bonaparti6t, als chef bij een der afdee-
lingen van zijn departement ontslagen. Toen nu
de minister aan Mac Mahon dit besluit mede
deelde, gaf deze zijn leedwezen te kennen, dat