LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4927.
Zaterdag
A0. 1876.
4 Maart.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommcrsn 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regels
Iedere regel meer
Grootere letters naar plaatsruimte
1.05.
0.174.
STADS-BERICHTEN.
JACHT en VISiCHEKIJ.
De BURGEMEESTER van LEIDEN brengt ter kennis
van hen, die zich voor het aanstaande seizoen 1876/7 in
het bezit wenschen te zien van JACHT- of VISCHAKTEN,
of wel van eene kostelooze vergunning tot uitoefening der
visscherij, dat de blanco verzoekschriften ter bekoming
daarvan gratis verkrijgbaar zijn ter Gemeente-Secretarie,
alwaar zij, behoorlijk ingevuld en onderteekend, vóór den
15den April dezes jaars moeten terugbezorgd zijn, ten einde
alsdan aan den Commissaris des Konings in deze Provincie
te worden ingezonden.
Tevens wordt ter kennis van belanghebbenden gebracht,
dat blanco verzoekschriften tot het bekomen van buiten
gewone machtiging tot het verdrijven van schadelijk gevogelte
met pistoolschotenhet schieten van konijnen en ander schade
lijk gedierte en het visschen als het water met ijs bedekt is,
van heden af, mede gratis ter Gemeente-Secretarie ter
invulling verkrijgbaar zijn gesteld.
Dc Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 26 Februari 1876.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEID0N doen
te weten, dat de eerste zitting van den Militieraad, voor deze
'gemeente, overeenkomstig art. 86 der Wet van den 19den
Augustus 1861 [Staatsblad n°. 72), wordt gehouden:
op Maandag den 13den Maart 1876, des namiddags te elf
ureD, voor dc lotelingen die de nommers getrokken hebhen van
1 tot 100, en des namiddags te één uur, voor hen die getrok
ken hebben van n°. 101 tot n°. 150;
op Dinsdag den 14den Maart 1876, des namiddags te halj-
twee, voor hen die getrokken hebben van n°. lol tot n°. 175;
op Woensdag den 15den Maart 1876, des Damiddags te één
nur, voor hen die getrokken hebben van n°. 176 tot n°. 225;
op Donderdag den 16den Maart 1876, des namiddags te één
nur, voor hen die getrokken hebben van n°. 226 tot n°. 236;
en znlks in een der vertrekken van het Raadhllis dezer
gemeente.
Zij herinneren voorts dat in gemelde zitting voor den Militie
raad moeten verschijnen:
1°. de vrijwilligers voor de Militie
2°. de lotelingeu, die vrijstelling verlangen wegens ziekelijke
gesteldheid of gebreken, of gemis van de gevorderde lengte;
dat de lotelingen, die voor dien Raad niet zijn verschenen,
gehouden worden geene redenen tot vrijstelling te hebben en voor
den dienst worden aangewezen, terwijl het niet ontvangen van een
oproepingsbiljet niet ontheft van de verplichting tot het ver
schijnen voor den Militieraad of tot het indienen van de tot
staving der redenen van vrijstelling gevorderde bewijsstukken.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking
en plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 3 Maart 1876.
LEIDEN, 3 Maart.
De heer Jonckbloet heeft, behalve de amende
menten waarvan hij medevoorsteller is, op 't ont
werp van wet voor t hooger onderwijs nog afzon
derlijke amendementen ingediend en schriftelijk
toegelicht, die in substantie hierop nederkomen
1». de zorg voor de oprichting en de instand
houding der gymnasia blijft hoofdzakelijk overgelaten
aan de gemeentebesturen. Bij uitzondering kunnen
rijksgymnasia worden opgericht, wier inrichting
hij algemeenen maatregel van inwendig bestuur
wordt geregeld.
2". nadere omschrijving der vereischten om tot
leeraar aan een gymnasium Ie worden toegelaten
en der regelen nopens benoeming, schorsing of
ontslag;
3». bij elke universiteit kunnen, in het belang
van de wetenschap, doctoren tijdelijk met den
titel van buitengewoon hoogleeraar worden aan
gesteld. Nevens gewone hoogleeraren is (zegt de
toelichting) aan iets anders behoefte dan aan
lectoren. Bij elke universiteit behooren wetenschap
pelijke mannen aangesteld te kunnen worden, wier
taak 't is, zich aan de beoefeni ng der wetenschap
te wijden, maar niet als sinecure doch slechts
tijdelijk., evenwel met vaste jaarwedde. 4°. tot het
geven van hooger onderwijs aan universiteiten
kunnen doctoren als privaatdocenten worden toe
gelaten tot wederopzeggens toe.
5°. gewijzigde bepalingen omlrent toelating tot
de universiteit, in 't belang van 't peil van 't
onderwijs; getuigschrift van rijpheid is voorwaarde
der toelating voor hen die 't onderwijs in ge-
heelen omvang wenschen te volgen. Dit schijnt
den voorsteller rationeeler dan aan 't einde bewij
zen van voorbereiding te vorderen, die voor het
begin hadden moeten strekken. Er is afdoende
reden, waarom, bij 't overbrengen der propae-
deuse naar de gymnasia, de oude traditie niet
meer kan behouden worden, volgens welke inen
het getuigschrift der rijpheid niet voor de toelating
aan de academie, maar voor het afleggen van
academische examens als voorwaarde stelde.
6°. Als bijzondere scholen van voorbereidend
onderwijs worden beschouwd dezulke, waar voort
durend de meerderheid der leerlingen tot kennis
der klassieke oudheid wordt opgeleid.
7°. Aan bijzondere universiteiten, alle faculteiten
omvallend, kan, onder wettelijke voorwaarden, het
recht toegekend worden om doctorale titels te
verleenen, waaraan dezelfde rechtsgevolgen ver
bonden zijn als aan die, welke door rijks-univer
siteiten worden verleend.
3°. Toezicht van inspecteurs, bedoeld bij art.
25, op de scholen van voorbereidend hooger on
derwijs. Het is niet te doen om reglementeering
van 't bijzonder onderwijs, maar om toe te zien
dat de scholen, die 't geldt, werkelijk tot het hoo
ger onderwijs behooren, en dat de overgelegde
reglementen getrouw worden nageleefd.
- Door de leeraren aan het Erasmiaansch
gymnasium is aan de leden van de Tweede Kamer
een adres gericht, waarin zij hunne denkbeelden
mededeelen aangaande de beginselen volgens welke
de gymnasia behooren te worden ingericht. Het
gymnasium dient onafhankelijk te zijn van de
hoogere burgerschool. Een zesjarige cursus schijnt
hun voldoende te zijn. Het recht van academische
graden te verwerven dient afhankelijk gemaakt te
worden van een getuigschrift, door den rector, in
overleg met de leeraren af te geven. Geen leeraar
aan eenige inrichting van onderwijs mag genood
zaakt worden, om lid te worden van een pen
sioenfonds.
In de 57ste algemeene vergadering van en
voor Ned. induslrieelen werd o. a. te kennen ge
geven dat men het betreurde, dat de minister
van hinnenl. zaken door eene onjuiste waardeering
van den toestand er toe gebracht was om een
en andermaal de Nederlandsche nijverheid te pas-
seeren en aan buitenlandsche inschrijvers aanzien
lijke werken beneden den kostenden prijs, verre
beneden de begrootingen van 's rijks ingenieurs
te gunnen. Vooral was men ontevreden over
de herbesteding tegen den 3den dezer aange
kondigd van spoorwissels en punlslukken, daar
volgens de bepalingen van het oorspronkelijk
bestek de mededinging was beperkt tot fabri
kanten in eene of andere provincie en gemeente
des lands gevestigd. Desniettegenstaande hadden
zich een paar buitenlanders aangemeld, wier bil
jetten (als niet overeenkomende met de bewoor
ding van het bestek en daarbij vastgesteld formu
lier) naar het gebruik en naar billijkheid hadden
behooren te zijn beschouwd als niet ingekomen.
Een dier biljetten echter wees een som van f 2400
lager dan dat der naastvolgende inschrijvers (de
heeren L. J. Enthoven en Co. in Den Haag), en
in slede nu van het werk te gunnen aan deze
wettiglijk laagste inschrijvers, had men beter ge
vonden het bestek te veranderen, zoodat de bui
tenlanders ook wettiglijk als mededingers zouden
kunnen toegelaten worden, en op dien grondsla;
eene herbesleding te houden eene handelwijze
die zoozeer aandruischt tegen hetgeen men van
de rechllievendheid van dezen minister van bin
nenlandsche zaken zou verwachten, dat de ver
gadering besloot eenparig tegen dezen vorm van
protectie van den vreemdeling te protesteeren.
De regeering heeft zoowel op het wetsont
werp betreffende den suikeraccijns, als op dat
nopens den accijns op binnenlandsche suiker eene
wijziging voorgedragen, houdende dat deze wetten
voor 31 December 1878 aan herziening worden
onderworpen.
Morgen-namiddag ie 2 uren zullen in eene
plechtige openbare zitting van de arrond.-recht-
bank in Den Haag geïnstalleerd worden de heeren
Mrs. Van Lijnden en Olivier als rechter en Mrs.
Teixeira de Mattos en Jhr. De Brauw als rechter-
plaatsvervanger.
Uit het zestal predikanten, ter voorziening
in de vacature ontstaan door het overlijden van
Ds. Van dén Broek, heeft het kiescollege van de
herv. gemeente in Den Haag het volgend drietal
opgemaaktJ. H. Guldenarm, te OosthemB.
Mossel, te Renkum en Heelsum; H. Smeding, te
Haarlem.
Het stoomschip Torringlon is 29 Febr. van
Batavia naar Rotterdam vertrokkende Conrad,
van het Nieuwediep naar Batavia, arriveerde den
lslen dezer te Napels.
De te Gouda dezer dagen gevormde com
missie, met het doel om een gedenkteeken op te
richten v«or de gebroeders Cornells en Frederik
Houtman, heeft ter opwekking tot algemeene
medewerking, door meerdere bekendheid met de
verdiensten van heide mannen, eenige aanleeke-
ningen omtrent hun leven en daden, van de handt
van J. N. S., doen circuleeren. Daaruit nemen
wij over wat, hetzij als nieuws, hetzij als herin
nering, ter zake dienen kan.
De heide broeders begaven zich in 1593 naar Lis
sabon, om daar zich op het stuk van vaart en handel
naar Oost-Indië te bekwamen, keerden van daar we
der en richtten toen te Amsterdam met eenige koop
lieden aldaar eene compagnie op, bekend onder
den naam van de „Compagnie van verre." Vier
schepen werden, met ondersteuning van staatswege
uitgerust: de „Mauritius", de „Holland", de „Am
sterdam", en het „Duifken", en deze vloot stevende,
onder het oppergezag van Cornelis, 2 April 1595
naar zee. Twee jaren en vijf maanden duurde
de uit- en tehuisreis. Wat men had uitgestaan,
blijkt uit de verschillende journalen. Een der schepen
kwam niet weer, evenzoo drievijfde der schepelingen.
Maar wat aan koopwaren medegebracht werd, over
trof in hoeveelheid wat men ooit te Amsterdam ge
zien had. De eerste onderneming werd spoedig door
anderen gevolgd. Amsterdam zond reeds in het vol
gende jaar 8, Middelburg 2 schepen uit. Aan het
hoofd der laatsten stonden de gebroeders Houtman.
Die tweede tocht kostte Cornelis het leven. Verrader
lijk werd hij op zijn scbip door den secretaris van den
vorst van Atjeh vermoord. Frederik was gelukkiger.
Eerst gevangen, doch later op verwonderlijke wijze
vrijgekomen, en behouden in het vaderland terug
gekeerd, vinden wij hem in 1603 op eene nieuwe
expeditie als commies, 2 jaren later als eerste
gouverneur van het kasteel van Amboina, welke
waardigheid hij zes jaren bekleedde; na eenige
jaren rust in het vaderland, in 1018 weder op
reis naar Indië. In 1620 sloot hij een nieuw
contract met de inlandsche vorsten op Ambon.
16211625 was hij landvoogd op Ternate. In
1625 naar Nederland teruggekeerd, bracht hij daar