LEIKSOH DAGBLAD. N°. 4925. Donderdag A0. 1876. 2 Maart. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per posl1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PKIJS DER AD VERTESTIEN: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17^. Grootcre letters naar plaatsruimte Heden is een aanvang gemaakt met het ontvangen der Abonnementsgelden over liet kwartaal DecemberFebruari. Daar die inning wegens het groot aantal abonnementen zeer om slachtig is, worden de Abonnés verzocht de qui- tanties op vertoon te willen voldoen. STA» S-B E RICHT E N. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gelet op art. 150 der Wet op de Nationale Militie, van den 19den Augustus 1861, (Staatsblad N°. 72) Noodigen de loteiingen dezer gemeente, die verlangen bij de Zeemilitie te dienen, uit zich daartoe aan te mel den vóór den lsten April aanstaande, op een der werk dagen, tusschen des voormiddags negen en des namiddags drie uren, ter Secretarie dezer gemeente. Eii geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aan plakking en door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. EIST, Secretaris. Leiden, 1 Maart 1876. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te weten, dat aan den ontvflDger der directe be- laatingen alhier zijn ter haDd gesteld de, op den 203ten Februari j. 1. invorderbaar verklaarde kohieren van de peraoneele belas- hing, houdende aanslagen voor een vol jaar, Yi jaar en een ball jaar, alle dienst 1875/0, en dat ieder verplicht ia zijn aan slag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afge kondigd. De Burgemeester voornoemd, v. d. BRANDELER. Leiden, 1 Maart 187G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 11, 2de alinea, der verordening van 4 Mei 1872, op de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs voor on- en minvermogenden Gemeenteblad N°. 10); Doen te weten, dat de inschrijving van nienwe leerlingen op de openbare scholen voor on- en minvermogenden zal plaats heb ben van den Oden tot en met den ISdcn Maart e. k., in de schoollokalen in de Rijnstraat in de Brandewijnsteeg, op de Bin- nenvestgracht aan het Plantsoen en op de Marendorps-achter- graebt, des voormiddags van halfnegen tot negen uren en des namiddags van halflwee tot iioee uren, behalve op Zaterdag namiddag en den Zondag. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgem. E. KIST, Secretaris. Leiden, 1 Maart 1876. LEIDEN, 1 Maart. Een Maandag-avond bij het deparlement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur- generaal van Ned.-Indië bevat de treurige tijding van hel plotseling overlijden van den generaal- majoor Pel, militair en civiel bevelhebber in Atjeh, in den nacht van den 24sten op den 25sten Febr. Den 23sten zoo meldt de landvoogd ver der had de generaal-majoor Pel nog zelf aan de Indische regeering de volgende tijdingen om trent de krijgsverrichtingen doen toekomenDen 21sten kwam de versterking van Pager Ajer ge reed; den 22sten werden de kampongs Lamkiphan, Longi, Poektat, (waarin de woning van Toekoe Moeda Nja Banta, een der Iwee hoofden van de XXVI moekim), en Kaloempan genomen en ver brand, terwijl de moskee van Oleh Karang bezet werd. Voorts werden nog de kampongs in den Pinang-rand en de moskee van Kajoe Adong ver brand. De bevolking vluchlte, onderzijds sneuvel den twee minderen en werden de kapitein Du Guies, de luitenant De Jonker en twaalf minderen gewond. Den 23sten werd de moskee van Oleh Karang tot versterking ingericht. De gezondheids toestand was stationnair, de geest der troepen uit muntend. Tot zoover het telegram van wijlen den gene raal-majoor Pel. Aan de tijding van diens over lijden, door den adsistent-resident in Atjeh R. C. Kroesen aan de Indische regeering overgeseind, werd het bericht toegevoegd, dat het bevel over de troepen was overgenomen door den overste Engeldat de ageerende kolonnes waren doorge drongen tot de Koeroeng Tjoet en zouden voort gaan tot Kwalla Gighendat het hoofd van Tiban en de hoofden der IX Moekim hunne onderwer ping hadden aangeboden en dat Toekoe Kadli Malikoel Adil met gevolg in Koüa Radja was gekomen om zich ook aan onze zijde te scharen. Ten gevolge op de berichten in de „Staatscou rant" van 13/14 en 27/23 Febr. wordt nog me degedeeld, dat, bij de operaliën in Atjeh, op den 4den Februari, gesneuveld is de kapt. J. A. Van der Kruk en bij eene patrouille van het 13de bataljon, op den 15den, de kapt. J. Van der Pauwert, terwijl op dienzelfden dag aan cholera overleed de 1ste luit. J. Bosman. Van de aanbesteding van 6000 wollen dekens op Maandag den 28sten Februari 11. bij de na volgende hoofdadminislratiën gehouden, is de uit slag als volgtGrenadiers en jagers te 's-Graven- hage, 1500 stuks; inschrijvers: P. Regout en Weustenrath te Maastricht 5.60 en 5.29, Gebr. VanWijk en C°. alhier 4.90, H. J. Van Wensen alhier ƒ4.87, J. J. Krantz en Zoon alhier ƒ4.63 en 4.53. 4de regiment infanterie te Gouda, 1500 stuks: inschrijvers: P. Regout en Weustenrath te Maas tricht ƒ5.60 en 5.29, J. C. Zaalberg en Zoon alhier ƒ5.Gebrs. Van Wijk en Co. alhier ƒ4,90, H. J. Van Wensen alhier 4.72, J. J. Krantz en Zoon alhier 4.43 en 4.63. 5de regiment infanterie 's-Hertogenbosch 1500 stuks: inschrijvers: P. Regout en Weustenrath te Maas tricht 5.60 en 5.29, H. J. Van Wensen alhier 5.20, Jan Zuurdeeg en Zoon alhier 5.035 J. C. Zaalberg en Zoon alhier ƒ5.7de regi ment infanterie Amsterdam 1500 stuks: inschrij vers: P. Regout en Weustenrath te Maastricht 5.60 en 5.29, J. Scheltema Jszn. alhier 5.28, H. J. Van Wensen alhier ƒ5.20, J. Zuurdeeg en Zoon alhier 4.95. De heer F. J. Wakerlin is na afgelegd ver gelijkend examen benoemd lot adspirant landmeter bij het kadaster. De examens voor het verkrijgen van aklen van bekwaamheid tot het geven van lager schooi en huisonderwijs zullen voor de eerste maal in het loopende jaar gehouden worden op Woensdag 19 April en volgende dagen. Zij, die een dezer examens wenschen af te leggen, behooren zich uiterlijk vóór 29 Maart aan te melden. De minister van marine brengt ter kennis 1». dat bij het Indisch gouvernement eenig geld berustende is, bestemd om te worden verdeeld onder de wettige of door den vader erkende na tuurlijke kinderen van militairen der zee- en landmacht beneden den rang van ofGcier, die bij of na de tweede expeditie legen Atjeh zijn ge sneuveld, of ten gevolge van doorgestane vermoeie nissen als anderszins zijn overleden; 2o. dat door of namens kinderen van overleden militairen der zeemacht, die daarop aanspraak kunnen maken, vóór 1 April aan het departement van marine moet worden ingezonden duidelijke opgaaf van den ouderdom der kinderen en zoo mogelijk van den datum van overlijden van den schepeling, benevens wettige bewijzen waaruit hunne betrek king tot den overledene blijkt. Voor de groote troepenvereeniging, welke dit jaar zal worden gehouden, is aangewezen het lste en 8ste reg. inf. Het bevel is opgedragen aan den generaal-majoor Le Maitre, commandant der 4de divisie infanterie. Naar men verzekert zal eerlang eene groote promotie bij het leger plaats hebben. Door de benoeming van Mr. A. J. Van Emden tot president van het hof van justitie in Suriname, in te gaan 1 April 1876, zal in dit hof eene vacature ontstaan, die weldra zal moeten vervuld worden, en waarvoor de sollicitatie ook voor de rechtsgeleerden in Nederland openslaat. De vereisebten voor het lidmaatschap van het hof van justitie zijn het meesterschap in de beide rechten sedert ten minste drie jaren, en een ouderdom van minstens 25 jaren. Den 18den dezer zal van hel koloniaal werf depot naar Nieuwediep vertrekken een detachement suppletie-1 roepen sterk 150 man, waaronder 8 onderofficieren, om te embarqueeren aan boord van het via Suez naar Java vertrekkende stoom schip „Prinses Amalia". Het bevel over dat detache ment is opgedragen aan den kapitein der genie van h?t O.-I. leger H. J. C. W. Luljens, die van verlof naar Java retourneert, onder medegeleide van de 2de luitenants der inf. van dat leger J. W. Van Bergen, J. W. Hulterman, L. C. Bagge- laar, G. P. H. Van der Noordaa, C. Von Dura, L. P. F. Schimpff, A. C. Dorrenboom en A. J. Engelman. Naar men verneemt heeft Mr. baron Baud, op Java, door middel van zijn agent iu Nederland bij den heer E. Smit te Zaandam ingeschreven voor ƒ2000 ten behoeve dep wetenschappelijke Sumatra-expedilie. Het voorstel van den heer Moens tot wijzi ging van enkele bepalingen der wet van 1857 bevat in hoofdzaak het volgende: Het schoolon derwijs wordt gegeven door hoofd- en hulponder wijzers. Geschikte jongelieden van beiderlei kunne van 1619 jaar mogen onder opzicht der onder wijzers met het geven van onderwijs worden be last. Voor de opleiding van onderwijzers zijn er minstens 10, voor die van onderwijzeressen min stens 3 rijkskweekscholen. Indien eene gemeente eene inrichting lot opleiding vestigt of in stand houdt, wordt de helft der jaarlijksche kosten ge dragen door het rijk. Die instellingen staan onder het toezicht der inspecteurs van het lager onder wijs. Bedraagt het getal leerlingen eener school meer dan 30 en minder dan 60, dan wordt de hoofdonderwijzer bijgestaan door een hulponder wijzer, voor 60 tot 120 leerlingen door twee, van 120 tot 160 door vier hulponderwijzers; boven dit gelal voor elk 40-tal leerlingen of een onder deel daarvan door één hulponderwijzer meer. Bij meer dan 120 leerlingen, moet minstens één hulp onderwijzer de hoofdonderwjjzers-akte bezitten. Het bedrag der jaarwedde isvoor een hoofd onderwijzer minstens 1000, hulponderwijzer met hoofdonderwijzersakte minstens 800, hulpon derwijzer 500. Jaarlijks wordt door den inspec teur in overleg met de schoolopzieners het mini mum der kosten in elke gemeente voor iedere openbare school van gewoon 1. o. geraamd. Wan neer minstens het alzoo vastgestelde bedrag op de gemeente-begrooting wordt uitgetrokken, wordt de wederhelft daarvan uit 's rijks kas aan 't ge meentebestuur uitgekeerd. In de zitting van de Tweede Kamer van gisteren is medegedeeld: dat is ingekomen eene missive van de ministers van justitie en van buitenl. zaken ten geleide eener nota van inlich tingen op het adres van Mrs. J. H. De Stoppe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1