plotseling zoo hoog gestegen, dat niet alleen alle uiterwaarden zijn overstroomd, maar ook vrees hestaat, dat de aardendam, die zich in het kanaal voor de inundatiesluis bevindt, bezwijken zal, waar door al het omliggende land onder water zou worden gezet. Tot behoud der geniewerken is gisteren om mineurs getelegrapheerd. In den omtrek van Monaco had dezer dagen een treurig voorval plaats. Een gedeserteerd soldaat was, door den honger gedrongen, een schoorsteen eener tijdelijk onbewoonde hut binnen gedrongen. De schoorsteen was echter te nauw om hem geheel door te laten; de man bleef zoo stevig aan een ijzer beklemd, dat hij noch naar boven noch naar beneden kon. Gedurende drie of vier dagen hoorden de bewoners van Monaco wan hoopskreten, zonder dat zij bevroedden van waar die kwamen, daar de hut op den top van een berg, 600 meters boven Monaco, ligt. Eerst acht dagen later bemerkte de eigenaar der hut, toen hij haar toevallig binnentrad, de beenen van den ongelukkige uit den schoorsteen hangen. Bij on derzoek bleek, dat het vleesch van een der armen byna geheel verscheurd was, waarschijnlijk opge geten, terwijl de tanden verbrijzeld waren tegen de steenen. Uit Someren wordt gemeld: De land bouwer P. Van Kampen, wonende op eene hoeve van de maatschappij van welstand, werd Dinsdag ochtend te halfvijf uit den slaap gewekt door het knetteren der vlammen. Het huis stond in vollen brand en te nauwernood had hij tijd, om, gehol pen door zijne bedienden, het zestal nog zeer kleine kinderen, van welke de moeder wegens ziekte afwezig was, in veiligheid te brengen. Zes koeien en een paard kwamen in de vlammen om. Van huisraad, bouwgereedschap en kleederen is schier niets gered. Hoe de brand ontstaan is, weet men niet. 't Heeft weinig gescheeld ofeenderde oefeningsschip, de „Ganges", ter reede van Fal mouth, was een prooi der vlammen geworden. Men vermoedt dat de brand, dien men nog tijdig bluschte, door eenige knapen aan boord moedwil lig gesticht werd. Maandag is te Laar (Pruisen) in de Vecht het lijk opgevischt van den molenaar Kamp huis, wonende te Gramsbergen, die sedert Decem ber j.l. op zekeren avond werd vermist; men vermoedt dat hij, door de duisternis misleid, is verdronken, dat hij vervolgens vastgeraakt is in het welzand en door de werking van dat zand en doorbraak van een gedeelte van den Vechldijk is losgewoeld. Omtrent de deportatie van den ban- kier Brodsky uit Odessa verneemt de „Neue freie Presse" uit vertrouwbare bron, dat aanleiding tot zijne deportatie een debat in den gemeenteraad heeft gegeven, bij welke gelegenheid Brodsky ge zegd moet hebben, dat men zich toch niet in alles aan de willekeur der regeering moest onderwer pen en de gemeenteraad eindelijk eens toonen moest dat hij niet meer noodig is. De regeerings- president Radinoff, een persoonlijk vijand van Brodsky en een invloedrijk man, moet deze woor den, sterk gekleurd en op de noodige wijze over dreven, naar St.-Petersburg hebben overgebriefd en er bijgevoegd hebben dat Brodsky, die zeer radicale denkbeelden is toegedaan, door zijn invloed op bet volk zeer gevaarlijk voor de rust van den staat was. Het gevolg was, dat het departement der geheime politie, zonder nader onderzoek, zijne deportatie beval. Van de geruchten omtrent leve ranties van wapenen aan Turkije, het verspreiden van valsche tijdingen, enz. is daarentegen niets waar. Toen het bevel tot verbanning kwam, be gaven zich Brodsky's broeder, benevens de twee Grieksche kooplieden Rodokonaki en Ralli onmid dellijk per extra-trein naar St.-Petersburg, om zoo mogelijk den Czaar tot intrekking van het bevel over te halen. Tot zekere hoogte slaagden zij; terstond werd bevel gezonden, dat de reis van den gebannen Brodsky naar Siberië gestaakt zou worden op de plaats, waar dit bevel in banden zijner begeleiders zou komen, ten einde vóór de voltrekking van de hem opgelegde straf een onderzoek te doen plaats hebben. Het resul taat hiervan is, dat Brodsky te Kaluga, een stadje tusschen Orel en Tula, op den weg naar Moskou, eiken dag zijne invrijheidstelling tegemoet kan zien. Deze wordt vertraagd alleen om den schijn te vermijden, dat de regeering voor het kabaal zwicht, dat over deze zaak in de buitenlandsche pers gemaakt is. Het stoomschip S wi tser la nd", van Antwerpen naar New-York, was Dinsdag-ochtend in aanvaring met het Engelsche schoenerschip „Hero", waardoor laatstgenoemde zonk. De gezag voerder en een matroos werden door de sloep van de stoomboot gered en te Dungeness geland. De overige equipage, beslaande uit den stuurman en drie matrozen, zijn verdronken. De stoomboot heeft de reis voortgezet. Zooals uit Philadelphia aan de „Times" gemeld wordt, zijn de vier grootste gebouwen voor de tentoonstelling aldaar gereed en worden de goederen er ondergebracht. Het zijnhet hoofd gebouw, de machinezaal, de tuinbouwzaal en het gebouw van de regeering der Vereenigde Staten, te zamen omstreeks 36 acres beslaande. Er is o. a. eene vuurvrije kunstgalerij gebouwd. De beeldhouwer Manger heeft een kolossaal beeld van Bismarck vervaardigd, dat in zink gegoten en galvanisch gebronsd, naar de tentoonstelling te Philadelphia wordt gezonden. Er heeft zich een comité gevormd om een afgiet sel in brons te doen vervaardigen en dit te Kis singen te plaatsen op de plek waar de aanslag plaats had. Te Kistrand, in de nabijheid van de Noordkaap, is een merkwaardig verschijnsel waar genomen. Na een hevigen storm uit het Z. W., die, vergezeld van veel regen, in den nacht van 8 op 9 Februari heeft gewoed, werden op een groote vlakte, waar de sneeuw onderscheiden voe ten hoog lag, een groot aantal 2 duim lange wormen gevonden. De beesten, in die streken ten eenenmale onbekend, waren in zoo groote menigte voorhanden, dat zy als 't ware kluwens vormden. Toen later de vorst weder inviel, vroren onder scheiden dergelijke kluwens aan de sneeuw vast. Het zonderlinge van het geval is, dat men niet ontdekken kan van waar deze bezoekers komen. Uit den bodem kan niet, omdat deze, voeten dik, hard bevroren is, zoodat men met een scherpe ijzeren punt er geen gat in kan slaan, ook in de sneeuw vond men geen kanalen. Eenige exem plaren zijn naar Chrisliania opgezonden. Ook te Salbo bij Drontheim heeft zich dat verschijnsel voorgedaan. Rechtzaken. In de gisteren gehouden openbare vergadering van den raad van state bracht de staadsraad Meeussen rapport uit in een geschil tusschen den gemeenteraad van Monster en gedep. staten van Zuid-Holland. De toedracht dezer zaak was deze. De bezwaren tegen het schoolgaan der te Kwints- heul wonende jeugd, waar geen openbare school bestaat, te Poeldijk, ongeveer op een uur afstand, werden zeer diep gevoeld en een aantal ingezete nen van Kwintsheul verzochten daarom den gemeen teraad van Monster, waar thans 3 openbare scholen zijn, de oprichting eener school te Kwints heul. Dit verzoek lokte op initiatief van den pastoor te Wateringen een contra-adres uit, waarin de noodzakelijkheid van het stichten van eene vierde openbare school werd bestreden. Met groote meerderheid wees de gemeenteraad het verzoek om eene school te Kwintsheul op te richten af, doch gedep. staten, zich vereenigende met het gevoelen van den burgemeester van Monster, die bepaald van meening was, dat de behoefte aan de school bestaat, bevalen de oprichting eener school voor openbaar lager onderwijs te Kwints heul. Nadat de burgemeester van Monster, als belanghebbende ter vergadering tegenwoordig, de afdeeling bad opmerkzaam gemaakt, dat hij de akte van appèl slechts in zijne boedanigheid van voorzitter van den gemeenteraad had onder teekend, heeft Mr. A. F. A. Leesberg, als gemach tigde van de gemeente Monster, de noodzakelijkheid eener vierde school betwist, op grond dat de kinderen van de school te Poeldijk kunnen gebruik maken, zoo mede omdat het onderhoud en de bouw der nieuwe school de reeds hooge gemeentelasten nog meer zoudep bezwaren. Mr. W. J. Wintgens Jr. pleitte namens de adressanten de bevestiging van het besluit van Gedep. Staten, als wordende de oprichting eener school te Kwintsheul gewet tigd door de ongunstige ligging van het gehucht, den aanmerkelijken afstand van eene naburige gemeente en door de omstandigheid dat 65 kin deren te Kwintsheul in de schooljaren vallen. Het bezwaar der kosten kwam hem, in verband met het recht op een provinciaal subsidie, niet af doende voor. Dinsdag stond te Deventer terecht zekere B. E., oud 19 jaren, fabrieksarbeider, wonende te Goor, wegens het toebrengen van slagen, stooten en kwetsuren, waardoor bloedverlies heeft plaats gehad, aan een hulponderwijzer van eene openbare school aldaar, omdat deze zijn broertje van de school had weggezonden. Om zijn voornemen ten uitvoer te brengen, had hy den hulponderwijzer des avonds te 10 uren op de straat opgewacht. Het O. M. eischte een maand celstraf en eene geldboete van 8. Uitspraak a. s. Dinsdag. BUITENLAND. Frankrijk. De voorzitter van den gemeenteraad te Parijs heeft in een toespraak tot zijne medeleden de hoop te kennen gegeven, dat weldra een drieledige wensch vervuld moge worden, namelijk: het uit vaardigen eener amnestie, het uilbreiden van de bevoegdheid der gemeenteraden, en het hervor men van het gemeentelijk onderwijs, dat verplicht moet zijn en door leeken gegeven worden. Het „Journal de Paris", orgaan van het Orleanistisch rechter-centrum, meent zich niet te mogen wagen aan eene voorspelling omtrent het geen de nieuwe Kamer doen, of zij zich conser vatief dan wel revolutionnair betoonen zal. Zij zal republikeinsch zijn, oordeelt het blad: dit feit schijnt thans onbetwistbaar; „wij willen nog ho pen, dat zij zich zal weten te houden op het terrein der conservatieve republiek." Hetzelfde blad zegt in staat gesteld te zijn om mede te deelen, dat ook de heer Albert Desjardins, vice- minister van binnenlandsche zaken, bij Mac-Mahon zijn ontslag heeft ingediend. Ook de heer Desjar dins had zich vruchteloos candidaat gesteld voor de Kamer. Duitschland. Bij wijze van proefneming zal den lsten Maart in Duitschland bij de telegraphie de bepaling in werking treden, dat de besteller, mits binnen vijf minuten na de afgifte van het telegram en tegen een extra-loon van 10 penningen, het antwoord in ontvangst kan nemen. Voorts heeft de direc teur-generaal der post- en telegraafdiensten de instructiën op de aanneming van vrouwelijke telegrafisten opnieuw vastgesteld. Tot nogtoe waren er ongeveer honderd bij het centraal-telegraafbureel, doch overigens slechts in Baden en Saksen eenige aangesteld. Er is onder anderen bepaald dat zij geen nachtdienst mogen doen. Evenals de vijf gepantserde fregatten zullen thans ook alle overige groote oorlogschepen worden voorzien van een door stoom gedreven sluurtoe- stel. Dit heeft twee voordeelen: grootere snelheid in het manoeuvreeren en aanzienlijke vermindering van personeel. Terwijl men b.v. op de „König Wilhelm" zestien man voor de bediening van het oude stuurrad noodig heeft en zelfs dit aantal soms niet toereikend is, zal bij gebruik van een stoomtoestel één man voldoende zijn. Spanje. Behalve Dorregaray zijn thans Saballs, Lizarraga, Pinal, Morales Berriz en Perula op Fransch grond gebied. Slechts graaf Caserla zou nog bij don Carlos zijn; de berichten over de plaats waar deze zich ophoudt zijn zeer uiteenloopend, doch hij is nog in Spanje. Tal van Carlisten onder werpen zich aan de regeering, en van de troepen, die don Carlos nog getrouw gebleven zijn, weet zelfs de correspondent van de „Univers" niet be paaldelijk op te geven, waar zij zich bevinden. Grroot-Britannië. Het budget van oorlog is gisteren aan de leden van het parlement rondgedeeld. Het eindcijfer bedraagt 15millioen pond sterling, d. i. 603,900 pond meer dan ten vorigen jare. Alleen voor ver hooging der soldijen is 179,200 uitgetrokken. In het lagerhuis heeft gisteren de heer Whitbread eene motie voorgesteld, strekkende om de regeering te berispen wegens hare aan de marine verstrekte voorschriften betreffende het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 2