LEIDSCÏÏ DAGBLAD. N°. 4912. Woensdag A0. 1876. 16 Februari. PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden per 8 maanden....1.10. Franco per post.-jr. 1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES l.Oï. O-"». Van 16 regels Iedere regel meer Grootero letters naar plaatsruimte. ÏEN PRACTISCHE RICHTING. Alle overdrijving is schadelijk, ook in het goede. wordt te ver getrokken zuinigheid geen gierig- eid, en loopt men door overmaat van moed geen evaar van tot roekeloosheid over te slaan. Dat evoelden reeds de oude Romeinen, en hun spreek- oord: „er is maat in alle dingen" is ons in het erk van een hunner meest gevierde dichters be- aard gebleven. Zij, een bij uitnemendheid prac- isch volk, vergenoegden zich echter niet met die ipreuk, welke alleen aangaf dat er een maat be tond, maar bij hen was nog een andere uitdrukking n zwang, waardoor de maat in het algemeen erd omschreven en die ongeveer hierop neerkomt, at men het veiligst doet met steeds den gulden iddelweg te bewandelen. Dien middelweg te onderscheiden is niet altijd ven gemakkelijk, en vandaar dat zoo menige erkelijk goede zaak door al te grooten ijver van haar voorstanders werd benadeeld. Een sterk spre kend voorbeeld daarvan leverden de vereenigingen tot bescherming van dieren. Afwijkende van het oorspronkelijk doel, dat tot haar ontslaan aanlei ding gaf, achtten zij het b. v. haar taak tusschen- beide te treden of althans een afkeurende stem te laten hooren, waar de mensch 2ich niet ge rechtigd achtte tot onloochenbaar nuttige doelein den over het leven van het dier te beschikken. Op goede gronden en 't was niet moeielijk werd toen door mannen van het vak aangetoond, hoe ongerijmd het zou zijn afstand te doen van het voorrecht, door middel van proeven met het ontleedmes op het levende dier meer en meer licht te verspreiden over een wetenschap, van wier wel- ;e vruchten wij allen ook de dierenbe schermers ons haasten in lijd van nood een dankbaar gebruik te maken. Die overdrijving, dat afwijken van den gulden middelweg openbaarden zich ook onder menigen anderen vorm en gaven aanleiding tot ziekelijke bespiegelingen en kleingeestige voorschriften, die de bedoelde uitwerking misten en in plaats daar van den tegenstanders het scherpe wapen der spot ternij in handen gaven. Aan het volgen van een aoo verkeerde richting was het hoofdzakelijk toe te schrijven, dat de ver schillende vereenigingen ondanks de beste bedoe lingen niet zooveel tot stand brachten als haar leden zich wel hadden voorgesteld; het ontbrak haar aan prestige en zij waren verre van populair. Ja, wij durven beweren, dat de lafhartige en ver achtelijke zucht om dieren te kwellen er in den laatsten tijd niet merkbaar op verminderd is; een voorval, gelijk onlangs te Amsterdam met zoo vreeselijken afloop plaats had, zou zonder den noodloltigen dood van den dierenplager nooit rucht baar ziju geworden, en wat men zoo nu en dan als bij toeval van de lieve slraaljeugd opmerkt, geeft allen grond om aan te nemen, dat derge lijke tooneelen van ruwheid nog lang niet tot de zeldzaamheden behooren en ook maar al te dik wijls worden aangericht door minder ontwikkelde volwassenen, die ze als een soort van „aardigheid" beschouwen. Een algemeene wet uit te lokken, waarbij der gelijke barbaarschheden strafbaar worden gesteld, ziedaar een der vele doeleinden, waarnaar de ver eenigingen tot bescherming van dieren moeten streven. Maar al onze pogingen in die richting bleven vruchteloos werd ons door sommige dierenbe schermers geantwoord. Tracht populair te worden, is ons wederant woord, en gij zult slagenmaar daartoe dient in de eerste plaats alle onnatuurlijkheid, alle over drijving te worden vermedenniets treft doode- ljjker dan het belachelijke. Waarom wij juist nu deze zaak ter sprake brengen? Omdat wij het verblijdend verschijnsel hebben opgemerkt, dat men werkelijk meer de goede richting begint te volgen. Op de algemeene vergadering van de vereeniging tot bescherming van dieren, onlangs te 's-Gravenhage gehouden, kwam o. a. het voorstel ter tafel om vanwege de vereeniging kunstmatige vogelnestjes te doen plaat sen, waarvan door een firma te Utrecht en door het bestuur van Ned. Mettray exemplaren waren ingezonden en dien avond aldaar ter bezichtiging gesteld. Met andere woorden, men wilde mosschen en meezen, winterkoninkjes en spreeuwen zoo maar voetstoots van een eigen woning voorzien, vergetende, dat die lieve diertjes waarschijnlijk alle reeds bijtijds voor een gevoeglijk onderkomen ge durende den winter hadden gezorgd. Gelukkig echter was de pas opgetreden voor zitter, Jhr. F. De Casembroot, een andere meening toegedaan en verklaarde nog niet overtuigd te zijn, dat men moest overgaan tot het beschermen van vogels door middel van kunstmatige vogelnestjes; integendeel vreesde hij dat men zoodoende door overdreven zorgen in de fout zou vervallen, waar aan dierenbeschermers zich wel eens („zoo dik wijls" ware zeker juister geweest) schuldig maken. Namen wij meermalen de pen op om te wijzen op de verschijnselen van ziekelijke overdrijving, die zich maar al te veel voordoen op het gebied der dierenbescherming, wij aarzelden Ihans ook niet de aandacht te vestigen op een feit van tegenovergestelden aard, dat iets goeds belooft. Ten slotte nog één opmerking. Een practisch man weet zijn tijd te kiezen. Ook daarin faalden de vereenigingen tot bescherming van dieren niet zelden. Voorvallen als dat te Amsterdam, dat wij boven vermeldden, zijn alleszins geschikt om diepen indruk te maken, mits men ze op het juiste tijd stip aan het goede doel wete dienstbaar te doen zijn. Die soort van exploitatie in gunstigen, in zedelijken zin ligt zeker ook op den weg van de vereenigingen tot bescherming van dieren. De verspreiding van volksblaadjes bij zulk een gele genheid, degelijk en vooral zonder ziekelijke overge voeligheid opgesteld, zou zeker een nuttig werk zijn LEIDEN, 15 Februari.j Tot rijks-depothouder voor het debiet van post zegels alhier is nog aangesteld de heer D. Van Wijk Jr., tabakskooper, op de Haarlemmerstraat bij de Beestenmarkt. Gisteravond vierde de smeden .vereeniging „Nut door vriendschap" haar vierde jaarfeest. Nadat door den secretaris verslag van het afgeloo- pen jaar was uitgebracht, dat over 't algemeen gunstig mag genoemd worden, hoewel er geen gering bedrag aan ziekengeld was uitgedeeld, wer den er door eenige leden, met medewerking van enkele dames, een paar tooneelstukjes opgevoerd, „Het parelsnoer" en „Klaveren vrouw", die aan de feestvierenden een genoeglijken avond ver schaften, die verder met het zingen van feestlie deren en dans op gezellige wyze werd doorgebracht. Ten gevolge van het door den heer F. W. C. Blom genomen ontslag als lid van de Tweede Kamer zal de verkiezing van een lid dier Kamer in het hoofdkiesdistrict Rotterdam geschieden op 7 Maart en eene herstemming, zoo noodig, 21 Maart. Gisteren heeft aan het ministerie van buitenl. zaken de onderteekening plaats gehad van een tractaat van handel en vriendschap lusschen Neder land en de Zuid-Afrikaansche republiek. B. en Ws. van Den Haag hebben de ex ploitatie van den Hollandschen Schouwburg aldaar opgedragen aan de Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel". Het stoomschip Friesland, van Batavia naar Rotterdam, is 13 dezer te Aden gearriveerd. -De goederen voor de Philadelphia-tentoon- slelling uit Nederland bijeengebracht zullen 21 Februari e. k. uit Vlissingeu per stoomboot „W. A. Schollen", van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij, naar New-York worden overgebracht. Met dezelfde gelegenheid zullen naar Amerika vertrekken de leden der hoofdcommissie L. C. Van Kerkwijk en C. J. Van der Oudermeulen en de secretaris-architect C. Muysken, die, bene vens het lid der hoofdcommissie de heer H. D. Kruseman van Ellen, te New-York met de op stelling der Nederlandsche afdeeling zijn belast; verder de opzichters A. A. M. Beretta en C. J. Laarman, de onderofficieren der artillerie B. M. L. Arts, W. S. D. Reinold, G. De Haak en H. J. Londo, en de werklieden Lijthart, Lotz, Van Be noem, Garrié, Matthijs, Van Gogh, Blankwaart en Vermeulen. Inzenders, die aan de opstellingscom missie nog nadere inlichtingen over hunne inzen dingen wenschen te geven, worden verzocht zulks vóór 21 Febr. te doen aan het adres van den heer L. C. Van Kerkwjjk, stoomschip „W. A. Scholten", te Vlissingen. Het departement van financiën der Vereenigde Staten heeft bepaald, dat de voor de tentoonstelling bestemde goederen in Amerika zullen worden toegelaten, zonder de formaliteit van den eed en zonder eenige andere, alléén op de verklaring dat de door de vreemde gouverne menten benoemde commissién (met het officieel zegel), dat die goederen werkelijk bestemd zijn om op de internationale tentoonstelling van 1876 te Philadelphia te worden tentoongesteld. Gedurende de maand Januari 1876 zijn tusschen Nederlandsche telegraafkantoren over gebracht 11,606 kaarttelegrammen op 112,071 telegrammen, tusschen die kantoren in het geheel gewisseld, alzoo 10.3 ten honderd. Naar buiten- landsche kantoren (België, Frankrijk, Spanje, Por tugal) verzonden de Nederlandsche telegraafkan toren 379 kaarttelegrammen, waaronder 339 naar België, terwijl uit België 23 en uit andere staten 2 kaarttelegrammen werden ontvangen. Onder de 10.365 binnenlandsche kaarttelegrammen, door kantoren van den rijkstelegraaf met elkander ge wisseld, waren 123 dagbladtjjdingen, 247 handel den over effecten, 4254 over handel en scheep vaart en 5740 over onderwerpen van verschillenden aard. Langzamerhand gewennen de afzenders van kaarttelegrammen zich er aan, zelf de plaats van afzending in het telegram te vermelden en voegen zij zich alzoo naar den billijken regel, volgens welken de afzender betaalt voor hetgeen te zijnen behoeve wordt overgebracht. Door den minister van binnenl. zaken is tot adsistent bij de botanie aan de Utrechtsche hoogeschool benoemd de heer H. F. Jonkman, doctorandus in de wis- en natuurkunde. Bij den aanleg van staatsspoorwegen zijn benoemd: tot bouw- en werktuigk. 3de kl. C. Gosewinckel en N. J. Beversen; tot opz. 2de kl., P. P. Scheffelaar Klots; tot opz. 3de kl. H. Th. Klompé, YV. Peters, J. H. Van Giessen, J. A. Van Nieuwenhoven, M. W. J. 's Gravesande Guicherit en G. A. M. Groeneveldt; tot opz. 4de kl. G. H.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1