D TT Oil mSMmf f)0vWh %m pol e*' N°. 4898. baandag A°. 1876. 3! Januari. :+,^~v"5.Cv ^'§5i PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per postn L^1®* Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PHIJS DEK A1)VEKTENTIE> Van 16 regels1.06. Iedere regel meer0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weteü, dat het 3 de suppletoir kohier van de plaatselijke directe belasting voor 1S75 is goedgekeard door de Gedeputeerde Staten dezer provincie, bij besluit van 24 Januari 1876 en op beden aan den gemcente-ontvaDger ter invordering ter hand gesteld, en dat ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet be paalden voet te voldoeD. En wordt deze door plaatsing de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, v. d. BRAN DELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 29 Januari 1876. WATERLEIDINGEN. IV. Sedert de toepassing van den stoom op waler- leidingswerken kan men met alle recht van het Engelsche stelsel spreken, volgens hetwelk trouwens alle nieuwere waterleidingen op het vasteland van Europa en ook in ons vaderland werden aangelegd. Men gaat daarbij volgenderwijze te werk: Van de plaats, waar de hoofdbron van het water zich bevindt, hetzij een rivier of, zooals bij ons te lande veelal het geval is, een wel, wordt het naar in de nabijheid gegraven bassins geleid, die met elkander in gemeenschap staan, en ondergaat tevens een zuiveringsproces, öf langs natuurlijken weg, waar de gesteldheid van den bodern daartoe meewerkt, óf langs kunstmatigen, door middel van filtreermachines. Uit die verzamelpulten wordt het water door een pomprnachine, welke door stoom kracht in beweging gebracht wordt, opgepompt in een reservoir, waaruit de hoofdbuizen der leiding onmiddellijk worden gevoed. Laat de plaatselijke gesteldheid den aanleg van zulk een reservoir niet toe, b. v. bij gebrek aan heuvelachtig terrein, dan is men genoodzaakt een zoogenaamden watertoren te bouwen met stand pijpen, die eensdei'L het water van het pomp station ontvangen, anderdeels hel in het buizennet overbrengen. Al ontbreekt bet ons hier aan de ruimte om in bijzonderheden te treden, willen wij toch de aandacht vestigen op het middel, waarvan men zich bedient om de schokken weg te nemen die het pompwerktuig, ondanks de daarin aangebrachte zoogenaamde luchtketels, aanhoudend veroorzaakt en die zich, bestond er geen tegenwicht, onver mijdelijk aan het water in al de buizen der lei ding zouden mededeelen. Die stooten nu heeft men weten op te heften door de beide standbui zen in een ringvormig verbindingsstuk te doen uitmonden. De afvoerbuis neemt slechts het water op dat door de opnemingsbuis wordt overgestort, en de schokken kunnen zich niet voortplanten. Een derde buis dient om het overtollige water af te voeren. Naar aanleiding dezer regelen zullen onze le zers zich wellicht de beknopte beschrijving her inneren, die wij indertijd hebben gegeven van het plan eener waterleiding voor onze slad, toen bij den gemeenteraad ingediend. Ook daarin toch komen de boven door ons opgegeven onderdeelen voor, natuurlijk met de afwijkingen en wijzigingen, voor elk ontwerp in het bijzonder uit hoofde van de plaatselijke gesteldheid vereischt. Zeker zullen, indien het tol eene definitieve vaststelling komt, daarin nog vele veranderingen moeten worden aangebracht. Wij wijzen alleen op het verschil van inzicht, wat betreft de ver spreiding van het water binnen de stad. Daarom trent merken wij op, wat wij reeds meermalen bij eene vorige gelegenheid in het midden brach ten, dat eerst dan de eventueele waterleiding geacht zal kunnen worden aan haar doel te be antwoorden, wanneer het buizennet zich in zoovele vertakkingen door de gemeente zal verspreiden, dat ieder, die dat verlangt, zich zonder bezwaar van het gebruik eener kraan binnen zijn woning zal kunnen verzekeren. Dat doei toch is onge twijfeld het bevorderen van den algemeenen gezondheidstoestand, en de verwezenlijking daar van zal men des te meer nabij komen, naarmate ook het gebruik van het zuivere water meer verspreid zal zijn. En dat niet alleen voor de meergegoeden, doch niet minder ook voor de lagere standen. De naburige residentie heeft ons in dat opzicht een goed voorbeeld gegeven; daar werd den eigenaars der zoogenaamde hofjes de verplichting opgelegd, ten dienste der bewoners van dergelijke verzamelingen van huisjes water kranen te plaatsen, waarvoor zij zich door een uiterst minime verhooging der weekhuuP schade loos konden stellen, en in Rotterdam verkoopen alle bakkers en water-en-vuur-neringen water. Uit hetgeen wij daar neerschreven volgt reeds vanzelf, dat wij nog altijd, gelijk wij vroeger reeds meer uitvoerig uiteenzetten, verreweg de voorkeur zouden geven aan particuliere boven gemeentelijke exploitatie, èn omdat wij van meening zijn, dat het niet op den weg der gemeente ligt zich met industrieele ondernemingen in te laten, zoolang zich daarvoor bijzondere personen of vereenigingen aanbieden, èn omdat het geoorloofd eigénbelang der laatsten meebrengt, dat zij zich bijzonder zul len beijveren het aantal consumenten zooveel mogelijk te doen toenemen, wat op het waar achtig welzijn der gemeente zal uitloopen. Dit geldt in dit geval des te meer, omdat wij meenen te mogen verzekeren, dat by de serieuse aanbie dingen van particuliere zijde de zucht om het algemeen welzijn te bevorderen op den voorgrond staat. R.esumeerende, komen wij tot de volgende con clusion: Het algemeen belang brengt mede dat '1°. na het verstrijken van den vastgestelden ter mijn zoo spoedig mogelijk volgens het meest aan bevelenswaardige plan tot den aanleg eener duin waterleiding worde overgegaan; 2°. die aanlegen de exploitatie bij voorkeur aan particuliere krach ten overgelaten en alleen dan door de gemeente aanvaard worde, wanneer zich geen bijzondere personen of vereenigingen op billijke voorwaarden daarvoor aanbieden; 3°. dat het gebruik van het duinwater zoo algemeen mogelijk worde verspreid. Moge naast de twee groole koopsteden van ons land, naast de residentie, ja zelfs naast een kleine zeeplaats weldra ook de eerste academie stad des rijks kunnen genoemd worden, als een plaats, waar rneD, gehoor gevende aan wetenschap en ervaring, gezond verstand en het navolgens waardig voorbeeld van anderen, zich gehaast heeft zich van dien on misbaren schat te verzekeren, tot welks verkrijging de volken der oudheid niet aarzelden de reusachtigste werken aan te leggen, maar die thans op zooveel gemakkelijker wijze binnen ons bereik kan worden gebracht, den waarborg eener voortdurende gezondheid: een frisschen dronk waters. LEIDEN, 29 Januari. Heden zyn aan de hoogeschool alhier bevorderd tot doctor in de rechten de heeren R. M. Van Haagen, geb. Ie Utrecht, M. De Jong, geb. te Kampen, en A. G. J. Helfrich, geb. te Batavia, na verdediging van stellingen. Donderdag jl. hielden de leden der Veree niging „Uit Liefde" in een der lokalen van het logement aan Den Burg alhier hunne jaarlijksche algemeene vergadering. Uit het verslag en de rekening en verantwoording over het afgeloopen jaar bleek dat deze Vereeniging voortgaat haar doel „weldoen aan de armen", te behartigen en dat zij ook steeds in bloei toeneemt, getuige daar van dat op voorstel van het bestuur de leden be sloten alsnog eene suppletoire uitdeeling van bons voor gort en rijst te houden, daar de reservekas der Vereeniging dit ruimschoots toelaat, zoodat aan de leden, behalve de in December des vorigen jaars aan hen uitgereikte bons, nog 741 bons voor gort en 988 bons voor rijst zullen worden verstrekt. Wij kunnen niet nalaten het publiek opmerkzaam te maken op het groole doel door die Vereeniging beoogd en ieder, wien hel lot zijner arme natuurgenooten ter harte gaat, uit te noodigen dat doel te helpen bevorderen door het lidmaatschap van de Vereeniging te aanvaarden. Met genoegen vernemen wij dat het beroep op de hulpvaardigheid onzer stadgenooten niet onbeloond gebleven is. Tot heden toch moet de deelneming in de verloting van kunstwerken, aan geboden door Hollandsche en Belgische artisten, ten voordeele der ongelukkigen die door de jong ste overstroomingen in het zuiden van Frankrijk zijn geteisterd, waarvoor de heer Joh. J. Eggers zich belangeloos met den verkoop der loten a 25 cents belast, aan de verwachting beantwoorden. Als schrijver der prijsverhandeling, waaraan door de rechlsgeleerde faculteit der hoogeschool alhier eene eervolle vermelding is toegekend, heeft zich bekend gemaakt de heer W. Polman ICru- seman, jur. cand. aan die hoogeschool. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 7885 vol wassen personen en van 2431 kinderen. De Nederlandsche hoofdcommissie voor de Philadelphia-lentoonstelling in 1876 waarschuwt de inzenders tegen de onware mededeeling, als zoude eene legalisatie hunner 6tukken door den Amerikaanschen consul vereischt worden. De Ne derlandsche hoofdcommissie is door het Ameri- kaansche gouvernement uitsluitend gemachtigd de legalisatie van de Nederlandsche inzendingen te bewerkstelligen. Na de oplreding van den nieuwen minister van oorlog zullen, naar men verneemt, eenige opper- en hoofdofficieren van het leger, die in de termen vallen om te worden gepensioneerd, voor- loopig op nonactiviteit worden gesteld, om hen later, na het totstandkomen der nieuwe pensioen wet, definitief te pensioneeren. Naar men verneemt zullen de traktementen van de ambtenaren bij het ministerie van koloniën met 1 Februari eene aanmerkelijke verhooging ondergaan, waardoor velen tot de maxima wor den gebracht. De Ligurische reddingmaatschappij, te Genua gevestigd, wenscht in Juli van dit jaar een in ternationaal congres te houden ter bevordering van de reddingszaak. De werkzaamheden zullen in Maart voorgoed worden vastgesteld. Tot deelneming worden alle reddingmaatschappijen en dergelijke instellingen en ook alle belangstellenden uitgenoodigd, met aanmelding vóór het einde van Mei aan den Voorzitter der „Société Ligure de Sauvetage" te Genua. Tijdens het congres zullen esn groote nationale zeil- en roeiwedstrijd en een nationale tentoonstelling van reddingsmiddelen worden gehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1