LEILSOÏÏ
DAGBLAD.
NV 4893.
Dinsdag
A°. 1876.
25 Januari.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden....,f 1.10.
Franco per postD 1.40.
Afzonderlijke Nommersn 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER AI) VERTE MIEN:
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer
Grootero letters naar plaatsruimte.
S TAD S-B E RICHT E N.
vvnovvli; militie.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS van LEIDEN,
Gelet op art. 20 der wet van den 19den Augustus 1861,
betrekkelijk de Nationale Militie (Staatsblad n°. 72);
Doen te weten:
dat het register van inschrijving en de alphabetische
naamlijst der in 1875 voor de Nationale Militie ingeschre
venen, van den 21 sten tot den 29sten Januari e. k. ter
gemeente-secretarie voor elk ter lezing worden nedergelegd
dat bezwaar tegen register en lijst, binnen den tijd der
nederlegging, kan worden ingebracht aan den Commissaris
des Konings in deze provincie, schriftelijk, op ongezegeld
papier, bij den Eurgemeesler in te leveren.
En geschiedt hiervaa openbare afkondiging door plaatsing in
de Leidsche Conrant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. n. BRAN DELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 20 Januari 1876.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen
jto weten, dat door hen, naar aanleiding van art. 15 der wet
van 29 Juni 1851 Staatsblad n°. 85), is bepaald dat de
ter verkiezing van een lid van den Gemeenteraad noodige her
stemming zal geschieden op Dinsdag den lsten Februari aan
staande.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in
de Leidsche Conrant.
Bnrgemeester eu Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Bargemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 24 Januari 1876.
LEIDEN, 24 Januarii.
De heer S. C. Yan 't Hooft, sigarenfabrikant
op de Breestraal, hoek Korenbrugsteeg, is door
den minister van financiën aangesteld lot rijks
depothouder van het debiet van postzegels, brief
kaarten enz., die alzoo voor het publiek voor den
bepaalden prijs mede bij hem verkrijgbaar zijn.
Bij de heden gehouden openbare verkooping
van cokes van partijen van 50, 10 en 5 hecto
liters waren de hoogste prijzen f 25.00, f 5.20,
en f 2.55 en de laagste f 25, ƒ5 en 2.50.
Het stoomschip Prins Hendrik, van Bata
via naar Nieuwediep, is 20 dezer Point de Galle
gepasseerd; de Celebes, van Batavia naar Nieuwe
diep, heeft dien dag de reis van Point de Galle
voortgezet.
De „Spectator" bevat eene oproeping voor
de oprichting van een standbeeld voor Spinoza in
Den Haag, onderteekend door de heerenM. D.
graaf Van Limburg Stirum, eere-voorzitter; Dr.
M. F. A. G. Campbell, voorzitter; Dr. H. J. Betz,
secretarisMr. A. Wm. Jacobson, penningmeester
Prof. Bosscha, allen in Den Haag; Prof. Land, te
Leiden; Dr. Van der Linde, te Arnhem; Mart.
Nijhoff, in Den Haag, Dr. Van Oven, te Dordrecht;
L. PincofTs, te RotterdamDr. J. Rutgers, in Den
Haag; Dr. Stieltjes, te Rotterdam; Prof. Stokvis,
te Amsterdam; Dr. Van Vloten, te Bloemendaal,
en Dr. De Vrij, in Den Haag. Voor het buiten
land hebben zich tot dusverre 35 honoraire leden
bij het comité aangesloten.
Door de Nederlandsche Maatschappij ter
bevordering van nijverheid is eene circulaire ver
spreid, waarin zij o. a. mededeelt, dat zij voor
nemens is, aan haar eeuwfeest in 1877 eene
blijvende waarde te verleenen door de vestiging
van een Museum van kunstnijverheid in eenige
lokalen van he't Paviljoen te Haarlem. Tot uit
voering van het plan is eene vaste Commissie be
noemd, bestaande uit de heerenA. J. Enschedé,
A. C. Kruseman, prof. V. J. M. Van der Willigen
en F. W. Van Eeden, allen te Haarlem.
Z. M. heeft benoemd tot lid der Nederland
sche hoofdcommissie voor de internationale ten
toonstelling te Philadelphia, in 1876, H. D.
Kruseman van Ellen, te New-York.
De „Staatscourant" bevat het verslag der
commissie in 1875 belast met het examineeren
van hen, die akten van bekwaamheid verlangden
voor middelbaar onderwijs in wis- en natuurkun
dige wetenschappen, landbouwkunde, teekenen,
boetseeren en gymnastiek.
De werving van tamboers, die bij het batal
jon mineurs en suppeurs lijdelijk was gesloten, is
voor dit corps weder opengesteld.
De minister van oorlog ad inlerim heeft
na overleg met den minister van koloniën, be
paald dat, le rekenen van 1 Febr. a. s. aan een
voorloopig voor den kolonialen militairen dienst
aangenomen rekruut geen voorschot op handgeld
tot een bedrag van meer dan 20 zal mogen
worden verstrekt.
Naar men verneemt zullen weldra verschil
lende bewaarders der hypotheken, die reeds een
groot aantal dienstjaren tellen, eervol ontslag ver
zoeken.
Z. M. heeft benoemd tot kantonrechter te
Gelderraalsen Mr. J. baron Van Pallandt, griffier
bij het kantongerecht aldaar; tot griffier te Gel-
dermalsen Mr. R. Van Luttervelt, thans griffier
te Woubrugge; aan H. Reineke, te Amsterdam,
vergund het aannemen ee dragen der versierselen
van ridder der orde van Jezus Christus, hem door
Z. M. den koning van Portugal geschonken; A.
W. Reynders benoemd lot opzichter bij 's rijks
verzameling van landbouwwerktuigen te Utrecht
bij het personeel van den geneesk. dienst der
landmacht in Ned.-Indië benoemd lot ofl.-vari-gez.
2de kl., K. Ross, civiel geneeskundige.
De voorstelling, Vrijdag-avond door de ver-
eenigde tooneelisten in onzen schouwburg gegeven,
was niet extra bezocht; hetgeen trouwens niet te
verwonderen is, daar op denzelfden tijd in het Nuts-
gebouw de 3de soireé voor kamermuziek plaats
had. Daarbij kenden sommigen waarschijnlijk de
ideeën van Mevr. Aubray of meenden die althans
te kunnen raden. De schrijver van de „Dameaux
Camélias" en het thema, dat hij in den laatsten
tijd behandelt, zijn van algemeene bekendheid.
Alexander Dumas fils heeft zich opgeworpen tot
verdediger der gevallen vrouwen en Madame Au
bray staat hem daarbij welsprekend ter zijde. We
zullen dan ook over den inhoud van het stuk niet
veel zeggen. Doch, ofschoon we gaarne erkennen,
dat er veel goeds en behartigingswaardigs gevonden
wordt in de denkwijze der edele vrouw, zouden
we toch aan dit tooneelwerk, ook en vooral om
de wijze waarop Dumas de gevallen onschuld
karakteriseert, met den ouden Barantin zeggen:
„'t is kras!" Wat de uilvoering betreft, die was
over het algemeen uitmuntend, dank zij vooral het
fijne spel van de dames Kleine-Gartman (Mme.
Aubray) en Ellenberger (Jeannine). Ook mej. Pool
man verdient een woord van lof. Jammer dat ze de
korte kleeren al wat veel ontwassen is om een
aankomend meisje als Lucienne naar eisch voor
te stellen. Morin (Valmoreau) speelde met veel lakt
de rol van den cocodé en Vos als Barantin had
mede zeer goede momenten. De heer Kistemaker
brabbelde meestal als een schooljongen en in het
derde bedrijf declameerde hij de verzen van Masset
als een rederijker op een dorpsnut. 't Nastukje
was allerdolst en gaf ruimschoots stof tot lachen.
Van onze gewoonte om de volksvoorstellingen
geheel en al met stilzwijgen voorbij te gaan schij
nen we zoo langzamerhand te moeten afwijken.
Was o. a. nog niet lang geleden de uitvoering
zoo, dat men in alle opzichten reden had om
tevreden le zijn en er ruimschoots gelegenheid
werd gegeven om èn door inhoud èn door spel
te genieten, zoodat dan ook de vertooners de
ondubbelzinnigste toejuichingen mochten verwer
ven, waarmede men, 't moet gezegd worden, hier
ter stede niet spoedig heel mild is, gisteravond
was dit niet minder het geval. Het lijdt geen
twijfel of de gevolgen van zulke voorstellingen
blijven niet uit. Het spel der tooneelisten toch
wordt meer gewaardeerd en de belangstelling
grooler. De opkomst van gisteravond bewees dit.
De trouwste bezoekers van den schouwburg maakten
dan ook zeiven de opmerking, dal in den laatsten
tijd de volksvoorstellingen drukker dan ooit be
zocht worden. In het nu door de Hollandsche
tooneelisten opgevoerde „Zangersfeest", blijspel
of liever kluchlspel in drie bedrijven naar het
Hoogduitsch van G. Von Moser, werden we op
allergrappigste wijze in de gelegenheid gesteld de
werkzaamheden na le gaan die aan een zangers
feest voorafgaan, waarvan per slot van rekening
toch niets tot stand komt. Het behoort bovendien
tot die stukken, welke op ons tooneel bij het
geheele publiek op succes kunnen rekenen. Het
uitsluilend intellectueel genot, dat bij het echte
blijspel wordt geschonken, kan uit den aard der
zaak vooralsnog alleen een geringer deel van het
publiek voldoen, maar de goedige, gulle, nooit
plalte scherts, de vroolijke, aangename, altijd be
schaafde kout, de koddige scènes maakten op
allen een aangenamen indruk. Somwijlen is Moser
te dol de gieter-scène b. v. was op 't kantje
van 't waarschijnlijke somwijlen vlecht hij
scènes in zijn stuk, die met de hoofdzaak in het
minst niets te maken hebben, maar hij weet zich
altijd met een koenen sprong, of een nog doller
scène te redden en op de hoofdzaak terug te
komen, 't Geheel is daardoor wel wat druk en
vermoeiend en een enkel kalm tooneel zou een
verademing zijn.
Voor de uilvoering verdienen de vertooners
allen lof. De heer Chrispijn b. v. overtrof zich zei
ven. Als gewoonlijk handhaafde de heer Kiehl
ook nu zijn goeden naam. Den heer Bigot kwam
in den wedstrijd met den heer Faassen zijne radheid
van tong uitmuntend te stade. De laatste vooral
was zoowel hiermede als met zijne mimiek onbe
taalbaar. Over den heer Polbarst kunnen we
minder gunstig zijn. Zijn spraak is niet onaange
naam, maar zijne bewegingen laten veel te wen-
schen over. Ze zijn veel te stijf, en deden som
tijds wel eens aan een wandelende pop denken.
Mevrouw Chrispijn stond haren echtgenoot uit
muntend ter zijde, en ook het spel van Mevr.
Faassen liet weinig te wenschen over. Mejuffr.
M. Valois mogen we hier eveneens niet onver
meld laten. Het nastukje: „De weg tot het
hart", is vanouds bekend. Het werd goed gespeeld.
Alleen had Mevr. Chrispijn wel iets onverschil
ligs in haar uiterlijk en spel. Ook in het voor
stuk was dit soins het geval.
Gemengd Nieuws.
Zaterdag-middag omstreeks 3 uren
is door de politie alhier naar het bureel gebracht
een man, die in beschonken toestand voor het
koffiehuis Minerva" op de Haarlemmerstraat
ruzie maakte en wilde vechten. Hij werd ter
ontnuchtering in bewaring gesteld. Zaterdag
avond omstreeks zeven uren geraakte zekere C.,