Dinsdag is de schipper Saarberg, ter
wijl hij per slede zijn goederen trachtle te ver
voeren van Rotterdam naar Zevenhuizen, door het
ijs gezakt. Gelukkig werd hij door eenige personen,
die in de nabijheid waren, gered, doch de goede
ren die hij vervoerde zijn voor een deel in het
water verdwenen en voor een ander deel bedorven.
Men meldt uit Vlissingen: Verleden
Zondag-nacht kwam de visscher Beket van Mid-
delharnis met drie personen uit een herberg en
werd door hen vergezeld naar zijn vischschuit,
buiten de stad bij de sluis liggende. In de nabij
heid van dat vaartuig gekomen, eischten zij van
hem dat hij voor hen eenige schelvisschen van de
schuit zou halen, hetgeen door Beket geweigerd
werd, daar deze visch hem niet toebehoorde. B.
werd hierop aangegrepen en mishandeld. Toen hy,
na eenige worsteling ontkomen en vervolgd, op
het punt was opnieuw in de handen dezer onver
laten te vallen, sprong hij, zonder zich orn de
hevige koude te bekommeren, in de Schelde, waar
hij nog geruimen tijd door de steenworpen dezer
helden vervolgd werd. Na bijna een uur in het
water te hebben doorgebracht, werd B. door den
sluiswachter opgenomen en liefderijk verpleegd.
Hel voorgevallene is in het daarvan opgemaakte
proces-verbaal gequalificeerd als poging tot moord.
Gisterochtend omstreeks halfvijf is
de pelmolen „het Vergulde Kalt" van den heer
Alen, te Wormerveer, staande aan het Kalf te
Zaandam, totaal afgebrand.
Op 17 dezer, des avonds tegen zes
uren, zijn te Poortvliet bij eenige inwoners een
aantal vensterruiten ingeworpen en andere bal
dadigheden gepleegd door een losbandige troep
jongelieden uit de naburige gemeente Scherpenisse.
Verscheidene burgers maakten zich gereed tot
krachtigen tegenweer, doch intijds werd de op
roerige bende door de politie uit de gemeente
verdreven, waardoor een bloedbad voorkomen is.
Verleden week had te Doesburg een
ongeluk plaats, waarbij een menschenleven bijna
verloren ging, terwijl een tweede persoon belang
rijke kwetsuren bekwam. Het ongeluk had op de
volgende wijze plaats. Na sterken ijsgang zette
zich het ijs vast, juist in het vak der schipbrug
alwaar de overtocht toen geregeld per gewone
veerpont geschiedde. Daar de overvaart hierdoor
gestremd was, trachtle men een open vaart
te bekomen door heen en weder trekken der
veerpont. Bij een dezer trekkingen, die door
paarden en een vijftigtal menschen, waaronder
vele toeschouwers, tot zelfs de burgemeester, ge
schiedde, brak het touw waaraan men trok. Ten
gevolge hiervan rolden alle trekkende personen
op en over elkander op den grond. Het bleek
toen dat de val niet voor allen gelukkig was afge-
loopen. De heer H. toch werd voor dood wegge
dragen en de kleederen van den heer R. waren
zeer gehavend. Het einde van het louw had den
eerste door den slag drie tanden ontnomen en de
onderkaak in tweeën gespleten, en was den laatste
zoodanig om het lijf geslagen, dat zijn jas er
onder bezweek, terwijl zijn hand een erge kwet
suur kreeg. De heer H. kreeg langzaam zijn be
wustzijn terug, en naar men verneemt moet zijn
toestand bemoedigend zijn. De overige personen
kwamen met den schrik vrij.
Vastenavond valt dit jaar juist op
den schrikkeldag, wat slechts na een zeer lang
tijdsverloop plaats heeft; want behalve van de
voorwaarde, dat het jaar een schrikkeljaar moet
zijn, hangt het nog van twee andere omstandig
heden af. De 16de April namelijk moet op een
Zondag vallen en de eerste Zondag wezen na de
volle maan na de dag- en nacht-evening. Ten
gevolge hiervan valt de Vastenavond op schrik
keldag gemiddeld om de 116 jaar. Het heeft de
laatste maal plaats gehad in 17*24 en zal weder
plaats hebben in 1944.
Het bericht dat teFrankenheim,in
het groothertogdom Saksen-Weimar, reeds sinds
eenigen lijd de hongertyphus in hooge mate
heerschte, heeft daar te lande veel sensatie te
weeggebracht. Er is thans een rapport te dier
zake openbaar gemaakt, waarin geconstateerd
wordt, dat de typhus in het laatst van November
aldaar is uitgebroken. Het aantal ziektegevallen,
in het laatst van December 50, was den 6den
Januari lot 120 en den 13den tot 165 geslegen.
Tot op laatstgenoemden datum waren 26 lijders
bezweken. De ziekte vertoont zich in den vorm
van exanthematische en abdominale typhus, meestal
gepaard met gevaarlijke aandoening op de long.
Zij brengt spoedig eene buitengewone verzwakking
teweeg. De meeste zieken zijn personen van
zeventien- tot derligjarigen leeftijd en kinderen
van 5 a 10 jaar. Ook in aangrenzende plaatsen
hebben zich thans gevallen voorgedaan. De ellen
dige toestand der woningen en het niet minder
ellendig voedsel der arme bevolking dragen veel
bij tot verspreiding der epidemie. Dat de open
bare autoriteit te Weimar eerst onlangs omtrent
de ziekte bericht heeft ontvangen, ligt hieraan,
dat de Frankenheimers, met welke wederwaardig
heden zij ook te kampen hebben, altoos zwijgend
in hun lot berusten, althans nooit bij ingezetenen
van andere plaatsen willen klagen, en nagenoeg
geen ander verkeer hebben dan naar de zijde
van Beieren en Pruisen. Geneeskundige hulp roe
pen zij niet in. Zij behelpen zich met huismid
deltjes of kwakzalverijen. Slechts in het uiterste
geval nemen zij de toevlucht tot een geneeskun
dige uit een Pruisisch dorp. Zoo was het ook bij
de thans heerschende epidemie gegaan. Eerst op
den Kerstavond vernam men in een naburig dorp,
dat er te Frankenheim iets onaangenaams moest
beslaan. Een paar Frankenheimers hadden aldaar
terloops kennis gegeven, dat er ditmaal niets van
de Kerstviering kon kornen, omdat er in den
laatslen tijd veel menschen waren overleden en
nog velen ziek lagen, daar er eene aanstekende
kwaal scheen te heerschen. Dat gezegde schijnt
de eerste aanleiding tot onderzoek le zijn geweest.
Thans wordt van alle zijden hulp verleend. Onder
anderen is eene gaarkeuken derwaarts overge
bracht, die de geheele bevolking (500 a 600
zielen) kosteloos van goed voedsel voorziet.
In Duitsche bladen leest men een
verhaal volgens 't welk een Duitsch soldaat, die
in 1870 na den slag bij Wörth vermist en later
bij rechterlijk vonnis dood verklaard was, dezer
dagen uit Amerika een brief aan zijne ouders
geschreven heeft. Hij meldde daarin, dat hij na
den slag in Fransclie gevangenschap was geraakt,
naar Afrika was gezonden en eerst onlangs had
kunnen ontsnappen. Hij had aan boord van een
Amerikaansch oorlogschip weten te komen en was
zoo in de Vereenigde Staten aangekomen, waar
hem nu evenwel het geld ontbrak om huiswaarts
te keeren. De Pruisische regeering was van dezen
brief in kennis gesteld, zoodat een verder onder
zoek der zaak verwacht mag worden.
Te Courbevoie heeft men zeer belang
wekkende proeven genomen met het doel orn
door middel van duiven gestrande vaartuigen met
de kust in gemeenschap te brengen. Twee krach
tige postduiven werden hiertoe achtereenvolgens
bevestigd aan eene 125 meter lange koord, ter
dikte van 0.007 meter. Elke duif, zich spiraals
gewijze verheffende, haalde de koord in hare
gansche lengte uit en daalde eerst na geruimen
tijd in de rondte gevlogen te hebben bij een ruk
aan het touw neder. Het is derhalve onbetwist
baar, meent de „Presse", waaraan deze bijzon
derheden ontleend zijn, dat, zoo de bedoelde
duiven van een schip waren opgelaten geworden,
zij zich bij instinct rechtstreeks naar de kust zou
den begeven hebben.
Uit Soerakarta meldt men: Een be
ruchte boef, Ressomengollo, uit de dessa Djonka-
ree, nabij Karang Anom, heeft het tijdelijke met
het eeuwige moeten verwisselen. Hij was een
beruchte tabaksdief en hield zich ook onleéig met
straatroof. Zijn echtgenoot poogde hij eens den
hals af te snijden; deze toeleg mislukte, maar de
vrouw draagt er nog de litteekens van. Den 29sten
November wilde hij weder tabak stelen te Djam-
bean, en een kleine jongen, die hem zulks wilde
beletten, werd bijna door hem vermoord. De va
der en de broeder van dien kleinen jongen wer
den echter gewaarschuwd en ontmoetten Resso
mengollo, die juist naar huis wilde gaan. De zoon
viel hem aan, maar viel weldra zwaar gewond
neder. De vader was echter gelukkiger, bracht
Piesomengollo een houw over het hoofd toe, waarop
deze nederstortte en toen verder afgemaakt werd.
De moeder van Ressomengollo, embok Resso di
Projo, is bekend als de rijkste vrouw van Karang
Anom en zijn broeder Ronpodirdjo is aldaar demang.
Rechtzaken,
In de procedure over de Phoenix" is gisteren
namens schipper De Bruyn geconcludeerd tot niet-
ontvankelijkverklaring, immers tot ontzegging van
de incidenteele vordering van een gezagvoerder der
stoomboot, dat deskundigen zullen worden gehoord
omtrent de vroeger vermelde vraag. De verdere
behandeling is veertien dagen uitgesteld.
BUITENLAND.
Frankrijk.
In 65 departementen, waarvan de uitslag der
verkiezing van Zondag bekend is, zijn 50 con
servatieven, 3 van de oppositie en 12 gedelegeerden
van twyfelachtige kleur gekozen.
Gambetta is Dinsdag vergezeld van ver
scheidene afgevaardigden te Aix-les-Bains aange
komen en door een ontzaglijke menigte aan het
slation verwelkomd. Een manifestatie had echter
niet plaats. De voor dien avond uitgeschreven
bijeenkomst was verbodende toegangen tot de
zaal werden door gendarmes bewaakt. Gambetta
zou gisteren den dag te Arles doorbrengen en
tegen den avond naar Parijs vertrekken, waar hij
in eene openbare bijeenkomst het woord zou voeren,
De voorzitter van den Parijschen gemeente
raad, de heer Clémenceau, heeft met verscheidene
leden van den raad Zondag-avond zijne opwach
ting gemaakt bij Victor Hugo, ten einde hem ken
nis te geven van zijne benoeming tot lid van het
kiescollege voor den senaat. Natuurlijk werd daarbij
over en weder eene toespraak gehouden. „De ziel
van Parijs in zich te gevoelen," zeide o. a. de
dichter, „is alsof men de ziel der beschaving zelve
in zich voelde. Ik zal dan rechtstreeks afgaan op
uw doel, dat ook het mijne is. Het ambt, dat gij
mij toevertrouwt, is eene groote eer. Doch wat
eer genoemd wordt onder eene monarchie, wordt
onder eene republiek plicht genoemdDien
plicht aanvaard ik en zal ik volbrengen. Ik zal
Frankrijk den wil van Parijs bekend maken. Ver
trouw op mij. Leve de republiek!"
Duitscliland
Bij de eerste verificatie-vergadering in het
faillissement van Dr. Strousberg waren te Berlijn
42 bevoorrechte en 655 gewone schuldvorderingen
aangemeld. De bevoorrechte schuldeischers, die
onder toevoeging van de faillissementskosten on
geveer 700,000 mark te vorderen hebben, zullen
wel ten volle afbetaald kunnen worden, maar de
overige, welker vorderingen „millioenen" bedragen
(nader wordt de som niet aangeduid en schijnt
zij ook nog niet vaslgesteld te zijn) hebben weinig
kans op eene eenigszins noemenswaarde voldoening
hunner vorderingen. Dit althans was het gevoelen
van den rechter-commissaris, die nog het volgende
mededeelde. De onroerende goederen in en buiten
Pruisen, trouwens meest alle met hypotheek be
zwaard, konden nog niet getaxeerd worden. De
taxatie van Dr. Strousbergs inboedel was afgeloo-
pen, met uitzondering van de bibliotheek, die zoo
uitgebreid is, dat vooreerst aan een opmaken
harer vermoedelijke waarde niet te denken viel.
Het beeldhouwwerk was op 90,000 mark geschat;
ook de meubels waren zeer hoog getaxeerd, maar,
hoe kostbaar zij ook zijn, mocht men er toch aan
twijfelen, of zij bij verkoop den taxatieprijs zouden
opbrengen. Een groot bezwaar voor eene spoedige
afdoening van het faillissement was de voortdu
rende afwezigheid van Dr. Strousberg, die thans
te Moskou wel is waar wat meer vrijheid verkregen
had, maar toch nog in langen tijd geene vergun
ning ontvangen zou om Rusland te verlaten. De
vergaderde schuldeischers hebben besloten om de
dagelijksche uitkeering van 20 mark aan mevr.
Strousberg te blijven uitbetalen, uit aanmerking
van haren treurigen toestand en de volslagen on
mogelijkheid om zonder die uitkeering voor hare
vijf minderjarige kinderen te zorgen.
8panje«
Volgens de „Agence Américaine" heeft de Spaan-
sche regeering eene circulaire aan de Europeesche
mogendheden gericht, waarin gezegd wordt dat
de handel van de Vereenigde Staten met Cuba,
wel verre van af te nemen, zich steeds uitbreidt
en dat de rechtbanken op Cuba steeds acht heb
ben geslagen op de billijke eischen der Ameri-
kaansche burgers. Er zou dus volgens 't Madrid-