LEIDSCÏÏ DAGBLAD N°. 4882. A0. 1876. Woensdag 12 Januari. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1-40. Afzonderlijke Nommers Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, nitgegeven- PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer9 0.i7fr. Grootere letters naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. Yergaderiiig Tan den Gemeenteraad Tan Leiden •op Donderdag 13 Januari, des namiddags te twee uren. Onderwerpen: 1°. Ontwerp-vcrordening regelende het pensioen aan gemeente ambtenaren te verstrekken. (164, 173, 179, 208, 282 en 309) 2°. Voordracht betrekkelijk de brug te Koudekerk. (1 en 2) 3°. Idem tot vermindering van het kapitaal der gemeente in de Bank van LeeniDg. (3) 4°. Adres van T. en A. Hooiberg betrekkelijk de gunning van de leveriDg van drukwerk ten behoeve van de ge- gemeente. (4) 5°. Derde suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting dienst 1876. LEIDEN, 11 «Januari. Gisteravond vierde de typographische ver- eeniging „Laurens Jansz. Coster" in de Stadszaal alhier haar 22ste jaarfeest. Nadat onder begelei ding der muziek de heeren patroons, donateurs en verdere genoodigden in feestelyken optocht door de zaal eo daarna naar hunne plaatsen wa ren geleid, werd de bijeenkomst door den president geopend, die den aanwezigen dank zeide voor hunne tegenwoordigheid en hun in een kort maar hartelijk woord een welgemeend welkom toeriep. Hij ging tevens eenige lotgevallen der vereeniging na en wijdde daarbij een kort woord aan de na gedachtenis van de leden, die zij in het laatste jaar door den dood had verloren, evenals de secretaris, die daarna het jaarlijksch verslag uit bracht, waaruit bleek dat zoowel het ledental als dat der donateurs alleszins gunstig mag heeten, en dat niet alleen de kas der vereeniging, maar ook het weduwenfonds in buitengewoon gunstige omstandigheden verkeeren. Na het zingen door de leden van een welkomstlied aan heeren patroons, donateurs en eereleden en de voordracht der muziek van de ouverture „Martha", had de opvoering plaats van: „De barbier van Straatsburg of de Frank- forter loterij", blijspel met zang in drie bedrijven, naar bet Fransch door J. De Boer. Zoowel het heerenpersoneel als de dames, die hier welwillend hunne medewerking verleenden, kwelen zich op lof felijke wijze van hunne taak en mochten dan ook her haaldelijk de toejuichingen der aanwezigen ont vangen, evenals zij, die in het nastukje: „De bloedzuigers of de minnehandel in de apotheek," oorspronkelijk blijspel met zang in een bedrijf door A. Ruysch, optraden. Niet weinig werd er door het lid W. J. De Rooy toe bijgedragen om het genoegen der feestviering te verhoogen door de voordracht van „Het stervende kind", woorden van Anderssen, muziek van V. Nog lang bleven de aanwezigen daarna onder zang en dans ge noeglijk bijeen. De vereeniging mocht het genoegen hebben haren beschermheer, den heer burgemeester, be nevens een paar leden van den gemeenteraad, op deze feestviering in haar raidden te zien. De gisteravond door het tooneelgezelschap onder directie van de heeren Le Gras, Van Zuylen en Haspels gegeven voorstelling was niet druk bezocht. „Het rechterbeen van kapitein Tic" is een amusant blijspel in 3 bedrijven, dat reeds vroeger hier is opgevoerd. „De Werkstaking", van den heer Rosier Faassen, is een van die echt Hollandsche slukjes, die niet genoeg ge waardeerd kunnen worden en waarmede de heer Faassen het Nederlandsch tooneel aan zich heeft verplicht. Ware hij zelf bij de voorstelling tegen woordig geweest, wjj gelooven dat hij in den heer Van Zuylen, evenmin als in de overige vertoo- ners, betere vertolkers had kunnen verlangen. Met het oog op het concert, 21 dezer in de stadszaal te geven, ontleenen wij het volgende aan de „Arnh. Ct." van 27 Nov. jl.De heer C. Goenen uit Utrecht heeft ons gisteren een ge notvollen avond verschaft. Een en andermaal leidde hij bij het Nederlandsche publiek vaderlandsche artisten in, die tot dusverre slechts uit tijdschrif ten of dagbladen bij ons bekend waren, en doet ons zoodoende menig ontluikend of gevestigd talent bewonderen. Zoo ook gisteren. Hij treedt op met een gezelschap echt Hollandsche artisten en geeft ons telkenmale de bewyzen dat de kunst in ons kleine vaderland nog niet sluimert, maar in onze dagen krachtig ontwikkeld wordt. De bij zonderheden over de voordrachten van den con- cerlgever, den heer Coenen, zelve achten wij voor heden overbodig. Wie nog noodig heeft zjjne talenten te leeren kennen, moge een nadere ge legenheid niet voorbij laten gaanhij heelt zich dan ook gisteravond weder gehandhaafd en zijn onmiskenbaar meesterschap op de viool weder bewezen. De beide andere solisten, mej. Francisca Stoetz en de lieer Hekking, behoeven een nader woordje. Eerstgenoemde, vroeger élève van Z. M. den Koning, thans Hd. hofzangeres, debuteerde in onze stad. Wij vernemen dat zij weldra belang rijke engagementen in het buitenland staat te vervullen. Wij verheugen er ons in dat onze jeugdige, doch nu reeds talentvolle landgenoote spoedig mede zal werken tot verbreiding van onzen naam in de kunstwereld. Haar inderdaad schoon en krachtig stemgeluid, hare talenten en hare voordracht zijn ons daarvoor zoovele waarborgen. We wenschen mej. Stoetz van ganscher harte een uitnemend succes toe op hare loopbaan; we twijfelen niet of die zal roemvol voor haar worden. De heer Hekking zal niet lang behoeven te wachten op de hoog schatting van liet kunstminnende publiek. We hebben zijn schoon, geacheveerd, gevoelvol spel bewonderd. Zijn prachtig instrument bewees hem daarbij uitstekende diensten, maar het maakte levens ook, dat tot in de geringste bijzonderheden we hem volgen konden. Met zijn buitengewonen aanleg en daaraan geëvenredigde beschaafde en edele voordracht, zullen we meer en meer trotsch mogen wezen op onzen violoncellist Hekking. De heer Ruigrok heeft zijn zware laak alsaccom- pagnateur uitmuntend vervuld, en opnieuw bewij zen gegeven een geroutineerd pianist te zijn ook in beide schoone trio's, respectievelijk van Beet hoven en Mendelssohn, door hem en de beide instrumentisten, als opening der afdeelingen voor gedragen. W. De Timmerman, rijksontv. te Zeven huizen, is in die betrekk. benoemd te Scheemda, en Jhr. J. Van Beresteyn, rijksontv- te Weesp, in die betrekk. benoemd te IJsselstein. Aan Mr. W. J. Swaring is op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit zijne betr. van be waarder der hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen te Zutfen, behoudens aanspraak op pensioen, met dankbet. voor de goede diensten, door hem gedurende 48 jaren den lande bewezen. Door B. en Ws. van Amsterdam is aan den gemeenteraad voorgesteld om ten behoeve van een op te richten rijks-museum van schilde rijen, waarin ook de verzameling van het kon. oudheidkundig genootschap zal worden tentoonge steld, kosteloos beschikbaar te stellen den noo- digen ondergrond, ter grootte van 16,900 centi aren, welk museum zal worden opgericht in een gedeelte van den polder, nabij de Wetering-bar rière. Behalve den grond zal ook nog worden bijgedragen door de gemeente eene som van ƒ100,000, te voldoen in twee termijnen, de eene als het gebouw onder de kap zal zijn en de tweede als eene of meer kunstverzamelingen in het mu seum zullen zijn geplaatst. De luit.-ter-zee 2de kl. J. S. Van Drooge en W. H. Souman en de offic. van admin. 3de kl. J. A. Torré, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en van daar den 27sten December jl. in Nederland teruggekeerd, zijn met dien datum op nonact. gesteld. Z. M. heeft aan J. D. B. A. baron Van Heeckeren van Beverwaard, minister van staat, laatstelijk buiteng. gezant en gevolm. minis ter bij het hof van Weenen, verleend een pensioen van 4000 'sjaars; Mr. G. C. J. Van Reenen, oud-minister van binnenl. zaken, oud-burgem. van Amsterdam, oud-lid en voorzitter van de Tweede Kamer, en Mr. W. F. Rochussen, Zr. Ms. buiteng. gezant en gevolm. minister bij het Duitsche Rijk, met al hunne wettige, zoo mannelijke als vrou welijke afstammelingen, in den Nederlandschen adel verheven; aan de gewezen commiezen bij de directiên der marine te Willemsoord, A. F. Sar iemijn, en te Amsterdam, D. M. Nollhenius, ter zake van meer dan 63-jarigen ouderdom een pensioen ten laste van den staat verleend ten bedrage, voor eerstgen. van ƒ940 en voor laatsl- gen. 823den off.-van-gez. 2de kl. bij de zee macht Dr. A. W. Van Renlerghem, met ingang van 11 dezer, bevorderd tot oft.-van-gez. 1ste klasse. Gemengd Nieuws. Hedenmiddag is alweder aan de schaatsenrijders een voorbeeld gegeven om niet alleen op het vlakke ijs, maar ook bij het onder- doorrijden van bruggen vooral omzichtig te zijn. Een heer toch, die in volle vaart zich van den Witten Singel onder de brug aldaar door naar het Galgewater wilde begeven, bukte niet genoeg zaam en kwam daardoor met zijn hoofd op ver schrikkelijke wijze met de brug in botsing, waar door hij tevens met zulk een kracht achterover viel, dat hij door het ijs zakte. Na aanwending van vele pogingen om hem te redden en na een hevig bloedverlies zoo het daarbij moge blijven mocht het gelukken hem op het droge te krijgen en verder te vervoeren. Gelukkiger liep het af met een militair, die gistermiddag onder de brug bij de voorm. Marepoort door het ijs zakte. Hij werd door eenige burgers gered en reed daarna verder alsof er niets gebeurd was. Van'gemeentewege worden thans de doorgangen der bruggen met planken afgesloten. Onder de gemeente Maasland zijn Zondag twee personen, die zich op de bevroren watervlakte gewaagd hadden, verdronken; beiden waren bouwknechts en broeders, een van 24, de andere 20 jaren oud. Een inwoner van Egmon d-aan-Zee ging Vrijdag-ochtend de duinen in, om, zooals hij legen zijne huisgenooten zeide, een konyntje te zoeken. Het werd middag en avond, doch hij keerde niet terug. Zijne vrouw, moeder van twee nog jeugdige kinderen, verkeerde natuurlijk in de grootste ongerustheid, toen ook de nacht voorbij ging zonder dat haar echtgenoot kwam opdagen. Vroeg in den morgen gingen een aantal mannen uit om den verlorene op le sporen. Weldra vond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1876 | | pagina 1