Ij ET IS 1II
DAGBLAD.
N°. 4878.
A°. 1876.
Vrijdag
7 Januari.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommcrs0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.'
PEIJS DEE ADVERTENTIES:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer°-"i.
Grootere tellers naar plaatsruimte.
LEI1SËSI, 6 Januari.
Aan den gemeenteraad alhier is door de Kamer
van koophandel en fabrieken een adres ingediend,
naar aanleiding van een onderwerp behandeld in
ple raadsvergadering van 128 October 11., waarin
bij de vaststelling der begrooting ook ter sprake
kwam de vraag, of de brug bij de Morschpoort
zou worden vervangen door eene nieuwe vaste of
door eene beweegbare, zoogenaamde open of losse
brug. Ten slotte is aangenomen om uit de om
schrijving van den aangevraagden post te doen
L-ervallen het woord vaste, zoodat zij nu luidt:
„vernieuwen van de brug over den Singel aan de
Morschpoort." De voorzitter verklaarde vóór de
Btemming over het amendement dat, wanneer over
het al of niet behouden der Morschpoort zou be-
blist zijn, en daarna de verandering van de brug
volgde, B. en Ws. nadere voorstellen doen en
teekeningen overleggen zouden. Door het laten
wegvallen van het woord vaste in de omschrijving
van den post, voor de vernieuwing van de brug,
heeft de raad getoond zich niet reeds vooraf te
willen verbinden tot het doen maken van eene
nieuwe vaste brug, maar de vraag, of de nieuwe
brug vast of beweegbaar zijn zou, vooralsnog
onbeslist te laten.
De Kamer v. k. en f. is overtuigd, dat het
belang der bedrijvigheid van de gemeente eene
beweegbare brug op het bedoelde punt gebiedend
eischt, en dat thans, nu de brug toch moet ver
nieuwd worden, het maken van eene nieuwe vaste
brug een groole fout zou zijn en eene groole
teleurstelling voor onze handeldrijvende stadge-
nooten. Liever geene brug dan eene vasle brug.
Vooral is eene beweegbare brug noodig, sinds de
Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij de doorgraving
door den Singel heeft gemaakt. Zoolang de vaste
brug aan de Morschpoort bleef, was het verkeer
uit de gracht naar de haven zeer gering, omdat
men stuitle op de belemmering van de lage vasle
brug over de Singelgracht. Dat de Holl. Maat
schappij toch besloten heeft de communicatie tus-
schen die gracht en hare haven te maken, ver
klaart zich door het gegrond vooruitzicht op eene
aanstaande vernieuwing der brug. waarbij dan de
belemmering voor de scheepvaart tevens zou uit
den weg geruimd worden. Werkelijk heeft er een
plan bestaan, om buiten de Morschpoort eene
draaibrug te leggen, en onderhandelingen met de
Hol). Maatschappij hebben plaats gehad om deze
te bewegen in de koslen daarvan bij te dragen.
De Holl. Maatschappij heeft daarin niet willen
treden, en dit schijnt als beweegreden gegolden
te hebben om aan het plan geen gevolg te geven,
■omdat men in die weigering een bewijs heeft
gezien, dat, als de Spoorwegmaatschappij er niets
;voor overhad, eene vrije doorvaart bij de Morsch
poort van weinig of geen belang moest zijn.
Het komt de Kamer v. k. e. f. voor, dat deze con
clusie niet juist is. De brug is een werk van en
voor de gemeente, en de beslissing of de voor
keur moet worden gegeven aan eene vaste of aan
eene beweegbare brug, moet worden uitgemaakt
door het bestuur der gemeente. Daargelaten de
wel wat vreemde houding om voor publiek ge
meentewerk eene bijdrage te verzoeken van eene
particuliere maatschappij, laat zich bovendien de
^weigering der Holl. Spoorwegmaatschappij zeer
gemakkelijk verklaren. De Maatschappij kan met
recht ondersteld hebben dat, wanneer het gemeente
bestuur het belang van eene vrije doorvaart daar
ter plaatse zoo laag schat, dat het niet kan be
sluiten die te verschaffen wanneer de Maatschap
pij niet in de kosten mededraagt, die vrije door
vaart dan óók voor de Maatschappij niet zooveel
waarde kan hebben, als zij er aan gehecht heeft.
Komt aan de Morschpoort eene beweegbare brug,
zoo heeft men een open waterweg van het station
af door de Singelgracht naar de stad, wat voor
het scheepvaartverkeer, dat dan eerst zijne vrije
beweging verkrijgt en waarschijnlijk aanmerkelijk
zal toenemen, uiterst gewenscht is. De Kamer
v. k. e. f. verzoekt mitsdien om, wanneer de
toegezegde nadere voors'ellen in behandeling komen
geene gelden voor het maken van eene nieuwe
vasle brug toe te staan, maar het tot stand komen,
eener beweegbare brug aan de Morschpoort te
verzekeren. Zij doet dit verzoek mei des te meer
vrijmoedigheid, omdat het de gemeente niet tot
grooiere kosten zal verplichten dan voor eene
nieuwe vasle brug zullen benoodigd zijn. De
handel verlangt niet dat de nieuwe brug eene
sierlijke, eene monumentale brug zijn zal. Deze
zou zelfs niet in harmonie zijn met de omgeving.
Voor het verkeer is eene bescheiden eenvoudige
brug, die weinig geld kost maar de scheepvaart
vrij laat, volkomen voldoende, en de handeldrijvende
ingezetenen zullen er ongetwijfeld den raad zeer
erkentelijk voor wezen, wanneer hij tot dit plan
besluit.
Bij de op heden gehouden openbare aanbe
steding voor den tijd van 5 jaren, ingegaan 1
Januari 1876 en eindigde uil0. December 1880,
zijn de navolgende personen aannemers geworden
als: 1°. van het onderhouden van werken, behoorende
tot de Haarlemsche trekvaart, C. Alkemade voor f900,
's jaars; 2°. van de verschillende onderhoudssverken,
behoorende tot het Ulrechlsche jaagpad, in twee per-
ceelen, lsle perceel C. Pannevis voor f 3525,
en 2de perceel P. Van Vliet, voor 2150 's jaars;
en 3°. van het opmaken, reinigen en onderhou
den van een gedeelte der Haarlemsche trekvaart,
N. Van der Voort, voor f 109 's jaars. Van hel
onderhoud van den dijk langs de Zijl en het
jaagpad ter zijde van dien dijk is de gunning
aangehouden.
De Nederlandsche werktafel in het zoölogisch
station te Napels is van Januari tot April ter be
schikking gesteld van Dr. J. G. De Man, conser
vator aan het museum voor natuurlijke historie
alhier.
De Staats-Courant bevat de benoeming van
Jhr. Klerck, raad-adviseur van den aanleg van
staatsspoorwegen, tot minister van oorlog.
Tot lid van den gemeenteraad te Leider
dorp is bij de herstemming gekozen de heer J. D.
Speet met 63 van de 120 stemmen.
De minister van financiën maakt bekend,
dat, aangezien bij kon. besluit van 21 Dec. ll.de
invoering bepaald is van twee soorten van geze
gelde briefomslagen, als: a. voorzien van den
afdruk van den poslzegelstempel a 5 cent; b.
voorzien van den afdruk van den postzegelstem
pel a 12lj2 cent; deze briefomslagen worden in
gebruik gesteld met den 8sten Januari e. k. Te
rekenen van dal tijdstip zijn zij op de post- en
hulpkantoren verkrijgbaar en wel de omslagen
met zegelafJruk a 5 cent, tegen betaling van 5'/j
cent het stuk, die met zegelafdruk a 12l/2 cent,
tegen betaling van 13 cent het stuk.
De kunstschilder Sam. L. Verveer is na
een zeer korte ongesteldheid gisteravond in Den
Haag overleden.
Aan een particulier schrijven uit Kotta
Radja van 29 November is het volgende ontleend
Mijn laatste brief is, als ik mij niet vergis,
van 12 dezer. Ik weet niet, of ik u daarin ver
teld heb van het in den grond varen van de
„Willem Kroonprins" door de „Atjeh" en ook.
van bet vermissen van den „Salak". De Willem
Kroonprins" stoomde van Singapore naar Batavia
en de „Atjeh" omgekeerd. Boven Straat Banka
is de eerste door de laatsle midscheeps ter hoogte
van de machinekamer aangevaren, zoodat de
„Willem Kroonprins" spoedig zonk. Er zijn 3 perso
nen bij verdronken en één is verpletterd tusschen de
sloep en de „Atjeh." Deze boot is een luie looper
en allervervelendst voor de reizigers, door het
aanhoudend klotsen van den ankerketting op het
achterdek. De overste Swaan meende, dat het
uitslijten der roeipen de oorzaak daarvan was.
De „Salak", een der ziekentransportschepen, ver
trok van Padang naar Aljeh den 26sten October
jl. Er waren eenige proefreizigers van Atjeh aan
boord, die tot herstel van gezondheid de reis van
Atjeh naar Padang en terug zouden maken. Onder
dezen was ook een luit.-kwarliermeesler, Kuiper,
aan wien de gezagvoerder der boot voorstelde
diens vrouw en kindje van Padang mede te ne
men, ten einde het zeetochtje mede te maken.
D ,n 28sten, te halfdrie des voormiddags, strandde
de „Salak" op de koraalriffen van Poeloe Sen-
drongan Ketjil, een eiland bewesten Poeloe Nias.
Gelukkig werd niet achteruitgestoomd, zoodat de
gemaakte bres door het rif gestopt bleef, maar al
spoedig rees het water in het schip, zoodat de rei
zigers met overhaasting moesten ontscheept worden.
Het regende, woei en was donker. Allen werden
behouden aan wal gebracht en door een paar
menschen, die aldaar voor eene poos verblijf hiel
den, geholpen. Van tijd lot tijd komen bewoners
der naburige eilanden op dit eilandje ter uitoefe
ning der vischvangst, of van een anderen tak
van hun bedrijf. Aldus hebben de schipbreuke
lingen daar 14 dagen doorgebracht. De scheeps-
provisién en kleine goederen der reizigers waren
aan wal gebracht, maar alles wat in het ruim
was, ligt nu onder water; het schip is tot over
het dek gezonken. Eindelijk zijn de pleizier-rei-
zigers door een der op verkenning uitgezonden
schepen ontdekt en naar Padang gebracht. Thans
zijn zij, die van hier waren, weder hier terug.
Het is een leelijk gevalletje voor den gezagvoer
der Keyzer, die pas getrouwd is en zijn jong
vrouwtje aan boord had. Wij hebben dus nu
maar één ziekeutransportschip, de „Smdoro", en
ik geloof dat de gouverneur-generaal voorloopig
geen tweede wil in dienst stellen. Die proefreizen,
die werkelijk eene goede uitkomst van 40 pCt.
herstelden gaven, zijn door Becking afgekeurd.
Ons hospitaal is vrij vol; er heerschen vele en
belangrijke koortsen. Onlangs kwam de Euro-
peesche mail, maar zonder soerat voor mij.
Sedert Pel terug is, is het, alsof een sombere
stemming over het geheel is gerezen. De troepen
sterkte is nog ijiel vermeerderd; men zegt, dat
er nog 3 bataljons van 5 a 600 man moeten
komen en dat het er dan op tos zal gaan. Pel
bewaart als naar gewoonte eene groote geheim
zinnigheid. Door de vooruitgeschoven posten wor
den, vooral des nachts, verkenningen gedaan op
vijandelijk gebied, en de postcommandanlen heb
ben in last om alles nauwkeurig waar te nemen,
wat met den vijand in betrekking staat, ea daar
van verslag te doen. De uiterste posten hebben
het hard te verantwoorden. Dag en nacht worden
zij door den vijand verontrust, en in sommige
onzer benlings regent het kogels. Des middernachts
van 21 op 22 November is Longbattah-Missigit
overvallen door eenige Atjehneezen, onder aan
voering van een hadji, en dit wel aan de noord-.