LEI DSC II DAGBLAD. N°. 4871. Woensdag A0. 1875. 29 December. STADS-BERICHTEN. De gewijzigde Verordening op liet Gemeente-pensioenfonds. PRIJS DEZER COÜRAJiT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.' PRIJS REU ADVERTENTIES Van 16 regels1.06. Iedere regel meer Grootere letters naar plaatsruimte. 0.17$. S5SS? Ztj, die zich met 1 Januari a. s. op deze Courant abonneeren, ontvangen de nog lot dien datum verschijnende nummers gratis. Van het kwartaal Dec.Febr. worden dan alleen de maan den Jan. en Febr. in rekening gebracht tegen 74 cents. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden op Donderdag 30 December, des namiddags te halftwee. Onderwerpen 1°. Benoeming van een lid der Commissie vaü bestuur van het Academisch Ziekenhuis. (307) 2°. Idem van een ouderwijzer 2de klasse aan dc school n°. 1 voor minvermogenden. (808) 3°. Idem van vier leden der Plaatselijke Schoolcommissie. (312) 4°. Verzoek van J. Bolt, om continuatie van de aanneming vau het onderhoud der plantsoenen. (310 eu 316) 5®. Idem van G. F. Japikse, om eene stoep te leggeD, Oude Vest. (316) (6°. Voordracht betrekkelijk de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (283, 306, 313 en 314) 7°. Ontwerp-verordeniug regelende het pensioen aan gemeente ambtenaren te verstrekken. (164, 173, 179, 208, 282 en 309) Velen met ons zullen niet genoegen kennis hebben genomen van het gewijzigd concept der „Verordening, regelende het pensioen, aan gemeen te-ambtenaren en bedienden te verstrekken", bij den Gemeenteraad ingekomen vanwege de Com missie tot het ontwerpen en herzien der plaatse lijke huishoudelijke verordeningen. Door het in werking treden van dit reglement toch, dat vol gens art. 11 van het ontwerp den lsten Januari 1876 zal plaats hebben, zal een einde komen aan een onzekeren toestand, die maar al te dikwijls aanleiding gaf tot onbillijkheden tegenover som- mige belanghebbenden in tegenstelling met gun stiger beschikkingen, jegens anderen genomen, veelal op geen anderen grond dan dien der ge woonte, een toestand, die soms verhoudingen in het leven riep, welke weinig strookten met de waardigheid eener gemeente. Wie herinnert zich niet den ouden, afgeleefden straatwerker, die na een diensll'yd zoo langdurig, een plichtsbetrachting zoo trouw, als waarop slechts weinigen zich kunnen beroemen, uit den dienst werd ontslagen en aan armoede en gebrek over gelaten op een leeftijd, waarop de langgewenschte rust waarlijk geen weelde kon heeten? Die onbil lijkheid al was 't geen onrecht werd later hersteld, te laat echter voor den trouwen werk man om er genot van te hebben. Zulke feiten zullen na het in werking treden der bovengenoemde Verordening in het vervolg tot de onmogelij kheden hehoorenimmers het mag zeker niet worden betwijfeld of alle belanghebbenden zullen met beide handen de gelegenheid aangrijpen, die hun eerlang zal worden aangeboden om tegen storting van 1 pCt. jaarlijks van hun bezoldiging -zich een onbezorgden ouden dag te verzekeren. Het zal toch wel geen betoog behoeven, dat aan hen die, in de termen vallende om aan het een maal opgerichte fonds deel te nemen, zich daar aan mochten onttrekken, later op geenerlei andere wijze uit de gemeentekas eenige tegemoetkoming of onderstand zal kunnen worden verstrekt. Vooral met het oog op de mindere beambten en bedienden is het daarom toe te juichen, dat de jaarlijksche bijdrage zoo uiterst laag is gesteld. Niemand zal zich, hij weigering om deel te nemen, later op zijn onvermogen kunnen beroepen ;1 pCt. van zijn bezoldiging jaarlijks kan elk betalen, hoe gering zijn inkomen ook zij. Ook om een andere reden is het prijzenswaar dig, dal de storting niet hooger wordt voorgesteld. Moge de deelneming aan het pensioenfonds een reden zijn om niet lichtvaardig den dienst der gemeente te verlaten, aan den anderen kant mag zij niet zoo zware offers eischen, dat de gemeen tebeambte, vooral de stadswerkman zich daardoor zou genoopt achten af te zien van de voordeelen der concurrentie. Tegenover den werkman, die kans zag op een andere plaats een aanzienlijk hooger weekloon te verdienen, maar daarvan moest afzien, omdat hij door zijn ontslag uit den gemeentedienst tevens de duurgekochte deelgerech- tigdheid van het pensioenfonds zou verliezen, zou een hoogst afkeurenswaardige zijdelingsche dwang worden uitgeoefend, waaraan nu bij de voorge stelde lage bijdrage geen sprake kan zijn, al moge de geëmployeerde daarin ook een reden vinden om zich des Ie vaster aan den dienst der gemeente te verhinden. Behalve echter dat het fonds het middel zal zijn om der gemeente een meer bestendig dienst personeel te verzekeren, zal het voor haar ook andere voordeelen afwerpen, en wel van financi- eelen aard, althans op den langen duur. Men heeft beweerd, dat het bedrag der pensioenen, na verloop van eenige jaren krachtens de voorge stelde verordening toe te kennen, in onevenredig grooter mate zal toenemen dan het beloop van den interest, te trekken uit de gekapitaliseerde stortingen der deelnemers. Volkomen waar, doch men vergeet daarbij twee zaken1°. dat het aantal gepensioneerden na verloop van natuurlijk ettelijke jaren door een ge middeld constant jcyfer zal worden aangeduid, hoven hetwelk het zich niet aanmerkelijk zal ver heffen, terwijl integendeel de interest der gekapi taliseerde stortingen, zij het dan ook langzaam, voortdurend aal stijgen, zoodat op den langen duur de verhouding steeds gunstiger zal worden, te meer wanneer men in aanmerking neemt dal 2°. ook thans reeds menig pensioen wordt uitbetaald, dat dus ten laste der gemeentekas komt zonder dat daartegen eenige de minste interest uit een londs wordt genoten. Met slechts één bepaling kunnen wij ons min der goed vereenigen, nl. die, welke voorkomt in art. 7 onder II en III, en waarhij wordt vastge steld dat niet eervol ontslag of wel veroordeeling tot een onteerende straf of wegens diefstal, op lichting of misbruik van vertrouwen het recht op pensioen doet vervallen. Wij weten het, dat een dergelijke bepaling ook voorkomt, in het reglement voor het rijkspensioenfonds voor burgerlijke ambte naren, maar vinden haar daarom niet minder onverklaarbaar. Om in 't kort onze meening te formuleerenHij, die zich h. v. een onteerende straf op den hals haalt, verliest wel alle aanspraak op de achting zijner bekenden, maar niet het recht om van hen te vorderen wat zij hem krach tens vroeger aangegane overeenkomst schuldig zijn. M. a. w.Hij, die b. v. een niet eervol ontslag bekomt, kan wel niet meer optreden in dienst der gemeente, maar moest toch zijn aanspraak op pensioen behouden. Immers, eenmaal de verorde ning in werking getreden zijnde, heeft hij door zijn jaarlijksche bijdrage dat recht betaald. Of heeft b. v. de winkelier het recht van dengene, die hem besteelt, behalve het ontvreemde ook nog datgene terug te eischen, wat de misdadiger van. heden hem den vorigen dag eerlijk heeft betaald? Nu echter die bepaling eenmaal in de veror dening is opgenomen, weet ieder deelnemer vooraf, dat hij zich bij toetreding tot het fonds daaraan zal moeten onderwerpen. Trouwens art. 7 zal in dat opzicht, naar wij hopen en vertrouwen, zeker niet dikwijls behoeven te worden toegepast. LEIDEN, 38 December. De heer v. d. Kasteele, directeur van het kabinet van zeldzaamheden in Den Haag, heeft zijn ontslag uit die betrekking aangevraagd. Men brengt dit in verband met de voorgenomen over brenging van dit kabinet naar Leiden, alwaar het onder het beheer van Dr. Leemans, ter latere ver- eeniging met het Ethnographisch Museum, zou gesteld worden. Leiden zou daarentegen aan Den Haag afstaan het penningkabinet, dat met het kouinklijk penningkabinet m Den Haag alsdan een schoon geheel zou uitmaken. Uit dien hoofde is dan ook in de vacature van directeur van het Leidsche penningkabinet, ontstaan door het vertrek van den heer Hooft van Iddekinge, die reeds voor vele maanden tot secretaris van rijksadviseurs be noemd werd, nog niet voorzien. Tegen Januari zullen van staatswege met postzegels gestempelde enveloppen verkrijgbaar gesteld worden, voor het binnenland ad 51/,, voor het buitenland ad 18 cent. Daar Frankrijk met 1 Jan. tot de groote postovereenkomst toetreedt, zal men, behalve voor België, waarheen de brief- pori slechts 10 cent blijft, schier overal heen met de 13 ct. enveloppes brieven kunnen verzenden. Voor België en Ned.-Indië worden nog geen staats- enveloppes vervaardigd. Ofschoon reeds duizenden gereed zijn, is het nog onzeker, of zij met 1 Jan. algemeen zullen worden verkrijgbaar gesteld, om dat men verwacht, dat in den aanvang de aan vraag zeer groot zal wezen. De minister van financiën heeft ter alge- meene kennis gebracht, dat de belastbare opbrengst van de gebouwde eigendommen, die volgens de uilkomsten der herziening in de kadastrale leggers is aangeteekend, bedraagt f 74,501,528.53; dat de belasting op de gebouwde eigendommen van alle provinciën des rijks, berekend naar de leggers op het tijdstip der afsluiting en die over gemelde opbrengst moet worden omgeslagen, gezamenlijk bedraagt 3,876,997.13; dat de verhouding tus- schen gemelde bedragen is 0,052,039,1622, en dat mitsdien de gebouwde eigendommen ia het rijk in 1876 en volgende jaren naar den maat staf van 5""/i,000 pCt. voor hunne belastbare opbrengst in hoofdsom zullen worden aangeslagen. De directie van den nieuwen schouwburg te Botterdam, in combinatie met den heer J. C. Valois in Den Haag, hebben een nader adres aan den Haagscher. gemeenteraad gericht, waarin de aan dacht gevestigd wordt op hetgeen kan strekken ten bewijze van den ernst, waarmede genoemde directie haar taak opvat. Zij heeft een tableau ingediend van het gezelschap, dat onder haar bestuur staat, en verzekert, dat zij niets nalaten zal om dat gezelschap zooveel mogeljjk uit te breiden. Reeds zijn engagementen gesloten met mevr. S. De Vries en met mevr. Valois-Sablairolles, terwijl aanbie dingen zijn gedaan aan de heeren Rosier Faassen en C. H. Spoor. Breedvoerig wordt uiteengezet om welke redenen, naar het oordeel der directie, de combinatie van den schouwburg in Den Haag met dien te Rotterdam te verkiezen is boven de combinatie met een schouwburg te Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1