In de tweede helft der maand November zijn aan het postkantoor alhier de volgende brieven gezonden, die wegens onbekendheid van de adres santen niet bezorgd zijn kunnen worden A. P. De Wringer, J. Van Simmer, Dels, J. Kuyper, Van Mens, Gebr. Kuhlmann, H. Mok, allen te Amsterdam; S. Eppink, Driel; mej. Variekamp- Smidt, J. Wenerer, Wed. De Groot, N. Kok, allen te 's-Gravenbage; Van Biele, 's-Hertogenbosch; J. Verhoef, OegslgeestG. Van Bergen, Korstanje, beiden te Rotterdam. Briefkaarten: Hekiemeyer, mej. A. M. Gunning, S. De Waard, allen te Am sterdam mej. A. Wilderwijk, 's-Gravenhage. Het stoomschip Koning der Nederlanden, van Nieuwediep naar Batavia, is 13 dezer's nachts te Port-Said aangekomen en heeft den volgenden dag de reis voortgezet. De opbrengst van 's rijks middelen heeft over de afgeloopen elf maanden ruim f 2,100,000 meer bedragen dan het vorige jaar, niettegen staande de opbrengst van het recht van successie nog altijd bleef 861,513 beneden dat jaar en de vuur-, ton- en bakengelden ten gevolge der afschalfing een verlies opleveren van ruim 261,000. De gewone jaarhjksche stijging is dus nagenoeg weder bereikt. Voornamelijk hebben tot deze stij ging bijgedragen de accijns op de suiker omtrent f 676,000, die op het gedistilleerd f 708,000, de registratie-rechten f 562,000, posterijen en lele- graphie f 300,000, terwijl alle overige accijnzen, behalve die op den wijn, meer hebben opgebracht. Achteruitgang valt, behalve bij het recht van successie, alleen op te merken bij de loodsgelden nagenoeg f 68,000. Tweede Kamer. Het hoofdstuk Marine is aangenomen met 56 tegen 1, Nationale Schuld met algerneene stemmen. Bij het hoofdstuk finan ciën hebben de heeren Van Houten en De Jong hun stem tegen hel budget gemotiveerd. De mi nister heeft uitvoerig zijn beleid verdedigd. De herziening der zout- en zeepbelasting en der patent wet is in bewerking. De wijziging der personeele belasting is in overweging. De opheffing der tol- liniën met België werd praclisch onuitvoerbaar ge acht. Morgen voortzetting. Z. M. heeft met ingang van 1 Januari e. k. benoemd: Bij bet gerechtshof te's-Hertogen bosch: tot president Mr. J. M. B. J. Van der Does de Willebois, tot vice-president Jhr. Mr. A. J. T. H. Van den Bergh, tot raadsheerMr. T. II. Bon dam, Mr. F. G. J. baron Van Rijckevorsel van Kessel, Mr. J. B. baron Van Hugenpoth tot den Berenclaauw, Mr. J. H. C. Cazius, Mr. J. P. Van Blarkom, Jhr. Mr. A. F. De Savornin Lohman, Mr. M. A. Van den Acker, Mr. M. A. Eekhout en Mr. H. F. T. Van Schaecktot proc.-generaal Mr. J. C. baron d'Aulnis de Bourouill; tot adv.-gene- raal Jhr. Mr. J. J. F. De Jong van Beek en Donk en Jhr. Mr. P. M. F. Van Meeuwentot griffier Jhr. Mr. C. R. E. Van Rijckevorsel, tot subst.-grilfier Mr. F. P. J. De Sain en Mr. A. J. Abbema. Bij het gerechtshof te Arnhem: tot president Mr. C. P. Henny, lot vice-pres. Mr. E. A. A. IJssel de Schepper, tot raadsheer: Mr. W. C. J. J. Cre- mere, Mr. D. G. Kortenbout van der Sluys, Jhr. Mr. C. J. C. H. Van Nispen tot Sevenaer, Mr. L. Udo de Haes, Mr. J. S. Hijmans, Mr. H. E. C. Van Kerckhoif, Mr. D. J. Mom Visch, Mr. L. Hertz veld en Mr. E. H. Karsten; tot proc.-generaal, Mr. H. A. ridder Van Rappard; tot adv.-generaal: Mr. J. J. De Meyier, Jhr. Mr. R. Sandberg; tot grill. Mr. J. J. Modderman tot subsl.-gritf. Mr. A. H. Philipse en Mr. J. A. G. baron De Vos van Steenwijk. Bij het gerechtshof te AmsterdamTot presi dent Mr. C. W. E. Vaillant; tot vice-pres. Mr. A. De Vries; tot raadsheer: Mr. C. D. Asser, Mr. J. F. T. Van Valkenburg, Mr. P. S. Noyon, Mr. F. G. R. H. Van Lilaar, Mr. W. Van Naufa Lemke, Mr. J. Van der Feen, Mr. F. J. A. Fles, Mr. A. R. Van Bel, Mr. A. Van Eyk Bjjleveld en Jhr. Mr. G. L. Schorer, tot proc.-generaal Mr. M. Schooneveld P. Jz., tot adv.-generaal: Jhr. Mr. C. II. Backer en Mr. II. J. Kist; tot griffier, Jhr. Mr. E. H. M. Von Daehne van Varicktot subst. griffier, Mr. A. M. Pareau en Mr. U. Slheeman. Bij het gerechtshof te LeeuwardenTot president Mr. W. Terpstra; lot vice-pres. Mr. W. B. S. Boeles, tot raadsheer: Mr. J. F. Abresch, Mr. G. Colson Aberson, Mr. J. Van Brakel Schimmel, Mr. J. C. Bergsma, Mr. I. Telling, Mr. E. Koning, Mr. M. Van Heioma, Jhr. Mr. F. J. J. Van Eysinga en Mr, E. Jongsma; tot proc.-generaal Mr. P. Hofstede; tot adv.-generaal: Mr. G. A. Visscheren Mr. B. W. N. Servatius; tot griffier: Mr. H. Overbeek; tot subst.-grifüer: Mr. C. E. Oosling en Jhr. Mr. A. A. F. Van Panhuys. Tevens is aan de leden der met Januari 1876 ontbonden provinciale gerechts hoven, de ambtenaren van het O. M. en de grif fiers en subst.-griffiers bij gemelde colleges, 's ko- nings dank beluigd voor de diensten, door hen als zoodanig aan den lande bewezen. Z. M. heeft tot consul-generaal der Neder landen te Napels benoemd den heer Teil Meuricofïre aldaar; tot procureur bij de arrond.-rechtbank te Middelburg Mr. J. W. Lasondertot griffier bij het kantongerecht te Oldeberkoop Mr. F. G. Kool, adv. Ie Groningen; aan E. J. A. Boellaard, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijn betrek king van commies der posterijen 2de kb; G. L. Klein, thans ontv. der dir. bel. en acc. te Baarlo, benoemd tot ontv. derz. middelen te Asten. Gemengd IVieixvrs. Gisteravond omstreeks 8 uren is on der de gemeente Oegslgeest brand uitgebarsten bij H. v. d. M. Eene vrij aanzienlijke hoeveelheid haver, vlas en eenige vaten bloemkool (alles verze kerd) zijn eene prooi der vlammen geworden. De oor zaak is onbekend. Met behulp van de spuit van Oegslgeest was de brand omstreeks middernacht gebluscht; die van Rijnsburg, welke ook was aan gerukt, behoefde geen water te geven. Naar het „Vaderland" mededeelt is de heer Saaymans Vader Maandag-middag in de Tweede Kamer aan een groot gevaar ontsnapt. Hij had zich min of meer rugwaarts vóór de groene tafel geplaatst, toen de minister van bin nen! zaken over het lager onderwijs aan 't woord was. Terwijl nu een zijner medeleden hern iet3 in het oor fluisterde, boog hij wat te ver achter over en kwam met 't hoofd in aanraking met de brandende kaarsen op de minislerieele tafel. De minister van oorlog snelde dadelijk toe om het gevaar af te wenden. Gisterochtend,om kwart over achten, waagden te Amsterdam drie jongens, ondanks de herhaalde waarschuwing van een agent van politie, zich op het ijs van de Lauwersgracht tegenover den schouwburg; twee hunner zakten door het ijs, de derde ontkwam het gevaar. Door spoedige hulp werd de 14-jarige J. P. gered, doch de tweede drenkeling, W. A., 13 jaren oud, wee-jongen in het R.-K. weeshuis, geraakte onder het ijs. Ofschoon ook deze zoo spoedig doenlijk op het droge werd gebracht en hij slechts eenige minuten in het water had gelegen, mocht het, ondanks genees kundige hulp, niet gelukken de levensgeesten weder bij hem op te wekken. Uit Vaassen wordt gemeld, dat het lijk van 't meisje, dat sedert eenige dagen ver mist werd, is gevonden in een diepe sloot, nabij de Hofsche papiermolens. Wegens het gerucht dat de ramp te Bremerhaven veroorzaakt was door het springen eener kist dynamiet en dat de eigenaar dier kist, de passagier Thomas, kort daarna getracht heeft zich van het leven te berooven, heeft de redactie der „Weser Zeitung" informatiën ingewonnen bij kapitein Franke, die tijdens de ontploffing aan boord der „Mosel" stond, alwaar hij juist van kapitein Leitz voor eenige oogenblikken hel com mando had overgenomen. Op grond dier informa tiën meldt zij het volgende: Onder de passagiers, die na de ramp aan boord waren gebleven, had kapitein Franke een man opgemerkt van ongeveer 35 jaar oud, fatsoenlijk gekleed en die van tijd tot tijd uit een veldfiesch dronk. Die persoon had hem een paar keeren aangesproken, naar het een en ander gevraagd en hem te kennen gegeven dat hij te Stuttgart te huis behoorde, of aldaar familie had. Vervolgens had Franke, ten gevolge zijner drukke bezigheden, hem uit het oog ver loren. 's Namiddags, ongeveer 5 uren, bevond ka pitein Franke zich met kapitein Willegerod in den salon der eerste kajuit en hoorde uit eene andere kajuit een gekerm opgaan. Terstond gin gen beiden daarheen en bevonden dal de deur dier kajuit van binnen gesloten was. Door eene reet langs den grond echter kon men zien, dat er iemand op den grond lag. Daarom werd de timmerman gehaald en de deur opengebroken. Het bleek toen dat het gelaat en de oogen van den man, zijnde de passagier Thomas, dik opge zwollen waren en dat hij zwaar aan het hoofd was gekwetst, waarna men vervolgens ook eene wond aan de borst ontdekte. Onverwijld werd de scheepsdokter met nog een heelmeester geroepen. Deze spraken van zwaar letsel aan den schedel en gaven last hem naar het hospitaal te brengen, waar heen hij dan ook in een draagtoestel werd vervoerd. Een uur later, bij het opruimen der kajuit waarin Thomas gevonden was, vond de bottelier een revolver met zes loopen, waarvan er nog vier geladen waren. Evenwel, niemand aan boord had een schot gehoord, ofschoon het gehoord had kunnen worden, daar Thomas nog een geruimen tijd na de ramp gezond en wel met kapitein Franke op het dek eenige woorden had gewisseld en hij de poging tot zelfmoord dus lang na de eerste verwarring en drukte heeft gewaagd. Aan een reiziger, die in een koffiehuis te Bremen een vluchtige kennismaking met hem had aangeknoopt, had hij gezegd dat hij te Dresden woonde en aldaar familie had, dat hij voor zaken heen en weer van Amerika naar Europa reisde, dat hij wel reeds dertigmaal over den Atlantischen Oceaan was geweest, dat hij zich onlangs te Berlijn had opgehouden en er voor 15,060 dollars greenbacks had gekocht. Doch wat hiervan waarheid moge zijn, op één punt had Thomas hen misleid, met te ;zeggen dat bij in het „Hotel du Nord" was gelogeerd, terwijl het bleek dat hij in de „Sladt Bremen" zijn intrek had genomen. Thomas heeft in het hospitaal bekend dat hij eigenaar was van het vat dat gesprongen is en dat bij het aan boord der „Mosel" had willen doen brengen om het schip te doen vergaan. Ten einde niet zelf daarbij om te komen, was bij voornemens geweest, hel schip bij het aanleggen te Southampton te ver laten en waren zijne maatregelen zoodanig geno men, dat de ontploffing daarna moest plaats hebben. Zjjne drijfveer schijnt geweest te zijn, door middel van liooge assurantiën op gefingeerde goederen geld te verdienen, dat hij met anderen moest deelen. In het vat had hij, door middel van een schijf, waarin een gat was geboord, twee afdeelingen gemaakt. "Vermoedelijk heeft hij in eene afdeelmg den toestel geplaatst, die de ontplolfing moest teweegbrengen en dien hij toen hoogstwaarschijn lijk reeds bij zich heeft gehad, en heeft hij de andere afdeeling met dynamiet gevuld. Het over geschoten hout is gevonden. Aanvankelijk schijnt hij voor hetzelfde plan het oog gehad te hebben op het schip „Deulschland", doch toen'schijnt het hem nog aan den noodigen toestel te hebben ont broken. Blijkens een aanhangsel onder de laatste berichten der „Weser Zeitung" is Thomas een corpulent man en heeft het vrij wat moeite ge kost, hem in een deken uit de kajuit langs de trap naar wal te brengen. Drie doctoren hebben geconstateerd dat zijn schedel zwaar geleden heeft, maar nog niet of hij werkelijk een zelf moord bad willen begaan, dan wel op eene andere wijze gekwetst was. Evenmin schijnt neg te zijn gebleken, hoe het dan kwam, dat de deur der kajuit van binnen was gesloten. Rechtzaken, In de bekende quaestie van de firma Wertheim en Gomperts te Amsterdam tegen heeren curators in het faillisement Overklift en C°. heeft de arrond.- rechtbank in Den Haag, overeenkomstig de con clusie van het O. M., de vordering van de eischende firma, tot toelating als concurrente-creditrice, toe gewezen. Den 13den Aug. jl. werd J. K. De Mens, oud 56 jaar, door den huismeester van het bin nengasthuis te Amsterdam als bediende ontslagen. Hierover verstoord, wapende bij zich met twee ontleedmessen, genomen uit de ontleedkamer, en bracht den huismeester, toen deze hem het loon uitbetaalde, met het grootste mes een diepe wond in de linkerlies toe. Door spoedig aangebrachte geneeskundige hulp werd het leven van den ver wonde gespaard. De Mens werd na dit feit on middellijk in hechtenis genomen. Gisteren stond hij voor het prov. gerechtshof van N.-II. terecht. Besch. maakte dikwerf misbruik van sterken drarik, zelfs zoo, dat hij herhaaldelijk de spiritus der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2