LEIDSCH
DAGBEAD.
N°. 4857.
Zaterdag
A0. 1875.
II December.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommcrs0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven."
THIJS DEK ADVERTENTIES:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meerw O.lTfc.
Groolere letters naar plaatsruimte.
ST ADS-BERIOHTEN.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEIDEN,
Gezien art. 8 der Verordening van den Aden Mei 1872
(Gemeenteblad N°. 11);
Brengen ter algemeene kennis, dat tot het laten in*
schrijven Tan nienwe leerlingen, voor de openbare
scholen voor voorbereidend en voor meer uitgebreid
lager onderwijs, gelegenheid gegeven wordt:
voor die voor voorbereidend onderwijs, voor jongens en
meisjes, in het schoolgebouw aan de Oude Best-,
voor die voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1ste
klasse, voor jongens, in het schoolgebouw op de Aalmarkt
der 1ste klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw op de
Boommarkt
der 2de klasse, voor jongens, in het schoolgebouw in de
Bicterskerkslraat-,
der 2de klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw op de
Breestraat
en wel van den Oden tot en met den 18den December
c. k., dagelijks (de Zondag uitgezonderd), van des voor-
middags halfnegen tot negen uren, en op Woensdag
en Zaterdag, daarenboven, van twaalf tot twee uren
des namiddags.
En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaat
sing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRAN DELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 2 December 1875.
LEIDEN, ÏO December.
Hedenmiddag aanvaardde de heer Dr. H. Oort
het hoogleeraarsambt in de bespiegelende wijsbe
geerte en letteren (Hebreeuwsche taal- en letter
kunde en Israêlietische oudheid) aan de hoogeschool
alhier met het houden eener redevoering, in het
groot auditorium van het academiegebouw, over:
„Israël, het volk aan den godsdienst."
Gisteren is van de hoogeschool alhier be
vorderd tot doctor in de rechten de heer B. J.
E. M. Van der Does de Willebois, geb. te Roer
mond, met stellingen.
Naar aanleiding der door den minister
voorgestelde belasting op de tabak zal morgen
avond in het gebouw der Vrijmetselaarsloge alhier
eene vergadering worden gehouden. Daar het
doel, waarmede deze bijeenkomst is belegd, zoo
wel in het belang van tabakshandelaars als van
de verbruikers is, verzoekt men ons de aandacht
op die vergadering te vestigen.
Ook hier ter stede heeft zich eene afdeeling
van het Antidienstvervangingbond geconstitueerd,
waarvan tot voorzitter is benoemd de heer Mr.
J. T. Buys. De afdeeling lelt thans ruim 120
leden of begunstigers.
Het stoomschip Koning der Nederlanden
is gisteren van Napels naar Batavia vertrokken;
de Celebes is 30 Nov. te Padang en 3 dezer te
Batavia aangekomen; de Torringlon, van Rot
terdam naar Batavia, is 7 dezer te Southampton
aangekomen; de Conradvan Batavia naar Nieu-
wediep, is gisleren van Port Said vertrokken.
Uit het voorloopig verslag omtrent de ont
eigeningswet voor den spoorweg Rotterdam naar
Houten blijkt dat nagenoeg algemeen de aanbie
ding van dit ontwerp juist op dit tijdstip bevreemd
of verrast had, hetgeen gestaafd wordt door de
geschiedenis dezer concessie-aanvrage, welker uit
voering men meende te weten dat tot nutoe
schipbreuk had geleden op de ongunstige geldmarkt,
zoodat de voorbereidende maatregelen wel genomen
waren, maar tot niets leidden. Thans is de toestand
der geldmarkt voor zulke ondernemingen nog veel
slechter. Het vermoeden lag voor de hand, dat de
minister van binnenlandsche zaken het vak van
den weg tusschen het gemeenschappelijk station
buiten de Delitsche poort te Rotterdam tot het
Rijnspoorwegstation te Capelle, wilde doen in de
plaats stellen voor de aansluiting van Rijn- aan
Hollandschen spoorweg te Rotterdam, en dus als
equivalent voor de ontheffing van de Rijnspoorweg
maatschappij van hare verplichting tot 't maken
dier vertakking. Onder die omstandigheden had
de vraag, of men hier te doen had met eene
serieuse onderneming, en of er werkelijk uitzicht
bestond op het totstandkomen dezer lijn een veel
grooter gewicht dan bij eene gewone onteigenings
wet. Zijn, vroeg men, de statuten der Maatschappij
goedgekeurd? De commissie van rapporteurs merkt
hieromtrentop, dat na het sectie-onderzoek de
„Staatscourant" van 8 December de akte en sta
tuten openbaar heelt gemaakt.
Tweede Kamer. Ingekomen is een
ontwerp tot onteigening ter verbinding van den
Hollandschen en den Staatsspoorweg te Amsterdam.
De discussie over den waterstaat enz. is voortge
zet. Het bouwen van een nieuw departement van
justitie is met 52 tegen 15 stemmen aangenomen;
zoomede de memoriepost van de heeren Tak en
Stieltjes tot verbetering van den Ouden IJsel, maar
verworpen die van de Berkel. Eindelijk is met
48 tegen 22 stemmen verworpen een memorie-
post van dezelfden tot aanleg van een kanaal van
Amsterdam naar de Bovenwaal.
Bij beschikking van den minister van bin-
nenl. zaken is het dagelijksch toezicht op den staats
spoorweg van Zwaluwe naar Zevenbergen opgedra
gen aan den spoorwegopziener 3de kl. A. J. Stal,
ter standplaats Breda, met bopaling dat die op
dracht ingaat met den dag waarop die spoorweg
voor het verkeer wordt geopend.
W. H. De Roo is gesteld ter beschikking
van den gouv.-generaal van Ned.-Indië, om te
worden benoemd tot ambtenaar hij den burgerlijken
dienst daar te lande.
De luit.-lerzee 2de kl. R. C. Van der Meu
ten, laatst behoord hebbende lot het eskader in
Oost-Indië en van daar den 3den dezer in Neder
land teruggekeerd, wordt met dien datum] op non
activiteit gesteld.
Z. M. heeft H. J. G. Nanninga, ontv. der
dir. bel. enz. te Schiermonnikoog, benoemd tot
ontvanger der dir. bel. en acc. te Dirksland.
Gemengd Nieuws.
Dezer dagen had te Delft een curieus
geval plaats. „Antje, loop eens gauw naar den
winkelier aan de overzijde en verzoek hem dit
bankbiljet van zestig gulden te wisselen." Antje
maakte zich gereed om aan dien last van haar
meesteres te voldoen, toen deze er op liet volgen
„Breng eerst nog even dit hord bij mijnheer in
de achterkamer." Toen 't meisje terugkwam en nu
het biljet zou gaan wisselen, was het spoorloos
verdwenen. Men zocht overal; in de kamer, in
de gang, in de achterkamer, meer dan een
uur lang, maar 't bankje was nergens te vinden.
De bewoner der voorkamer, door de drukte en
het geloop in huis opmerkzaam gemaakt, kwam
eens vernemen wat er gaande was. Men vertelde
hem wat er gebeurd was en ook hij kon zich het
raadselachtig verdwijnen van het bankbiljet niet
verklaren. Hij was van oordeel, dat men de zaak
bij de politie moest aangeven; te meer omdat
zijn bediende zich ook in huis bevond en hij het
in 't belang van dien man achtte aan wiens
eerlijkheid hij niet in 't minst twijfelde dat
officieel mocht worden geconstateerd, vóór hij het
huis verliet, dat hij niet in het bezit van het
vermiste voorwerp was. Alvorens echter dezen
stap te doen werd besloten, dat de juffrouw des
huizes de kleederen van haar dienstmeisje en de
bewoner der voorkamer die van zijn bediende zou
visiteeren. Zoo geschiedde het, maar ook deze visi
tatie bracht het bankbiljet niet te voorschijn.
„Maar meisje," zoo begon de juffrouw opnieuw,
„waar liet ge 't biljet toen ge 't bord wegbracht?"
„Ik weet niet beter, juffrouw, als dat ik het ach
ter op de tafel heb gelegd." „Heere bewaar
me, dan geloof ik zeker, dat ik 't heb opgegeten 1"
zeide de bewoner der achterkamer. „Opgegeten
ben je razend?" „Ja, opgegeten, 't Is vast
door een of ander toeval op mijn bord verdwaald
geraakt, want ik herinner mij nu zeer goed, dat
ik, bij 't eten van mijn hutspot, iets vreemds heb
doorgeslikt, 't Lijdt geen twijfel of dat was het
bankbiljet." Wat te doen? Goede raad was
duur. Men wilde zekerheid hebben omtrent de
zaak. Fluks werd een vomitief gereed gemaakt en
den hutspot-eter ingegeven, 't Duurde niet lang
of 't middel begon te werken en weldra was al
de hutspot weder present, maar 't bankbiljet bleef
ontbreken, 't Was inderdaad om er moedeloos
onder te worden. Men moest het zoeken toch
eindelijk opgeven en een ieder ging eindelijk weder
aan zijne gewone bezigheden. Maar ruim een
uur later klinkt onverwacht de blijde mare door
het huis: „Het biljet is terecht." Het raadsel was
opgelost. De meid had naar achter gaande het
toegevouwen biljet aldaar op de tafel gelegd en
vergeten het weder mede te nemen. De bewoner
der kamer had dit niet opgemerkt en, eenige
oogenhiikken later den ballon van de lamp wil
lende vastzetten, omdat die rinkelde, had hij daar
toe het eerste het beste papiertje genomen, dat
hem onder de hand kwam en dat was het eenige
malen toegevouwen bankje. Toen hij later de lamp
verzette, viel het op de tafel en tot zijne niet
geringe verbazing ontwaarde hij, toen hij het ont
rolde, dat het 't verloren bankbiljet was, waar
door zooveel opschudding in huis was veroorzaakt.
Gistermiddag verliet de vrouw van
den werkman A. A. N., wonende aan de Slaak-
kade westzijde te Rotterdam, hare woning om
eene boodschap te verrichten, in hare woonkamer
een kind van 2 en een van 4 jaren achterlatende-
Een half uur later te huis komende, vond zij het
oudste kind met brandende kleederen op den vloer
liggen. Op dit gezicht viel de moeder onder een
angstig hulpgeschrei in onmacht, waarop de buren
kwamen toeschieten, die de brandende kleederen
van het kind bluschten en heelkundige hulp inrie
pen. Die hulp was echter tevergeefs, want kort
daarna overleed het kind. Waarschijnlijk was het
te dicht met de brandende kachel in aanraking
gekomen.
Ongeveer 2 uren beoosten het eiland
Marken zijn de Hamburger stoomboot (bestemd
naar Amsterdam) en een schoener in de Zuider
zee vastgevroren. De schoener, die reeds vroeger
aan den grond was geraakt en in gevaar verkeerde,
was door de boot op sleeptouw genomen, doch
beide zijn, door de strenge vorst in het begin
van deze week, in het ijs blijven zitten. Dinsdag
zijn 4 bewoners van het eiland Marken met
levensgevaar naar de schepen gegaan; zij hebben
den stuurman naar Monnikendam gebracht, van
waar hij Woensdag naar Amsterdam is vertrokken.
De schoener.is geladen met wijn, terwijl de boot
een groote partij meel, erwten, boonen, enz. inheeft.
Maandag-avond werd te Sloten (N.-H.)
het St.-Nicolaasfeest gevierd door eene verloting en
danspartij in de herberg. Toen het één uur was
geworden, en de tijd, voor de sluiting bepaald,
was aangebroken, weigerden drie personen de ge-