■werken, maar vooral aan den zeedijk van den
polder ArkenclieenOp verschillende plaatsen zijn
de keien uit dien dijk geslagen, en zoo de
storm niet spoedig bedaard was, zou de dijk op
sommige plaatsen niet bestand gebleven zijn tegen
het woedend element.
Van de Belgische loodsschoener,
waarvan gisteren melding werd gemaakt, zijn drie
man verdronken," en hebben acht in deerniswaar-
digen toestand, deels zwemmende, het strand
bereikt.
Volgens rapport van den vuurtoren
van Westschouwen is kort achter de brik „Rio
Grande", op de Zeehondenplaat zittende, toen deze
aan den grond kwam, een schoener met man en
muis gebleven, waarvan waarschijnlijk een vrouwen
beeld en hout, aldaar aangespoeld, afkomstig is.
Kapitein Ch. Law, gezagvoerder van
het Engelsche schip „Constance", deelt eenige
bijzonderheden mede over een muiterij op zijn
schip op 20 Oct. j.l. Het schip ging met 285
passagiers en 53 rnan van Antwerpen naar Phila
delphia. Na een in het begin voorspoedige reis
kreeg het schip in den nacht van 12 op 13 Oct.
door een hevigen storm groote averij. Onder an
deren sprongen bijna alle watervaten, en de eerste
kok, tegelijk proviandmeester, zag zich genoodzaakt
de uitdeeling van het water drie dagen lang op
een flesch per hoofd te beperken; toen hij nu
zag, dat hij daarmede niet zou uitkomen, vermin
derde hij het rantsoen water op een halve flesch
per man en per dag. Daarover ontstond muiterij
onder de passagiers, die op zulk een bloedigen
strijd uitliep, dat zoowel van de passagiers als van
de bemanning talrijke dooden vielen en velen
gewond werden. Toen zich nu in de verte een
schip vertoonde, heesch de kapilein ongemerkt de
noodvlag. Het naderende schip was hel Amer.
panlserfregat „Colorado", kapitein F. Granguist. De
kapitein van dit schip zond een boot met gewa
pende manschappen uit, die de muiters boeiden,
waarop de „Constance" naar St.-Louis werd ge
sleept. Het getal dooden bedroeg 66, dat der
gewonden 75; daaronder waren van de beman
ning 15 dooden en 12 gewonden, en van de
passagiers 51 dooden en 63 gewonden; 171 pas
sagiers werden in boeien geslagen.
Uit Borkum wordt het volgende me-
(Jegrprippl/1 ovpr ooKipKronb- van ccn OnlaDgS
verganen Hollandschen schoener. Te 9 uren in den
ochtendstond strandde dit vaartuig op de Brou-
we>splaat, slechts 150 schreJen van het strand.
Te 12 uur bood het schip nog weerstand aan de
golven, die haar schuim tot aan de toppen der
masten wierpen. De zes man der equipage waren
op het achterdeel van het schip gevlucht, waar zij
handenwringend en in vertwyfehng zich aan het
een of ander touw of houtwerk vastklemden. Een
kwartier later viel de groote mast, waarna de
bemanning, langs het dek kruipend, zich naar het
voorste gedeelte van het schip begaf. Nauwelijks
daar gekomen, brak ook de andere mast. In doods
angst trachtten de ongelukkigen, op hun buik en
met de handen zich vasthoudende, op de kajuit
te komen. Een, die een betere plaats scheen te
zoeken, kroop van het eene eind naar het andere,
terwijl een stortzee hem van het dak van de
kajuit wel 10 voet ver over boord slingerde. Na
eenige minuten spoelde een andere baar de kajuit
met de 5 overige personen ook over boord. Een
geweldige golf wierp de kajuit met de 5 menschen
een paar maal onderstboven, en weer waren 3
man verloren. De beide overgeblevenen zochten
zich op balken te redden. Zij dreven zoo een
eind het strand langs, waar zij waarschijnlijk,
door andere balken verpletterd, den dood gevon
den hebben.
Daar de redding der 19 schipbreu-
kelingen van het bij den Nieuwen Waterweg
onlangs verongelukte stoomschip „Forth" vertraagd
is, omdat de reddingboot te Maassluis gestatio
neerd was, zoodat men niet spoedig op de plaats
des onheils kon komen, zal het loodswezen eene
reddingboot aan den Hoek van Holland plaatsen,
om van daar uit dienst te doen. Reeds is eene
geschikte boot rpet luchtledige vakken aangeschaft;
zij zal, na eenige kleine reparation en verande
ringen, binnenkort in dienst worden gesteld, en
hij nood worden bemand door zeeloodsen en vrij
willigers. Voorts heeft Zr. Ms. stoomboot „Zee
meeuw", die van Hellevoetsluis naar de plaats
der gemelde schipbreuk, onmiddellijk na er kennis
van gekregen te hebben, met volle kracht was
gestoomd, doch eerst omstreeks een half uur na
de redding der schipbreukelingen aankwam, order
ontvangen om ook voor de nieuwe reddingboot
steeds beschikbaar te wezen, terwijl de telegraaf
kantoren vóór alles ter seining van ongelukken en
aanvragen om hulp moeten gereed staan.
De veelbesproken ez-hoofdond er wij
zer Schnebbelie, uit Sas-van-Gent, heeft weder
van zich laten hooren. De man heeft dezer dagen
des nachts de onbewoonde onderwijzerswoning en
het schoollokaal in bezit genomen en eene lamp
daarin doen branden. Den volgenden morgen vond
de wezenlijke hoofdonderwijzer het schoollokaal
gesloten, zoodat het onderwijs gestaakt moest
worden in den middag werd het echter hervat,
daar Schnebbelie te ruim 9 uren zijne vesting
verliet en naar België vertrok.
De struikrooverij, welke in Sicilië
aan het afnemen schijnt te zijn, vertoont zich in
Toscane. Bij Arezzo zyn dezer dagen een rijk
grondeigenaar en een officier der gendarmerie,
die bij een lid van den senaat op zijn buiten
verblijf het déjeuner zouden gaan gebruiken, op
klaarlichten dag door drie gemaskerde bandieten
aangevallen. De officier kreeg een kogel en een
dolksteek, welke zijn leven in gevaar brengen;
zijn metgezel werd alleen van alles wat hij bij
zich droeg, tot een vrij aanzienlijk bedrag, beroofd.
R echtzaken.
De hooge raad heeft gisteren zyn arrest gewe
zen in de zaak van den officier van justitie bij de
rechtbank in Den Haag, tegen een vonnis van
die rechtbank, waarbij de wed. 't H. is ontslagen
van alle rechtsvervolging ter zake van het na be
zetten tijd ontvangen van bezoekers in het huis,
waar gelagen worden gezet, op het Plein n°. 10.
De hooge raad heeft het vonnis der rechtbank
voor wat den vorm betreft vernietigd, omtrent
de zaak zelve derhalve geen beslissing gegeven en
haar verwezen naar het hof van Z.-H., bij welk
college thans een nieuwe behandeling moet plaats
hebben.
Voor het hof van Z.-H. werden gisteren de
pleidooien gevoerd in de procedure van M. H.
en H. v. d. K., huisvrouw van C. v. d. S., be
treffende de al of niet bevoegdheid van de nu
geïntimeerde in hare vordering tot teruggave van
hare natuurlijke dochter, waaromtrent de exceptie
van onbevoegdheid bij de rechtbank, namens den
toen gedaagde opgeworpen, door het college werd
afgewezen. Het appèl van dat vonnis, door Mr.
G. Belinfante toegelicht, die ook nu de onbevoegd
heid der moeder betoogde, werd bestreden door
Mr. J. H. C. Horch. Hij geloofde met de recht
bank, dat de moeder wel degel'yk de bevoegde
persoon is en concludeerde tot bevestiging van de
gegeven beslissing. Woensdag a. s. zal het O. M.
conclusie nemen.
BUITEN L.A. N D.
Frankrij k.
Be onder-prefect te Saint-Omer, die een pistool
gelost heeft op een krankzinnige, welke op het
dak van een huis was gevlucht (de onder-prefect
heeft bovendien aan anderen gelast op den onge
lukkige te vuren), heeft zich genoodzaakt gezien
zijn ontslag fe vragen.
De vereerders van den hoogleeraar in het
Rorneinsche recht, den heer Ortolan, hebben op
Montparnasse een gedenkteeken op zijn graf doen
verrijzen. Het bestaat uit eene pii amide, op welker
top de buste van den hoogleeraar prijkt. De plech
tigheid werd bijgewoond door zeer vele leden van
de Parijsche balie en van de magistratuur.
De „Union" behelst eene nola, waaruit blijkt
dat eenige legitimistische afgevaardigden in eene
bijeenkomst der partij het voorstel hebben gedaan,
om met de meerderheid van 24 Mei in overleg te
treden tot het vaststellen van eene lijst van 75
senatoren, in verhouding tot de getalsterkte van
elk der groepen. Dit voorstel, door de party goed
gekeurd, is door de gemachtigden van de andere
groepen niet verworpen. De nota voegt er bij, dat
zoo het voorstel wordt aangenomen, de uiterste
rechterzijde voldoende waarborgen moet erlangen,
dat bij de stemming de schikking eerlijk nageko
men wordt.
Duitschlanci.
Bij het voortgezet debat in den rijksdag over
de begrooting hebben Bismarck en Dr. Lucius de
belasting-ontwerpen verdedigd, die door de heeren
Löwe, Windthorst en Liebknecht werden bestre
den. De beide ontwerpen zijn verzonden aan de
Commissie voor het budget.
De „Gazette de Lausanne" zegt, dat uit
Berlijn geen aanvraag is gedaan om uitlevering
van graaf Arnim. Het delict is ontegenzeggelijk
uitsluitend van politieken aard. Bovendien is graaf
Arnim thans naar St.-Remo vertrokken.
Het Breslauer domkapittel heeft thans, over
eenkomstig het onlangs genomen besluit, op de
sommatie van den provincialen opperpresident tot
het benoemen van een administrator over de gelden
en goederen van het bisdom, geantwoord dat het
kapittel aan die sommatie niet kan voldoen, omdat
naar het canoniek recht de bisschopszetel niet
vacant is.
Groot- öritannië.
De „Observer" zegt dat, in geval van vijande
lijkheden lusschen Turkije en de Noordsche mo
gendheden, Engelands belangen verbieden zouden
toeschouwer te blijven. Indien 't zenden van een
Oostenr'yksch of Russisch-Oostenrijksch ultimatum
aan dePorte vergezeld ging van bezetting der Herze-
gowina door vreemde troepen, dan zou Engeland
dadelijk een vloot naar Konstantinopel moetèn
zenden, en (zoo zégt het blad) aan de beide
mogendheden te verstaan moeten geven, dat
Engeland, hoewel nog neutraal blijvend, zich het
recht voorbehield tot interventie, ten einde zijne
levensbelangen als maritieme mogendheid te waar
borgen.
8panje.
De Parijsche correspondent van de „Köln. Ztg."
deelt mede, dat men in Parijs elkander vertelt
dat de brief van don Carlos aan Alphonsus dienen
moest om een voorslag tot vrede te verbergen.
Don Carlos zou voor zich een jaargeld van 3 mil-
lioen en den titel van infant, voor zijne officieren
het behoud van hun rang verlangen. Hoe men
dit uit den brief van don Carlos heeft kunnen
opmaken is waarlijk een raadsel.
De regeering heeft besloten dat alle vreem
delingen, die terechtstaan wegens medeplichtigheid
aan den opstand op Cuba, hun verdediger vrije
lijk zullen mogen kiezen.
In Catalonië heeft de somaten plaats gehad
en geen enkel Carhst is gevonden. Den 20sten is
een Te-Deum gezongen ter verheerlijking van dén
vrede en men is bezig toebereidselen te maken tot
eene manifestatie ter eere van Martinez Campos.
Deze generaal heeft aan den minister van oorlog
een rapport ingediend, waarbij hij mededeelt dat
geen enkele Carlistische kolonne meer in Cata
tonia aanwezig is en dat alle cabecillas of zich
hebben onderworpen of in Frankryk zijn getrokken.
De cabecilla Miret heeft door tusschenkomst
van den specialen Spaanschen commissaris te
Bourg-Madame een onderhoud gehad met den
militairen gouverneur van Puycerda; hij verzoekt
met Martinez Campos over zijne onderwerping te
mogen onderhandelen.
Men verhaalt dat don Carlos verscheiden
priesters en kanunniken, die besloten hadden het
Carlisme te verlaten en naar Frankrijk te gaan,
te Durango in de gevangenis heeft geworpen. De
„Imparcial" weet mede te deelen, dat don Carlos
van 't paard is gevallen en zich zoo bezeerd heeft
dat hij bedlegerig is. Verder zou te Elizondo een
bataljon Carlisten aan 't muiten zijn geslagen en
de commandant ernstig verwond zijn.
Deze week zullen 2600 man naar Cuba
worden afgezonden.
Oostenr.- Hong-. Monarchie*
De „Polit. Corresp.", sprekende over de geruch
ten, volgens welke de Noordsche mogendheden,
met het oog op de onlusten in het Oosten, zekére
plannen en maatregelen ontworpen hebben en dat
aan Oostenrijk hierbij eene bijzondere rol zou zyn
toegedacht, zegt, dat al die geruchten verzonnen
zijn. Het blad doet uitkomen dat tol die geruch
ten ook het fabeltje behoorde, volgens hetwelk
vredes-commissiën in 't leven zouden worden ge-