LEIDSCH DAGBLAD. N0. 4839. A0. 1875. Zaterdag 20 November. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.".TT... 1. Franco per postn Afzonderlijke Nommersn 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels105. Iedere regel meero 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. ST ADS-BERICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, l- Gezien art. 3, 5de alinea, der wet van 2 Juni 1875 Staatsblad N°. Ü5), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen vergunning is verleend aan B. J. YAN DER NAT, tot het oprichten eener slachterij in het perceel Haarlemmer straat N°. 111. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving doorplaat sing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethoodeis voornoemd, v. d. BRAN DELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 18 November 1875. LIJFSTHAFFE1. Ook voor ons leverden de discussiën op het Binnenhof een enkele maal stof lot bespreking op, niet om stil te staan bij politieke beschou wingen onze lezers weten het maar om een terugblik te slaan op de behandeling van onderwerpen van zuiver maatschappelijken aard. Dat is ook ditmaal het geval. Het is Vrijdag den 12den dezer dat wij onze lezers de vergaderzaal der Tweede Kamer binnen leiden op het oogenblik dat een der sprekers de Indische begrooting voor 1876 is aan de orde het woord voert over het rechtswezen in Nederlandsch Indië. De inlanders, zoo heet het, die niet genoeg Hollandsch verstaan om den loop der rechtspleging te volgen, drijven den spot met onze rechtsgeleerde voorzitters der landraden. De gevangenen worden veel te lang preventief in ar rest gehouden; de gevangenissen zijn overvol; de dwangarbeid wordt een spotternij, want de dwang arbeiders worden naar Atjeh gezonden of werken veelal zonder behoorlijk toezicht. Het laatste is zeer wel mogelijk, maar het den dwangarbeider als een voorrecht aan te rekenen, het als een reden tot spotternij aan te merken dat hij naar Atjeh wordt gezonden inderdaad, juist dat mag spotternij heeten met het lot van den be- klagenswaardigen dwangarbeider. Of is het geen feit, dal op de lijsten der voor Atjeh overledenen of der van daar geëvacueerden achter de rubriek dwangarbeiders in den regel het hoogste cijfer staat ingevuld Niet waar ook, dat aan boord der schepen, waarmede de zieken en gewonden, niet zelden zonder voldoende genees- of heelkundige hulp, worden overgevoerd, juist de dwangarbeiders het menigvuldigst door den dood worden wegge maaid Toch noemt men op het Binnenhof dat verblijf voor Atjeh een voorrecht, een reden om den spot Ie drjjven met de straf van dwangarbeid. Doch laten wij dit voor het oogenblik daar. Niet om daarop te wijzen namen wij de pen op, maar om te constateeren, welk middel de spreker aan prijst om ons ondermijnd gezag te herstellen: wederinvoering van de straf der rottingslagen. Wel beschouwd, is er niets onverklaarbaarder dan dat ooit die straf in Indië werd afgeschaft. Z(j toch vormde een der natuurlijke schakels tus- schen Oostersche en Westersche toestandenaan wal de inlander zich krommende onder de pijnigende slagen van den met forschen arm gezwaaiden rotting, op de reede de Nederlandsche matroos, voor den mast gebonden om dezelfde pijnlijke en menschonteerende straf te ondergaan, met dit onderscheid alleen dat de rotting vervangen was door het touw als zinnebeeld van de eervolle loopbaan, waarin de delinquent zich die bloedige onderscheiding had waardig gemaakt. En thans? Voor den inlander werd de ver dierlijkende kastijding afgeschaft, hij werd hersteld in zijn waarde als mensch; voor den matroos op onze oorlogschepen bleef de onteerende straf be staan; voor hem geen eerbiediging van eergevoel of schaamte; hij is althans in dat opzicht buiten de beschaafde maatschappij gesloten, waarvan de inlanders in onze Indische koloniën ten minste dit voorrecht geniet, dat hij is gevrijwaard voor schand vlekkende lijfstrafien, en wanneer wij op onze nationale feesten de volksliederen hooren weer klinken, stemmen wij juichend in met dezelfde tonen, die een andermaal moeten strekken om het gekerm der slachtoflers van de nog steeds tot schande onzer hedendaagsche maatschappij be slaande ljjfstraf te verdooven. Wij koesteren geen vrees dat de rottingslagen in Indië weer zullen worden ingevoerd, maar wel de hoop dat, de smadelijke lijfstraffen aan boord van onze oorlogschepen zullen afgeschaft worden. Dat zal wellicht nog veel strijd kosten. Een mis bruik, dat men zich schamen zou opnieuw van kracht te verklaren, blijft zoo gemakkelijk bestaan op grond van de gewoonte, die nog maar al te veel onbillijks in stand houdt, waarvan men het verkeerde erkent, maarhandhaaft. Het Engelsche volk is ons in dat opzicht goed voorgegaan. Tegen het bevel der admiraliteit aan de bevelhebbers der Britsche oorlogschepen om weggeloopen slaven, die aan boord dier schepen een toevlucht zochten, aan de eigenaars uit te leveren, verhief zich de volksstem en het bevel werd ingetrokken. Zoo moet ook hier te lande de volksopinie zich meer en meer doen hooren tegen het in stand houden der lijfstraffen aan boord van onze oorlogschepen. De rottingslagen zullen, maar wij vertrouwen, voor de inlanders wel nooit meer worden ingevoerd; maar dan is het zeker ook hoog tijd dat de touwslagen voor onze matrozen worden afgeschaft. LEIOEK, 19 November. De minister van binnen), zaken, gelezen een aantal adressen, waarbij wordt aangedrongen op het behoud der tonvormige houten maten, vestigt de aandacht van belanghebbenden op het koninklijk besluit van 8 November jl., waarbij het gebruik dier maten tot 1 Januari 1878 wordt toegestaan. De telegraafkabel tusschen Madras en Penang is gestoord. De telegrammen voor Singapore, Ned.-Indië en verdere bestemmingen worden over den genoemden afstand per post overgebracht, zonder wijziging in de prijsberekening. Daar de gemeenschap op de telegraaflijn door het noordeo, over Rusland, Siberië en China, weder afgebro ken is, bestaat thans geene gelegenheid om Ned.- Indië per telegraaf te hereiken. Mocht de storing op den noordelijken weg spoediger worden opge heven dan die tusschen Madras en Penang, zoo zou overseining over den geheelen afstand mogelijk zijn tegen de navolgende tariefsprijzen per enkel voudig telegramnaar Cochinchina 99,50 gl. naar Singapore 104.75 gl.Penang 114.75 gl.; naar Batavia 118 gl. In de zittiDg der Tweede Kamer van giste ren hebben de beraadslagingen over de afdeeling Oorlog der Indische begrooting voornamelijk ge- loopen over de quaestie der openbaarmaking van de Atjeh-stukken en regelingspolitiek der overige deelen van Sumatra. De heeren Nierstrasz, Stiel tjes, Van Rappard, Fabius en Fransen van de Putte wenschten allen openbaarmaking. De minister echter meende vooralsnog in 's lands belang de publiceering niet noodzakelijk. De heer Fransen van de Pulte drong aan op voldoening aan de aanvrage der Battahlanden en andere gedeelten van het binnenland van Sumatra om onder ons direct gezag te komen. De heer Stieltjes bestreed dit met het oog op den Atjeh-oorlog. De minister heeft als leidende gedachte der regeering aange geven, dat aan de aanvragen kan voldaan worden als duidelijk de begeerte bleek, maar omzichtig heid was noodzakelijk. Ten slotte heeft de heer Nierstrasz eene mo'ie voorgesteld (welke later zal behandeld worden) teri gunste der opheffing van de geheimhouding omtrent de overgelegde Atjeh- stukken. Na aanneming van een amendement van den heer Fransen van de Putte op art. 112 (ver mindering met f 100,000 voor de verplaatsing van den vuurtoren) is hoofdstuk II der Indische begrooting aangenomen met 59 tegen 2 simmen. Het hoofdstuk I (uitgaven in Nederland) is daarop in behandeling gekomen. Het werd aangenomen met algemeene stemmen. Den 27sten dezer zal van het koloniaal werfdepot te Harderwijk naar het Nieuwediep vertrekken een detachement supplelietroepen sterk 150 man (onder welke 8 onderofficieren), om dien dag te embarqueeren aan boord van het via Suez naar Java bestemde stoomschip „Koning der Nederlanden". Het bevel over dat detachement is opgedragen aan den kapitein der inf. van het O.-I. leger D. Schater, die van verlof naar Java retourneert, onder medegeleide van de 2de luits. der inf. van gemeld leger F. Stam, G. E. R. A. Kempers, W. H. P. Mirandolle, P. A. Le Maire, F. W. Everts, A. J. A. Groeneveld en den 2den luit. kwartierm. van dat leger I. F. De Rooy. Het stoomschip Madura, van Batavia naar Nieuwediep, is 17 dezer te Aden aangekomen en heeft den volgenden dag de reis voortgezet; het stoomschip Friesland bevond zich gistermiddag te drie uren op de hoogte van Ouessant. Te Delft is nog geëxamineerd voor de akte voor hoogere mechanica 1 candidaat, die moest worden afgewezen. Door de jury der maritieme tentoonstelling te Parijs is eene eerediploma toegekend aan het kon. instituut van ingenieurs, een gouden medaille aan de Amsterdamsche kanaalmaatschappij en aan Heineken's bierbrouwerij maatschappij. De kerkeraad der Nederd. herv. gemeente te Amsterdam heeft aan de leden een circulaire verzonden, om hen uit te noodigen door een jaar- lijksche bijdrage den kerkeraad in staat te stellen, de predikantstractementen le verhoogen en het godsdienstonderwijs beter le behartigen. Het kapi taal, jaarlijks daarvoor benoodigd, wordt geschat op veertig a vijftig duizend gulden. Door twee gitten in geld, van een paar be langstellende vrienden der Maatschappij van wel dadigheid, werd in 1872 en 1873 de eerste stoot gegeven tot oprichting eener bibliotheek voor de bevolking en eene andere bepaaldelijk voor de kinderen. Voor beide afdeelingen werden ook boe ken ten geschenke ontvangen, en thans behooren 1500 boeken en boekjes aan de leesinrichting, waarvan ruim 300 voor de kinderen. Vooral in het winterhalfjaar, voor den landbouwenden stand de geschiktste leestijd, wordt er goed gebruik van gemaakt. Den vorigen winter bedroeg het'gemid- deld getal lezers 200. De kinderen lezen gratis. Volwassenen betalen een cent per week voor ieder boek. Die contributie strekt tot onderhoud der boeken. Mochten er onder onze lezers gevonden worden, die uit hunne hoekenkasten wat zouden willen afstaan, geschikt voor oud of jong, de com-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1